Europees Agentschap voor de Veiligheid en de Gezondheid op het Werk



Vergelijkbare documenten
Economische aspecten van veiligheid en gezondheid op het werk in de lidstaten van de Europese Unie

De vragenlijst van de openbare raadpleging

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers

De evolutie van de preventie in een Europees kader

MKB-ondernemer geeft grenzen aan

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning)

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie begrotingscontrole

Gemeenschappelijke verklaring betreffende telewerken door de Europese sociale partners in de verzekeringssector

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet?

L 120/20 Publicatieblad van de Europese Unie AANBEVELINGEN COMMISSIE

Goedgekeurd op 11 februari 2011

12494/1/07 REV 1 yen/il/lv 1 DG H 2B

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

SAMENVATTING. Samenvatting. De noodzaak van een goed werkend stelsel voor gezond en veilig werken

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

Vragen en antwoorden over de nieuwe Arbowet per 1 juli 2017

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

6535/15 RTS/mt 1 DG B 3A. Raad van de Europese Unie. Brussel, 27 februari 2015 (OR. en) 6535/15 SOC 98 EMPL 46

A8-0249/139. Door de Commissie voorgestelde tekst

Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de ontwerp-conclusies van de Raad, waarover een akkoord is bereikt in de Groep sociale vraagstukken.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Bang voor de bedrijfsarts

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten

TWW - partner of controleur?

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. Begeleidend document bij het

Conclusies van de Raad betreffende de bestrijding van het tabaksgebruik

Praktische handleiding FSMA_2018_07 van 22/05/2018

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese.

A A N B E V E L I N G Nr AANBEVELING AAN DE PARITAIRE COMITES, DE ONDERNEMINGEN EN HUN

Informatieblad Nieuwe Arbowet

LERARENOPLEIDINGEN BASISONDERWIJS IN EUROPA: STAND VAN ZAKEN EN TOEKOMSTPERSPECTIEVEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 oktober 2010 (03.11) (OR. en) 7512/10 ADD 1 PV/CONS 15 ENV 169

Richtsnoeren voor de behandeling. van klachten door. verzekeringsondernemingen

Algemene informatie over de respondent

... /... Samenvatting door de Voorzitter van de vverkzaamheden. van de Europese Raad Maastricht - 23/24 maart 1981

Belgische nationale strategie. Welzijn op het werk Strategische en operationele doelstellingen - Samenvatting

VEILIGHEID EN GEZONDHEID

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

M MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers

EUROPESE COMMISSIE TEGEN RACISME EN INTOLERANTIE

Wat doet de Arbeidsinspectie? Alles over de taken en werkwijze van de Arbeidsinspectie

Conclusies enquête The Future Group. November 2015

We willen na twee jaar wel bezien in hoeverre de doorgevoerde maatregelen het beoogde effect hebben gehad.

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET ECONOMISCH EN FINANCIEEL COMITÉ

REACH Een introductie in de nieuwe EU-wetgeving voor chemische stoffen voor leveranciers van Akzo Nobel

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Vragen en antwoorden over het burgerinitiatief

Samenvatting. Aanleiding voor het onderzoek

Het Verdrag van Den Haag van 13 januari 2000 over de internationale bescherming van volwassenen

Inspectiemiddelen en bevoegdheden uit het sociaal strafwetboek Pieter Bolle

EUROPEES PARLEMENT Zittingsdocument B7-0000/2014 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2014

INHOUD. VOORWOORD... v HOOFDSTUK 1. DISCRIMINATIE OP DE WERKVLOER EN DE WETTEN VAN 10 MEI

Samenwerkingsprotocol CBP-IGZ

Voorkomen is nog altijd beter dan. Risico- inventarisatie en -evaluatie

Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT. het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet

Brussel op afstand? Tegen deze achtergrond is het doel van deze studie is om:

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0038/2006 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Onderzoek Toegevoegde waarde OHSAS certificatie Samenvatting en conclusies

JC May Joint Committee Richtsnoeren voor de behandeling van klachten door de effectensector (ESMA) en de bankensector (EBA)

9 Europese regelgevende agentschappen

10111/16 GAR/cg 1 DG G 3 B

UITVOERINGSBESLUIT (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

A D V I E S Nr Zitting van woensdag 21 december

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend document bij het voorstel voor een

Een Werkende Arbeidsmarkt

TWW - partner of controleur?

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2006 (OR. en) 12131/6/06 REV 6 ADD 1. Interinstitutioneel Dossier: 2006/0005 (COD) ENV 429 CODEC 826

5135/02 CS/mm DG H NL

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes

Betreft: Geïntegreerd inspectieverslag. Geachte Voorzitter,

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

MEDEDELING AAN DE LEDEN

PUBLIC. Brussel, 8 november 2010 (12.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /10 Interinstitutioneel dossier: 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 129

10/01/2012 ESMA/2011/188

EUROPESE CENTRALE BANK

Risicomanagement functie verzekeraars onder Solvency II

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 26 april

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

A D V I E S Nr Zitting van vrijdag 10 oktober

DE HERSCHIKTE EOR RICHTLIJN

Samenvatting onderzoek Zorg en Gezondheid

9011/1/15 REV 1 jwe/van/sl 1 DG B 3A

Transcriptie:

Europees Agentschap voor de Veiligheid en de Gezondheid op het Werk

Europees Agentschap voor de Veiligheid en de Gezondheid op het Werk Prioriteiten en strategieën in het arbeidsomstandighedenbeleid in de lidstaten van de Europese Unie

Leden van de themagroep Nationale programma s en prioriteiten Oostenrijk: Ernst Piller België: Luc van Hamme Denemarken: Jens Jensen Finland: Lars-Mikael Bjurström Frankrijk: Françoise Murillo Duitsland: Ulrich Riese Griekenland: Matina Pissimissi Ierland: Sylvia Wood Italië: Sergio Perticaroli en Maria Castriotta Luxemburg: Robert Klopp Nederland: Rob Triemstra Portugal: António Fonseca Spanje: Teófilo Serrano Beltrán Zweden: Bertil Remaeus Verenigd Koninkrijk: Gwyneth Deakins Voorzitter: Hans-Horst Konkolewsky Projectleider: Martin den Held Projectassistent: Dagmar Radler 3

INHOUD Pagina Samenvatting.................................................................................................... 7 1. Inleiding........................................................................................................ 11 2. Wetgeving...................................................................................................... 12 3. Inspectie/handhaving.............................................................................................. 16 4. Campagnes..................................................................................................... 20 5. Financiële stimuleringsmaatregelen................................................................................... 24 6. Certificering..................................................................................................... 26 7. Vorming........................................................................................................ 30 8. Risico s......................................................................................................... 34 9. Categorieën werknemers........................................................................................... 38 10. Sectoren........................................................................................................ 42 11. Onderzoek...................................................................................................... 46 12. Zorg voor veiligheid en gezondheid op het werk......................................................................... 50 13. Overige ideeën over toekomstige strategieën............................................................................ 52 14. Belangrijke ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.......................................................................... 54 15. Initiatieven op Europees niveau ter ondersteuning van de lidstaten........................................................... 56 16. Conclusies...................................................................................................... 58 Bijlage I. Risico s................................................................................................ 61 Bijlage II. Werknemerscategorieën................................................................................... 65 Bijlage III. Sectoren............................................................................................... 69 Bijlage IV. Onderzoek............................................................................................. 73 5

