Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Vergelijkbare documenten
De herinrichting is inzichtelijk gemaakt op de tekening in voorschrift 1, zie bijlage.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Dienst Ruimte en Groen BESLUIT

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Er zijn geen zienswijzen ingebracht naar aanleiding van de aanvraag en het ontwerpbesluit.

Wij hebben besloten: 1. de gevraagde vergunning te verlenen onder de voorschriften vermeld op bijlage 1.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING

Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag.

I. BESLISSING DE MELDING. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

De inrichting is gelegen aan De Schans nummers 14 en 16 te Soest, kadastraal bekend gemeente Soest, sectie A, nummers 5385 en 5387.

I. BESLISSING DE WIJZIGING. II.A. Beschrijving van de inrichting

BESLUIT ONTGRONDINGENWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

provinci renthe r (o592) j6 tt tt VERZ0NDEN 2r0tt,2013 Binnengekomen adviezen n (o592) j6 t7 7t Assen, 18 december2013

I. BESLISSING HET VERZOEK. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van het verzoek en de inrichting

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN DE ONTGRONDINGENWET

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE VERGUNNING OP BASIS VAN DE ONTGRONDINGENWET

I. SAMENVATTING BESLUIT

Gemeente* Bergambacht

I. BESLISSING DE AANVRAAG. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de aanvraag

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

VERORDENING. De raad van de gemeente Terneuzen; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.

Overige bijgevoegde documenten Onlosmakelijk onderdeel van deze vergunning zijn de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte stukken.

1 Inleiding. 2 Beschikking. Gemeente Montfoort t.a.v. de heer J. Dronkert Postbus ZG MONTFOORT. Geachte heer Dronkert,

I. SAMENVATTING BESLUIT

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Op 12 juli 2018 heeft u een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor het realiseren van een tijdelijke proefterp nabij De Weel - Markermeerdijken.

minuut Hierbij delen wij u mede dat op uw d.d. 23 augustus 2012 bij het college ingekomen verzoek om een omgevingsvergunning voor de activiteit(-en):

Bij brieven van 3 juni 2008, kenmerk , , en , hebben wij

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (gedeeltelijk verleend)

Archimedeslaan 6 Postbus AE Utrecht. Ontheffing van GS van Utrecht

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

Aan: Stichting Bodemsanering NS T.a.v. de heer T. Bussink Postbus GV Utrecht. Geachte heer Bussink,

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat:

Weergave van de feiten: Inhoudelijke beoordeling.

Beschikking Ontgrondingenwet

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl)

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

In antwoord op uw brief, binnengekomen op 20 maart 2014, zenden wij u hierbij de gevraagde watervergunning.

De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de volgende bijlagen deel uitmaken van de vergunning:

Hoofdstuk 1. Algemeen

Besluit Ontgrondingenwet

Buitenplanse afwijking (tevens sprake van bouw of aanlegactiviteit) 8.500,00 Bouwactiviteiten 1.265,00 Welstandstoets 75,00 Totaal 9.

Gelet op hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn wij bevoegd om op deze aanvraag te beslissen.

Wet ruimtelijke ordening

Besluit van Burgemeester en Wethouders HZ-OMV

PARAPLUBESTEMMINGSPLAN ARCHEOLOGIE TOEPASSINGSBEPALINGEN DUBBELBESTEMMINGEN ALGEMENE BEPALINGEN

ONTWERPBESLUIT ONTGRONDINGENWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

- Haverstuk 8, 9203 HB Drachten, de bouw van 22 woningen, datum bekendmaking: 14 juli 2015

ONTWERPBESLUIT ONTGRONDINGENWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

: Ontgrondingsvergunning realisatie compenserende maatregelen voor het Polderhoofdkanaal, locatie Alddjip BESCHIKKING

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Enkweg (kad. Voorst K 337) in Voorst

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen

Besluit Omgevingsvergunning, Industriestraat 10 te Goes

Ontwerp omgevingsvergunning

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde

1 Inleiding. Aan: De heer W.H.A. Brouwer De Waag CM EEMNES. Geachte heer Brouwer,

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

* *

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD

Reguliere Bouwvergunning BV9275

* *

Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

De legeskosten voor uw omgevingsvergunning zijn 3.150,70. Hiervoor krijgt u een rekening toegestuurd.

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Nr.: 9.4 Onderwerp: Erfgoedverordening gemeente Lopik gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Omgevingsvergunning UV 25091

1 Inleiding. 2 Beschikking. KDK Project Vof T.a.v. de heer W.J.M. Visscher Postbus AA Volendam. Geachte heer Visscher,

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ;

De watervergunning en de daarop betrekking hebbende stukken liggen ter inzage vanaf 22 januari 2014 tot en met 5 maart 2014.

