Am Anfang steht eine idee het begint bij een idee

Ihr Weg zum INTERREG-projekt op weg naar een interreg-project Am Anfang steht eine idee het begint bij een idee

Am Anfang steht Eine idee Ein erfolgreiches, grenzüberschreitendes INTERREG-Projekt fußt immer auf einer zukunftsweisenden Idee. Einer Vision, die Deutsche und Niederländer gemeinsam entwickelt und mit Unterstützung der INTERREG- Förderung in die Tat umgesetzt haben. Wir wissen, dass in der Grenzregion viele solcher Ideen und Visionen existieren. Mit dieser Broschüre wollen wir Ihnen den Weg von einer Idee zu einem konkreten Projektantrag erleichtern. Hier finden Sie Antworten auf die wichtigsten Fragen zur INTERREG-Förderung im deutsch-niederländischen Grenzraum, ein kleines INTERREG-ABC und die wichtigsten Ansprechpartner. Wir freuen uns auf Ihre Ideen! Von einer guten Idee... Die grenznahen Regionen gelten als die Nahtstellen der Europäischen Union. Nirgendwo sonst zeigt sich die Bedeutung des Abbaus von nationalstaatlichen Grenzen durch den Europäischen Integrationsprozess besser. Um diese Nahtstellen optimal miteinander zu verknüpfen, hat die EU ein spezielles Förderprogramm für Grenzregionen aufgelegt: INTERREG. Insgesamt 8,9 Milliarden Euro an EU-Geldern fließen zwischen 2015 und 2022 in grenzübergreifende, innovative Projekte in ganz Europa. Einen Teil dieser Fördermittel hat die Europäische Union für den deutsch-niederländischen Grenzraum zwischen Nordseeküste und Niederrhein zur Verfügung gestellt. Innerhalb des Fördergebietes des INTERREG-Programms Deutschland-Nederland können somit in den kommenden Jahren insgesamt über 440 Millionen Euro in deutsch-niederländische Projekte investiert werden. Die Schwerpunkte der Förderung liegen in den Bereichen: + + Erhöhung der Innovationskraft in der Grenzregion + + Beseitigung der Hemmnisse, die die Grenze verursacht INTERREG Deutschland-Nederland 2

Het begint BIJ een Idee. Aan een succesvol, grensoverschrijdend INTERREG project ligt altijd een toekomstgericht idee ten grondslag. Een visie, die Duitsers en Nederlanders gemeenschappelijk hebben ontwikkeld en met ondersteuning van INTERREG subsidie in de praktijk hebben gebracht. We weten dat in de grensregio veel van zulke ideeën en visies aanwezig zijn. Met deze brochure willen wij u laten zien hoe u een concrete projectaanvraag indient. Hier vindt u antwoorden op de belangrijkste vragen over de subsidiemogelijkheden in het Duits-Nederlandse grensgebied, een klein INTERREG-abc en de relevante contactpersonen. Wij kijken uit naar uw ideeën! De regio s langs de grens worden in de Europese Unie gezien als verbindende schakels. Nergens anders is de betekenis van het doorbreken van nationale staatsgrenzen door de Europese integratie beter zichtbaar. Om de grensregio s nog beter met elkaar te verweven, heeft de EU een speciaal stimuleringsprogramma opgezet: INTERREG. Tussen 2015 en 2022 is er in totaal 8,9 miljard euro aan EU-gelden beschikbaar voor grensoverschrijdende, innovatieve projecten in heel Europa.... naar een succesvol project. INTERREG Deutschland-Nederland Een deel van deze subsidiegelden heeft de Europese Unie ter beschikking gesteld aan het Nederlands- Duitse grensgebied tussen de Waddenzee en de Niederrhein. Binnen het subsidiegebied van het INTERREG-programma Deutschland-Nederland kan daarmee de komende jaren in totaal voor meer dan 440 miljoen euro in Nederlands-Duitse projecten worden geïnvesteerd. Bij de subsidiëring ligt het accent op het gebied van: + + Vergroten van de innovatiekracht in de grensregio + + Wegnemen van de grens als barrière 3

