Postbus AE Oisterwijk. Tel: Rabobank NL79RABO KvK Arnhem BTW NL B01.

Vergelijkbare documenten
Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarde]

Ascert BCA Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker] Postbus AE Oisterwijk

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Postbus AE Oisterwijk.

Postbus AE Oisterwijk.

PROTOCOL INFORMATIEUITWISSELING ASBESTVERWIJDERING INSPECTIE SZW CERTIFICERENDE INSTELLINGEN

Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker]

Clevers Asbestsanering

nadere toelichting inzake artikelen van de Sc-530 en Sc-540:2011 versie 4 Algemeen

Checklijst projectcontrole SC-530

Checklijst projectcontrole SC-530

Checklijst projectcontrole SC-530

WPI SC-530 QUICKSCAN VKS ZAANDIJK M VD HOEK.DOC QUICKSCAN

RAADSVOORSTEL. Beslispunten. Waarom naar de raad? Middelen

Bijlage G Model werkplan

Stelselwijzing arbo-certificaten en de gevolgen voor asbest

WPI SC-530 QUICKSCAN VKS WIJK BIJ DUURSTEDE M V.D HOEK.DOC QUICKSCAN

Datum Betreft beslissing op bezwaar met betrekking tot het dwangsombesluit Wapse

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer JuZa rw Mevr. mr. R. Westerhof (035)

De recente aanpassingen van de grenswaarden zijn onderdeel van een pakket aan maatregelen. Een andere belangrijke

ECLI:NL:CRVB:2005:AT2864

8e Landelijke Asbest Praktijkdag PRAKTIJKSESSIES

ECLI:NL:RVS:2015:1791

ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936

Checklijst projectcontrole SC-530

datum x kenmerk x uw kenmerk/brief van x doorkiesnummer x R41/

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014

ECLI:NL:RBDHA:2015:7800

SCA Certificaatmodellen Sc-810 versie 02,

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

ECLI:NL:RVS:2017:618. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:RVS:2012:BX4621

ECLI:NL:RVS:2015:1768

1. Verloop van de procedure

BESLUIT. 3. Tegen het bestreden besluit heeft Automark tijdig bezwaar aangetekend bij brief van 30 juli 2008.

Print deze uitspraak rechtsgebied. Kamer 2 - Milieu - Bestuursdwang / deze uitspraak

Uitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:

ECLI:NL:RBMNE:2014:5220

SCa-100 Nadere interpretaties certificatieschema d.d

JOM 2017/310 AR 2017/1305 Omgevingsvergunning in de praktijk 2017/7543

Uitspraak /1/A3

ECLI:NL:RBROT:2014:4586

ECLI:NL:RVS:2016:2861

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

1. Verloop van de procedure

BESLUIT. 4. Op 31 mei 2011 heeft Careyn bezwaar tegen het bestreden besluit ingesteld. Careyn heeft op 6 september 2011 gronden van bezwaar ingediend.

Toelichting op Certificatieschema Asbestinventarisatie en Asbestverwijdering. Sijmen Versteegt december 2016

Checklijst projectcontrole SC-530

SCa-100 Nadere interpretaties certificatieschema d.d

SCa-100 Nadere interpretaties certificatieschema d.d

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

SAMENVATTING. de heer A te B, ouder van C, een leerling op de regionale scholengemeenschap D, klager

U I T S P R A A K

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246


ECLI:NL:RBROT:1999:AA3765

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

Bezwaarschriftencommissie Hoogeveen

ECLI:NL:RBDHA:2017:7903

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3478

Wij hebben op 15 oktober 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het bouwen van

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

Nederlandse Mededingingsautoriteit

Nieuwegein. Datum 29 april 2016 Portefeuillehouder P.W.M. Snoeren

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ4756

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

ECLI:NL:RBNHO:2014:3840

ECLI:NL:RBNHO:2016:1408

COMMISSIE BEZWAARSCHRIFTEN

ECLI:NL:RVS:2016:1268

Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding.

ECLI:NL:RVS:2016:3050

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

ECLI:NL:CRVB:2016:4517

Asbest in gemeentelijke gebouwen. Een praktisch handvat voor het omgaan met asbest

ONS KENMERK: DOORKIESNUMMER: DATUM ADVIES: BMO/JZ/R&M/BZ augustus 2013 en

ECLI:NL:CRVB:2015:1003

Bezwaar en beroep februari 2013

Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art , lid 1, ond.

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 april 2013 in zaak nr. 12/641 in het geding tussen:

ECLI:NL:RBMNE:2015:8351

Uitspraak. RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD Sector Bestuursrecht Registratienummer: Awb 10/895. uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

Transcriptie:

Postbus 239 5060 AE Oisterwijk Tel: 013 76 20 607 info@ascert.nl Ascert Rabobank NL79RABO0397031564 KvK Arnhem 09112654 BTW NL808450153B01 Met verwijzing naar haar advies BCA 15006 stelt de commissie voorop dat de afwijkingen worden getoetst op de toetspunten in bijlage H van SC- 530. De toetspunten zijn een concretisering van de in SC-530 opgenomen algemene(re) normen. De vaststelling van een categorie-afwijking en de oplegging van een sanctie is een belastend besluit. Daaruit volgt dat het aan de CKI is te bewijzen dat aan een toetspunt is voldaan. Uit het aan de commissie ter beschikking gestelde dossier is de commissie niet gebleken dat de in de afgelopen twaalf maanden uitgeschreven afwijkingen uitdrukkelijk als categorie II- of III-afwijkingen zijn vastgesteld. Evenmin is gebleken dat daaraan de sanctie van schorsing of voorwaardelijke intrekking van het certificaat is verbonden. Eerst in het hier bestreden besluit van 23 februari 2016 heeft de CKI de afwijkingen als categorie III-afwijkingen en categorie II-afwijkingen vastgesteld en aan de intrekking ten grondslag gelegd. De commissie is daarom van oordeel dat alle in het besluit genoemde afwijkingen hier nog ter discussie kunnen worden gesteld. In haar advies BCA 15003 heeft de commissie ten aanzien van toetspunt nr. 48 overwogen dat aan beide eisen, namelijk de onderdruk van 20 Pa en de minimale ventilatie van 6 keer per uur, moet worden voldaan. De vereiste onderdruk van 20 Pascal kan niet worden gecompenseerd door een hogere ventilatie per uur. Voor wat betreft toetspunt nr. 3 is het niet voldoende dat het werk conform de regels bij het Webportaal wordt gemeld. Het asbestverwijderingsbedrijf is ervan op de hoogte of moet ervan op de hoogte zijn dat niet alle gemeenten automatisch de melding krijgen doorgestuurd. Nu geen melding aan de gemeente Amsterdam is gedaan, is terecht een afwijking toetspunt nr. 3 vastgesteld. Zoals de commissie in haar advies BCA 15006 heeft overwogen, wordt het begin van de asbestverwijderingswerkzaamheden gemarkeerd door het begin van de feitelijke werkzaamheden, waaronder ook voorbereidende werkzaamheden vallen. Een andere opvatting zou er toe leiden dat SC-530 afhankelijk van de beschrijving in het werkplan van toepassing is en asbestverwijderingswerkzaamheden zouden kunnen plaatsvinden, waarbij niet aan SC-530 zou hoeven te worden voldaan. De intrekking van het certificaat is niet als een straf aan te merken. De op grond van het Asbestverwijderingsbesluit en SC-530 door de CKI op te leggen sancties dienen te worden aangemerkt als herstelsancties en niet als bestraffende sancties als bedoeld in artikel 5:2 van de Awb. De sancties worden opgelegd in het belang van het leven en de gezondheid van mensen. Met de intrekking van het certificaat wordt beoogd de (gewezen) certificaathouder de gelegenheid te bieden orde op zaken te stellen en de nodige maatregelen te treffen om de geconstateerde tekortkomingen te verhelpen, zodat afwijkingen in de toekomst worden voorkomen.

