Congres De ots90 jaar:versleten of vitaal? Workshop: ots, omgang en het belang van het kind Voorzitter: Paul van Teeffelen Inleider: Esther Lam Referent: Sonja de Pauw Gerlings
Introductietekst workshop De OTS wordt steeds vaker ingezet om omgang te effectueren. Hoewel de Hoge Raad heeft beslist dat een omgangsondertoezichtstelling niet kan worden uitgesproken zonder dat sprake is van een ernstige bedreiging van de zedelijke of geestelijke belangen of gezondheid van een minderjarige, worden Bureaus Jeugdzorg regelmatig geconfronteerd met de uitvoering van een OTS met als voornaamste doel het op gang brengen van omgang tussen de niet-verzorgende ouder en de minderjarige. Nu in het wetsvoorstel herziening kinderbeschermingsmaatregelen wordt geïntroduceerd dat een schriftelijke aanwijzing op verzoek van Bureau Jeugdzorg kan worden bekrachtigd door de kinderrechter, waarna inzet van de sterke arm mogelijk is, zal Bureau Jeugdzorg zich nog minder snel kunnen distantiëren van de plicht om omgang op gang te brengen, ook als een minderjarige dit niet direct wenst. In deze workshop staat de vraag centraal of, en zo ja, op welke wijze de OTS een rol van betekenis zou moeten hebben/houden voor de effectuering van omgang
Omgangsots Aantal echtscheiding 2011: 33240 (verbreking samenwoningnietmeegeteld). Waarvanmet minderjarige kinderen: 55,4% Grond ots niet altijd zo zeer gelegen in problemen in de omgangzelfmaarin strijdtussende ouders. Omgang: onderscheid ouder met gezag en ouder zonder gezag: ouder met gezag: ouder houdt recht op aandeel zorg-en opvoedingstaken/ ouderzondergezag: recht en plicht tot omgang, tenzij
In welke situatie kiezen voor een omgangsots? Grond ondertoezichtstelling (art. 1:254 lid 1 BW): de kinderrechter kan een minderjarige onder toezicht tellen indien het kind zodanig opgroeit, dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of zullen falen.
Oordeel Hoge Raad over omgangsots Uitspraak Hoge Raad : ondertoezichtstelling kan gerechtvaardigd zijn wanneer het ontbreken van een omgangsregeling of juist het bestaan ervan, dan wel de conflicten of problemen bij het tot stand brengen of het uitvoeren van een omgangsregeling zodanige belastende conflicten of problemen opleveren voor het kind dat deze, op zichzelf of in combinatie met andere omstandigheden, een ernstige bedreiging opleveren voor zijn zedelijke of geestelijke belangen, en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald of, naar te voorzien is, zullen falen. In een dergelijk geval moeten aan de motivering van de rechter voor uitspreken ots hoge eisen gesteld worden. De enkele kans dat het ontbreken of niet nakomen van een omgangsregeling voor de minderjarige nadelig of schadelijk zal zijn, onder meer omdat deze daardoor in een loyaliteitsconflict zou kunnen komen te verkeren, levert niet een toereikende motivering op voor het opleggen van een maatregel als de onderhavige.
Hoe oordeeltde rechterover welof geenomgangsots? Uit het raadsrapport blijkt dat de minderjarige positief reageert op vader tijdens de proefcontacten, terwijl moeder thans stelt dat de minderjarige zegt niet naar vader toe te willen. De discrepantie tussen hetgeen de raad constateert en moeder dienaangaande stelt kan duiden op een loyaliteitsconflict (in wording). Moeder werkt niet (meer) mee aan omgangsregeling ondanks dat dit wel door de rechter is bepaald. Rb spreekt otsuit. Hoewel voor een goede ontwikkeling van een kind in het algemeen wenselijk is dat er omgang is met beide ouders en het ontbreken van die mogelijkheid kan meebrengen dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd, wil dit niet zeggen dat steeds wanneer de mogelijkheid tot omgang ontbreekt, daarvan sprake is. De enkele kans dat het ontbreken of niet nakomen van een omgangsregeling voor de minderjarige nadelig of schadelijk zal kunnen zijn, onder meer omdat deze daardoor in een loyaliteitsconflict kan komen te verkeren, zoals de vader in zijn verzoek heeft gesteld en waarin de raad voor de kinderbescherming hem heeft gesteund ter zitting bij de rechtbank, biedt onvoldoende basis voor het opleggen van een ots. Verdere aanwijzingen dat er al sprake is van een ernstige bedreiging voor de zedelijke of geestelijke belangen of de gezondheid van (een van) de kinderen zijn gesteld noch gebleken. Hof ziet geen grond voor ots.