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 17 februari 2017

I. BESLISSING DE MELDING. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning

Omgevingsvergunning. De overwegingen om te komen tot dit besluit staan in de bijlage welke een onderdeel is van dit besluit.

Blad 2. Beoordeling verzoek

Akkoord. Bespreken. bhloi'

De aanvraag gaat over Schietbaanweg 8, kadastraal bekend gemeente Emmen, sectie T, nummer 178 en is bij ons geregistreerd onder zaak

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (verleend)

: Ontgrondingsvergunning realisatie compenserende maatregelen voor het Polderhoofdkanaal, locatie Kadeherstel Polderhoofdkanaal BESCHIKKING

[aanvrager] Geachte [aanvrager],

DEFINITIEVE BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT CONSIDERANS

p. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

* *

Transcriptie:

Dienst Ruimte en Groen BESLUIT Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 6 november 2006 Sector RER, onderdeel Groene regelgeving Nummer 2006REG003253i Referentie ing. P. Drost Uw brief van - Doorkiesnummer 030-2583125 Uw nummer - Faxnummer 030-2582990 Bijlage diverse E-mailadres Peter.Drost@provincie-utrecht.nl Onderwerp vergunning ontgronding nr. 1444 in gemeente Leusden Beslissing van gedeputeerde staten van Utrecht op de aanvraag ontvangen d.d 11 september 2006 van C.G.J. Tolboom te Leusden om vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Ontgrondingenwet. I. Besluit. Wij hebben besloten de gevraagde vergunning te verlenen onder de voorschriften vermeld op bijlage 1. Aan dit besluit liggen de navolgende overwegingen ten grondslag. II. Omschrijving van de aanvraag. De nu voorliggende aanvraag om een ontgrondingsvergunning heeft betrekking op de ontwikkeling van vochtig schraalgrasland en een plasdraszone langs de Moorsterbeek. Op een perceel van circa 2,57 ha zal 0,1 tot 0,3 m van de bovengrond worden afgegraven. Tevens zal de oever van de Moorsterbeek natuurvriendelijk worden ingericht. Bij deze ontgronding komt circa 5.400 m³ bovengrond vrij die ter plaatse verwerkt zal worden. III. Procedure. Het verzoek is compleet ontvangen op 11 september 2006. De aanvraag is afgehandeld overeenkomstig het bepaalde in afdeling 4.1.2 van de Algemene wet bestuursrecht. De aanvraag is toegezonden aan burgemeester en wethouders van Leusden, het Waterschap Vallei en Eem en de LTO-Utrecht. Het Waterschap Vallei en Eem en de gemeente Leusden hebben laten weten dat zij geen bezwaren hebben tegen vergunningverlening. 1

