Advies bij het witboek aanvullende financiering

Vergelijkbare documenten
LOONT PASSIE? Een onderzoek naar de sociaal-economische positie van professionele kunstenaars in Vlaanderen

Advies bij de conceptnota Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie voor de opvang- en vrije tijd van schoolkinderen

Advies over het ontwerp van besluit betreffende het verlenen van investeringssubsidies voor culturele infrastructuur met bovenlokaal belang

Advies bij het transitiereglement voor de subsidiëring van culturele projecten met een regionale uitstraling

Giften, mecenaat en sponsoring op maat van de Vlaamse cultuursector

Advies bij de nota Cultuurspreiding

Bouwstenen aanvullende cultuurfinanciering

REGLEMENT INNOVATIEVE PARTNERPROJECTEN

Decreet Bovenlokale Cultuurwerking

Advies over het voorontwerp van decreet betreffende de bovenlokale cultuurwerking

Advies bij het voorontwerp van decreet houdende diverse bepalingen in de beleidsvelden cultuur en jeugd (minidecreet III)

VR DOC.0728/1

Subsidiëring in het kader van het Kunstendecreet: Projectsubsidies: - Voor kunstenorganisaties, kunsteducatieve en sociaal-artistieke organisaties

legende begeleidende maatregelen voor zowel particulieren als organisaties, ongeacht sector niet bevraagd Instrumentarium Coaching, opleiding,

Dat is de klassieke theorie waarbij eigen middelen en financiële steun van de familie bij de start van een onderneming, de doorslag geven.

Financiering van sportinfrastructuur

Subsidiëring in het kader van het Kunstendecreet: Projectsubsidies: - Voor kunstenorganisaties, kunsteducatieve en sociaal-artistieke organisaties

Financiering van sportinfrastructuur

Beleidslijnen

Advies over het actieplan Cultuur en onderwijs Samen voor meer en beter

HANDLEIDING START-UP PLAN

De Verandering Werkt. Ook voor wie onderneemt.

Experimenteel reglement: Innovatieve partnerprojecten

bosgroepen en regionale landschappen

From Beauty to Business: CultuurInvest

Tax shelter voor startende ondernemingen (binnen 4 jaar na oprichting)

Getuigenis uit het audiovisuele veld: de tax shelter in de praktijk Carolien Van Loon Departement CJSM & Peter Bouckaert - Eyeworks

BASIS SUBSIDIEREGLEMENT VOOR DE CULTURELE EN SOCIO-CULTURELE VERENIGINGEN

Naar een nieuw organisatiemodel voor de Brusselse Jeugdhuizen- en clubs

Advies. Provinciedecreet. meer. en het. worden. 24 april Pagina 1

Advies over het voorontwerp van decreet betreffende het deeltijds kunstonderwijs

Advies over de wijziging van het Cultureel-erfgoeddecreet en het decreet betreffende de Cultuurprijzen

Advies over het reglement subsidies pilootprojecten waarderen

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Opdracht. Hoe? Agentschap Ondernemen bondig voorgesteld. Voorbereiden en uitvoeren van economie- en ondernemingsbeleid:

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

Advies over de experimentele projectoproep doorbraaktrajecten voor kunstenaars

Maandag 26 maart Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR

Advies betreffende het ontwerp van decreet houdende invoering van een gereglementeerde boekenprijs

Informatiemoment Grote lijnen van een nieuw CULTUREEL- ERFGOEDDECREET TOELICHTING KVS

Advies bij de hervorming van de culturele bovenbouw

Hefbomen en instrumenten om het lokaal sociaal woonbeleid te. Studiedag 'Urgentie vraagt innovatie' - 8 mei SumResearch Urban Consultancy

VR DOC.0570/2BIS

Algemeen verslag denkdag 15 juni 2015 de Kriekelaar Schaarbeek

Onderzoek naar archieven en collecties in de beeldende kunsten

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 maart 2017;

Een onderzoek naar de sociaal-economische positie van professionele kunstenaars in Vlaanderen

Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001

Advies. Transitiepremie van werkzoekenden naar ondernemerschap. Brussel, 2 januari 2018