blad 2 BCA 16006 Advies van de Bezwaarschriftencommissie Ascert inzake het bezwaar van [bezwaarmaker] Het bezwaar [Gemachtigde] maakt bij brief van 24 februari 2016 bezwaar namens [bezwaarmaker] tegen het besluit van 23 februari 2016 van [de CKI]. Bij het bestreden besluit heeft [de CKI] het SC-530-certificaat van [bezwaarmaker] per 24 februari 2016 onvoorwaardelijk ingetrokken. De procedure Naar aanleiding van het bezwaar heeft [de CKI] bij brief van 9 maart 2016 een verweerschrift ingebracht. Het verzoek om een voorlopige voorziening van [bezwaarmaker] is door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland behandeld op 11 maart 2016. De voorzieningenrechter heeft het onderzoek op de zitting geschorst en in afwachting van de beslissing op bezwaar de procedure aangehouden. Betrokken partijen zijn in de gelegenheid gesteld te worden gehoord tijdens een op 22 april 2016 gehouden hoorzitting. Het van deze zitting gemaakte verslag is bij dit advies gevoegd. De ontvankelijkheid Het bezwaarschrift voldoet aan de eisen die de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ten aanzien van de ontvankelijkheid stelt, zodat het bezwaar ontvankelijk is. De gronden van bezwaar [Bezwaarmaker] voert - kort weergegeven - de volgende gronden van bezwaar aan. - Door [de CKI] wordt gesteld dat elke overtreding van de achterliggende paragraaf van SC-530 onder het toetspunt valt en dat de omschrijving van het toetspunt zelf geen zelfstandige waarde heeft, maar de overtreding enkel kort samenvat. Dit is een onjuiste benadering. - Het gaat hier om een punitieve sanctie waarop artikel 6 van het EVRM van toepassing is. Dit heeft twee consequenties. De onschuldpresumptie geldt en [de CKI] dient de gestelde overtredingen buiten twijfel te bewijzen en de sanctie dient integraal aan het evenredigheidsbeginsel te worden getoetst. - 20 mei 2015, toetspunt nr. 48, categorie II Niet wordt betwist dat het aggregaat tijdelijk was verwijderd, maar niet is vastgesteld dat de onderdruk daalde tot substantieel onder 20 Pascal. Dat betekent dat er geen bewijs of onderbouwing is voor de stelling dat toetspunt nr. 48 is overtreden. Juist door de hermetische afsluiting zal de onderdruk in stand zijn gebleven. - 12 november 2015, toetspunt nr. 48, categorie II [De CKI] heeft niet vastgesteld dat er minder dan zes maal per uur werd geventileerd, terwijl het juist voor de hand lag dat er ruimschoots meer dan zes maal per uur werd geventileerd, omdat er drie onderdrukmachines waren opgesteld in plaats van de gebruikelijke één. Daar komt bij dat [de CKI] ook niet heeft vastgesteld dat de onderdruk substantieel lager lag dan 20 Pascal. Conclusie is dat niet is vastgesteld dat toetspunt nr. 48 is overtreden.

blad 3-25 november 2015, toetspunten nrs. 3, 4 en 6 in categorie III, tezamen categorie II Het gaat hier om één feitelijke overtreding (het niet tijdig en volledig melden) die [de CKI] onder drie toetspunten laat vallen. Artikel 5.5.2.3 van SC-530 verzet zich er echter tegen dat dezelfde gestelde overtreding onder diverse toetspunten wordt geschaard en daardoor veelvoudig wordt bestraft. Toetspunt nr. 3 is niet overtreden, omdat er wel een melding is gedaan. Toetspunt nr. 6 is niet overtreden, omdat [bezwaarmaker] wel heeft gecontroleerd of het asbestinventarisatierapport aan SC-540 voldoet. Conclusie is dat er geen overtredingen zijn begaan en zeker geen drie overtredingen, waardoor er geen sprake is van verzwaring naar een categorie IIafwijking. - 17 december 2015, toetspunt nr. 48, categorie II De onderdruk van 15-16 Pascal was niet substantieel lager dan 20 Pascal. Evenmin was de ventilatie lager dan zes maal per uur. Toetspunt nr. 48 is niet overtreden. - 17 december 2015, toetspunt nr. 63, categorie II Niet is onderbouwd en bewezen dat het adembeschermingsmiddel (ABM) niet luchtdicht was afgedopt. Niet is toegelicht waarom de louvrekap verkeerd zou zijn toegepast. Daarmee is de overtreding onvoldoende onderbouwd. De scheur zat onder de louvrekap en was zeer klein. De scheur had geen gevolgen voor de luchtdichte aftopping. Er is derhalve geen onderbouwing noch bewijs voor de stelling dat toetspunt nr. 63 is overtreden. - 22 december 2015, toetspunt nr. 42, categorie II Er is geen verplichting om (alle) materialen die ingezet worden bij een asbestsanering standaard te voorzien van het asbest waarschuwingslogo. Het ontbreken van een sticker op de machine kan niet leiden tot blootstelling aan asbest noch tot het verhogen van het risico daarop. Om die reden kan de overtreding niet in categorie II vallen. Temeer niet daar de afsluitklep van deze machine, in tegenstelling tot wat de auditor stelt, wel degelijk was afgeplakt met tape. Ook toetspunt nr. 42 is niet overtreden. - 17 december 2015, toetspunten nrs. 24, 38 en 50 in categorie III, tezamen categorie II Toetspunt nr. 24. Alle informatie stond in het werkplan, maar de auditor heeft niet de tijd genomen om deze administratie volledig door te nemen. Daar komt bij dat toetspunt nr. 24 alleen betrekking heeft op wijzigingen op het werkplan en daarvan was geen sprake. Er werd conform werkplan gewerkt. Indien er al sprake zou zijn van een overtreding, dan zou deze onder toetspunt nr. 16 (categorie IV) vallen. Dit wordt door [de CKI] ook erkend. Overigens wordt niet aangegeven welke registraties worden gemist. Toetspunt nr. 38. Dit toetspunt is niet overtreden. In de betreffende zak zat geen asbesthoudend afval, maar niet-asbesthoudend afval. SC-530 bevat niet de verplichting om welk afval dan ook vezeldicht te verpakken, indien dat in een zak zit met een asbestlogo. Toetspunt nr. 50. De juiste berekening van de ventilatiecapaciteit zat wel degelijk bij het werkplan en het logboek. Conclusie is dat er op 17 december 2015 niet drie overtredingen in categorie III zijn geweest, hetgeen al vaststaat gezien de erkenning van [de CKI] dat de eerste overtreding eigenlijk onder toetspunt nr. 16 zou vallen. Van verzwaring kan derhalve geen sprake zijn, zodat er geen categorie II-overtreding is.

