Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Directie Weerbaarheidsverhogirig Projectdirectie MH17 Turfmarkt 147 2511DP Den Haag Postbus 20301 2500 CH Den Haag www.nctv.ni Contactpersoon One kenmerk Datum 17 mei 2016 7g Bgl Onderwerp Reactie op uw WOB-verzoek inzake communicatie tussen Bijlagen rijksoverheid en 0W over radar- en satellietbeelden MH17 3 Geachte heer! ij beantwoording de datum en ons kenmerk vermelden. Wilt u slechts één zaak in uw brief behandelen. In uw e-mail van 15 februari 2016, heeft u met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) informatie verzocht over de ramp met vlucht MH-17 en de nasleep daarvan. Specifiek vroeg u om alle communicatie die de overheid, in het bijzonder maar niet uitsluitend de minister van Veiligheid en Justitie, en ambtenaren en uitvoerders van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, hebben gehad met de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV), functionarissen van de OVV en uitvoerders van de OVV. Via een mailwisseling met u op 29 februari 2016 is overeengekomen om de strekking van uw verzoek in te perken tot: Alle communicatie (inclusief documenten zoals verslagen of notities van gesprekken) tussen de rijksoverheid en de Onderzoeksraad voor de Veiligheid, in de periode 16 juli 2014 tot en met 16 februari 2016, betrekking hebbende op radar- en satellietbeelden in relatie tot het onderzoek van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid naar de ramp met vlucht MH-17. Procedure De ontvangst van uw verzoek is schriftelijk bevestigd bij brief van 19 februari 2016 (kenmerk 737140). Bij brief van 10 maart 2016 (kenmerk 743892) is het besluit op uw verzoek verdaagd met een periode van 4 weken, tot 11 april 2016. Gelet op de in artikel 4 van de Wob vervatte doorzendplicht heb ik geïnformeerd bij andere bij de bestuurlijke behandeling van de vliegramp met de MH-17 betrokken departementen, waaronder het Ministerie van Defensie, of men over documenten beschikt die onder de strekking van het verzoek vallen. Omdat dit niet het geval bleek heb ik uw verzoek niet tevens naar de desbetreffende departementen doorgezet. Hierbij hecht ik er aan om te melden dat de Wob niet van toepassing is op informatie van de inlichtingendiensten, die vallen onder het bijzondere openbaarmakingsregime van de Wet op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten 2002. Pagina 1 van 8
Wettelijk kader Directie Uw verzoek valt onder de reikwijdte van de Wob. Voor de relevante Wobartikelen verwijs ik u naar de bijlage 1. Enkele van de door u gevraagde (delen van) documenten vallen niet onder de reikwijdte van de Wob maar onder het Datum bijzondere openbaarmakingsregime van de Rijkswet onderzoeksraad voor 17 mei 2016 veiligheid (0W). Voor de relevante artikelen uit de Rijkswet OVV verwijs ik u eveneens naar bijlage 1. 761891 Inventarisatie Op basis van uw verzoek zijn in totaal 11 documenten aangetroffen. Deze documenten zijn opgenomen in een inventarislijst, die als bijlage 2 bij dit besluit is gevoegd. In dit besluit wordt verwezen naar de corresponderende nummers uit de inventarislijst, zodat per document, of categorie van documenten, duidelijk is wat is besloten. Ik hecht er aan om te melden dat bij de documenten met de nummers 1, 3, 4, 9 en 11 in bijlage concepten waren gevoegd van Kamerbrieven en de beantwoording van Kamervragen. Voor zover deze concepten niet verschillen van de versie die aan de Kamer is gestuurd betreft dit informatie die reeds openbaar is en waarop de Wob derhalve niet van toepassing is. Voor zover de concepten verschillen van de openbare versie betreffen deze verschillen persoonlijke beleidsopvattingen in stukken bestemd voor intern beraad. Ik heb deze documenten derhalve