Crowdfunding: wie niet vraagt, niet wint

Ontwikkelingen in het

Reglement Innovatieve partnerprojecten

N Uitzwerming A2 Brussel, 25 november 2014 MH/BL/AS ADVIES. over DE TECHNIEK VOOR OPRICHTING VAN ONDERNEMINGEN, UITZWERMING GENAAMD

de Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door haar regering, in de persoon van heer Sven Gatz, minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel

K O M. Scope van het onderzoek. Onderzoeksvragen. Onderzoek naar de mogelijkheden voor aanvullende financiering voor cultuur

PEILING MET ALTERNATIEVEN

FAQ. Innovatieve partnerprojecten /

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Verslag aan de Provincieraad

Interview met minister Joke Schauvliege

Beurzen voor het doorgeven van vakmanschap in een meesterleerling-traject

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

SUBSIDIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN VOOR EEN CULTUURPROJECT EN CULTUURWERKING: Intergemeentelijke culturele samenwerking

HET LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG

Advies bij het artikel betreffende het voeren van een integriteitsbeleid

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0658/1

Advies. Proefproject LZV s. Brussel, 24 juni Mobiliteitsraad

Advies over het Vlaamse mediawijsheidsbeleid

Onderzoek naar aanvullende financiering in de kunstensector. Samenvatting slotrapport

TRANSITIEREGLEMENT VOOR DE SUBSIDIËRING VAN CULTURELE PROJECTEN MET EEN BOVENLOKALE UITSTRALING

FAQ. Decreet bovenlokale cultuurwerking Subsidie voor bovenlokale cultuurprojecten

Waar staat Ondernemers voor Ondernemers voor?

Regie van het lokaal sociaal beleid

Luc Colebunders, CEO CROFUN BVBA

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR

Huizen van het Kind. Gezinnen ondersteunen in hun kracht

Stel je eens. I- VSBfonds - Historie Casus A: Adviezen bij fondsenwerving. I- Specifiek bij VSBfonds II- Algemeen

MyMicroInvest: een invloedrijk 2016 legt de basis voor 2017.

Globaal Sportinfrastructuurplan Vlaanderen Diederik Van Briel

Vlaams kunstenbeleid en kunstendecreet. Hoorzitting Vlaams parlement 18 april 2013

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

TRANSITIEREGLEMENT VOOR CULTURELE PROJECTEN MET EEN BOVENLOKALE UITSTRALING

Kunstendecreet. decreet ondersteuning professionele. kunsten Vlaamse Gemeenschap

FAQ. Geprofessionaliseerde jeugdhuizen /

TAXSHELTER PODIUMKUNSTEN

Advies bij de werkteksten voor het voorontwerp van decreet betreffende de bovenlokale cultuurwerking (versie 27 oktober 2017)

HANDLEIDING START-UP PLAN

nr. 533 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 24 mei 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Overdrachten familiebedrijf - Stand van zaken

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/XX De boekhoudkundige verwerking van crowdfunding. Ontwerpadvies van 11 juli 2018

Groei stimuleren bij beloftevolle startende en groeiende ondernemingen door hen in contact te brengen met privéinvesteerders.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0001/1

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus Brussel

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

TAXSHELTER PODIUMKUNSTEN

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

ESF-project Versterkt streekbeleid 1 januari juli 2019

VR DOC.0432/1

Transcriptie:

Advies Algemene Raad i.s.m. Sectorraad Kunsten en Erfgoed en Sectorraad Sociaal-Cultureel Werk 12 juli 2016 INHOUD 1. Situering... 2 2. Advies... 2 2.1 Reactie op de presentatie van het witboek en het flankerende beleid... 3 2.1.1 Vermogensfinanciering / cultuurbank... 3 2.1.2 Het creëren van een optimaal fiscaal kader... 3 2.1.2.1 Tax shelter voor de podiumkunsten... 3 2.1.2.2 Aftrekbare giften... 3 2.1.3 Cultuurloket... 4 2.1.4 Kmo-portefeuille voor culturele sector... 5 2.1.5 Cross-sectorale samenwerking... 5 2.2. Andere financierings- en kostenverlagende maatregelen... 5 2.2.1 Indemniteitsregeling bij tentoonstellingen... 5 2.2.2 Onroerende voorheffing... 6 2.2.3 Verlaagd btw-tarief... 6 2.2.4 Verfijning fiscaal kader... 6 2.2.5 Tax shelter voor startende ondernemingen... 6 2.2.6 Crowdfunding... 6 2.2.6.1 Tax shelter voor crowdfunding... 6 2.2.6.2 Crowdfunding via giften... 7 2.2.7 Ruilsystemen en complementaire munten... 7 Samenvattend...8 Reactie op de presentatie van het witboek...8 Bijkomende financierings- en andere maatregelen... 9 12 juli 2016 1