blad 4-11 februari 2015, toetspunt nr. 2, categorie III Er was wel een asbestinventarisatierapport aanwezig met een risicoklassering, maar de risicoklassering dateerde van begin 2014. De Inspectie SZW voert het beleid om vanaf 10 augustus 2014 op te treden, indien risicoklasseringen van vóór 1 juli 2014 dan nog niet zijn aangepast. Dit beleid van de inspectie staat los van SC-530. Verder is niet gesteld dat de onderhavige risicoklassering niet meer actueel zou zijn. Omdat de werkzaamheden al in risicoklasse 2 werden uitgevoerd, kan de wijziging van de normstelling a priori geen gevolgen hebben gehad voor de sanering. Conclusie is dat toetspunt nr. 2 niet is overtreden. - 16 juli 2015, toetspunt nr. 4, categorie III Materieel is geen sprake van een overtreding. [Bezwaarmaker] heeft adequaat actie ondernomen toen een gevaarlijke situatie werd aangetroffen. Hiervoor dient geen afwijking te worden vastgesteld. Bijlage J biedt daarvoor de grondslag. - 5 november 2015, toetspunt nr. 3, categorie III [Bezwaarmaker] heeft toetspunt nr. 3 niet overtreden, omdat zij het werk conform de regels bij het Webportaal heeft gemeld. Dat het Webportaal de melding niet automatisch heeft doorgestuurd naar de gemeente, betekent niet dat [bezwaarmaker] in overtreding is. Overigens was de gemeente Amsterdam wel op de hoogte van de werkzaamheden. Daar komt bij dat de asbestsanering ook al eerder aan alle betrokkenen, waaronder de gemeente Amsterdam, was gemeld. - 22 december 2015, toetspunt nr. 4, categorie III [Bezwaarmaker] was op 22 december 2015 begonnen met de opbouw van de asbestsanering, waaronder het installeren van de machines en het opbouwen van de containment. Met de daadwerkelijke asbestverwijdering was nog niet begonnen. De daadwerkelijke asbestverwijdering begon pas op 23 december 2015, wat betekent dat de meldingstermijn van twee dagen in acht is genomen. Doel van de melding is om de toezichthoudende instanties in de gelegenheid te stellen om te controleren of de asbestsanering conform de regels plaatsvindt. Tijdens de opbouw van het containment en de overige voorbereidende werkzaamheden is dit echter nog niet aan de orde. Toetspunt nr. 4 is derhalve niet overtreden. - 22 december 2015, toetspunt nr. 6, categorie III De stelling van [de CKI] is feitelijk dat [bezwaarmaker] toetspunt nr. 6 heeft overtreden, omdat niet voldaan is aan artikel 1.26 van het Bouwbesluit 2012. Er is echter geen koppeling tussen artikel 1.26 van het Bouwbesluit 2012 en SC-530. De uitvoeringseisen voor het slopen zijn verwerkt in het werkplan. Uit de later toegezonden mails blijkt dat de gemeente Weststellingwerf wel degelijk voorafgaand aan de start van de asbestsanering gevraagd had daarmee zo spoedig mogelijk te beginnen. Er was derhalve meer dan toestemming van de gemeente om binnen vier weken na de sloopmelding te beginnen met de werkzaamheden. Van een overtreding van toetspunt nr. 6 is derhalve geen sprake. Het wettelijk kader Het wettelijk kader wordt gevormd door de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbeidsomstandighedenbesluit, de Arbeidsomstandighedenregeling en het Werkveldspecifiek certificatieschema voor het Procescertificaat Asbestverwijdering (SC-530).

blad 5 In paragraaf 5.5 van SC-530 is bepaald dat, indien blijkt dat een certificaathouder en de onder zijn verantwoordelijkheid voor te bereiden en uit te voeren processen niet of niet meer voldoen aan de eisen of normen in het werkveldspecifieke certificatie-schema, de CKI de sancties die zijn voorgeschreven in dit schema dient op te leggen. Bij de constatering van de afwijkingen en de toepassing van sancties dient de CKI dwingend tabel 5.5.3 (bijlage H) toe te passen. Artikel 5.5.2.3 van SC-530 bepaalt dat bij de toepassing van het hierboven onder par. 5.5.2.1 en 5.5.2.2 bedoelde, de volgende verzwaringen worden toegepast: Indien tijdens een controle of onderzoek drie of meer afwijkingen, niet zijnde afwijkingen uit Categorie I, uit één categorie worden geconstateerd, dan worden deze drie of meer afwijkingen beschouwd als zijnde één afwijking uit de naastgelegen, hogere (zwaardere) Categorie; Indien binnen een periode van één jaar zesmaal een afwijking van Categorie II, III, of IV is vastgesteld, dan wordt de zesde afwijking beschouwd als zijnde een afwijking uit de naastgelegen, hogere (zwaardere) Categorie. Dit betekent dat bij elke afwijking van Categorie II, III, of IV bepaald dient te worden of er in het jaar voorafgaand aan deze afwijking vijfmaal een afwijking van Categorie II, III, of IV is vastgesteld; Indien op een bepaald moment meerdere feiten worden geconstateerd die in verschillende van de onder par. 5.5.2.1 en 5.5.2.2 genoemde categorieën vallen, dan zal het feit uit de zwaarste categorie bepalend zijn voor de door de certificatie-instelling te treffen sanctie. Artikel 5.5.3 van SC-530 bepaalt dat de vier categorieën waarop bij initiële en/of periodieke beoordeling van de (kandidaat-)certificaathouder sancties worden opgelegd, inclusief de onderverdeling in de afwijkingen zijn uitgewerkt en opgenomen in tabel 5.5.3 (bijlage H). In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 2 als een afwijking projectlocatie genoemd: Op de werklocatie is geen asbestinventarisatierapport conform SC-540 (met risicoklassering) aanwezig. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 2 een categorie-iii afwijking. In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 3 als een afwijking projectlocatie genoemd: Het werk is niet gemeld aan AI, CI en Gemeente. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 3 een categorie-iii afwijking. In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 4 als een afwijking projectlocatie genoemd: De meldingstermijn is niet in acht genomen. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 4 een categorie-iii afwijking. In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 6 als een afwijking projectlocatie genoemd: Het werkplan is niet volledig. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 6 een categorie-iii afwijking. In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 24 als een afwijking projectlocatie genoemd: aanvullingen op, afwijkingen / wijzigingen van het werkplan, V&G-plan (in het werkplan, V&G-plan, of logboek).