niet openbaar gemaakt. Voor een nadere toelichting hierbij verwijs ik u naar de motivering. Om u behulpzaam te zijn wijs ik u hierbij op de vindplaats van de desbetreffende openbare documenten: https :J/www.riiksoverheid. nl/documenten/kamerstukken/20 14/1 1/12/beantwo ording-kamervragen-over-satellietbeelden-en-mhl7; https : //www. rijksoverheid.nl/docu menten/kamerstukken/20 15/12/16/antwoord en-kamervragen-pver-ovv-onderzoekers-dje-ieen-orimaire-radaraecievens hebben-ontvanoen httøs ://www. rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/20 16/02/03/antwoord en-kamervracien-over-ontbrekende-orimaire-radaroeaevens ://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstu kken/2016/02/03/antwoord en-kamervraoen-over-de-verdwenen-radarbeelden-van-mhl7 https :)/www.riiksoverheid.nl/documenten/raoporten/2016/02/04/tk-biilaae-biikamerbrief-nav-regeling-werkzaamheden-omtzigt-3-feb-mhl7 httos //www.rijkspverheid.nh/documenten/kamerstukken/2016/0v22/tkbeantwoorden-vragen-beleidsreactie-oo-evaluatieonderzoek-naar-de crisisbeheersincisoraanisatie-mh 17 : //www.riiksoverheid.nlldpcumenten/kamerstukken/2016/02/22/tkantwporden-kamervracen-overde-beleidsreactie-onderzpeksrarjporten-mh 17- onderzoeksraad-voor-de-veilipheid. htts htts Besluit Ik heb besloten om de aangetroffen documenten (deels) openbaar te maken. Voor de motivering van dit besluit verwijs Ik naar het navolgende. Hierbij wordt tevens aangegeven welke uitzonderingsgronderi dan wel beperkingen van toepassing zijn. Weerbearheidsverhoging Projectdirectie MI-117 Pagina 2 van 8
Motivering Hieronder beschrijf ik welke uitzonderingsgronden dan wel beperkingen ik op de aangetroffen informatie van toepassing acht. Naar mijn mening verzetten deze gronden zich tegen gehele of gedeeltelijke openbaarmaking van een aantal van de door u gevraagde documenten of delen van deze documenten. 17 mei 2016 Directie Weerbaarheidsverhoging Projectdirectie MH17 Eerbied/ging van de persoonlijke levenssfeer 761891 Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, van de Wob blijft verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang dat de persoonlijke levenssfeer van bij de openbaarmaking betrokken personen wordt geëerbiedigd. Het gaat hier over gegevens van persoonlijke aard, van ambtenaren of door burgers aan de overheid verstrekt in het vertrouwen dat deze alleen door de overheid worden gebruikt voor het doel dat bij het verschaffen daarvan wordt beoogd. In de documenten waarvan om openbaarmaking is gevraagd staan persoonsgegevens zoals namen en contactgegevens. Ik ben van oordeel dat ten aanzien van deze gegevens het belang dat de persoonlijke levenssfeer wordt geëerbiedigd, zwaarder moet wegen dan het belang van openbaarheid. Waar het gaat om beroepshalve functioneren van ambtenaren, kan slechts in beperkte mate een beroep worden gedaan op het belang van eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer. Dit ligt anders indien het betreft het openbaar maken van persoonsgegevens van ambtenaren. Het belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer kan zich tegen het openbaar maken daarvan verzetten. Daarbij is van belang dat het hier niet gaat om het opgeven van een naam aan een individuele burger die met een ambtenaar in contact treedt, maar om openbaarmaking van de naam in de zin van de Wob en dus openbaarmaking aan een ieder. Aangezien de functies van de betrokken ambtenaren niet inhouden dat deze beroepsmatig regelmatig in de openbaarheid treden, en ik van oordeel ben dat dit belang zwaarder moet wegen dan het belang van openbaarheid, heb ik besloten deze informatie niet openbaar te maken. Persoonlijke beleidsopvattingen in een stuk voor intern beraad Artikel 11, eerste lid, van de Wob bepaalt