SAMENVATTING Inleiding I. Een van de voornaamste taken van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk is het bevorderen van informatie-uitwisseling tussen de lidstaten van de Europese Unie. Een belangrijk instrument daartoe is het opzetten van informatieprojecten over specifieke thema s. Dit verslag geeft een overzicht van het eerste grote informatieproject dat door het Agentschap is uitgevoerd sinds het opstarten van de werkzaamheden in september 1996. Het is gebaseerd op de uitkomsten van een vragenlijst die in samenwerking met vertegenwoordigers uit alle lidstaten is opgesteld en vervolgens aan elk van hen is toegezonden, met betrekking tot de prioriteiten en strategieën van de lidstaten wat betreft het verbeteren van de veiligheid en de gezondheid op het werk (VGW). Het was met name gericht op ervaringen en overwegingen, waaronder die van sociale partners en andere betrokken partijen, die van belang zijn voor het formuleren van beleid inzake veiligheid en gezondheid op het werk. Beleidsinstrumenten II. Van oudsher hebben alle lidstaten van de Europese Unie wetgeving aangewend als instrument om de veiligheid en de gezondheid op het werk te verbeteren. Aanvankelijk lag de nadruk vooral op veiligheidsaspecten, maar later verschoof de aandacht meer in de richting van gezondheidsaspecten. De laatste jaren is wetgeving ook sociale en organisatorische kwesties gaan omvatten. Veel lidstaten geven aan dat traditionele graadmeters van de mate van gezondheid en veiligheid op het werk, zoals ongevallen- en beroepsziektecijfers, in de loop der jaren een aanzienlijke daling te zien hebben gegeven. Op bepaalde gebieden, zoals de veiligheid van machines, zijn de resultaten nog beter. Desondanks lijkt het moeilijk precies vast te stellen hoe effectief regelgeving is, omdat het meestal moeilijk is het effect van regelgeving te scheiden van die van andere factoren. Om deze situatie te verhelpen hebben diverse lidstaten initiatieven ondernomen om betere beoordelingstechnieken te ontwikkelen. Op de werkvloer blijken praktische richtsnoeren, die de niet erg toegankelijke wettelijke voorschriften in verkorte en begrijpelijkere vorm weergeven, de beste manier om informatie over te brengen. De meeste lidstaten hebben aanmerkelijke hoeveelheden publicaties op dit gebied geproduceerd, en de voortzetting en het bijwerken van dergelijke publicaties brengt aanzienlijke kosten met zich mee. In het algemeen is men van mening dat wetgeving in de toekomst een belangrijke rol zal blijven spelen, onder meer bij het vaststellen van de mate van bescherming tegen veiligheids- en gezondheidsrisico s op het werk. Daarnaast is men van mening dat de wetgeving gericht moet zijn op een hoge mate van bescherming, gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke kennis, en gelijke tred moet houden met technische en maatschappelijke ontwikkelingen. Desondanks is er in een aantal lidstaten ook bezorgdheid over de kwaliteit van de wetgeving. Een aanzienlijk deel van de veiligheidsen gezondheidswetgeving dateert al van jaren terug, met als gevolg dat sommige lidstaten duidelijk de behoefte voelen om verouderde bepalingen te schrappen en de wetgeving te actualiseren. Bovendien geeft men er sterk de voorkeur aan om allerlei technische details weg te laten en om de aanpak van specifieke kwesties over te laten aan de werknemers zelf, zolang maar aan de vereiste veiligheidsniveaus wordt voldaan. De meeste lidstaten vinden dat toekomstige wetgeving meer gericht zou moeten zijn op het stellen van doelen, en dat zij zodanig geformuleerd moet zijn dat zij geen beperking vormt voor nieuwe technologieën of werkwijzen. Sommige lidstaten hebben op nationaal niveau reeds veel gedaan op dit gebied, andere zullen dat in de toekomst doen. III. Van oudsher hebben de lidstaten van de Europese Unie de veiligheid en de gezondheid op het werk verbeterd door een combinatie van wetgeving en handhaving. Elk jaar worden vele duizenden ondernemingen in de lidstaten door inspecteurs bezocht. Hetgeen vaak leidt tot het nemen van maatregelen, uiteenlopend van verbeterings-aanwijzingen tot strafrechtelijke procedures. Er zijn aanwijzingen dat met name toezicht heeft geleid tot een vermindering van ernstige risico s. Evenals voor wetgeving geldt echter dat de exacte invloed van inspectie/handhaving moeilijk te be- 7

oordelen is, omdat de effecten van specifieke maatregelen meestal niet los van andere activiteiten worden geëvalueerd. Alle lidstaten zijn het eens over het belang van inspectie/handhaving. Men denkt dat hiervoor ook in de toekomst een belangrijke rol is weggelegd bij de bevordering van betere arbeidsomstandigheden. Sommige lidstaten denken echter dat een aantal ontwikkelingen de rol van inspectie/handhaving zou kunnen beïnvloeden. Ten eerste lijkt er een tendens te zijn om inspecties vooral te richten op sectoren met een verhoogd risico. Voor het vaststellen van deze sectoren gebruiken de lidstaten meestal een of ander classificatiesysteem. Ten tweede neemt het aantal mensen dat vertrouwd is met veiligheids- en gezondheidsaspecten op het werk (veiligheidskundigen, ergonomen, bedrijfsartsen, andere specialisten op dit gebied die bij ondernemingen, arbo-diensten of adviesbureaus werken) voortdurend toe. En ook elders is men beter op de hoogte, bijvoorbeeld bij brancheorganisaties of organisaties van de sociale partners. Arbeidsinspecties werken steeds vaker met deze organisaties samen, met name omdat hun tussenkomst het mogelijk maakt om op kosteneffectieve wijze diegenen te bereiken die verantwoordelijk zijn voor veiligheid en gezondheid op het werk (vooral in het midden- en kleinbedrijf). De derde factor, die nauw samenhangt met de vorige, is dat veel lidstaten er belang aan hechten dat de eigen inspanningen van bedrijven op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk worden versterkt, bijvoorbeeld door samenwerking tussen werkgever en werknemers te bevorderen en het opzetten van arbo-systemen te stimuleren. De door de Europese Kaderrichtlijn verplichte risico-evaluatie is een goede stimulans om een dergelijke ontwikkeling op gang te brengen. IV. Campagnes zijn een speciale vorm van interventie. In veel lidstaten worden mensen via gerichte campagnes gewezen op specifieke veiligheidsen gezondheidsrisico s op het werk. Deze worden gewoonlijk georganiseerd door de nationale overheid of door semi-overheidsorganisaties. Vaak bestaan campagnes uit een combinatie van instrumenten zoals wetgeving en inspectie/handhaving en, ter ondersteuning hiervan, voorlichting (brochures, folders, publicaties, enz.). De meeste lidstaten hebben enige ervaring met campagnes als methode om de gezondheid en de veiligheid op het werk te verbeteren. Naar het schijnt kunnen campagnes leiden tot een aanzienlijke daling van arbeidsgebonden ziekten en beroepsziekten, vermoedelijk als gevolg van het feit dat men zich eerder bewust is van de risico s, waardoor de doelgroepen eerder preventieve maatregelen nemen. Met name sector- of bedrijfstakspecifieke campagnes, waarbij de sociale partners, het bedrijfsleven, de werknemers en andere tussenpartijen zijn betrokken, blijken zinvol, doordat ze speciaal kunnen worden afgestemd op de omstandigheden in de desbetreffende bedrijfstak. Gezien de doeltreffendheid van dit instrument is het niet verwonderlijk dat de meeste landen het in de toekomst graag willen blijven gebruiken of op nog grotere schaal willen gaan toepassen. V. Verbeterde veiligheid en gezondheid op het werk kan ook worden bereikt op een geheel andere manier, namelijk via financiële stimuleringsmaatregelen. Veel regeringen en (semi-publieke) verzekeringsinstellingen hebben naast de wettelijke verplichtingen ook financiële stimuleringsmaatregelen ingevoerd, om bedrijven aan te zetten tot verbetering van de veiligheid en gezondheid op het werk. De voornaamste soorten maatregelen zijn gedifferentieerde premies voor verzekeringen tegen arbeidsongevallen en beroepsziekten, overheidssubsidies voor onderzoek en technologische ontwikkeling, belastingvoordelen voor bedrijven die investeren in veiligheid en gezondheid op het werk, en subsidies voor de evaluatie van de arbeidsomstandigheden op bedrijfsniveau. Wat de arbeidsongeschiktheids- en ongevallenverzekeringen aangaat lijkt toenemende premiedifferentiatie de heersende trend te zijn. In sommige landen zijn werkgevers verplicht een aanzienlijk deel van de kosten van het ziekteverzuim voor hun rekening te nemen. VI. Een betrekkelijk nieuw instrument voor het verbeteren van veiligheid en gezondheid op het werk is het certificeren van producten en dien- 8