Zuid- west- Friesland Noord- Friesland Zuidoost- Friesland Overig- Groningen Noord- Drenthe 3 Oost- Groningen 2 Aurich Leer Wittmund 1 Ammerland 4 LK Oldenburg 5 Flevoland Veluwe Zuid- west- Overijssel Noord- Overijssel Zuidwest- Drenthe Twente Wesermarsch Friesland Zuidoost- Drenthe Grafschaft Bentheim Emsland Steinfurt Cloppenburg LK Osnabrück 6 Vechta Achterhoek Zuidwest- Gelderland Arnhem / Nijmegen Borken Coesfeld 7 WArendorf Noordoost- Noord-Brabant Kleve Wesel Zuidoost-Noord- Brabant Midden- Limburg Noord- Limburg Viersen 11 9 Rhein- Kreis- Neuss 8 10 Subsidiegebied Fördergebiet INTERREG V A Deutschland- Nederland 1 Wilhelmshaven 2 Emden 3 Delfzijl en omgeving 4 Stadt Oldenburg 5 Delmenhorst 6 Stadt Osnabrück 7 Münster 8 Duisburg 9 Krefeld 10 Düsseldorf 11 Mönchengladbach 4

Programmgebiet Programmagebied Interreg Deutschland-Nederland Wo können Projekte durchgeführt werden? Projekte können prinzipiell im gesamten Programmgebiet des INTERREG V A-Programms durchgeführt werden. Wie auf der nebenstehenden Karte zu sehen ist, gehören dazu neben den westlichen Teilen von Nordrhein-Westfalen und Niedersachsen auch Teile von acht niederländischen Provinzen. In Ausnahmefällen können auch Partner, die ihren Sitz außerhalb des Programmgebietes haben, an Projekten teilnehmen. Das ist aber an besondere Bedingungen geknüpft. Deshalb sollten Sie dies in jedem Fall zu einem frühen Zeitpunkt mit dem regionalen Programmmanagement besprechen. Wer kann ein Projekt beantragen? Projektanträge im Rahmen des INTERREG V A-Programms Deutschland-Nederland können Gemeinden, Gemeindeverbände, Vereine und sonstige juristische Personen des öffentlichen und privaten Rechts sowie natürliche Personen, die ein Unternehmen betreiben, stellen. Im Wettbewerb stehende Unternehmen können eine Förderung allerdings nur dann in Anspruch nehmen, wenn sie in einem Projekt mit Bildungseinrichtungen (Universitäten, Fachhochschulen, etc.) zusammenarbeiten oder wenn es sich bei dem geplanten Vorhaben um ein Verbundprojekt handelt, das von mehreren Unternehmen gemeinsam entwickelt und durchgeführt wird. Bei dieser Art der Förderung werden kleine und mittlere Unternehmen vorrangig berücksichtigt. Waar kunnen de projecten worden uitgevoerd? In principe kunnen er in het hele programmagebied van het INTERREG V A programma projecten worden gerealiseerd. Zoals op de kaart hiernaast is te zien bestaat het programmagebied uit het grootste deel van de acht Nederlandse grensprovincies en de westelijke delen van Nordrhein-Westfalen en Niedersachsen. In geval van uitzondering kunnen partners van buiten het programmagebied deelnemen aan projecten. Dat kan echter alleen onder bepaalde voorwaarden. Daarom is het goed om dit in een vroeg stadium te bespreken met het regionale programmamanagement. Wie kan een project aanvragen? Projectaanvragen in het kader van het INTERREG V A programma Deutschland-Nederland kunnen door gemeenten, regionale overheden, verenigingen en andere publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen, alsmede door natuurlijke personen die een onderneming voeren, worden ingediend. Concurrerende ondernemingen kunnen echter alleen aanspraak maken op een subsidie wanneer zij binnen een project samenwerken met onderwijsinstellingen (universiteiten, hogescholen etc.) of als het plan een samenwerkingsproject betreft, dat door meerdere ondernemingen gezamenlijk wordt ontwikkeld en uitgevoerd. Bij deze vorm van subsidiëring ligt de prioriteit bij het midden- en kleinbedrijf. _ www.deutschland-nederland.eu 5

FörderKriterien Projektfinanzierung Antragstellung Was sind die Kriterien für ein INTERREG- Projekt? Die Europäische Union verfolgt mit der INTERREG- Förderung das Ziel, die Regionen in Grenznähe enger zusammenzuführen. Deshalb kommt eine Förderung nur dann in Frage, wenn ein Projekt grenzübergreifend angelegt ist. Das heißt, es müssen Partner und Personen von beiden Seiten der Grenze aktiv in die Ausarbeitung und Durchführung des Projektes eingebunden sein. Außerdem muss die Finanzierung von beiden Seiten getragen werden. Für jedes Projekt muss ein Lead Partner benannt werden, der für sich und seine Partner den gemeinsamen Förderantrag stellt und die Verantwortung für die Projektabwicklung gegenüber dem Programm übernimmt. Eine Chance auf Förderung haben nur Projekte, die den Zielsetzungen des Kooperationsprogramms entsprechen und die in die nationalen und regionalen Entwicklungsstrategien passen. Weitere Informationen zu den Förderkriterien erhalten Sie beim regionalen Programmmanagement in Ihrer Nähe. Die Rahmenrichtlinie zum INTERREG- Programm, in der sämtliche Förderbestimmungen aufgenommen sind, steht außerdem auf www. deutschland-nederland.eu zum Download bereit. Was sind strategische Initiativen? Zur Umsetzung der Ziele im Bereich der Innovation sind fünf zentrale Sektoren im Programmgebiet definiert worden: + + Agrobusiness & Food + + Health & LifeSciences + + High Tech Systems & Materials (HTSM) + + Logistik + + Energie & CO 2 -arme Wirtschaft den richtigen Mix finden Sprechen Sie Ihr regionales Programmmanagement (RPM) an, dort wird Ihnen gerne weitergeholfen. 6