blad 6 Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 24 een categorie-iii afwijking. In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 38 als een afwijking projectlocatie genoemd: Het asbestafval/asbestbesmette afval dat buiten het containment, de afgeschermde werkruimte, of de glove-bag locatie, of bij openlucht condities buiten de afgezette en gemarkeerde, directe verwijderingslocatie aanwezig is, is niet volledig onbeschermd of de verpakking is niet vezeldicht. Het betreft niet-hechtgebonden asbest. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 38 een categorie-ii afwijking. In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 42 als een afwijking projectlocatie genoemd: De verpakkingen van asbestafval en/of asbestbesmette onderdelen, uitrusting stukken e.d. zijn niet uitwendig gemarkeerd met de voorgeschreven asbest-waarschuwingsstickers (Producten-besluit Asbest 2005). Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 42 een categorie-ii afwijking. In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 48 als een afwijking projectlocatie genoemd: Het containment wordt niet permanent op een onderdruk van minimaal 20 Pascal (Pa) gehouden, indien substantieel lager dan 20 Pa en het containment wordt minder dan 6 keer per uur geventileerd. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 48 een categorie-ii afwijking. In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 50 als een afwijking projectlocatie genoemd: Het werkplan / logboek bevat geen of niet de juiste berekening(en) van de benodigde ventilatiecapaciteit. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 50 een categorie-iii afwijking. In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 52 als een afwijking projectlocatie genoemd: Bij risicoklasse 3 werk: de onderdruk die in het containment heerst wordt niet continue gemeten én tegelijk continue geregistreerd (onderdruk-registratiemonitor). Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 52 een categorie-iii afwijking. In bijlage H van SC-530 wordt onder toetspunt nr. 63 als een afwijking projectlocatie genoemd: De gebruikte filter(s) van de ABM( s) zijn niet correct gemarkeerd of, luchtdicht afgedopt. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 63 een categorie-ii afwijking. In bijlage I van SC-530 is aan een categorie I-afwijking de herstelsanctie van onvoorwaardelijke intrekking van het certificaat verbonden. In bijlage J van SC-530 wordt gesteld dat het mogelijk is dat zich in een concreet geval bijzondere omstandigheden voordoen die reden zijn om van de lijsten af te wijken, omdat in het concrete geval toepassing van de lijst tot onevenredige gevolgen leidt. Bijzondere omstandigheden zijn omstandigheden die niet veel voorkomend zijn. Indien er al sprake is van bijzondere omstandigheden, zal dit niet snel leiden tot onevenredigheid.

blad 7 De beoordeling 1. Op 17 december 2015 heeft [de CKI] bij de asbestverwijdering door [bezwaarmaker] aan de Regelandisstraat 76 tot en met 82 te Zwolle een projectaudit uitgevoerd. Daarbij zijn door de auditor een drietal categorie IIIafwijkingen en een tweetal categorie II-afwijkingen van SC-530 geconstateerd. Op 22 december 2015 heeft [de CKI] bij de asbestverwijdering door [bezwaarmaker] aan de Haulerweg 73 te Wolvega een projectaudit uitgevoerd. Daarbij zijn door de auditor een tweetal categorie III-afwijkingen en een categorie II-afwijking van SC-530 geconstateerd. Daarnaast zijn er in de afgelopen twaalf maanden nog een viertal categorie IIIafwijkingen een drietal categorie II-afwijkingen uitgeschreven. Vervolgens heeft [de CKI] bij het bestreden besluit van 23 februari 2016 deze afwijkingen - na verzwaring - vastgesteld op een categorie I-afwijking en het SC-530-certificaat van [bezwaarmaker] per 24 februari 2016 onvoorwaardelijk ingetrokken. 2. Met verwijzing naar haar advies BCA 15006 stelt de commissie voorop dat de afwijkingen worden getoetst op de toetspunten in bijlage H van SC-530. Volgens paragraaf 5.5 van SC-530 dient de CKI bij de constatering van de afwijkingen en de toepassing van sancties dwingend tabel 5.5.3 (bijlage H) toe te passen. Uit artikel 5.5.3 blijkt dat de toetspunten in tabel 5.5.3 in bijlage H de omschrijvingen van de afwijkingen bevatten waarop wordt getoetst. Per toetspunt wordt de categorie van de afwijking aangeduid. Bij een aantal toetspunten wordt aangegeven van welke normen het toetspunt een uitwerking is. De toetspunten zijn een concretisering van de in SC-530 opgenomen algemene(re) normen. Uit dit systeem moet worden afgeleid dat wordt getoetst en gehandhaafd op de toetspunten in bijlage H. De commissie ziet zich in haar opvatting gesteund door een uitspraak van de rechtbank Den Haag van 5 november 2014, AWB - 14/1469 (ECLI:NL:RBDHA:2014:13245). De vaststelling van een categorie-afwijking en de oplegging van een sanctie is een belastend besluit. Daaruit volgt dat het aan [de CKI] is te bewijzen dat aan een toetspunt is voldaan. 3. [Bezwaarmaker] maakt niet alleen bezwaar tegen de afwijkingen die bij de audits op 17 en 22 december 2015 door [de CKI] zijn vastgesteld, maar ook tegen een viertal categorie III-afwijkingen en een drietal categorie II-afwijkingen die in de afgelopen twaalf maanden zijn uitgeschreven. [Bezwaarmaker] is van mening dat ook deze afwijkingen hier nog ter discussie kunnen worden gesteld. Zoals de commissie eerder onder meer bij haar advies inzake BCA 14006 heeft overwogen, dient de vaststelling van categorie-afwijkingen (niet categorie IVafwijkingen) als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb te worden aangemerkt, waartegen bezwaar openstaat. Uit het aan de commissie ter beschikking gestelde dossier is de commissie niet gebleken dat de in de afgelopen twaalf maanden uitgeschreven afwijkingen uitdrukkelijk als categorie II- of III-afwijkingen zijn vastgesteld. Evenmin is gebleken dat daaraan de sanctie van schorsing of voorwaardelijke intrekking van het certificaat is verbonden. Eerst in het hier bestreden besluit van 23 februari 2016 heeft [de CKI] de afwijkingen als categorie III-afwijkingen en categorie II-