Taak Bureau Jeugdzorg bij ots Artikel 1:257 lid 1 BW is deze taak als volgt omschreven: Lid 1: De stichting, bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg houdt toezicht op de minderjarige en zorgt dat aan de minderjarige en de met het gezag belaste ouder hulp en steun worden geboden teneinde de bedreiging van de zedelijke of geestelijke belangen of de gezondheid van de minderjarige af te wenden. Lid 2: Deze hulp en steun zijn erop gericht de met het gezag belaste ouder de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding zoveel mogelijk te doen behouden. Bij algemene maatregel van bestuur, op de voordracht van Onze Ministers van Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, kunnen regels worden gesteld omtrent de aard en de omvang van de hulp en steun. Lid 3: Indien het leeftijds-en ontwikkelingsniveau van de minderjarige en diens bekwaamheid en behoefte zelfstandig te handelen en zijn leven naar eigen inzicht in te richten daartoe noodzaken, zijn de hulp en steun, meer dan op het vergroten van de mogelijkheden van de ouders om hun kind te verzorgen en op te voeden, gericht op het vergroten van de zelfstandigheid van de minderjarige. Lid 4: De stichting, bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet op de jeugdzorg bevordert de gezinsband tussen de met het gezag belaste ouder en de minderjarige.
TaakBJZ bijomgangsots Biedenvan hulpensteun aan de minderjarige en de ouder(s) om de ontwikkelingbedreiging van Sam, in dit geval gelegen in het feit dat Sam geen omgang met zijn vader heeft, af te wenden. Bureau Jeugdzorg zal zich moeten inspannen om te komen tot realiseren van de omgang. Bijaanvangotsmoetvooroudersduidelijkzijnwatzevan BJZ mogen verwachten. Uiteindelijke verantwoordelijkheid voor welslagen omgang ligt bijde oudersdie aanomganginhouden vormmoetengeven (usphof s-hertogenbosch van 25 november 2003, LJN AO3130)
Welke middelen staan BJZ ter beschikking bij een ots? Indicatiebesluit afgeven Rechter verzoeken reeds door rechter vastgestelde omgangsregeling te wijzigen voor duur ots(1:263b BW). Ook mogelijk als er nog geen rechterlijke uitspraak ligt? Schriftelijke aanwijzing geven aan ouder met gezag en minderjarige (1:258 BW) Rechter verzoeken om verlenging ots Rechter verzoeken om machtiging tot uithuisplaatsing voor verblijf in instelling/ pleeggezin/observatieplaatsing/andere ouder
Welke middelen staan BJZ ter beschikking bij een ots(2)? In kader uithuisplaatsing contact beperken tussen ouder met gezag en minderjarige (1:263a BW) Rechter verzoeken om vervangende toestemming voor medische behandeling (1:264 BW) Rechter verzoeken om vervangende toestemming voor paspoort (zie Paspoortwet) Mogelijkheid in toekomst: rechter verzoeken schriftelijke aanwijzing te bekrachtigen met toepassing dwangmiddel (dwangsom of lijfsdwang)
KnelpuntenbijomgangsotsvoorBJZ Gezinsvoogd dreigtvaakonderdeelvan de strijdte worden. Gezinsvoogd wordt al snel door de ouders als partijdig beschouwd. In omgangsots meer klachten dan andere ots-zaken Aanschriftelijkeaanwijzingkannietaltijdeensanctie, bijv. een uithuisplaatsing, worden verbonden Gezinsvoogdkanbemiddelenderolspelen, maaris geenmediator. Passend aanbod voor bijvoorbeeld omgangsbemiddelen(te) beperkt
KnelpuntenbijomgangsotsvoorBJZ (2) Tijd gezinsvoogd opgeslokt aan procedures tussen oudersen oudersen hunadvocaten te woordstaan. BJZ dientzichte houdenaanrechterlijkeuitspraken, maar opdracht aan BJZ niet altijd duidelijk of weinig bewegingsruimte. Hoe te handelen als uitspraak volgensbjz nietin het belangvan het kind is? Ouder met gezag gebruikt onthouden instemming (medische) behandelingalsmiddelin de strijdmet de andereouder. Op welkmoment besluitenkind op neutraleplekof bij andereouder te plaatsen?