Subsidiecriteria Projectfinanciering Aanvraagprocedure Aan welke criteria moet een INTERREGproject voldoen? Het doel van de Europese Unie met de INTERREG-subsidie is de grensregio s nader tot elkaar te brengen. Daarom komt een project uitsluitend voor subsidie in aanmerking als de opzet grensoverschrijdend is. Dat betekent dat er partners en personen van beide zijden van de grens betrokken moeten zijn bij de uitwerking en uitvoering van het project. Bovendien dient de financiering door beide zijden worden gedragen. Voor elk project moet een lead partner worden benoemd die voor de partners en voor zichzelf de gemeenschappelijke subsidieaanvraag verzorgt en de verantwoordelijkheid voor de afhandeling van het project tegenover het programma op zich neemt. Alleen projecten waarvan de doelstellingen overeenkomen met die van het samenwerkingsprogramma en die binnen het kader van nationale en regionale ontwikkelingsstrategieën vallen, komen voor subsidie in aanmerking. Meer informatie over de subsidiecriteria is verkrijgbaar bij het regionale programmamanagement bij u in de buurt. De subsidierichtlijnen voor het INTERREG-programma kunnen bovendien worden gedownload via www.deutschland-nederland.eu. Wat zijn strategische initiatieven? Om de doelstellingen op het gebied van innovatie te bereiken zijn er binnen het programmagebied vijf speerpuntsectoren benoemd: + + Agribusiness & Food + + Health & LifeScience + + High Tech Systems & Materials (HTSM) + + Logistiek + + Energie & CO 2 -arme economie Een expertgroep met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, de wetenschap en de overheid heeft voor elk van deze sectoren een strategisch initiatief ontwikkeld. Dit strategisch initiatief is een document waarin de belangrijkste uitdagingen, ontwikkelingen en grensoverschrijdende kansen voor de betreffende sector worden beschreven. Het document biedt een kader voor de projecten die binnen deze sector worden uitgevoerd. Alle projectconcepten binnen de strategische initiatieven worden - voor uitwerking van de definitieve aanvraag - ter beoordeling voorgelegd aan het innovatie-overleg. Met de strategische initiatieven worden een gefocusseerde inzet van de middelen en een hogere kwaliteit van de projecten nagestreefd. Dat is een belangrijke voorwaarde voor het bereiken van de doelstellingen op het gebied van innovatie. Projecten in het kader van strategische initiatieven zijn niet gebonden aan een bepaalde regio binnen het programmagebied. Er kunnen projecten op regionaal niveau worden uitgevoerd, maar ook projecten met partners uit het gehele programmagebied. Doorslaggevend voor de beoordeling zijn de inhoud en de kwaliteit van het project. Alle vijf de strategische initiatieven kunnen worden gedownload via www.deutschland-nederland.eu. 7