sten. De meest traditionele vorm van certificering is die op het gebied van veiligheid. Mogelijk minder bekend zijn de wettelijke eisen ten aanzien van chemische producten. De jongste ontwikkeling op dit gebied (deels als gevolg van de tenuitvoerlegging van de Europese Kaderrichtlijn in de lidstaten) betreft de certificering van de kwaliteit van arbo-diensten. De meeste lidstaten staan positief tegenover het gebruik van certificering als instrument. Sommige lidstaten benadrukken echter dat certificering niet altijd voldoende garanties biedt voor het beoogde veiligheidsniveau, of dat dit instrument alleen zou moeten worden gebruikt als het om grote risico s gaat. Enkele andere lidstaten kennen juist een actief beleid om de particuliere sector te stimuleren tot het opzetten van vrijwillige certificerings-programma s op tal van gebieden. VII. Alle lidstaten verzorgen vorming op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk. Doelgroep van dergelijke vorming zijn onder meer werknemers, werknemersvertegenwoordigers, werknemers met specifieke verantwoordelijkheden op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk, werkgevers, stagiaires, mensen met specifieke functies, preventiespecialisten zoals veiligheidskundigen, artsen, en ten slotte de voorlichters zelf. Veel lidstaten geven aan dat het moeilijk is het effect van vorming op het werk in te schatten. Op dit gebied is nog weinig onderzoek gedaan. Niettemin zijn er indirecte aanwijzingen dat vorming een zeer belangrijk en doeltreffend preventie-instrument is, zoals bijvoorbeeld het feit dat personen die de minste baat hebben bij vorming (uitzendkrachten, thuiswerkers e.d.) de grootste kans op ongelukken lijken te hebben. Veel lidstaten denken dat vorming in de toekomst belangrijker zal worden, en achten het van groot belang dat vorming duidelijker op de verschillende doelgroepen wordt afgestemd. Prioriteitsgebieden VIII. Veel Europese lidstaten hebben in het verleden speciale aandacht besteed aan risico s op het gebied van chemische factoren, fysische factoren en veiligheid. Wat chemische stoffen betrof, was asbest het voornaamste risico dat moest worden aangepakt; bij de fysische factoren ging het vooral om geluid, en wat veiligheid aanging had men vooral aandacht voor de veiligheid van machines. Een speciaal risico dat veel aandacht kreeg was lichamelijke inspanning c.q. het tillen van zware lasten. De risicocategorieën die voor de toekomst van belang worden geacht zijn chemische stoffen (kankerverwekkende stoffen), veiligheid (veiligheid van machines, valgevaar), en psychosociale kwesties (met name stress op het werk). Een nieuwe ontwikkeling op dit gebied lijkt te zijn dat de EU-lidstaten veel meer aandacht aan het besteden zijn aan kwesties op het gebied van organisatie en management zoals het ontwikkelen van risico-evaluatie en het analyseren van de eventuele risico s van nieuwe arbeidspatronen. IX. Uit de categorieën werknemers hebben jongeren in het verleden speciale aandacht gekregen. Naar verwachting zullen de komende jaren met name jonge en oudere werknemers speciale aandacht genieten. Extra aandacht zal er ook zijn voor mensen die atypische arbeid (thuiswerk, telewerk e.d.) verrichten, en verder zal er in de toekomst waarschijnlijk eveneens meer aandacht worden besteed aan kleine zelfstandigen. X. Sectoren die de afgelopen tien jaar speciale aandacht hebben genoten zijn de landbouw en aanverwante sectoren, de chemische industrie, de metaalindustrie en de bouw. In de toekomst zal de bouw speciale aandacht blijven genieten, en verder zal er extra aandacht zijn voor de handels-, transport- en dienstensector en het onderwijs, de gezondheidszorg (met name ziekenhuizen) en de overheidssector. XI. Op het gebied van onderzoek hebben de EUlidstaten de hoogste prioriteit toegekend aan chemische stoffen. In sommige lidstaten richtte de aandacht zich slechts op één of enkele chemische stoffen; in andere landen is een breed scala aan chemicaliën onderzocht. Toekomstige onderzoeksthema s lijken iets af te wijken van die in het verleden. Hoewel er nog steeds aandacht zal zijn voor chemische stoffen (met name kankerverwekkende stoffen), krijgen psychosociale kwesties (vooral stress op het werk) 9

en methodologische kwesties (zoals risico-evaluatie en kosten-batenanalyse) bijna evenveel prioriteit. Tenslotte zullen ook de gevolgen van de introductie van nieuwe arbeidspatronen in de toekomst veel aandacht van de onderzoekers opeisen. Ontwikkelingen op bedrijfsniveau XII. De zorg voor veiligheid en gezondheid op het werk is de afgelopen jaren een dynamisch werkveld geworden. Aanvankelijk lag de nadruk meer op de aanpak van specifieke risico s op de werkplek. Dat veranderde radicaal aan het eind van de jaren zeventig en in de jaren tachtig, toen het begrip preventie meer op de voorgrond begon te treden. Op bedrijfsniveau kunnen momenteel diverse belangrijke ontwikkelingen worden onderscheiden. Het eerste is dat de Europese Kaderrichtlijn bedrijven verplicht over de resultaten van een risico-evaluatie te beschikken. In veel Europese landen zijn er initiatieven om dit proces te bevorderen, en veel overheden en brancheorganisaties in deze landen spannen zich in voor de ontwikkeling van praktische risico-evaluatiemethoden. Ten tweede: het simpele feit dat er bij bedrijven op zo grote schaal risico-evaluaties beschikbaar zijn, geeft aanleiding tot de vraag of deze evaluaties ook voor andere doeleinden gebruikt zouden kunnen worden en zo ja, voor welke. De informatie in een risico-evaluatie zou met name de inspectiediensten van pas kunnen komen. In sommige landen is men van mening dat de autoriteiten bij het vaststellen van de wijze van handhaving rekening zouden moeten houden met het feit of een bedrijf al dan niet beschikt over een goede risico-evaluatie en een verbeteringsplan heeft opgesteld. Toekomstige ontwikkelingen XIV. Op de arbeidsmarkt doet zich momenteel een aantal fundamentele ontwikkelingen voor, waarvan het effect zich in de toekomst mogelijk nog sterker zal doen voelen. Hierdoor komt de traditionele rol van wetgeving en handhaving ter discussie te staan. Ten eerste voltrekt zich een aantal demografische veranderingen. Vooral opvallend is het toenemende aantal ouderen in de samenleving, en dus ook in de arbeidsomgeving. Als gevolg zal een groter deel van de werkende bevolking gevoeliger worden voor bepaalde risico s op het werk. Het vinden van passende bescherming voor deze oudere werknemers is dan ook van groot belang. Ten tweede zijn er diverse ontwikkelingen die onder de noemer van veranderende arbeids-patronen kunnen worden gebracht. Daarbij gaat het onder meer om het toenemende aantal tijdelijke contracten, thuiswerkers en uitzendkrachten. Het is duidelijk dat dergelijke ontwikkelingen hoge eisen stellen aan de creativiteit van overheden bij het formuleren van een goed arbeidsomstandighedenbeleid. XV. Op de vraag welke activiteiten naar hun idee het best op Europees niveau zouden kunnen worden uitgevoerd gaven de lidstaten zeer uiteenlopende antwoorden. Veel lidstaten stelden dat er een duidelijke behoefte is aan onderlinge uitwisseling van informatie en ervaringen op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk. Een aantal lidstaten was daarnaast van mening dat voorstellen voor een programma als SAFE een toegevoegde waarde zouden hebben als positieve ervaringen met andere lidstaten zouden kunnen worden gedeeld. Ter voorkoming van dubbel werk en om gezamenlijke acties te kunnen ondernemen stelde een aantal lidstaten ook een of andere vorm van coördinatie voor op het gebied van onderzoek naar veiligheid en gezondheid op het werk, een voorstel dat op één lijn ligt met de suggestie om samen te werken aan het opstellen van gezamenlijke richtsnoeren of stelsels van richtsnoeren (bijv. voor risico-evaluatie), checklists voor specifieke beroepsgroepen/sectoren, of andere praktische instrumenten. 10