1. Situering In 2015 liet minister Gatz de mogelijkheden van aanvullende financiering voor de cultuursector in Vlaanderen onderzoeken 1. De studie geeft een uitgebreid overzicht van mogelijke aanvullende financieringsinstrumenten. Dit vormde de aanzet voor het Witboek aanvullende financiering voor cultuur. Minister Gatz wil naast subsidies nieuwe financieringsmethoden aanboren voor zowel grote, als kleine cultuurorganisaties en ook individuele kunstenaars. Het witboek is een matrix van mogelijke instrumenten die zich binnen vier thema s situeren: - De oprichting van een Cultuurbank die als genetwerkte bank hiaten opvult, gaande van microfinanciering tot risicokapitaal. - Het creëren van een optimaal fiscaal kader door het stimuleren van de geefcultuur, optimalisatie van fiscale aftrekbaarheid en de uitbreiding van de tax shelter naar podiumkunsten. - De oprichting van een Cultuurloket door uitbreiding van het bestaande Kunstenloket naar de brede cultuursector over verschillende disciplines heen. - Het opzetten van een beleidskader voor cross-sectorale samenwerking over de disciplines en sectoren heen. Het witboek werd besproken op de vergaderingen van de Sectorraad Sociaal-Cultureel Werk van 3 maart 2016, 1 april 2016 en 23 juni 2016 en de Sectorraad Kunsten en Erfgoed van 9 mei 2016 en 7 juni 2016. Een werkgroep met leden van beide sectorraden en de Algemene Raad kwam over een ontwerptekst samen op 23 juni 2016. De Algemene Raad van de SARC neemt een bespreekt het advies op zijn vergadering van 27 juni 2016 en werkt het via schriftelijke procedure verder af. 2. Advies De SARC wenst haar advies onder te verdelen in twee delen. Het eerste deel omvat de reactie op het witboek en het flankerende beleid zoals voorgesteld op het sectorevent op 24 februari 2016 en zoals toegelicht door Rita De Graeve van het departement CJSM op de vergadering van de Algemene Raad op 29 februari en op de vergadering van de Sectorraad Sociaal-Cultureel Werk op 3 maart 2016. Het tweede deel reikt bijkomende elementen aan die kostenbesparend kunnen werken en die niet opgenomen zijn in het witboek maar die te maken hebben met de financiering van de culturele sector en/of met een aanpassing van de fiscale regelgeving. 1 Onderzoek naar de mogelijkheden van aanvullende financiering voor de culturele sector, IDEA Consult, 2015. Zie https://cjsm.be/cultuur/onderzoek-en-publicaties/onderzoek-naar-de-mogelijkheden-vanaanvullende-financiering-voor-de. 12 juli 2016 2