Eine Gruppe von Experten aus Wirtschaft, Wissenschaft und Behörden hat zu jedem dieser Sektoren eine Strategische Initiative erarbeitet. Die strategische Initiative ist ein Dokument, in dem die wichtigsten Herausforderungen, Entwicklungen und grenzüberschreitenden Chancen für den jeweiligen Sektor beschrieben sind. Dieses Dokument bildet den Rahmen für alle Projekte, die in dem jeweiligen Sektor durchgeführt werden. Alle Projektkonzepte, die in eine strategische Initiative passen, werden vor der Ausarbeitung des definitiven Antrags dem Innovatie-Overleg zur Beurteilung vorgelegt. Durch die strategischen Initiativen soll ein gezielter Einsatz von Fördermitteln und eine höhere Qualität der Projekte bewirkt werden. Dies ist eine wichtige Voraussetzung für die Verwirklichung der Programmziele im Bereich der Innovation. Projekte im Rahmen strategischer Initiativen sind nicht an eine bestimmte Region innerhalb des Programmgebiets gebunden. Es können sowohl Projekte auf regionaler Ebene durchgeführt werden als auch Projekte, die sich über das gesamte Programmgebiet erstrecken. Maßgeblich für die Beurteilung sind der Inhalt und die Qualität der Projekte. Alle fünf strategischen Initiativen stehen auf www.deutschland-nederland.eu zum Download zur Verfügung. Wie kann ein Projekt finanziert werden? Die Gesamtfinanzierung eines grenzübergreifenden Projektes setzt sich in der Regel aus drei flexiblen Bausteinen zusammen: Eigenbeiträge der Projektpartner, EU-Mittel und nationale Mittel. Im INTERREG-Programm Deutschland-Nederland gilt das Prinzip der Fehlbetragsfinanzierung. Das bedeutet, zunächst ist darzulegen, welchen Anteil an den Projektkosten die Projektpartner selber tragen. Insbesondere bei Projekten, die eine hohe Beteiligung von privaten Partnern aufweisen, erwarten die INTERREG-Partnern in der Regel einen erheblichen eigenen Beitrag, der deutlich über 20% der Gesamtkosten liegt. Die verbleibende Finanzierungslücke wird dann durch die EU-Mittel und nationale Mittel gedeckt. Für die nationale Kofinanzierung kommen auf deutscher Seite insbesondere das Wirtschaftsministerium NRW und die Niedersächsische Staatskanzlei in Frage. Auf der niederländischen Seite sind das Wirtschaftsministerium der Niederlande und die acht niederländischen Grenzprovinzen erste Ansprechpartner. Es ist sinnvoll, bereits in einem sehr frühen Stadium mit den potentiellen nationalen Kofinanziers (z.b. Provinzen, in denen das Projekt durchgeführt wird, oder zuständige Ministerien) Kontakt aufzunehmen. Beratung zur gesamten finanziellen Kalkulation eines Projektes bieten auch die regionalen Programmmanagements. Wie stelle ich einen Projektantrag? Am Anfang jedes Projektes steht eine Idee. Diese Idee sollte zunächst mit potentiellen Partnern, Finanziers und dem zuständigen regionalen Programmmanagement ausführlich besprochen und weiter ausgearbeitet werden. Dafür kann die Vorlage für ein Projektkonzept von der Website 8

Hoe kan een project worden gefinancierd? De financiering van een grensoverschrijdend project bestaat meestal uit drie elementen: een eigen bijdrage van de projectpartners, EUmiddelen en nationale middelen. Binnen het INTERREG-programma wordt er gewerkt met de zogenoemde tekortfinanciering. Dat betekent dat eerst moet worden onderzocht welk aandeel aan de projectkosten de projectpartners zelf kunnen dragen. Vooral bij projecten waaraan veel private partners deelnemen wordt door de INTERREGpartners meestal een aanzienlijke eigen bijdrage verwacht, die ruim boven 20% van de totale kosten ligt. Het financieringstekort dat overblijft kan door de EU-middelen en nationale middelen worden gedekt. Voor de nationale cofinanciering komen aan Duitse zijde met name het Wirtschaftsministerium van Nordrhein-Westfalen en de Niedersächsische Staatskanzlei in aanmerking. Aan Nederlandse zijde zijn het Ministerie van Economische Zaken en de acht Nederlandse grensprovincies de eerste aanspreekpartners. Het is zinvol reeds in een zeer vroeg stadium contact op te nemen met potentiële nationale cofinanciers (bijvoorbeeld de provincies waar het project wordt gerealiseerd of de verantwoordelijke ministeries). De regionale programmamanagements geven advies over de financiële opzet van een project. Hoe dien ik een projectaanvraag in? Een project begint met een idee. Dit idee moet eerst met de potentiële partners, financiers en het verantwoordelijke regionale programmamanagement worden besproken en verder worden uitgewerkt. Hiervoor kan het model voor een projectconcept van de website Samen verder denken. Sprechen Sie Ihr regionales Programmmanagement (RPM) an, dort wird Ihnen gerne weitergeholfen. 9