IV. Motivering. Ten aanzien van de aanvraag van de vergunning hebben wij het volgende overwogen. 1. Bouwgrondstoffenbeleid. De vergunningaanvraag moet passen in het bouwgrondstoffenbeleid zoals vastgelegd in het Bouwgrondstoffenplan provincie Utrecht van november 2001. Aan de volgende criteria moet zijn voldaan om binnen het Bouwgrondstoffenplan te vallen: a. Het moet gaan om een secundaire winning. b. Vrijkomende grond moet hoogwaardig worden toegepast. Deze aanvraag waar het doel van de ontgronding natuurontwikkeling is, is niet primair gericht op het winnen van delfstoffen. Bij de ontgronding komt circa 5.400 m³ bovengrond vrij die verwerkt wordt op een nabij gelegen perceel Leusden, sectie G, nr. 662 dat vervolgens zal worden ingeplant. Deze bovengrond is niet geschikt voor andere hoogwaardige doeleinden dan waarvoor ze ingezet wordt. Wij hebben mede daarom geen bezwaar tegen de verwerking van de vrijkomende grondspecie binnen het project. 2. Ruimtelijke Ordening. De gemeente Leusden heeft ons laten weten dat de voorgenomen ontgronding niet past in het huidige bestemmingsplan Buitengebied 1996. Het voorontwerp bestemmingsplan buitengebied 2005 van Leusden heeft de nieuwe situatie nog niet opgenomen, omdat de gemeente daartoe nog geen verzoek tot vrijstelling heeft ontvangen. Het af te graven perceel heeft in het voorontwerp bestemmingsplan de bestemming Agrarisch gebied met landschaps- en natuurwaarden met nadere aanduiding gebied met archeologische waarde of verwachtingswaarde en tijdelijke waterberging (dubbelbestemming). De ontgronding past niet binnen deze bestemming. Op de ontwikkelingskaart behorende bij het voorontwerp bestemmingsplan 2005 zijn het perceel en de omgeving daarvan aangeduid als extensiveringsgebied en nieuwe natuurgebieden. De voorgestane omvorming van landbouw naar natuurgebied past hier dus in. Er bestaat bij de gemeente Leusden ambtelijk en bestuurlijk geen bezwaar tegen de voorgenomen ontgronding. In een vrijstellingsverzoek zullen conform het provinciale natuurgebiedsplan de betreffende gronden bij voorkeur uiteindelijk tot natuur worden bestemd. Er bestaat geen bezwaar vanuit de betrokken diciplines in Leusden om de grond op perceel Leusden, sectie G, nr. 662 te brengen. Vanuit landschappelijk oogpunt is de gemeente bereid medewerking te verlenen aan de realisatie van nieuw bos op het perceel waarop de grond wordt opgebracht en de realisatie van schraal grasland op het te ontgronden perceel. Wij zijn van mening dat de ontgronding planologisch aanvaardbaar is. 3. Archeologie. Het provinciaal beleid voor archeologische monumentenzorg is er in de eerste plaats op gericht waardevolle archeologische vindplaatsen te behouden in de bodem. Dit beleid is nader uitgewerkt en vastgelegd in de provinciale Cultuurnota, in het streekplan en in de Handleiding Bestemmingsplannen Buitengebied. Archeologisch onderzoek wordt in principe geadviseerd bij ruimtelijke plannen, indien bodemingrepen plaatsvinden in ongeroerde grond op plaatsen met een vastgestelde archeologische waarde volgens de Archeologische Monumentenkaart (AMK) of met een (middel)hoge verwachtingswaarde volgens de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW). In het plangebied liggen geen terreinen met een vastgestelde archeologische waarde volgens de AMK De te ontgronden percelen liggen, volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarde, in een gebied waaraan een lage indicatieve archeologische verwachtingswaarde is toegekend. Bovendien is de ingreep beperkt omdat slechts een verdieping van 10 tot 30 cm zal plaatsvinden. Archeologisch onderzoek of extra 2

voorschriften zijn vanwege de geringe verwachting archeologisch waardevolle waarden aan te treffen niet nodig gebleken. 4. Waterhuishouding. Aan het waterschap Vallei en Eem hebben wij gevraagd welke waterhuishoudelijke effecten op de omgeving van deze ontgronding zijn te verwachten, en of men hieromtrent zienswijzen had. Zij hebben de aanvrager actief ondersteund bij het opstellen van het inrichtingsplan en indienen van de ontgrondingsaanvraag. Het waterschap heeft ons laten weten dat zij geen bezwaar hebben tegen deze ontgronding. Bij het Waterschap Vallei en Eem zal een keurvergunning worden aangevraagd voor het dempen van een sloot en de aanpassing van de oever van de Moorsterbeek. De waterhuishoudkundige aspecten zullen in dat kader worden afgewogen. 5. Natuur en Landschap. Het af te graven perceel is in het Natuurgebiedsplan Gelderse Vallei, vastgesteld door gedeputeerde staten van Utrecht 30 oktober 2001, aangeduid als nieuwe natuur. Hierin is de Moorsterbeek aangeduid als ecologische verbindingszone. Het ophogen en inplanten van het perceel Leusden, sectie G nr. 662 is landschappelijk aanvaardbaar. De voorgestane ontwikkelingen passen goed in het natuurbeleid van de provincie Utrecht. 6. Zienswijzen. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Gelet op het bovenstaande hebben wij besloten zoals is weergegeven onder I. V. Bezwaar. Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit gemotiveerd bezwaar maken bij gedeputeerde staten van Utrecht, t.a.v. de secretaris van de Awb-commissie knr. A10.07, Pythagoraslaan 101, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht, binnen zes weken na de datum van bekendmaking. Hoofdstuk 6 (algemene bepalingen over bezwaar) en de afdelingen 7.1 en 7.2 (bijzondere bepalingen over bezwaar) van de Algemene wet bestuursrecht zijn van toepassing. Tevens hebben belanghebbenden de mogelijkheid, indien gelet op de belangen onverwijlde spoed is vereist, een verzoek om voorlopige voorziening te vragen bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA 's-gravenhage. Hiervoor is griffierecht verschuldigd. VI. Inwerkingtreding. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag volgende op de dag waarop de termijn van 6 weken afloopt voor het indienen van een bezwaarschrift. Indien gedurende die termijn bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt het besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist. Wij wijzen erop dat er andere vergunningen nodig kunnen zijn die verband houden met deze ontgronding. 3