2.1 Reactie op de presentatie van het witboek en het flankerende beleid Zoals de raad reeds eerder stelde in zijn Memorandum 2 moeten subsidies de belangrijkste financieringsbron blijven. Organisaties moeten een optimale capaciteit kunnen uitbouwen, gegarandeerd voor een minimale duur, om het eigen DNA succesvol te kunnen ontwikkelen. De SARC wijst daarbij op een systematische onderfinanciering van sectoren & werkvormen. Er moet voldoende aandacht blijven gaan naar het creëren van voldoende/werkbare financiële ademruimte via reguliere subsidiëring. Pistes voor aanvullende financiering zullen daarom steeds bijkomend zijn ter versterking van de bestaande ondersteuning. De SARC is tevreden met deze eerste aanzet in de vorm van een inventarisatie van mogelijkheden voor aanvullende financiering. 2.1.1 Vermogensfinanciering / cultuurbank Het witboek aanvullende financiering focust te sterk op vermogensfinanciering (zie de Cultuurbank). Dit sluit onvoldoende aan bij de reële noden in het veld. De kern van de financiering in de culturele sector ligt bij het grote belang van voldoende structurele middelen: als eerste en meest stabiele financieringspoot en als keurmerk en incentive voor andere investeerders. De sterke focus op vermogensfinanciering gaat daarom voorbij aan de primaire problematiek van een structureel tekort aan werkingsmiddelen en de nood aan maatwerk. Slechts een zeer beperkt aantal actoren en deelsectoren bezitten immers voldoende (groei- en) marktpotentieel om gedifferentieerde inkomstenbronnen te kunnen aanboren (initiatieven lanceren met een (financieel) rendement, verwerven van sponsoring of giften, aantrekken van investeerders, ). Waar sommige meestal grotere organisaties er in slagen aantrekkelijk te zijn voor en middelen te halen uit de markt, zijn er (clusters van) organisaties die weinig tot geen middelen uit de markt kunnen halen. 2.1.2 Het creëren van een optimaal fiscaal kader 2.1.2.1 Tax shelter voor de podiumkunsten De tax shelterregeling wordt uitgebreid naar de podiumkunsten (wet in opmaak). De regelgeving zal enkel van toepassing zijn op productievennootschappen. In de Vlaamse gesubsidieerde podiumkunstensector zijn er op dit moment echter geen organisaties in de vorm van een vennootschap actief. De regeling komt in de praktijk enkel ten goede aan de (grote) commerciële spelers. Een aanpassing waardoor ook producerende vzw s in aanmerking komen, is noodzakelijk. Daarnaast moet overwogen worden de bijgestuurde tax shelterregeling voor podiumkunsten uit te breiden naar beeldende kunst, audiovisuele (anders dan single screen/film) kunst en alle genres van muziek (pop & rock, klassiek, hedendaags klassiek, ). 2.1.2.2 Aftrekbare giften 2 Zie Memorandum SARC 2014-2019, blz. 15. 12 juli 2016 3

Het huidige systeem voor de aftrekbare giften blijkt niet voor alle (sub)sectoren even toegankelijk of transparant. Enkel giften aan erkende instellingen kunnen recht geven op een belastingvermindering. Het gaat om instellingen die ofwel uitdrukkelijk opgenomen zijn in de wet, ofwel erkend zijn door de federale minister van Financiën. Wie geen individuele erkenning heeft om fiscale attesten uit te reiken kan dit ook proberen via de projectrekening bij de Koning Boudewijnstichting. Deze richt zich echter enkel op projecten, beperkt in duur en doelstelling. De projectrekening is dus niet geschikt om structurele werkingsmiddelen te genereren. Door de regelgeving en gehanteerde principes is dit systeem een te hoge drempel voor vele (kleinere) culturele organisaties. De SARC vraagt om: - de criteria om een erkenning om fiscale attesten te kunnen uitreiken door de federale minister van Financiën te kunnen krijgen, meer haalbaar te herformuleren voor organisaties in de culturele sectoren en op federaal niveau deze wijzigingen te bepleiten; - te onderzoeken of een uitbreiding van de inschakeling van de Koning Boudewijnstichting mogelijk is door naast de giften voor projecten ook giften voor de structurele werking van organisaties een plaats te geven; - als bovenstaande niet mogelijk blijkt, de oprichting van een aanspreekpunt of loket op Vlaams niveau te onderzoeken dat een faciliterende rol kan spelen voor aftrekbare giften voor organisaties met een structurele werking. Indien wordt geoordeeld dat dit door het Cultuurloket kan worden opgenomen (zie verder), dan moet erover gewaakt worden dat dit de objectiviteit van de informerende dienstverlening niet in het gedrang brengt en dat hiervoor voldoende expertise kan worden aangetrokken of opgebouwd. De essentie voor de SARC is dat het voor culturele organisaties op een eenvoudige manier mogelijk moet zijn om attesten van aftrekbare giften te kunnen uitreiken. Wanneer een culturele instelling gesubsidieerd wordt door de Vlaamse overheid, is dat een voldoende kwaliteitsmerk waardoor de organisatie in aanmerking komt voor erkenning wanneer zij aan de andere formele voorwaarden voldoen. 2.1.3 Cultuurloket Voor het aanboren van aanvullende financieringsinstrumenten zijn specifieke competenties en expertise nodig. De SARC erkent dat de sectoren zouden geholpen kunnen worden met een loket dat geïnteresseerde organisaties informeert, inspireert, opleidt en begeleidt in het opzetten van fondsenwervende activiteiten. Minister Gatz streeft naar een verdieping en verbreding van het huidige Kunstenloket, zodat de brede cultuursector beroep kan doen op hun dienstverlening. Gezien de specificiteit van dit proces en de noodzakelijke expertise moet er aandachtig over gewaakt worden dat een uitbreiding niet ten koste gaat van de huidige missie van het Kunstenloket om individuele kunstenaars en organisaties in de culturele en creatieve sectoren zakelijk en juridisch te adviseren. De SARC wijst ook op mogelijke tegengestelde belangen bij een uitbreiding van het Kunstenloket. Indien de dienstverlening van het bestaande Kunstenloket, die zich nu in de eerste plaats richt naar individuele kunstenaars en creatieve beroepen, wordt uitgebreid naar de brede cultuursector en dus meer systematisch dan nu ook naar werkgevers/opdrachtgevers, zouden conflicterende situaties kunnen ontstaan. 12 juli 2016 4