Belang van het kind Artikel 3 IVRK: belang van het kind voorop stellen bij beslissingen Wat is belang van het kind? Zal door rechter, BJZ, ouders, kind verschillend beantwoord kunnen worden. BJZ/gezinsvoogd komt op voor belangen kind, maar aandacht en tijd die ouders van gezinsvoogd vragen gaat soms ten koste van tijd voor het kind. Onderzoek Kinderombudsman naar rol bijzondere curator(juli 2012): belangen kind onvoldoende gewaarborgd. Bijzondere curator in alle situatie in zitten waar kinderen in de knel dreigen te raken. Ook in alle ots-zakenof omgangsots?
Belang van het kind (2) Brief Villa Pinedo aan gescheiden ouders: Laat ons alsjeblieft geen kant kiezen Maak geen ruzie waar we bij zijn Zeg geen slechte dingen over elkaar tegen ons Geef ons de tijd om te wennen aan de nieuwe situatie Luister echt naar wat we te zeggen hebben Geef ons de ruimte om van jullie allebei te houden Vergeet niet dat jullie samen voor ons hebben gekozen
Omgangsotswelof nieteeneffectief middel? Ja, maargegevendatergeenof geengoed lopende omgangsregeling is niet voldoende vooreenots. Gezinsvoogden moeten toegerust zijn om omgangots uit te voeren Bureau Jeugdzorg moet bewegingsruimte hebben om omgangsots te kunnen uitvoeren
Casus: Sam - Ouders Sam zijn drie jaar geleden gescheiden en er is sprake van gezamenlijk ouderlijk gezag - Sam is 9 jaar oud en heeft zijn hoofdverblijf bij zijn moeder + nieuwe partner van moeder. - communicatie tussen de ouders verloopt zeer moeizaam. Het is inmiddels ruim een half jaar geleden dat Sam voor het laatst een weekend bij zijn vader heeft verbleven. Er loopt bij de rechtbank een procedure over de omgangsregeling. De moeder acht het voor Sam schadelijk om contact met zijn vader te hebben. Hij was na omgang met zijn vader steeds erg van slag, had nachtmerries en gaf duidelijke signalen af dat hij het niet leuk vond bij zijn vader, aldus de moeder. - De Raad voor de Kinderbescherming is verzocht een onderzoek te doen. De Raad heeft haar onderzoek uitgebreid met een beschermingsonderzoek. Uit rapport komt naar voren dat Sam positief reageert op proefcontacten met zijn vader. De moeder stelt echter dat Sam aangeeft niet naar zijn vader te willen en helemaal van slag te zijn geweest na de proefcontacten. Ze wil daarom niet langer meewerken aan verdere proefcontacten. De moeder belast Sam met negatieve informatie over de vader. Uit informatie van de school is naar voren gekomen, dat Sam na de proefcontacten een paar dagen erg druk was en dat hij het verder goed doet op school en veel vriendjes op school heeft. - De Raad voor de Kinderbescherming acht het voor Sam van belang dat hij een positief beeld van vader moet kunnen hebben en dient een verzoek bij de rechtbank in om Sam onder toezicht van Bureau Jeugdzorg te stellen.