blad 8 afwijkingen vastgesteld en aan de intrekking ten grondslag gelegd. De commissie is daarom van oordeel dat alle in het besluit genoemde afwijkingen hier nog ter discussie kunnen worden gesteld. 4. 20 mei 2015, toetspunt nr. 48, categorie II [Bezwaarmaker] bevestigt in bezwaar dat het aggregaat tijdelijk was verwijderd, maar stelt dat niet is vastgesteld dat de onderdruk daalde tot substantieel onder 20 Pascal. Juist door de hermetische afsluiting zal volgens [bezwaarmaker] de onderdruk in stand zijn gebleven. Uit het afwijkingsrapport blijkt dat de auditor ten tijde van de audit op 20 mei 2015 bij de asbestverwijdering op de projectlocatie aan de Dr. G.A. Wumkesstraat 29a te Joure heeft geconstateerd dat het aggregaat (verder geen stroom aanwezig op het pand) in de avond werd verwijderd en het containment niet meer in onderdruk was. Naar het oordeel van de commissie kan [de CKI] op basis van de constatering in het afwijkingsrapport tot de conclusie komen dat toetspunt nr. 48 werd overtreden. Het verwijderen van het aggregaat en daardoor het niet meer functioneren van de onderdrukmachines leidde onherroepelijk tot een verval van de onderdruk in een uit zeildoek bestaand containment. Dat door de hermetische afsluiting van het containment de onderdruk toch in stand zou zijn gebleven, is hoogst onaannemelijk en overigens op geen enkele wijze door bezwaarmaker objectief en verifieerbaar aangetoond. 5. 12 november 2015, toetspunt nr. 48, categorie II Inspecteurs van de ISZW hebben op 12 november 2015 bij de asbestverwijdering op de projectlocatie aan de Groningerstraat 19-35 te Assen geconstateerd dat de onderdruk in het ene containment ongeveer 3 Pascal bedroeg. Deze geconstateerde onderdruk van ongeveer 3 Pascal kan volgens de commissie bezwaarlijk anders worden beoordeeld dan substantieel lager dan de vereiste onderdruk van 20 Pascal. Hiermee staat de afwijking toetspunt nr. 48 vast. In haar advies BCA 15003 heeft de commissie ten aanzien van toetspunt nr. 48 overwogen: Naar het oordeel van de commissie dient toetspunt nr. 48 in samenhang met artikel 7.14.4, ten 13 de, van SC-530 aldus te worden uitgelegd dat het containment tijdens het asbestverwijderingswerk permanent op een onderdruk van minimaal 20 Pa wordt gehouden. Dit betekent dat het [certificaathouder] niet vrijstaat te kiezen uit de in artikel 7.14.4, ten 13 de, van SC-530 ter uitwerking opgesomde mogelijkheden. Door het uitsplitsen van de eisen van de onderdruk van 20 Pa en de minimale ventilatie van 6 keer per uur in verschillende toetspunten wordt door de wetgever aangegeven dat aan beide eisen moet worden voldaan. De commissie ziet geen reden om in dit geval anders te oordelen. De vereiste onderdruk van 20 Pascal kan niet worden gecompenseerd door een hogere ventilatie per uur. Daarom hoefde [de CKI] niet vast te stellen dat er minder dan zes maal per uur werd geventileerd. Dat zou een afwijking toetspunt nr. 49 hebben opgeleverd. Dat het juist voor de hand lag dat er ruimschoots meer dan zes maal per uur werd geventileerd, is wat er ook van zij niet relevant.

blad 9 6. 25 november 2015, toetspunten nrs. 3, 4 en 6 in categorie III, tezamen categorie II toetspunt nr. 3 Uit het afwijkingsrapport blijkt dat de auditor ten tijde van de audit op 25 november 2015 bij de asbestverwijdering op de projectlocatie aan de Osdorper Ban 154 te Amsterdam heeft geconstateerd dat de melding aan de gemeente Amsterdam niet aantoonbaar op het werk aanwezig was. Op basis van deze constatering heeft [de CKI] een afwijking toetspunt nr. 3 vastgesteld; het werk is niet gemeld aan de gemeente Amsterdam. Anders dan [bezwaarmaker] veronderstelt, is het niet voldoende dat zij het werk conform de regels bij het Webportaal meldt. Zij is ervan op de hoogte of moet ervan op de hoogte zijn dat niet alle gemeenten automatisch de melding krijgen doorgestuurd. In dat verband wijst de commissie nog op hetgeen daartoe door [bezwaarmaker] tijdens de hoorzitting desgevraagd is verklaard. Daarom dient [bezwaarmaker] dit te verifiëren. Nu geen melding aan de gemeente Amsterdam is gedaan, is terecht een afwijking toetspunt nr. 3 vastgesteld. toetspunt nr. 4 Ten tweede blijkt uit het afwijkingsrapport dat de auditor ten tijde van de audit op 25 november 2015 bij de asbestverwijdering op de projectlocatie aan de Osdorper Ban 154 te Amsterdam heeft geconstateerd dat het werk niet twee dagen voor aanvang van de sanering is gemeld via het Webportaal. Dit wordt door [bezwaarmaker] ook niet ontkend. Op basis van deze constatering heeft [de CKI] een afwijking toetspunt nr. 4 vastgesteld; de meldingstermijn is niet in acht genomen. toetspunt nr. 6 Ten derde blijkt uit het afwijkingsrapport dat de auditor ten tijde van de audit op 25 november 2015 bij de asbestverwijdering op de projectlocatie aan de Osdorper Ban 154 te Amsterdam heeft geconstateerd dat niet is aangetoond dat er een vergunning / sloopmelding is voor het verwijderen van de asbest toepassingen vermeld in de rapporten van Pro Research Projectnummer HE 1072 d.d. 15 oktober 2015. De sloopmelding is namelijk van 26 februari 2015. Op grond van artikel 7.14.4, ten derde, van SC-530 zijn in het werkplan tevens de uitvoeringseisen uit de omgevingsvergunning voor het slopen opgenomen. Als afwijking vermeldt toetspunt nr. 6: Het werkplan is niet volledig. Nu de sloopmelding van 26 februari 2015 dateert en de asbestinventarisatierapporten van 15 oktober 2015, is niet aantoonbaar dat de beheersmaatregelen zijn meegenomen in het werkplan. De sloopmelding is niet gebaseerd op de rapporten van 15 oktober 2015. [de CKI] heeft terecht een afwijking toetspunt nr. 6 vastgesteld. Anders dan [de CKI] veronderstelt, gaat het hier voor wat betreft het niet twee dagen voor aanvang van de sanering melden en het niet melden aan de gemeente Amsterdam niet om twee afzonderlijke feiten, maar om een samenloop van feiten. Het niet tijdig en niet volledig melden moet overeenkomstig artikel 5.5.2.3 van SC-530 onder één toetspunt worden geschaard. Daarom dient voor de afwijkingen toetspunten nrs. 3 en 4 te worden uitgegaan van één categorie III-afwijking.