www.deutschland-nederland.eu heruntergeladen werden. Diese Skizze bietet die optimale Vorbereitung für den späteren Projektantrag. Der eigentliche Antrag kann dann bequem mit Hilfe des Projektverwaltungssystems InterDB5 ausgefüllt werden. Dank dieses Online-Systems ist der zuständige Projektkoordinator beim regionalen Programmmanagement jederzeit über den Stand der Antragserstellung informiert. So ist eine optimale Betreuung schon in der Erstellungsphase möglich. Gemeinsam Innovationen schaffen INTERREG Deutschland-Nederland Was passiert mit meinem Antrag? Nachdem der vollständig ausgefüllte Antrag über InterDB5 offiziell beim Programm eingereicht ist, wird er zunächst inhaltlich und finanziell geprüft und beraten. Erst nach diesem Prüfprozess wird das Projekt dem regionalen Lenkungsausschuss zur Abstimmung vorgelegt. In den insgesamt vier Lenkungsausschüssen (einer pro Programmmanagement) sitzen jeweils die regional zuständigen Partner (Ministerien, Provinzen, usw.) und entscheiden gemeinsam über Projekte. Da es sich bei den Fördermitteln zum größten Teil um öffentliche Gelder also Steuergelder handelt, werden die beantragten INTERREG-Projekte sehr intensiv betreut und geprüft. Das bedeutet, dass der Weg von einer Projektidee zum genehmigten Antrag mehrere Monate dauern kann. Wie geht s weiter nach der Genehmigung? Nach der Entscheidung des Lenkungsausschusses, verschickt die Bewilligende Stelle bei der Bezirksregierung Münster eine Bewilligung, in der die Fördermittel für das Projekt offiziell zugesagt werden. Damit ist der offizielle Startschuss für ein Projekt gefallen. Um die für ein Projekt bewilligten Mittel abzurufen, können über den Lead Partner mehrmals im Jahr so genannte Mittelabrufe eingereicht werden, in denen die angefallenen Kosten aller Partner zusammengestellt sind. Nach einer Prüfung werden die Fördergelder von der Bescheinigungsbehörde ausgezahlt. Vorschüsse werden im Rahmen des INTERREG- Programms in der Regel nicht gezahlt. Um den inhaltlichen und finanziellen Fortschritt des Projektes zu dokumentieren, müssen die Projektpartner zwei Mal im Jahr Bericht an das regionale Programmmanagement erstatten. Das funktioniert ähnlich wie beim Antragsverfahren einfach und komfortabel mit Hilfe des Programms InterDB5. _ www.deutschlandnederland.eu 10

www.deutschland-nederland.eu worden gedownload. Dit model biedt de optimale voorbereiding voor de latere projectaanvraag. De eigenlijke aanvraag dient dan online met behulp van het programma InterDB5 te worden ingevuld. Door het online invullen is de verantwoordelijke projectcoördinator bij het regionale programmamanagement altijd op de hoogte van de status van de aanvraag. Zo is er al in de uitwerkingsfase een optimale begeleiding mogelijk. samen nieuwe dingen ontdekken Wat gebeurt er met mijn aanvraag? Nadat de volledig ingevulde aanvraag via InterDB5 officieel is ingediend bij het programma volgt er een inhoudelijke en financiële toetsing en bespreking. Pas na de toetsing wordt het project ter besluitvorming voorgelegd aan de regionale stuurgroep. De regionaal verantwoordelijke partners (ministeries, provincies, etc.) maken deel uit van de in totaal vier stuurgroepen (één voor elk programmamanagement). Gezamenlijk beslissen zij over de projecten. Aangezien het bij de subsidiegelden grotendeels om publieke middelen dus belastinggelden gaat, worden de aangevraagde INTERREG projecten zeer intensief begeleid en gecontroleerd. Dat betekent dat het traject van projectidee tot goedgekeurde aanvraag meerdere maanden in beslag kan nemen. Hoe gaat het verder na de goedkeuring? Na het besluit van de stuurgroep verstuurt de beschikkende instantie bij de Bezirksregierung Münster een beschikking, waarin de subsidiegelden voor het project officieel worden toegezegd. INTERREG Deutschland-Nederland Daarmee wordt het officiële startschot voor een project gegeven. Om de toegewezen middelen voor een project op te vragen, kunnen er via de lead partner meerdere malen per jaar declaraties worden ingediend. Daarin worden de gemaakte kosten van alle partners opgegeven. Na een controle worden de subsidiegelden door de Certificeringsautoriteit uitgekeerd. Er worden in het kader van het INTERREG programma normaal gesproken geen voorschotten betaald. Om de inhoudelijke en financiële voortgang van het project te documenteren, moeten de projectpartners tweemaal per jaar een rapportage aan het regionale programmamanagement uitbrengen. Dat gaat net als bij de aanvraagprocedure gemakkelijk online met behulp van het programma InterDB5. _ www.deutschlandnederland.eu 11