De SARC vraagt voldoende aandacht voor deze knelpunten. De oprichting van een Cultuurloket moet alleszins zeer grondig voorbereid worden en waar nodig moet bijkomende expertise en mankracht aangetrokken worden. Bovendien wijst de SARC specifiek voor de sociaal-culturele sector op het werkterrein en de expertise van SCWITCH en vraagt hij complementariteit hiermee na te streven wanneer een instelling met loketfunctie over aanvullende financiering tot stand wordt gebracht. 2.1.4 Kmo-portefeuille voor culturele sector De SARC is tevreden met het idee om een kmo-portefeuille voor cultuur te willen realiseren. Het moet de bedoeling zijn om op een laagdrempelige manier en via bijdrage in de kosten, mogelijkheden te bieden voor organisaties om externe adviseurs in te schakelen en een extra opleidingsaanbod toegankelijk te maken. De SARC wijst op het bestaande instrument van de kmo-portefeuille binnen het Agentschap Ondernemen en Innovatie. Hier nog een extra opdracht voor het Cultuurloket van maken lijkt niet aangewezen aangezien er al een grote expertiseopbouw voorhanden is binnen de Vlaamse administratie. De SARC vraagt daarom een uitbreiding van de bestaande kmo-portefeuille naar de brede culturele sector en ook voor vzw s. 2.1.5 Cross-sectorale samenwerking De SARC waardeert de sterke poot in het witboek rond cross-sectorale samenwerking binnen en buiten de cultuursector. Deze samenwerkingen zijn een motor voor creativiteit en innovatie. De jeugdsector valt buiten de scope van het witboek. De afgelopen jaren bouwde deze sector (o.a. door de bovenlokale projecten van jeugdhuizen) echter veel expertise op rond ondernemerschap. Zij kunnen als bron van ervaring worden aangesproken bij de verdere uitbouw van het witboek. De SARC pleit in dat verband ook voor een transversale benadering vanuit het gehele beleid, niet alleen binnen de bevoegdheid van de huidige cultuurminister. Wanneer de hele Vlaamse Regering de schouders hieronder zet, kan er heel wat worden gerealiseerd en expertise worden uitgewisseld. 2.2. Andere financierings- en kostenverlagende maatregelen 2.2.1 Indemniteitsregeling bij tentoonstellingen De SARC wees er eerder al op dat Vlaanderen achterop hinkt in vergelijking met andere Europese regio s door het ontbreken van een indemniteitsregeling 3. Hierdoor is het voor organisaties moeilijk om bijzondere tentoonstellingen van internationaal belang te organiseren. 3 Zie Sectorraad Kunsten en Erfgoed, Advies over de conceptnota Naar een duurzame cultureelerfgoedwerking in Vlaanderen, 10 mei 2016, p. 10-11: Er moet dringend werk gemaakt worden van een indemniteitsregeling. 12 juli 2016 5