1. INLEIDING Een van de voornaamste taken van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk is het ondersteunen van informatie-uitwisseling tussen de lidstaten van de Europese Unie. Een belangrijk instrument daartoe is het opzetten van informatieprojecten over specifieke thema s. Dit verslag over de prioriteiten en strategieën aangaande een politiek van veiligheid en gezondheid op het werk binnen de lidstaten van de Europese Unie geeft een overzicht van het eerste grote informatieproject dat onder verantwoordelijkheid van het Agentschap is uitgevoerd sinds het opstarten van de werkzaamheden in september 1996. Het is gebaseerd op de uitkomsten van een vragenlijst die in samenwerking met vertegenwoordigers uit alle lidstaten van de Europese Unie is opgesteld en vervolgens door alle lidstaten is ingevuld. De volledige antwoorden van de lidstaten zijn te vinden op de website van het Agentschap. Een deel van de antwoorden is tevens te vinden op de websites van de nationale knooppunten. De aanzet voor het project was een in februari 1997 genomen besluit van de raad van bestuur van het Agentschap. Met dit eerste onderzoek wilde de raad een overzicht krijgen van alle bestaande prioriteiten en strategieën op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk, met inbegrip van een beschrijving van de ontwikkelingen in de afgelopen jaren. Daarnaast moest het onderzoek zich richten op nieuwe en toekomstige ontwikkelingen in de lidstaten. De raad van bestuur gaf ook aan dat het van belang was dat de antwoorden op passende wijze de meningen zouden weerspiegelen van andere partijen die op nationaal niveau een rol spelen, zoals sociale partners, instanties van autonome gebieden en/of sociale verzekeringsinstellingen. Prioriteiten en strategieën ten aanzien van veiligheid en gezondheid op het werk worden niet uitsluitend door de nationale overheden vastgesteld. In sommige landen gebeurt dit samen met de sociale partners en in een groot aantal andere landen bestaat een of andere vorm van overleg met de sociale partners. In een aantal landen worden ook autonome gebieden betrokken bij het opstellen van prioriteiten en strategieën. Tenslotte zijn er landen waar grote verzekeringsinstellingen, naast hun gebruikelijke rol van verzekeraar, ook een belangrijke rol spelen bij het stimuleren van bedrijven om preventieve maatregelen te nemen. Het is duidelijk dat het opstellen van een beleid inzake prioriteiten en strategieën gecompliceerder wordt naarmate het aantal erbij betrokken partijen toeneemt. Toch wordt hun deelname aan dit proces van essentieel belang geacht. Deze partijen hebben dan ook meestal op de een of andere manier bijgedragen aan de antwoorden van de lidstaten op deze vragenlijst. Het doel van dit project was het opstellen van een overzicht van de ideeën binnen de vele verschillende deelgebieden van veiligheid en gezondheid op het werk. Diepgaande analyse en daarmee een verbeterd begrip van de verschillende benaderingen behoorde niet tot de doelstellingen. Op dit onderzoek zullen echter meer specifieke informatieprojecten volgen die op deze informatie kunnen voortbouwen. Nadere beslissingen daarover moeten worden genomen in het kader van het werkprogramma van het Agentschap voor 1998. Het feit dat dit onderzoek werd uitgevoerd met gebruikmaking van een tamelijk uitgebreide vragenlijst waarin allerlei elementen aan de orde kwamen, heeft zijn uitwerking in de lidstaten niet gemist. Ten eerste moesten de lidstaten een flinke hoeveelheid tijd investeren in het beantwoorden van de vragen. Ten tweede werden degenen die bij het vaststellen van prioriteiten en strategieën waren betrokken, aangezet systematisch na te denken over wat er in het verleden was gedaan en wat er in de toekomst zou gaan gebeuren, en zich te buigen over de vraag wat in het verleden de werkelijke prioriteiten waren geweest en wat nu precies de strategieën voor de toekomst zouden zijn. Op die manier werd het een uiterst interessante en waardevolle uitwisseling van opvattingen tussen de lidstaten. Dit verslag kan worden gezien als een belangrijke uitkomst van dat proces. 11

2. WETGEVING Van oudsher hebben alle lidstaten van de Europese Unie wetgeving gebruikt om de veiligheid en de gezondheid op het werk te verbeteren. De eerste voorschriften dateren uit de negentiende eeuw. Terwijl de nadruk aanvankelijk vooral op veiligheidsaspecten lag, verschoof de aandacht later meer in de richting van gezondheidsaspecten. De laatste jaren is de wetgeving ook andere, meer sociale en organisatorische kwesties gaan omvatten. 2.1 De effectiviteit van de wetgeving De lidstaten van de Europese Unie gebruiken wetgeving al heel lang als middel om de veiligheid en de gezondheid op het werk te verbeteren. De belangrijkste vraag in deze context is of, en in hoeverre, de wetgeving voor de werknemers daadwerkelijk iets heeft opgeleverd. Veel lidstaten geven aan dat traditionele graadmeters van de mate van veiligheid en gezondheid op het werk, zoals ongevallen- en beroepsziektegegevens, de laatste jaren een aanzienlijke daling te zien hebben gegeven. Op bepaalde gebieden, zoals de veiligheid van machines, is een nog positiever effect zichtbaar. Sommige lidstaten melden dat er ook een daling is geweest in het aantal klachten van werknemers over slechte arbeidsomstandigheden bij bedrijven en dat de wetgeving in bepaalde gevallen ook een positief effect heeft gehad op het ziekteverzuim. Verder schijnt het dat bedrijven zich beter aan de wettelijke voorschriften zijn gaan houden (mate van naleving). Wat betreft de achterliggende factoren die van belang zijn voor de effectiviteit van wetgeving noemen de lidstaten een aantal zaken. Om de betrokkenen daadwerkelijk te motiveren is het essentieel dat de wetgeving realistisch is. Overleg met de sociale partners bij het tot stand komen van de wetgeving wordt eveneens als cruciaal gezien. De meningen lopen uiteen over de wijze waarop de wetgeving moet worden geformuleerd. Extreem precieze en gedetailleerde wetgeving wordt door sommigen beschouwd als een goede manier om te zorgen dat bedrijven de regels begrijpen en toepassen. Anderen zien gedetailleerde regelgeving, en het gebrek aan flexibiliteit dat daaruit voort kan vloeien, echter als een belemmering voor technologische en sociaal-economische vooruitgang. In elk geval lijkt het erg moeilijk om de effectiviteit van de regelgeving met nauwkeurigheid vast te stellen, omdat het effect van regelgeving meestal moeilijk te scheiden is van die van andere factoren. Diverse lidstaten hebben stappen genomen ter verbetering van de technieken waarmee de effectiviteit van regelgeving wordt beoordeeld. In de praktijk blijken richtsnoeren, die de niet erg toegankelijke wettelijke voorschriften in verkorte en begrijpelijkere vorm weergeven, de beste manier om informatie over te brengen. De meeste lidstaten hebben in de loop van de tijd aanmerkelijke hoeveelheden van publicaties op dit gebied geproduceerd, waarvan de voortzetting en het bijwerken aanzienlijke kosten met zich meebrengt. In sommige landen wordt het belangrijk gevonden om niet alleen inzicht te hebben in de effectiviteit van de voorschriften als zodanig, maar ook in de efficiëntie ervan, bijvoorbeeld door het effect van regelgeving te vergelijken met dat van andere mogelijke maatregelen. Er zou ook meer aandacht kunnen worden besteed aan het maken van kostenbatenanalyses. Een verhoogd besef van de economische voordelen van de zorg voor veiligheid en gezondheid op het werk kan bedrijven ook aanzetten tot het nemen van preventieve maatregelen. In andere landen wordt bezorgdheid geuit over de mate waarin men de voorschriften in de praktijk opvolgt, en over het feit dat naleving vaak alleen door middel van toezicht kan worden bewerkstelligd. 12