INTERREG-Abc Kleines INTERREG- ABC Begleitausschuss Zwei bis drei Mal im Jahr kommen die Vertreter aller 15 INTERREG-Partner im Begleitausschuss zusammen, um richtungsweisende Entscheidungen für das INTERREG-Programm Deutschland- Nederland zu treffen. Sie entscheiden allerdings nicht über einzelne Projekte. Bescheinigungsbehörde Die Bescheinigungsbehörde verwaltet die nationalen und europäischen Fördermittel und ist außerdem für die korrekte Auszahlung dieser Mittel an die Lead Partner zuständig. Die Bescheinigungsbehörde hat ihren Sitz bei der EUREGIO. Bewilligende Stelle Nach der Genehmigung eines Projektes im Lenkungsausschuss erstellt die Bewilligende Stelle (Bezirksregierung Münster) die offizielle Bewilligung, in der dem Lead Partner die Fördergelder zugesagt und mögliche Auflagen mitgeteilt werden. Evaluation Die Europäische Kommission und die INTERREG- Partner legen großen Wert auf die Effizienz, die Effektivität und die Auswirkungen des INTERREG- Programms. Deshalb müssen die Projekte ihre Ergebnisse mit Hilfe von Indikatoren quantifizieren und es werden regelmäßig inhaltliche Evaluationen durchgeführt, bei denen die Projekte um Input gebeten werden. First Level Control (FLC) Die förderfähigen Kosten im INTERREG-Programm Deutschland-Nederland müssen vor der Auszahlung von Fördermitteln auf die Einhaltung der Richtlinien des Programms geprüft werden. Mit dieser Aufgabe wurde eine First-Level-Control- Stelle beauftragt, die an vier verschiedenen Stellen im Programmgebiet mit Regionalbüros vertreten ist. Diese Prüfstelle muss von allen Projekten genutzt werden. Ohne die Bestätigungen der FLC können keine Fördermittel ausgezahlt werden. Gemeinsames INTERREG-Sekretariat Das Gemeinsame INTERREG-Sekretariat unterstützt die Verwaltungsbehörde bei der Durchführung des INTERREG-Programms. Das Sekretariat bereitet u.a. die Sitzungen des Begleitausschusses vor, bearbeitet Informationsanfragen und ist für die Öffentlichkeitsarbeit des Programms verantwortlich. Seinen Sitz hat das Gemeinsame INTERREG- Sekretariat bei der Euregio Rhein-Waal in Kleve. InterDB 5 Zur Projektverwaltung wird im INTERREG-Programm Deutschland-Nederland das Online-System InterDB5 genutzt. Es gewährleistet, dass viele Abläufe, z.b. das Einreichung von Anträgen, Mittelabrufen oder Fortschrittsberichten, größtenteils elektronisch funktionieren. Interessierte mit einer konkreten Projektidee können einen Zugang zu dem System beim regionalen Programmmanagement erhalten. Innovatie-Overleg Das Innovatie-Overleg hat die Aufgabe, noch vor der Beschlussfassung über einen Projektantrag eine 12

van A tot Z INTERREG Van A TOT Z Comité van Toezicht Twee of drie keer per jaar komen de vertegenwoordigers van alle 15 INTERREG partners in het Comité van Toezicht bijeen om koersbepalende besluiten voor het INTERREG-programma Deutschland-Nederland te nemen. Zij beslissen echter niet over individuele projecten. Certificeringsautoriteit De certificeringsautoriteit beheert de nationale en Europese subsidiegelden en is daarnaast verantwoordelijk voor de correcte uitbetaling van deze gelden aan de lead partner. De certificeringsautoriteit zetelt bij de EUREGIO. Beschikkende instantie Na goedkeuring van een project door de stuurgroep stelt de beschikkende instantie (Bezirksregierung Münster) de officiële beschikking op. Daarin worden de subsidiegelden officieel toegezegd aan de lead partner en worden eventuele bindende voorwaarden meegedeeld. Evaluatie De Europese Commissie en de INTERREG-partners hechten groot belang aan efficiëntie, effectiviteit en impact van het INTERREG-programma. Daarom dienen de projecten met behulp van indicatoren hun resultaten te kwantificeren en worden regelmatig inhoudelijke evaluaties uitgevoerd, waarvoor projecten om input gevraagd worden. First Level Control (FLC) Voordat er binnen het INTERREG-programma Deutschland-Nederland een subsidie wordt uitbetaald moeten de kosten worden getoetst op de conformiteit met de regelingen van het programma. Voor deze toetsing is een First Level Control-instantie aangewezen, die op vier plekken binnen het programmagebied met regiokantoren vertegenwoordigd is. Van deze instantie moeten alle projecten gebruik maken. Zonder bevestiging van de FLC kan geen subsidie worden uitbetaald. Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat Het Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat ondersteunt de managementautoriteit bij de uitvoering van het INTERREG-programma. Het secretariaat bereidt o.a. de vergaderingen van het Comité van Toezicht voor, behandelt verzoeken om informatie en is voor de voorlichting over het programma verantwoordelijk. Het Gemeenschappelijk INTERREG-Secretariaat is gevestigd bij de Euregio Rijn-Waal in Kleve. InterDB 5 Voor het projectbeheer wordt in het INTERREGprogramma Deutschland-Nederland gebruik gemaakt van het online systeem InterDB5. Dit systeem zorgt ervoor dat de procedures binnen het programma, bijvoorbeeld het indienen van aanvragen, declaraties of voortgangsrapportages, grotendeels elektronisch kunnen worden uitgevoerd. Geïnteresseerden met een concreet projectidee kunnen bij de regionale programmamanagements een toegang tot het systeem krijgen. Innovatie-Overleg Het innovatie-overleg heeft als taak om voorafgaand 13