2.2.2 Onroerende voorheffing De gewesten zijn autonoom bevoegd om verminderingen en vrijstellingen m.b.t. onroerende voorheffing te regelen. Zo geldt in het Vlaams gewest bijvoorbeeld een vrijstelling wanneer het onroerend goed wordt ingezet voor onderwijs. De SARC vraagt deze bevoegdheid te gebruiken en te onderzoeken of de vrijstelling m.b.t. de onroerende voorheffing kan uitgebreid worden naar infrastructuur voor de cultuursector. 2.2.3 Verlaagd btw-tarief Sinds het taxshift-akkoord is sinds 1 januari 2016 een verlaagd btw-tarief (6%) voor scholenbouw van kracht. In een rondzendbrief geeft de federale minister van Financiën aan dat deze gebouwen hoofdzakelijk, maar niet uitsluitend voor onderwijs gebruikt moeten worden. Zo komen niet alleen klaslokalen, maar ook gedeelde refters, studiezalen of bibliotheekruimtes in aanmerking. Tegelijk vallen de gebouwen voor buitenschoolse kinderopvang aan en in de scholen onder deze regeling. Volgens de SARC is het opportuun dat op federaal niveau wordt bepleit om de rondzendbrief breed te interpreteren en het verlaagd btw-tarief toe te passen voor alle infrastructuur verbonden aan vorming, opvoeding en informeel leren. Bij uitbreiding vraagt de SARC het verlaagde btw-tarief te verruimen naar de gehele culturele sector. 2.2.4 Verfijning fiscaal kader De SARC ziet verder nog mogelijkheden in de ontwikkeling van fiscale stimuli zoals het herbekijken van de bestaande aftrekregeling voor sponsoring, de toekenning van belastingvermindering, een vermindering van sociale lasten voor beurzen, het herbekijken van successierechten voor cultuurgoederen, het toekennen van fiscale gunstregimes voor topstukken/sleutelwerken en uitzonderlijke verzamelingen in privébezit, etc. De SARC vraagt een inventarisatie van deze mogelijkheden en om de onderhandelingen op federaal niveau aan te vatten. 2.2.5 Tax shelter voor startende ondernemingen Zoals eerder vermeld wordt de tax shelter voor audiovisuele producties uitgebreid naar de podiumkunsten. Daarnaast bestaat er ook een tax shelterregeling waarbij natuurlijke personen een fiscaal voordeel wordt toegekend indien ze een lening toestaan aan startende ondernemingen (crowd-lending). Vzw s kunnen echter geen beroep doen op deze regeling. De SARC vraagt om dit mogelijk te maken. 2.2.6 Crowdfunding 2.2.6.1 Tax shelter voor crowdfunding De tax shelterregeling voor startende ondernemingen voorziet in een fiscaal voordeel voor slechts twee types crowdfunding; crowd-equity (de investeerder ontvangt aandelen) en crowdlending (de investeerder geeft een lening). In de cultuursector wordt echter vooral gebruik gemaakt van twee andere types crowdfunding; de reward-based crowdfunding (de investeerder ontvangt een niet-financiële beloning zoals bvb. een ticket of cd) en donation-based crowdfunding (de investeerder ontvangt geen wederdienst). 12 juli 2016 6

Heel wat investeerders genieten zo geen fiscaal voordeel. De SARC vraagt daarom te onderzoeken of binnen deze tax shelterregeling ook een fiscaal voordeel mogelijk kan worden gemaakt voor de andere vormen van crowdfunding, namelijk reward-based crowdfunding en donation-based crowdfunding. 2.2.6.2 Crowdfunding via giften Voor organisaties die een erkenning voor het uitschrijven van fiscale attesten bezitten, vervalt het fiscaal voordeel indien ze werken via een crowdfundingplatform. De fiscale maatregel is immers niet van toepassing wanneer de gift via een tussenpersoon (doorstorting mag niet) in dit geval het crowdfundingplatform de organisatie bereikt. De SARC pleit voor het behoud van de aftrekbaarheid voor middelen die via een crowdfundingplatform worden verzameld. Dit geldt specifiek voor donation-based crowdfunding waarbij de crowd geen wederdienst ontvangt. 2.2.7 Ruilsystemen en complementaire munten De SARC merkt op dat alternatieve munten en ruilsystemen niet aan bod komen, bvb. in de vorm van gemeenschapsmunten, LETS (Local Exchange Trading System), e.a.. Deze systemen zijn een groeiend, maatschappelijk relevant fenomeen. Ze bieden heel wat potentieel om ruil- en deelprocessen op gang te trekken en te stimuleren. Ook moeilijk bereikbare doelgroepen kunnen op deze manier betrokken worden. De SARC vindt het aangewezen verder onderzoek te verrichten naar toepassingsmogelijkheden in de cultuursector. 12 juli 2016 7