VII. Verzending. Een afschrift van dit besluit is toegezonden aan: a. de aanvrager van de vergunning: de heer C.G.J. Tolboom, Asschatterweg 46, 3831 JW Leusden; b. Burgemeester en wethouders van Leusden, t.a.v. drs. N.P.M. Koot, Postbus 150, 3830 AD Leusden; c. Waterschap Vallei En Eem, t.a.v. de heer W. de Vor, Postbus 330, 3830 AJ Leusden; d. De LTO-Utrecht, t.a.v. de heer A.F. van Rozen, Postbus 441, 3990 GE Houten. Gedeputeerde staten voornoemd, namens hen, Mr. D.A.E. van Egmond-Bleumink, hoofd sector Ecologisch onderzoek en groene regelgeving. 4

BIJLAGE 1 Voorschriften behorende bij besluit van gedeputeerde staten van Utrecht d.d. [6 november 2006, sector RER, nr. 2006REG003253i. De vergunning heeft betrekking op het ontgronden van de volgende percelen kadastraal bekend gemeente Leusden, sectie G, nummers 616 ged. en 1379 en 662. UITVOERING 1. Bij de voorschriften behoren de volgende tekeningen: a. Topografische kaart tekeningnr.: 1444-1 Schaal 1: 2.5000; b. Ontwerp perceel Tolboom met tekeningnr.: 1444-2 Schaal 1: 2.500; c. Dwarsprofiel perceel Tolboom met tekeningnr.: 1444-3. 2. De percelen dienen te worden ontgrond zoals aangegeven op de in voorschrift 1 genoemde tekeningen. 3. De blijvende taluds van ingraving moeten worden gegraven zoals aangegeven op de in voorschrift 1, onder c genoemde tekening. 4. Van het begin van elke periode van ontgronding moet een week tevoren schriftelijk worden kennis gegeven aan gedeputeerde staten van Utrecht, Pythagoraslaan 101, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht. 5. Binnen één week na gereedkomen van de ontgronding moet hiervan schriftelijk kennis gegeven worden aan gedeputeerde staten van Utrecht, Pythagoraslaan 101, Postbus 80300, 3508 TH Utrecht. 6. De vergunning moet gedurende de uitvoering van de werkzaamheden op het terrein aanwezig zijn en op eerste vordering aan politie en aan de met toezicht op ontgrondingen belaste medewerkers worden getoond. METINGEN EN REGISTRATIES 7. Ten behoeve van het van provinciewege verrichten van controlemetingen moet de vergunninghouder meetgereedschap ter beschikking stellen. Hulp verlenen met het naar het werkterrein overbrengen van peilen, het aanbrengen van hoogtemerken, het doen van waterpassingen en opmetingen en dergelijke. De vergunninghouder moet desverlangd materialen voor het aanbrengen van hoogtemerken beschikbaar stellen. BOUWGRONDSTOFFENBELEID 8. Het is toegestaan de vrijkomende grond, maximaal circa 5400 m³, ter plaatse te verwerken op het kadastraal perceel Leusden sectie G, nr. 662. 9. Het is verboden grondspecie van elders aan te voeren zonder toestemming van gedeputeerde staten. 5

ARCHEOLOGIE 10. Indien bij graafwerkzaamheden zaken worden aangetroffen, waarvan de vinder weet of redelijker wijs moet vermoeden dat het gaat om archeologische vondsten of sporen, dan is hij volgens de Monumentenwet verplicht dit direct te melden (artikel 47). De melding dient te gebeuren bij het meldpunt archeologie van de provincie Utrecht (030-2582134 of 06-18300526). Bij het achterwege laten van een melding zijn de artikelen 56 en 57 van toepassing. WATERHUISHOUDING 11. Ten behoeve van de waterbeheersing c.q. waterhuishouding moeten de aan het ontgrondingsterrein gelegen watergangen worden vrijgehouden van grond, bagger, etc. en zonodig op eerste aanzegging van ons worden opgeschoond. NATUUR EN LANDSCHAP 12. Het ontgronde terrein moet altijd worden vrijgehouden van afvalstoffen en indien nodig van ongewenste begroeiing. AFWERKING 13. Indien de afwerking van het terrein naar het oordeel van ons onvoldoende voortgang heeft, mag er geen bovengrond meer worden ontgraven of afgevoerd. Indien de door of namens ons gegeven aanwijzingen of de afwerking van het terrein niet worden opgevolgd, is ontgraven van de bovengrond evenmin geoorloofd. 14. Het terrein moet binnen 3 jaar na het onherroepelijk worden van alle benodigde vergunningen of toestemmingen geheel afgewerkt worden opgeleverd. Onder vergunninghouder wordt verstaan de heer C.G.J. Tolboom, Asschatterweg 46 te Leusden. 6