INTERREG-Abc inhaltliche Bewertung der vorliegenden Projektkonzepte für eine strategische Initiative vorzunehmen und Empfehlungen auszusprechen. Diese Empfehlungen sollten bei der Ausarbeitung des definitiven Förderantrags berücksichtigt werden. Das Innovatie-Overleg tagt fünf bis sechs Mal pro Jahr und besteht aus Vertretern der INTERREG-Partner. INTERREG-Partner Um die zur Verfügung stehenden Fördermittel des INTERREG-Programms Deutschland-Nederland effektiv einzusetzen, haben sich 15 Partnerorganisationen aus beiden beteiligten Ländern zusammengeschlossen. Dazu zählen die Wirtschaftsministerien der Niederlande und Nordrhein-Westfalens, die Niedersächsische Staatskanzlei, acht niederländische Provinzen sowie die grenzüberschreitenden Organisationen Ems Dollart Region, EUREGIO, Euregio Rhein-Waal und euregio rhein-maas-nord. Eine Vereinbarung regelt die Zusammenarbeit und die Verantwortungsbereiche der Partner. Lead Partner Als Lead Partner wird diejenige Organisation bezeichnet, die den Projektantrag offiziell einreicht und die Verantwortung für die Projektabwicklung übernimmt. Während der Durchführung ist der Lead Partner erster Ansprechpartner für ein Projekt. Er ist außerdem verantwortlich für die Erstellung der Mittelabrufe und für die Berichterstattung über den Fortschritt eines Projektes. Lenkungsausschuss Im INTERREG-Programm gibt es insgesamt vier regionale Lenkungsausschüsse, die sich aus Vertretern der INTERREG-Partner (Ministerien, Provinzen, Euregio) zusammensetzen. Die Ausschüsse werden von den regionalen Programmmanagements koordiniert und vorbereitet. Hauptaufgabe dieser Ausschüsse ist die Entscheidung über Projektanträge. Regionale Programmmanagements Die regionalen Programmmanagements sind bei der Ems Dollart Region, der EUREGIO, der Euregio Rhein-Waal und der euregio rhein-maas-nord angesiedelt. Dort erhalten Interessierte Informationen und qualifizierte Beratung zur INTERREG-Förderung. Die Programmmanagements sind außerdem zuständig für die Prüfung von Projektanträgen und die Begleitung von Projekten bei der Durchführung. Strategische Initiativen Zentrales Ziel des INTERREG-Programms ist die Erhöhung der grenzüberschreitenden Innovationskraft im Programmgebiet. Dafür sind 65% der Fördermittel reserviert. Um diese Mittel zielgerichtet einzusetzen, sind fünf besonders wichtige Sektoren für die Wirtschaft der Grenzregion definiert worden: Agrobusiness & Food, Energie & CO 2 -arme Wirtschaft, Logistik, Health & LifeScience und High Tech Systems & Materials. Zu jedem dieser Sektoren haben Experten einen Rahmen (Strategische Initiative) verfasst. Darin sind spezielle Themenfelder und Kriterien für potentielle Projekte benannt worden. Projektkonzepte, die in eine oder mehrere strategische Initiative passen, werden dem Innovatie-Overleg zur inhaltlichen Bewertung vorgelegt. Verwaltungsbehörde Als Verwaltungsbehörde fungiert das Wirtschaftsministerium Nordrhein-Westfalen (MWEIMH). In dieser Funktion trägt das Ministerium gegenüber der EU die Verantwortung für die erfolgreiche Umsetzung des Programms. _ www.deutschlandnederland.eu 14