blad 10 Dit betekent dat tijdens de audit op 25 november 2015 niet drie maar twee categorie III-afwijkingen zijn vastgesteld en dat geen sprake is van verzwaring tot een categorie II-afwijking. 7. 17 december 2015, toetspunt nr. 48, categorie II Uit het afwijkingsrapport blijkt dat de auditor ten tijde van de audit op 17 december 2015 bij de asbestverwijdering op de projectlocatie aan de Regelandisstraat 76 tot en met 82 te Zwolle heeft geconstateerd dat de onderdrukwaarden in het containment circa 16 Pascal bedragen. Op grond hiervan heeft [de CKI] terecht gesteld dat de geconstateerde onderdrukwaarden lager zijn dan de vereiste 20 Pascal en een afwijking toetspunt nr. 48 vastgesteld. Een onderdruk van 15-16 Pascal is 20-25% lager dan vereist en moet als substantieel lager dan 20 Pascal worden gezien. Zoals hiervoor onder 5 is overwogen, is het feit dat de ventilatie niet lager was dan zes maal per uur, niet relevant voor een afwijking toetspunt nr. 48. 8. 17 december 2015, toetspunt nr. 63, categorie II Uit het afwijkingsrapport blijkt dat de auditor ten tijde van de audit op 17 december 2015 bij de asbestverwijdering op de projectlocatie aan de Regelandisstraat 76 tot en met 82 te Zwolle heeft geconstateerd dat de gebruikte P3 filter niet luchtdicht is afgedopt. Naar het oordeel van de commissie heeft [de CKI] op basis van deze constatering terecht een afwijking toetspunt nr. 63 vastgesteld. Er is genoegzaam gebleken dat de powerpack niet correct was afgedopt en dat er een scheur in de louvrekap zat. Hierdoor bestaat er een risico op emissie van vezels uit de filter. [Bezwaarmaker] heeft enkel de vastgestelde feiten ontkend, maar het tegendeel is geenszins aannemelijk geworden. 9. 22 december 2015, toetspunt nr. 42, categorie II Uit het afwijkingsrapport blijkt dat de auditor ten tijde van de audit op 22 december 2015 bij de asbestverwijdering op de projectlocatie aan de Haulerweg 73 te Wolvega heeft geconstateerd dat de deksel van de onderdrukmachine niet was voorzien van een waarschuwingssticker. Op grond van artikel 7.15.12 van SC-530 dienen de gebruikte gereedschappen na afloop van de sanering te worden vrijgemaakt van bronnen met secundaire asbestvezelemissie of indien dit niet mogelijk is luchtdicht te worden verpakt in een deugdelijke stoot- en scheurvaste verpakking voorzien van een asbestgevarensticker (A-label Productenbesluit Asbest). Als afwijking vermeldt toetspunt nr. 42: De verpakkingen van asbestafval en/of asbestbesmette onderdelen, uitrusting stukken e.d. zijn niet uitwendig gemarkeerd met de voorgeschreven asbest-waarschuwingsstickers (Productenbesluit Asbest 2005). Op basis van deze bepalingen diende de gebruikte onderdrukmachine luchtdicht te worden verpakt of afgeplakt en te worden voorzien van een asbestgevarensticker. Uit de bij de het afwijkingsrapport gevoegde foto blijkt dat de deksel van de onderdrukmachine wel was afgetapet, maar dat deze deksel niet was voorzien van een asbest-waarschuwingssticker. Naar het oordeel van de commissie heeft [de CKI] het geconstateerde feit terecht als een afwijking toetspunt nr. 42 aangemerkt. Op grond van de tabel in bijlage H is een afwijking projectlocatie

blad 11 toetspunt nr. 42 een categorie-ii afwijking. Op grond van paragraaf 5.5 van SC- 530 dient de CKI dwingend tabel 5.5.3 (bijlage H) toe te passen. Het staat [de CKI] daarom niet vrij voor de afwijking een andere categorie te hanteren. 10. 17 december 2015, toetspunten nrs. 24, 38 en 50 in categorie III, tezamen categorie II toetspunt nr. 24 Uit het afwijkingsrapport blijkt dat de auditor ten tijde van de audit op 17 december 2015 bij de asbestverwijdering op de projectlocatie aan de Regelandisstraat 76 tot en met 82 te Zwolle heeft geconstateerd dat in het logboek niet was te herleiden in welke woning men bezig was en welke toepassingen men had verwijderd. Het uitvoeringsproces was niet geregistreerd. Naar het oordeel van de commissie heeft [de CKI] op basis van deze constatering terecht een afwijking toetspunt nr. 24 vastgesteld. Er is genoegzaam gebleken dat de registraties in het logboek niet compleet waren. In de tekst bij de foto s die bij het afwijkingsrapport zijn gevoegd, wordt vermeld welke registraties niet compleet waren. Ook al wordt volgens werkplan gewerkt, dan zijn deze registraties toch verplicht. Anders dan [bezwaarmaker] betoogt, heeft [de CKI] naar het oordeel van de commissie het geconstateerde feit op juiste wijze als een afwijking projectlocatie toetspunt nr. 24 en als een categorie III-afwijking gekwalificeerd. Dat het feit ook als een afwijking toetspunt nr. 16 kan worden aangemerkt en als categorie IVafwijking kan worden gekwalificeerd, maakt dat niet anders. In overeenstemming met artikel 5.5.2.3, aanhef en onder derde stip, van SC-530 heeft [de CKI] hier gekozen voor de zwaarste afwijking. toetspunt nr. 38 Ten tweede blijkt uit het afwijkingsrapport dat de auditor ten tijde van de audit op 17 december 2015 heeft geconstateerd dat in huisnummer 80 buiten het werkgebied een open zak met asbestlogo s stond met daarin tyveks welke niet meer in de originele verpakking zaten en sokken die gebruikt waren. Nu het hier om tyveks buiten de originele verpakking en gebruikte sokken gaat, moet het er voor worden gehouden dat deze materialen bij de asbestsanering zijn gebruikt en daardoor met asbeststof in aanraking (kunnen) zijn geweest en als asbestbesmet moeten worden aangemerkt. Op grond van artikel 7.15.9 van SC-530 dient het in het containment of op de werklocatie vrijkomende asbestmateriaal in combinatie met de aldaar, eventueel met asbest, verontreinigde uitrusting en het gereedschap dubbel én lucht- en vezeldicht te worden verpakt en uit het containment of werklocatie te worden gebracht. Nu het materiaal niet volgens de eisen minimaal dubbel én lucht- en vezeldicht was verpakt, heeft (de auditor van) [de CKI] het in dit geval geconstateerde feit terecht als een afwijking toetspunt nr. 38 en als een categorie III-afwijking gekwalificeerd. toetspunt nr. 50 Ten derde blijkt uit het afwijkingsrapport dat de auditor ten tijde van de audit op 17 december 2015 heeft geconstateerd dat geen berekening van de benodigde ventilatiecapaciteit van het in werking zijnde containment aanwezig was.