Vraag In hoeverre heeft de wetgeving zijn effectiviteit getoond op de werkplek? Hoe is dit geëvalueerd? Oostenrijk België Denemarken Finland Frankrijk het is niet mogelijk de effectiviteit van de wetgeving te beoordelen omdat deze de afgelopen jaren is hervormd traditionele graadmeters van arbeidsongevallen en beroepsziekten zijn gedaald als gevolg van overheidsinterventie. Er is echter nog te weinig bekend over de efficiëntie van deze maatregelen in de individuele arbeidsomgeving blijken richtsnoeren met een duidelijke omschrijving en uitleg van minder toegankelijke wettelijke voorschriften de beste manier om informatie over gezondheid en veiligheid op het werk te verspreiden wetgeving is essentieel voor de inspectiedienst en maakt het mogelijk om in het hele land een minimum aan veiligheid en gezondheid op het werk te garanderen ten aanzien van machinevoorschriften laten ongevallenstatistieken een duidelijk positief effect zien wetgeving van de afgelopen jaren heeft bijgedragen tot een afname van het aantal dodelijke en niet-dodelijke ongevallen om de spelers in het veld te motiveren, moet de wetgeving realistisch, gepast en stabiel zijn Duitsland Griekenland Ierland Italië Luxemburg vaak zijn inspecties de enige manier om te zorgen voor naleving van de wetgeving de wetgeving is effectief gebleken, mede dankzij de deelname van de sociale partners de effectiviteit werd verbeterd door bijzonder nauwkeurig te werk te gaan bij verplichte maatregelen/specificaties de effectiviteit van de wetgeving blijkt uit de afname van het aantal ongevallen, klachten en ernstige problemen, evenals uit de verbeterde naleving door bedrijven de wetgeving wordt steeds beter nageleefd in de arbeidsomgeving de mate waarin wetgeving daadwerkelijk bijdraagt tot betere gezondheid en veiligheid moet nog worden onderzocht de wetgeving dient als basis voor het ontwikkelen van tegenmaatregelen een beoordeling van de doeltreffendheid van recente wetgeving ter uitvoering van de EUregelgeving is nog niet mogelijk eerdere wetgeving, gebaseerd op een systeem van toezicht en sancties, is niet erg effectief gebleken. De meeste ongevallen gebeurden zonder dat de regels waren overtreden men is van mening dat de wetgeving en met name de Kaderrichtlijn, die verantwoordelijkheden omschrijft, aanzienlijk bijdraagt tot veiligheid en gezondheid op het werk. Een toenemend besef van de economische voordelen van een preventief beleid lijkt ook te helpen Nederland Portugal Spanje Zweden Verenigd KoninkrijkK de wetgeving heeft bijgedragen tot een afname van het aantal ongevallen en het ziekteverzuim wegens gebrek aan flexibiliteit heeft de wetgeving soms een negatief effect op technologische en sociaaleconomische vooruitgang de wetgeving is niet altijd doorzichtig genoeg een technisch team, opgezet door de regering en de sociale partners, gaat de bestaande wetgeving bestuderen en voorstellen doen voor noodzakelijk geachte wijzigingen, die tijdens de volgende onderhandelingsronde zullen worden geëvalueerd de effectiviteit blijkt uit de verschuiving in ongevallencijfers, hoewel het moeilijk is om de effecten van de wetgeving te scheiden van die van andere factoren wettelijke maatregelen alleen zijn niet voldoende om de problemen ten aanzien van veiligheid en gezondheid op het werk op te lossen de gemoderniseerde wetgeving van 1990 vormt een goed uitgangspunt voor het formuleren van de (toenemende) verantwoordelijkheid van de werkgever voor deugdelijke arbo-zorg. de daling van het aantal dodelijke ongevallen de afgelopen 25 jaar geeft de verdiensten van effectieve wetgeving aan, hoewel het niet mogelijk is het exacte effect hiervan te scheiden van die van andere factoren zoals handhaving evaluaties van het effect van specifieke voorschriften geven aan dat wetgeving tot aanzienlijke verbeteringen kan leiden, hoewel vaak eerder in kwalitatief dan in kwantitatief opzicht 13

2.2 De rol van wetgeving in de toekomst Men heeft vooral aandacht voor de manier waarop de wetgeving in de werkomgeving moet worden toegepast. Benadrukt wordt dat het van belang is dat werkgevers en werknemers voldoende ruimte hebben om maatregelen aan te passen aan de praktijk in hun bedrijf. Voor wat de toekomstige rol van wetgeving betreft, heerst algemeen de opvatting dat wetgeving een belangrijk instrument zal blijven bij het vaststellen van de mate van bescherming tegen veiligheids- en gezondheidsrisico s op het werk. Sommige lidstaten dringen er in dat verband op aan dat de Europese Commissie de huidige voorstellen voor richtlijnen zodanig aanpast dat ze voor de Raad aanvaardbaar worden. De lidstaten zijn echter ook van mening dat bestaande wetgeving al voorziet in veel van de risicogebieden. Daarnaast heerst de algemene opvatting dat de wetgeving gericht moet zijn op een hoge mate van bescherming, gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke kennis, en gelijke tred moet houden met technische en maatschappelijke ontwikkelingen. Desondanks is er in een aantal lidstaten ook bezorgdheid over de kwaliteit van de wetgeving. Aangezien een aanzienlijk deel van de arbo-wetgeving al van enige jaren geleden dateert, bestaat in sommige lidstaten duidelijk de behoefte om verouderde bepalingen te schrappen. Bovendien heeft men sterk de neiging om technische details weg te laten en om het oplossen van specifieke problemen over te laten aan de betrokkenen, zolang maar aan de vereiste veiligheidsniveaus wordt voldaan. Sommige lidstaten wijzen erop dat toekomstige wetgeving meer gericht zou moeten zijn op het stellen van doelen, en dat zij zodanig geformuleerd moet zijn dat zij niet remmend werkt op nieuwe technologieën of methoden. Voorstellen voor nieuwe wetgeving zouden vergezeld moeten gaan van grondige evaluaties van de gevolgen. De lidstaten geven aan dat het van groot belang is dat reeds bestaande Europese regelgeving op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk in alle landen correct ten uitvoer wordt gelegd. Gelijke uitvoering in alle lidstaten voorkomt concurrentie tussen de lidstaten op grond van sociale voorzieningen. Andere lidstaten wijzen erop dat de invoering van beschermings- en preventiediensten, zoals voorgesteld door de Europese Kaderrichtlijn, invloed zal hebben op de rol en functie van veel van de betrokken partijen. Als laatste punt vermelden sommige lidstaten dat de wetgeving in de toekomst beter moet worden afgestemd op de wetgeving op aanverwante beleidsterreinen. 14