INTERREG-Abc aan de besluitvorming over een project een inhoudelijke beoordeling van de projectconcepten binnen de strategische initiatieven uit te voeren en aanbevelingen te formuleren. Deze aanbevelingen dienen bij de uitwerking van de definitieve projectaanvraag in acht te worden genomen. Het innovatie-overleg komt vijf- tot zesmaal per jaar bijeen en bestaat uit vertegenwoordigers van de INTERREG-partners. INTERREG-partners Om de subsidiegelden binnen het INTERREGprogramma Deutschland-Nederland effectief in te zetten werken 15 partnerorganisaties uit beide deelnemende landen samen. Daartoe behoren de Ministeries van Economische Zaken van Nederland en Nordrhein-Westfalen, de Niedersächsische Staatskanzlei, acht Nederlandse provincies en de grensoverschrijdende organisaties Eems Dollard Regio, EUREGIO, Euregio Rijn-Waal en euregio rijn-maas-noord. Zij hebben een overeenkomst gesloten waarin de samenwerking en de verantwoordelijkheden worden geregeld. Lead partner Als lead partner wordt de organisatie aangemerkt die de projectaanvraag officieel indient en die de verantwoordelijkheid voor de afhandeling van het project op zich neemt. Tijdens de uitvoering is de lead partner de eerste contactpersoon voor een project. Hij is bovendien verantwoordelijk voor het opstellen van de declaraties en voor de rapportage over de voortgang van het project. Stuurgroep In het INTERREG-programma bestaan in totaal vier regionale stuurgroepen. Leden zijn vertegenwoordigers van de INTERREG-partners (ministeries, provincies, Euregios). Voor de coördinatie van de stuurgroepen zijn de regionale programmamanagements verantwoordelijk. Hoofdtaak van de stuurgroepen is de beslissing over projectaanvragen. Regionale programmamanagements De regionale programmamanagements zijn bij de Eems Dollard Regio, de EUREGIO, de Euregio Rijn-Waal en de euregio rijn-maas-noord ondergebracht. Daar kunnen geïnteresseerden informatie en advies verkrijgen over de INTERREG-subsidie. Het programmamanagement is bovendien verantwoordelijk voor de toetsing van de projectaanvragen en de begeleiding van de uitvoering van projecten. Strategische Initiatieven Centrale doelstelling van het INTERREGprogramma is het verhogen van de grensoverschrijdende innovatiekracht in het programmagebied. Hiervoor is 65% van de beschikbare subsidiemiddelen gereserveerd. Om deze middelen doelgericht te kunnen inzetten zijn vijf economische speerpuntsectoren voor de grensregio gedefinieerd: Agribusiness & Food, Energie & CO 2 -arme economie, Logistiek, Health & LifeScience en High Tech Systems & Materials. Voor elk van deze sectoren is door experts een thematisch kader (strategisch initiatief) opgesteld. Daarin zijn de thema s en criteria voor potentiële projecten opgenomen. Projectconcepten die binnen een of meerdere strategische initiatieven passen, worden ter inhoudelijke beoordeling voorgelegd aan het innovatie-overleg. Managementautoriteit Het Wirtschaftsministerium van Nordrhein- Westfalen (MWEIMH) fungeert als Managementautoriteit. Als zodanig legt het ministerie verantwoording af aan de EU over de uitvoering van het programma. _ www.deutschlandnederland.eu 15

Noch Fragen? Nog vragen? Dann nehmen sie Kontakt auf mit dem regionalen Programmmanagement (RPM) in Ihrer Nähe. Dort erhalten Sie Unterstützung auf dem Weg von der Idee zum Projekt. Neemt u dan contact op met het regionale programmamanagement (RPM) bij u in de buurt. Daar krijgt u advies over INTERREG van het eerste idee tot aan het uiteindelijke project. RPM Ems Dollart Region Eems Dollard Regio Bunderpoort 14 9693 ZG Nieuweschans +31 (0)597 521 510 edr@edr.eu RPM EUREGIO Enscheder Str. 362 48599 Gronau +49 (0)2562 7020 +31 (0)53 460 51 51 info@euregio.eu RPM Euregio Rhein-Waal Euregio Rijn-Waal Emmericher Str. 24 47533 Kleve +49 (0)2821 7930 0 info@euregio.org RPM euregio rhein-maas-nord euregio rijn-maas-noord Konrad-Zuse-Ring 6 41179 Mönchengladbach +49 (0)2161 6985 505 info@euregio-rmn.de interreg-partner Interreg-partners Niedersächsische Staatskanzlei Herausgegben durch Uitgegeven door Gemeinsames INTERREG-Sekretariat, c/o Euregio Rhein-Waal, Emmericher Str. 24, 47533 Kleve Tel: +49 (0)2821 79300 info@deutschland-nederland.eu [Stand: 01-09-2015] Bildnachweise Foto s erdbeermarmelade/photocase.com (Titelseite); bpk, Berlin, 2008 / R. Neuhauss - 19.10.1895 (Seite 2); soulstormer/photocase.com (Seite 3); istockphoto.com (Seite 6); istockphoto.com/vladimirfloyd (Seite 9); istockphoto.com/seraficus (Seite 10); istockphoto.com (Seite 11) 16