Samenvattend De SARC is tevreden met de eerste inventarisatie naar mogelijkheden voor aanvullende financiering, naast en ter versterking van de bestaande ondersteuning. Hij plaatst evenwel kanttekeningen bij een aantal beleidspistes en wijst op een aantal opportuniteiten door uitbreiding van of aanknoping met het bestaande instrumentarium. Reactie op de presentatie van het witboek 1. Vermogensfinanciering / cultuurbank De SARC wijst op een te grote focus op vermogensfinanciering, die niet altijd strookt met de noden in het veld. Structurele middelen zijn de eerste en meest stabiele financieringspoot. Omwille van de uiteenlopende financieringsproblemen van sectoren, stelt de SARC dat maximaal moet ingezet worden op maatwerk. Niet alle organisaties of (sub)sectoren kunnen gedifferentieerde inkomstenbronnen aanboren. 2. Uitbreiden en optimaliseren van het fiscaal kader De SARC vraagt: - De verruiming van de tax shelterregeling voor podiumkunsten naar producerende vzw s en een verruiming te overwegen naar andere sectoren zoals beeldende kunsten en muziek; - Het vereenvoudigen van de mogelijkheid voor culturele organisaties om giften fiscaal aftrekbaar te maken: door bestaande mogelijkheden te optimaliseren of door een aanspreekpunt op Vlaams niveau op te richten die hierin bemiddelt. 3. Cultuurloket De SARC merkt op dat er bij een verruiming van het Kunstenloket, voornamelijk gericht op individuele kunstenaars en hun belangen, naar een Cultuurloket voor alle actoren, dus ook voor opdrachtgevers, voldoende aandacht moet zijn voor o.a. de risico s van conflicterende belangen, het aantrekken van voldoende en juiste expertise en de complementariteit met andere bestaande organisaties zoals SCWITCH. Tijdens een grondige voorbereidende fase moeten alle knelpunten aangepakt worden. 4. Kmo-portefeuille De SARC vraagt een uitbreiding van de bestaande kmo-portefeuille naar de brede culturele sector en ook voor vzw s. 5. Cross-sectorale samenwerking De SARC waardeert de wens tot cross-sectorale samenwerking en pleit voor een transversale benadering door de hele Vlaamse regering. De SARC wijst alvast op de opgebouwde expertise in de jeugdsector op het gebied van ondernemerschap en vraagt op deze mee te nemen in het verdere traject. 12 juli 2016 8

Bijkomende financierings- en andere maatregelen 1. Werk maken van een indemniteitsregeling; 2. Uitbreiding van verminderingen en vrijstellingen m.b.t. onroerende voorheffing voor cultuurorganisaties; 3. Een brede interpretatie en uitbreiding van de toepassing van het verlaagd btw-tarief en andere verfijningen van het fiscale kader; 4. Tax shelter voor startende ondernemingen via crowd lending ook laten gelden voor vzw s; 5. Tax shelter mogelijk maken voor de andere vormen van crowdfunding, die meer gebruikt worden in de culturele sector. 6. Afstemming tussen crowdfundingplatforms en fiscale attesten; 7. Aandacht voor ruilsystemen en complementaire munten. Namens de Algemene Raad, Luk Verschueren, algemeen voorzitter Namens de Sectorraad Kunsten en Erfgoed, Heidi De Nijn, voorzitter Herman Baeten, ondervoorzitter Liesbeth Lemiere, secretaris Namens de Sectorraad Sociaal-Cultureel Werk, Frie De Greef, voorzitter Dirk Verbist, ondervoorzitter Liesbeth Lemiere, secretaris 12 juli 2016 9