Vraag Wat zijn de bestaande ideeën betreffende de toekomstige rol van de wetgeving? Oostenrijk België Denemarken Finland Frankrijk de bestaande wetgeving zou vereenvoudigd moeten worden, zodat deze voor werkgevers en werknemers gemakkelijker te begrijpen en toe te passen wordt de regelgeving moet doelgerichter worden de invoering van multidisciplinaire preventiediensten zal invloed hebben op de rol en functie van veel betrokken partijen de regels moeten gelijke tred houden met de technische en maatschappelijke ontwikkeling. Uitvoeringsbesluiten zouden daarom voortdurend herzien en zo mogelijk vereenvoudigd moeten worden. Vereenvoudiging is echter van nature aan grenzen gebonden omdat gezondheid en veiligheid op het werk een technisch gecompliceerd onderwerp is de wetgeving moet een hoge mate van bescherming nastreven, gebaseerd op de meest recente wetenschappelijke kennis; verouderde bepalingen moeten worden afgeschaft en gedetailleerde technische oplossingen kunnen grotendeels aan de arbeidsomgeving zelf worden overgelaten, zolang aan de vereiste veiligheidsniveaus wordt voldaan bestaande Commissievoorstellen voor richtlijnen moeten zodanig worden aangepast dat ze door de Raad kunnen worden goedgekeurd de bestaande wetgeving voorziet al in de voornaamste risicogebieden nieuwe wetgeving moet gebaseerd zijn op grondige studies van de gevolgen de wetgeving zou, ter bevordering van de samenhangen en toegankelijkheid, vereenvoudigd moeten worden zonder de mate van bescherming te verlagen effectieve en gelijke toepassing van de wetgeving binnen de Europese Unie moet prioriteit krijgen Duitsland Griekenland Ierland Italië Luxemburg toekomstige wetgeving moet zich concentreren op de aangelegenheden met een verhoogd risico de wetgeving moet begrijpelijk en uitvoerbaar zijn, en moet ook de eigen verantwoordelijkheid van werkgevers vergroten er moet meer aandacht komen voor public relations en/of het overtuigen van mensen die bij gezondheid en veiligheid op het werk betrokken zijn wetgeving zal een primaire rol blijven spelen maatregelen en specificaties van verplichte aard zullen ook in de toekomst worden ingevoerd en ondersteund door niet-wettelijke maatregelen de wetgeving moet gemakkelijk te begrijpen zijn de wetgeving moet doelen stellen er moeten betere methoden komen voor het beoordelen van het effect van voorschriften wetten die door verschillende overheidsinstanties worden ontwikkeld, moeten op elkaar afgestemd zijn en elkaar aanvullen de wetgeving moet de ernstigste risico s regelen. Sectorale richtsnoeren moeten werkgevers ondersteunen bij risico-evaluatie en de te nemen maatregelen er moet een wet komen die alle geldende wetgeving op dit gebied samenvoegt. De regelgeving moet worden bijgewerkt en vereenvoudigd, en moet de sociale partners meer verantwoordelijkheid opleggen wetgeving op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk is onmisbaar; deze zou echter duidelijker en toegankelijker geformuleerd kunnen worden Nederland Portugal Spanje Zweden Verenigd KoninkrijkK de effectiviteit moet worden verbeterd door werkgevers en werknemers zelf meer verantwoordelijkheid te geven de huidige beschermingsniveaus moeten worden gehandhaafd de (Europese) wetgeving moet eenvoudiger en flexibeler worden de wetgeving moet gericht zijn op het stellen van doelen de wetgeving zou rekening moeten houden met de uitwerking die het heeft op bedrijven (met name het MKB) en met de uitvoerbaarheid ervan de wetgeving zou ondersteund moeten worden door collectieve regelgevingsinstrumenten, opgesteld op basis van overleg tussen de sociale partners wetgeving zal van belang blijven voor het vaststellen van beschermingsniveaus, waarbij werknemers en werkgevers verschillende maatregelen kunnen nemen om die niveaus te halen er moet worden gewerkt aan een betere afstemming tussen verschillende (parlementaire) wetten en voorschriften inzake veiligheid en gezondheid op het werk en aanverwante terreinen er is een duidelijke en dringende behoefte aan het verder terugdringen van gedetailleerde regels en in plaats daarvan een meer systematische aanpak via interne controle doorgaan met een doelgerichte wetgevingsbenadering, ondersteund door erkende gedragscodes en praktische richtsnoeren, om: alle betrokkenen bij een bepaalde arbeidsactiviteit te beschermen een wettelijk kader te behouden dat flexibel genoeg is om aan nieuwe risico s en collectieve bezwaren tegemoet te komen zonder nieuwe technologieën of methoden in de weg te staan 15

3. INSPECTIE/HANDHAVING Van oudsher is een verbeterde veiligheid en gezondheid op het werk in de lidstaten van de Europese Unie bereikt door middel van een combinatie van wetgeving en handhaving. In de negentiende eeuw werden de eerste arbeidsinspecties opgericht. Deze richtten zich meestal op bepaalde bedrijfstakken en beschikten meestal over beperkte faciliteiten. Tegenwoordig hebben inspecties vaak met tal van sectoren te maken, maar daar staat tegenover dat zij meestal beschikken over personeel met uiteenlopende technische kwalificaties, die op hun beurt allerlei verschillende werkmethoden tot hun beschikking hebben. 3.1 De effectiviteit van inspectie/handhaving Traditionele graadmeters van veiligheid en gezondheid op het werk geven, als gevolg van overheidsmaatregelen, een daling te zien van ongevallen, ziekten en risico s. Er zijn aanwijzingen dat met name toezicht door handhavingsinstanties heeft geleid tot een vermindering van ernstige risico s. voor dat veel bedrijven vanwege beperkte inspectiecapaciteit geruime tijd niet worden geïnspecteerd. Dat is te betreuren, omdat inspectiebezoeken voor bedrijven vaak juist een stimulans vormen om hun preventieactiviteiten te intensiveren en te verbeteren. Veel lidstaten hebben ervaring met een sectorgerichte aanpak. De indruk is dat deze manier van prioriteiten stellen uitermate doeltreffend kan zijn. Het is echter moeilijk de exacte invloed van inspectie/handhaving te beoordelen, omdat de effecten van specifieke maatregelen gewoonlijk niet los van andere activiteiten worden geëvalueerd. In sommige landen bestaan initiatieven om de effectiviteit van inspectie- en handhavingsmaatregelen te verbeteren. Het is van belang zich te realiseren dat inspectie/handhaving als zodanig niet voldoende is om alle problemen ten aanzien van veiligheid en gezondheid op het werk op te lossen. In de arbeidsomgeving zelf moeten werkgevers en werknemers de nodige tijd en energie besteden aan preventie. Een speciaal punt waar de aandacht op werd gevestigd betrof de reikwijdte van inspectiediensten. Elk jaar worden vele duizenden ondernemingen in de lidstaten van de Europese Unie bezocht door inspecteurs. In veel gevallen worden maatregelen genomen, uiteenlopend van verbeteringsaanwijzingen tot strafrechtelijke procedures. Toch komt het 16

Vraag In hoeverre heeft inspectie/handhaving zijn effectiviteit getoond op de werkplek? Hoe is dit geëvalueerd? Oostenrijk België Denemarken Finland Frankrijk vanwege de hervorming van de wetgeving de afgelopen jaren is het niet mogelijk om de effectiviteit van de handhaving te beoordelen traditionele graadmeters inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten vertonen een daling ten gevolge van overheidsinterventie. Er is echter nog te weinig bekend over de efficiëntie van deze maatregelen jaarlijks worden circa 55.000 bedrijven bezocht, wat leidt tot 17.500 verbeteringsaanwijzingen en 8.200 gevallen waarin aanbevelingen worden gedaan onderzoek bij klanten en ongevallenstatistieken leiden naar de conclusie dat er positieve resultaten zijn bereikt inspectie heeft met name geleid tot een vermindering van ernstige risico s; men is van mening dat inspectiebezoeken bevorderlijk zijn voor veiligheidsmaatregelen in de werkomgeving inspectie is effectief gebleken voor de werkplek. In sectoren die speciale aandacht kregen van de handhavingsinstanties, is de preventie verbeterd Duitsland Griekenland Ierland Italië Luxemburg toezicht op de uitvoering van gezondheids- en veiligheidsmaatregelen op het werk leidt tot een blijvende daling van ongevallencijfers tot 1995 was de effectiviteit bevredigend. Het aantal ongevallen en klachten daalde, terwijl de naleving door ondernemingen verbeterde vanwege een bestuurlijke reorganisatie (sinds 1995) zijn er nu moeilijkheden bij het verzamelen van de gegevens die nodig zijn voor het beoordelen van de effectiviteit de effectiviteit is tot dusverre niet gemeten omdat de Veiligheids- en Gezondsheidsdienst (de HSA) nog geen passende beoordelingstechnieken heeft de controles op grond van de geldende wetgeving hebben geen adekwaat veiligheidsniveau kunnen garanderen de effectiviteit wordt beïnvloed door een tekort aan personeel bij de inspectiediensten de tegenstelling tussen het beperkte nationale perspectief van inspectieinstanties en het mondiale perspectief van economische factoren vormt de basis van het op te lossen probleem Nederland Portugal Spanje Zweden Verenigd KoninkrijkK de effectiviteit is verbeterd door een sectorgerichte benadering en de prioritering van bepaalde sectoren de effectiviteit wordt geëvalueerd door te kijken naar de mate waarin de regels worden nageleefd en de verbeteringsmaatregelen die de inspectie heeft opgelegd de evaluatie is ook gebaseerd op ongevallenstatistieken en inspectierapporten (algemene, regionale of sectorale) inspectie-/handhavingsactiviteiten dragen bij tot een verlaging van de risiconiveaus en het aantal ongevallen; het effect van deze activiteiten is niet los van andere maatregelen geëvalueerd inspectie/handhaving als zodanig zal niet voldoende zijn om alle problemen ten aanzien van veiligheid en gezondheid op het werk op te lossen. Het is van belang dat mensen bereid zijn om zelf verantwoordelijkheid te nemen de daling van het aantal dodelijke ongevallen de afgelopen 25 jaar geeft ook aan dat handhaving effectief is uit een onderzoek onder belanghebbenden is gebleken dat zij achter handhaving staan en er vertrouwen in hebben onderzoek naar specifieke handhavingsinstrumenten, zoals controle van veiligheidsmanagement, geeft aan dat deze effectief, maar voor verbetering vatbaar zijn 17