blad 12 [Bezwaarmaker] heeft in bezwaar enkel gesteld dat de juiste berekening van de ventilatiecapaciteit wel degelijk bij het werkplan en het logboek zat. In het besluit zienswijzen van 5 februari 2016 heeft [de CKI] na bestudering van de stukken geconcludeerd dat de juiste berekening niet in het dossier aanwezig was. Naar het oordeel van de commissie is de afwijking toetspunt nr. 50 terecht vastgesteld. Nu tijdens de audit op 17 december 2015 drie categorie III-afwijkingen zijn geconstateerd, moeten deze afwijkingen op grond van artikel 5.5.2.3, aanhef en onder eerste stip, worden beschouwd als een categorie II-afwijking. 11. 11 februari 2015, toetspunt nr. 2, categorie III Uit het afwijkingsrapport blijkt dat op 23 januari 2015 een toezichthouder van het team Toezicht en handhaving van de gemeente Leeuwarden de asbestsaneringslocatie aan de Stationsweg 11 te Leeuwarden heeft bezocht. Geconstateerd is dat het type A asbestinventarisatierapport was voorzien van een verouderde SMA-rt, namelijk van 21 januari 2014. Op basis van deze constatering heeft [de CKI] een afwijking van toetspunt nr. 2 vastgesteld; op de werklocatie is geen asbest-inventarisatierapport conform SC-540 (met risicoklassering) aanwezig. [Bezwaarmaker] merkt op dat er wel een asbestinventarisatierapport aanwezig was. De daarin opgenomen risicoklassering dateerde echter van begin 2014. Daardoor voldeed het asbestinventarisatierapport niet meer aan SC-540. Het rapport had moeten worden voorzien van een nieuwe SMA-rt uitdraai en een inlegvel. De wijziging van het Asbestverwijderingsbesluit is op 1 juli 2014 ingegaan. Vanaf die datum had het asbestinventarisatierapport moeten worden aangepast. In het kader van haar handhaving voerde de Inspectie SZW een (gedoog)beleid om eerst vanaf 10 augustus 2014 op te treden, indien risicoklasseringen van vóór 1 juli 2014 dan nog niet waren aangepast. Dit gedoogbeleid werd door [de CKI] gevolgd. Nu het asbestinventarisatierapport in januari 2015 nog niet was aangepast, heeft [de CKI] terecht een afwijking toetspunt nr. 2 vastgesteld. Daaraan doet niet af dat de saneringswerkzaamheden al in risicoklasse 2 zouden zijn uitgevoerd. Feit blijft dat op de werklocatie geen asbestinventarisatierapport conform SC-540 (met actuele risicoklassering) aanwezig was. 12. 16 juli 2015, toetspunt nr. 4, categorie III Uit het afwijkingsrapport blijkt dat de auditor ten tijde van de audit op 16 juli 2015 bij de asbestverwijdering op de projectlocatie aan de Rysterdyk 11 en 13 te Bakhuizen heeft geconstateerd dat het werk met kenmerk 629018 op 14 juli 2015 om 15:00 uur is gemeld met als uitvoering 15 tot en met 16 juli 2015. Er is geen spoedgeval van toepassing op locatie. Op basis van deze constatering heeft [de CKI] een afwijking toetspunt nr. 4 vastgesteld; de meldingstermijn is niet in acht genomen. [Bezwaarmaker] stelt daarentegen dat er materieel geen sprake van een overtreding was, omdat zij adequaat actie heeft ondernomen toen een gevaarlijke situatie werd aangetroffen. Hiervoor dient geen afwijking te worden vastgesteld. Bijlage J biedt daarvoor de grondslag.

blad 13 De commissie volgt [bezwaarmaker] niet in haar standpunt. Zo al sprake was van een calamiteit, dan biedt artikel 7.14.5 de mogelijkheid het werk onmiddellijk te verrichten en de melding binnen 24 uur na aanvang van het werk te doen. Ook van deze mogelijkheid heeft [bezwaarmaker] geen gebruik gemaakt. Van bijzondere omstandigheden om niet binnen 24 uur te melden, op grond waarvan [de CKI] de afwijkingen zou moeten terugschalen, is niet gebleken. 13. 5 november 2015, toetspunt nr. 3, categorie III Uit het afwijkingsrapport blijkt dat de auditor ten tijde van de audit op 5 november 2015 bij de asbestverwijdering op de projectlocatie aan de Osdorper Ban 154 te Amsterdam heeft geconstateerd dat het asbestwerk met kenmerk 656012 is gemeld via het Webportaal. De melding is niet automatisch doorgestuurd naar de gemeente. Op de werklocatie zijn geen andere bewijzen waarop het asbestwerk aantoonbaar is gemeld bij de gemeente. Op basis van deze constatering heeft [de CKI] een afwijking toetspunt nr. 3 vastgesteld; het werk is niet gemeld aan de gemeente Amsterdam. Anders dan [bezwaarmaker] veronderstelt, is niet voldoende dat zij het werk conform de regels bij het Webportaal meldt. Zij is ervan op de hoogte of moet ervan op de hoogte zijn dat niet alle gemeenten automatisch de melding krijgen doorgestuurd. Daarom dient [bezwaarmaker] dit te verifiëren. Nu geen melding aan de gemeente Amsterdam is gedaan, heeft [de CKI] terecht een afwijking toetspunt nr. 3 vastgesteld. Het feit dat de gemeente Amsterdam toch wel via een andere weg op de hoogte zou zijn van de werkzaamheden, doet er niet aan af dat de werkzaamheden niet waren gemeld en toetspunt nr. 3 is overtreden. 14. 22 december 2015, toetspunt nr. 4, categorie III Uit het afwijkingsrapport blijkt dat de auditor ten tijde van de audit op 22 december 2015 bij de asbestverwijdering op de projectlocatie aan de Haulerweg 73 te Wolvega heeft geconstateerd dat de melding aan de gemeente Weststellingwerf niet aantoonbaar twee dagen voor aanvang van het werk is uitgevoerd. Volgens de melding zal het werk op 22 december 2015 starten. Op basis van deze constatering heeft [de CKI] een afwijking toetspunt nr. 4 vastgesteld; de meldingstermijn is niet in acht genomen. [Bezwaarmaker] stelt dat zij op 22 december 2015 was begonnen met de opbouw van de asbestsanering, waaronder het installeren van de machines en het opbouwen van de containment. De daadwerkelijke asbestverwijdering begon pas op 23 december 2015, wat betekent dat de meldingstermijn van twee dagen in acht is genomen. De commissie volgt [bezwaarmaker] niet in haar standpunt. Zoals de commissie in haar advies BCA 15006 heeft overwogen, wordt het begin van de asbestverwijderingswerkzaamheden gemarkeerd door het begin van de feitelijke werkzaamheden, waaronder ook voorbereidende werkzaamheden vallen. Een andere opvatting zou er toe leiden dat SC-530 afhankelijk van de beschrijving in het werkplan van toepassing is en asbestverwijderingswerkzaamheden zouden kunnen plaatsvinden, waarbij niet aan SC-530 zou hoeven te worden voldaan. In dit geval heeft [de CKI] terecht een afwijking toetspunt nr.4 vastgesteld.