3.2 De rol van inspectie en handhaving in de toekomst Tegen de achtergrond van een dynamische samenleving waarin men zich ook buiten de verantwoordelijke instanties rekenschap geeft van gezondheid en veiligheid op het werk, zijn zich nieuwe ideeën aan het ontwikkelen over de mogelijke toekomstige rol van inspectie. Alle EU-lidstaten onderschrijven het belang van inspectie. Men is van mening dat inspecties ook in de toekomst een belangrijke rol zullen spelen als het gaat om het bevorderen van betere arbeidsomstandigheden. Om diverse redenen wordt echter verwacht dat de rol van inspectie/handhaving zal gaan veranderen. Ten eerste lijkt er een duidelijke trend te zijn om inspecties toe te spitsen op sectoren met een verhoogd risico (bijv. de bouw). De inspanningen zullen zich in toenemende mate richten op bedrijfstakken waar dat, gezien de risico s, gerechtvaardigd is. Voor het vaststellen van die prioritaire sectoren gebruiken de lidstaten meestal een of ander classificatiesysteem. Ten tweede zijn tegenwoordig meer mensen goed op de hoogte van veiligheid en gezondheid op het werk. In veel EU-lidstaten is het aantal bedrijfsgeneeskundigen, ergonomen, bedrijfsartsen, veiligheidskundigen en andere specialisten op dit gebied, die werkzaam zijn bij ondernemingen, arbo-diensten of adviesbureaus, in de loop van de tijd gestegen. Ook elders (zoals bij brancheorganisaties en belangenorganisaties) heeft men kennis van zaken. Arbeidsinspecties zijn op grotere schaal met deze organisaties gaan samenwerken, met name omdat zij hierdoor op kosteneffectieve wijze contact kunnen houden met de verantwoordelijke personen binnen het midden- en kleinbedrijf. Ten derde - en dit hangt nauw samen met het vorige aspect - beschouwen veel lidstaten het versterken van de eigen inspanningen van bedrijven op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk als een duidelijke doelstelling. Hierbij valt onder meer te denken aan het bevorderen van samenwerking tussen werkgever en werknemers en het stimuleren van arbo-systemen. De verplichting om risico-evaluaties uit te voeren, zoals in de Europese Kaderrichtlijn is vastgelegd, is ook een stevige stimulans om deze ontwikkeling op gang te brengen. In sommige landen zijn de inspectiemethoden veranderd, en houden inspecteurs rekening met het feit of een bedrijf de resultaten van een systematische risico-evaluatie kan laten zien. In dat geval wordt soms slechts een beperkte inspectie uitgevoerd. Een andere opvallende ontwikkeling in diverse lidstaten is de verhoging van de maximale sancties die kunnen worden opgelegd voor het overtreden van veiligheids- en gezondheidsvoorschriften. Met betrekking tot de manier waarop inspecties moeten worden uitgevoerd, benadrukken sommige landen het belang van aanbevelingen en informatieverstrekking. Pas in een later stadium zou er sprake moeten zijn van maatregelen. Sommige andere lidstaten leggen meer de nadruk op handhavingsactiviteiten 18

Vraag Wat zijn de bestaande ideeën betreffende de toekomstige rol van inspectie/handhaving? Oostenrijk België Denemarken Finland Frankrijk de tenuitvoerlegging van de wetgeving zou in eerste instantie uit advisering moeten bestaan, alvorens enig ander maatregel wordt genomen naarmate de voorschriften doelgerichter worden, moet risicoevaluatie de basis vormen voor inspecties gezien de beperkte inspectiecapaciteit moet worden vastgesteld welk soort organisaties prioriteit hebben voor het MKB zal de aanpak sectorgewijs plaatsvinden het opstellen van indicatieve richtsnoeren versterking van de inspanningen van bedrijven zelf (samenwerking tussen management en werknemers, en het stimuleren van bedrijven om arbosystemen op te zetten) toepassing van systematische werkplekbeoordeling door bedrijven zal de rol van de inspectie veranderen (bege- leiding en selectieve steekproeven) het parlement heeft een voorstel in behandeling voor het verhogen van de maximale sancties voor ernstige overtredingen van de voorschriften naast het traditionele inspectiewerk worden diverse methoden ontwikkeld om het toezicht te verbeteren de deskundigheid van toezichthoudend personeel zal worden verbeterd via een speciaal vormingsproject inspecteurs moeten beter gebruik leren maken van de kennis en modellen van de economie van de werkomgeving inspectie/handhaving zal essentieel blijven het brede werkveld van de handhavingsinstanties stelt hen in staat tot een veelomvattende benadering van de preventie van beroepsrisico s Duitsland Griekenland Ierland Italië Luxemburg in bepaalde sectoren met een verhoogd risico (bijv. de bouw) zullen strenge inspecties op de werkplek voorop staan bovendien zal de inspectie meer systeemgericht worden in plaats van detailgericht advies en ondersteuning aan bedrijven zal een belangrijk deel van het werk gaan uitmaken de rol van controle en handhaving zal worden versterkt de informatie- en advies-aspecten blijven gehandhaafd en worden met name voor kleine bedrijven versterkt ook in de toekomst zullen sancties worden getroffen tegen werkgevers die niet aan hun verplichtingen voldoen ontwikkeling van partnerschapsprogramma s onder leiding van bedrijven met goede veiligheidsresultaten werken met intermediairs meer aandacht voor probleemsectoren meer aandacht voor bedrijven met een slechte veiligheidssituatie verbetering van de kwaliteit van de inspecties naast inspectie/handhaving is er nieuwe wetgeving die bedrijven stimuleert om de veiligheid en de gezondheid op het werk te verbeteren via meer zeggenschap van de werknemers. Deze geeft ook meer verantwoordelijkheid aan bedrijven zelf en zorgt voor technische scholing en bijscholing voor inspecteurs de wijze waarop handhavingsinstanties omgaan met veiligheidsen gezondheidsproblemen op het werk moet worden afgestemd op Europese en andere internationale normen bovendien moet het beleid zowel stimuleringsmaatregelen als sancties behelzen Nederland Portugal Spanje Zweden Verenigd KoninkrijkK nog meer aandacht voor sectoren met een verhoogd risico meer systeemgerichte activiteiten invoering van financiële sancties bij de handhaving meer aandacht voor het MKB uniforme aanpak in het hele land afstemming met andere autoriteiten/instanties op dit terrein het vaststellen van prioritaire gebieden voor dwangmaatregelen, met name daar waar ernstige risico s bestaan meer gezamenlijke activiteiten met werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers preventie moet op bedrijfsniveau worden georganiseerd in prioritaire sectoren zal de inspectie haar activiteiten uitbreiden. Er wordt gewerkt aan wetgeving die de functies van de inspectie herdefinieert en de betrekkingen met de autonome regio s vaststelt er is behoefte aan meer afstemming tussen handhavingsinstanties op het gebied van veiligheid en gezondheid op het werk en aanverwante gebieden handhaving moet consistent, proportioneel, doorzichtig en resultaatgericht zijn plannen voor industriële sectoren, verfijning van inspectieclassificatiesystemen en campagnes dragen allemaal bij tot betere resultaatgerichtheid andere contacttechnieken, zoals publiciteitsacties en het werken met intermediairs, worden onderzocht 19