blad 14 15. 22 december 2015, toetspunt nr. 6, categorie III Uit het afwijkingsrapport blijkt dat de auditor ten tijde van de audit op 22 december 2015 bij de asbestverwijdering op de projectlocatie aan de Haulerweg 73 te Wolvega heeft geconstateerd dat de sloopmelding nog niet geldig is, de termijn van vier weken is nog niet verstreken. Er is door de gemeente Weststellingwerf geen toestemming verleend om af te wijken van de gestelde termijn in het Bouwbesluit 2012, artikel 1.26. De uitvoeringseisen uit de sloopvergunning zijn niet overgenomen in het werkplan. Op grond van artikel 7.14.4, ten derde, van SC-530 zijn in het werkplan tevens de uitvoeringseisen uit de omgevingsvergunning voor het slopen opgenomen. Als afwijking vermeldt toetspunt nr. 6: Het werkplan is niet volledig. Op basis van deze bepalingen diende [bezwaarmaker] de termijn van vier weken in het werkplan op te nemen en in acht te nemen, alvorens met de asbestverwijdering kon worden begonnen. Anders dan [bezwaarmaker] stelt, bestaat de afwijking van toetspunt nr. 6 niet uit het feit dat niet voldaan is aan artikel 1.26 van het Bouwbesluit 2012, maar uit het feit dat de termijn van vier weken niet in het werkplan is opgenomen. Op het moment van de audit was in het werkplan geen toestemming van de gemeente Weststellingwerf opgenomen om eerder met de asbestverwijdering te beginnen. [De CKI] heeft terecht een afwijking toetspunt nr. 6 vastgesteld. 16. Op grond van bijlage J van SC-530 kan in geval van bijzondere omstandigheden van de lijsten in bijlage H worden afgeweken, als toepassing van de lijst in een concreet geval tot onevenredige gevolgen leidt. In hetgeen [bezwaarmaker] heeft aangevoerd en ook overigens ziet de commissie geen bijzondere omstandigheden op grond waarvan [de CKI] de afwijkingen zou moeten terugschalen en een lagere of geen sanctie zou moeten opleggen. 17. Anders dan [bezwaarmaker] veronderstelt, is de intrekking niet als een straf aan te merken. De op grond van het Asbestverwijderingsbesluit en SC-530 door de CKI op te leggen sancties dienen te worden aangemerkt als herstelsancties en niet als bestraffende sancties als bedoeld in artikel 5:2 van de Awb. In (onder meer bijlage I van) SC-530 worden de sancties ook als herstelsancties aangeduid. De sancties worden opgelegd in het belang van het leven en de gezondheid van mensen. Met de intrekking van het certificaat wordt beoogd [bezwaarmaker] als certificaathouder de gelegenheid te bieden orde op zaken te stellen en de nodige maatregelen te treffen om de geconstateerde tekortkomingen te verhelpen, zodat afwijkingen in de toekomst worden voorkomen. Na twaalf maanden kan [bezwaarmaker] een nieuw certificaat aanvragen. Niet blijkt dat met de intrekking is beoogd leed toe te voegen. Van het opleggen van een straf is daarom geen sprake. Dat de maatregel ingrijpende gevolgen voor de betrokken onderneming heeft, maakt dit niet anders. 18. De commissie komt tot de volgende conclusie. Zoals hiervoor onder punt 6 is overwogen, zijn tijdens de audit op 25 november 2015 niet drie maar twee categorie III-afwijkingen vastgesteld. Aldus kan geen sprake zijn van verzwaring tot een categorie II-afwijking. De overige afwijkingen heeft [de CKI] terecht vastgesteld. Dit betekent dat geen sprake is van acht categorie II-afwijkingen, maar van zeven categorie II-afwijkingen.

blad 15 Deze zeven categorie II-afwijkingen leiden - na verzwaring - tot een categorie I-afwijking. Daarom heeft [de CKI] bij het bestreden besluit terecht het SC-530-certificaat van [bezwaarmaker] per 24 februari 2016 onvoorwaardelijk ingetrokken. Het bestreden besluit kan met aanpassing van motivering in stand worden gelaten. De proceskosten [Bezwaarmaker] verzoekt om vergoeding van proceskosten die zij in het kader van deze bezwaarschriftprocedure heeft moeten maken. Op grond van artikel 7:15, tweede lid, van de Awb worden de proceskosten in verband met de behandeling van het bezwaar uitsluitend vergoed voorzover het bestreden besluit wordt herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. Uit het vorenstaande volgt dat het bezwaar ongegrond is en het bestreden besluit niet hoeft te worden herroepen. Daarom biedt artikel 7:15 van de Awb geen grondslag voor de gevraagde proceskostenvergoeding. Het advies De commissie adviseert [de CKI]: 1. het bezwaar ongegrond te verklaren en het bestreden besluit met aanpassing van motivering in stand te laten; 2. de gevraagde vergoeding van de kosten in verband met de behandeling van het bezwaar af te wijzen. Dit advies is gegeven door Oisterwijk, 4 mei 2016. De Bezwaarschriftencommissie Ascert de secretaris de voorzitter