4. CAMPAGNES In veel lidstaten van de Europese Unie worden gerichte activiteiten ontplooid om mensen te wijzen op specifieke veiligheids- en gezondheidsrisico s op het werk. Deze worden gewoonlijk georganiseerd door de nationale overheid of andere semioverheidsorganisaties. Deze aanpak omvat vaak een combinatie van instrumenten zoals wetgeving en inspectie/handhaving, ondersteund door voorlichtingsinstrumenten als brochures, folders, publicaties enz. Er kunnen ook andere beleidsinstrumenten worden gebruikt, zoals financiële stimuleringsmaatregelen, certificering e.d. 4.1 De effectiviteit van campagnes De meeste EU-lidstaten hebben een zekere ervaring met campagnes als instrument om de veiligheid en de gezondheid op het werk te verbeteren.er lijken aanwijzingen te zijn dat campagnes kunnen leiden tot een aanzienlijke daling van arbeidsgebonden letsels, ziekteverzuim wegens ongevallen, en beroepsziekten. Verder lijkt dit samen te hangen met een toegenomen bewustwording van de risico s, waardoor de doelgroepen eerder preventieve maatregelen nemen. Met name bedrijfstakgerichte campagnes, waarbij de sociale partners, het bedrijfsleven, werknemers en andere intermediaire organisaties zijn betrokken, blijken zinvol, doordat ze kunnen worden afgestemd op de specifieke omstandigheden in de betreffende bedrijfstak. In sommige landen zijn er zelfs indicaties dat de behaalde resultaten van duurzame aard zijn. Campagnes lijken van groot belang voor het verbeteren van de veiligheid en de gezondheid op het werk in de EU-lidstaten, en er wordt gewerkt aan het verbeteren van de nauwkeurigheid van de evaluatie-instrumenten om nog beter gerichte campagnes op te kunnen zetten. Meer specifieke voorbeelden van dergelijke beoordelingsmethoden zijn: het bijhouden van de verkoop van publicaties, video s, e.d.; het bijhouden van het gebruik van bepaalde diensten, zoals het aantal telefonische verzoeken om informatie; onderzoeken in hoeverre het publiek zich van een bepaalde kwestie bewust is vóór en na een campagne; beoordelen of de boodschap duidelijk was en in hoeverre deze heeft bijgedragen tot deelname aan bijvoorbeeld een georganiseerde activiteit. 20

Vraag In hoeverre hebben campagnes hun effectiviteit getoond op de werkplek? Hoe is dit geëvalueerd? Oostenrijk België Denemarken Finland Frankrijk de informatie die aan de doelgroepen werd gestuurd, werd zeer gewaardeerd traditionele graadmeters inzake arbeidsongevallen en beroepsziekten vertonen een daling ten gevolge van overheidsinterventie; er is echter nog te weinig bekend over de efficiëntie van deze maatregelen er is een aanzienlijke daling van de totale werkgebonden letselschade geconstateerd ten gevolge van preventieve en resultaatgerichte campagnes met name sectorgerichte campagnes (waarbij de sociale partners, bedrijven en werknemers betrokken zijn) zijn zinvol gebleken, doordat ze kunnen worden afgestemd op de specifieke omstandigheden in de sector arbeidsplaatsgerichte campagnes zijn zeer doeltreffend gebleken voor wat betreft het terugdringen van ongevallen en ziekteverzuim er zijn aanwijzingen dat de campagnes van de verantwoordelijke autoriteiten mogelijk een blijvend effect hebben preventieorganisaties hebben op specifieke punten diverse activiteiten ondernomen en de handhavingsinstanties organiseren lokale campagnes, maar deze activiteiten zijn niet geëvalueerd opiniepeilingen laten zien dat mensen zich steeds meer bewust zijn van de risico s op het werk en er steeds meer verstand van hebben Duitsland Griekenland Ierland Italië Luxemburg er zijn aanwijzingen dat publiekscampagnes effectief zijn geweest, maar de effecten zijn alleen gemeten in termen van verzuim en ziekte op bedrijfsniveau campagnes van ongevallenverzekeraars hebben geleid tot nauwere betrokkenheid van de doelgroepen en tot een verhoging van het algemeen bewustzijn campagnes op nationaal en lokaal niveau zijn effectief, zoals blijkt uit de hoge mate van deelname en blijvende belangstelling met name de deelname van de sociale partners is van belang op bedrijfsniveau neemt het bewustzijn toe, maar er zijn geen aanwijzingen dat dit ook wordt vertaald in betere gezondheid en veiligheid het bewustzijn is vóór en na campagnes geëvalueerd om de effectiviteit ervan vast te stellen er zijn nauwelijks campagnes gevoerd; er is niets bekend over de effectiviteit ervan de campagnes zijn niet op systematische wijze geëvalueerd, maar de resultaten worden als bemoedigend beschouwd Nederland Portugal Spanje Zweden Verenigd KoninkrijkK met name campagnes die op specifieke sectoren of specifieke kwesties gericht waren, zijn succesvol gebleken samenwerking met de sociale partners of andere belangenorganisaties verhoogt de effectiviteit campagnes op sectorniveau zijn een effectieve preventiemethode gebleken het wordt van belang geacht om de sociale partners erbij te betrekken de effectiviteit op de werkplek wordt geëvalueerd aan de hand van ontwikkelingen in bedrijfsongevallencijfers de campagnes zijn effectief gebleken in die zin dat ze betrokkenen bewuster maken van de risico s en dat ze preventieve maatregelen bevorderen de campagnes zijn ook geëvalueerd aan de hand van ongevallenstatistieken, hoewel het niet eenvoudig is om de effecten van een campagne los te zien van andere omstandigheden de laatste tijd zijn er diverse geslaagde campagnes gevoerd campagnes kunnen algemene en specifieke effecten hebben via campagnes zijn doelstellingen bereikt als: bewustwording; minder ongevallen en gezondheidsproblemen; informatievoorziening; promotie van een nieuwe dienst; meer deelname aan een evenement de campagnes worden geëvalueerd aan de hand van diverse indicatoren 21

4.2 De rol van campagnes in de toekomst Gezien de effectiviteit van campagnes is het niet verwonderlijk dat de meeste landen absoluut van plan zijn om er in de toekomst gebruik van te blijven maken of er nog meer gebruik van te gaan maken. Dat komt met name doordat campagnes een effectieve methode zijn gebleken om specifieke risico s terug te dringen. Op grond van ervaringen uit het verleden zijn in de lidstaten meer specifieke doelstellingen voor campagnes geformuleerd. Daarbij gaat het onder meer om: het bereiken van meer mensen, het gedetailleerder ingaan op bepaalde onderwerpen, het gebruiken van allerlei verschillende methoden, en een geregelder en systematischer aanpak van campagnes. Een andere belangrijke constatering is dat de werknemer aan het veranderen is. Veel mensen beschikken tegenwoordig over een computer en hebben bijvoorbeeld toegang tot Internet; dit zal in toenemende mate een manier worden om aan informatie te komen. Het is daarom van belang om na te gaan hoe bepaalde groepen werknemers op een effectieve en efficiënte manier kunnen worden bereikt. Sommige lidstaten geven aan dat toekomstige campagnes alleen effectief kunnen zijn als ze een beperktere doelstelling hebben, en als ze diverse maatregelen en methodieken omvatten. Sommige lidstaten stellen ook dat campagnes meer gericht zouden moeten zijn op het stimuleren van samenwerking en samenspraak tussen belangenorganisaties; en sommige vinden het van belang dat de sociale partners er meer bij betrokken worden in die zin dat zij zelf, of in samenwerking met de overheid, campagnes opzetten. 22