dat in geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, geen informatie wordt verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat onder het begrip documenten opgesteld ten behoeve van intern beraad onder meer moet worden begrepen: nota s van ambtenaren en hun politieke en ambtelijk leidinggevenden, correspondentie tussen de onderdelen van een ministerie en tussen ministeries onderling, concepten van stukken, agenda s, notulen, samenvattingen en conclusies van interne besprekingen en rapporten van ambtelijke adviescommissies. Ten aanzien van deze stukken moet van de bedoeling om ze als stukken voor intern beraad te zien, uitdrukkelijk blijken of men moet deze bedoeling redelijkerwijs kunnen vermoeden. Deze beperking op de informatieverplichting is in de Wob opgenomen, omdat een Vrije en onbelemmerde uitwisseling van argumenten van wezenlijk belang is om het bestuursorgaan zijn werk goed te kunnen laten uitvoeren. Staatsrechtelijk zijn slechts de standpunten die het bestuursorgaan Pagina 3 van 8
voor zijn rekening wil nemen relevant. Onder persoonlijke beleidsopvattingen Directie worden onder andere verstaan: meningen, opinies, commentaren voorstellen, conclusies met de daartoe aangevoerde argumenten. Deze beperking op de informatieverplichting is in de Wob opgenomen omdat een ongehinderde Datum bijdrage van ambtenaren en van hen die van buiten bij het intern beraad zijn 17 mei 2016 betrokken bij de beleidsvorming en -voorbereiding gewaarborgd moet zijn. Zij moeten in alle openhartigheid onderling en met bewindspersonen kunnen 761891 communiceren. De concepten van de Kamerbrieven en de beantwoording van Kamervragen verstrek ik niet aangezien de definitieve versies van deze stukken reeds openbaar zijn en eventuele verschillen tussen concepten en definitieve stukken persoonlijke beleidsopvattingen betreffen, opgesteld in het kader van intern beraad, als bedoeld in artikel 11 van de Wob. Eerder in deze brief wees ik u reeds op de vindplaats van deze stukken. Opmerkingen in de kantlijn bij dergelijke concepten bevatten eveneens persoonlijk beleidsopvattingen en voor zovêr deze opmerkingen feiten bevatten zijn deze zodanig met de persoonlijke beleidsopvattingen verweven dat deze niet kunnen worden gescheiden. Ik heb derhalve ook opmerkingen in de kantlijn niet openbaar gemaakt. Ik acht het niet in het belang van een goede en democratische bestuursvoering indien de standpunten van ambtenaren zelfstandig worden betrokken in de publieke discussie. Ik zie dan ook geen aanleiding om met toepassing van artikel 11, tweede lid, van de Wob in niet tot personen herleidbare vorm informatie te verstrekken over deze persoonlijke beleidsopvattingen. Belang van de betrekkingen van Nederland met andere staten Op grond van artikel 10, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wob blijft verstrekking van informatie achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen het belang van de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties. In één document is het belang van de betrekkingen van Nederland met een andere staat in het geding, aangezien hier geciteerd wordt uit vertrouwelijke besprekingen met het desbetreffende land, waarvan men mag aannemen dat het gesprek vertrouwelijk blijft. Het desbetreffende land moet er vanuit kunnen gaan dat informatie die in vertrouwen wordt gedeeld, vertrouwelijk blijft. Indien toch tot openbaarmaking van de documenten zou worden overgegaan, is te voorzien dat de contacten tussen het desbetreffende land en Nederland stroever zullen gaan lopen en dat men minder snel geneigd zal zijn om informatie te delen. Het belang van het voorkomen hiervan weegt gelet op het voorstaande zwaarder dan het belang van openbaarmaking van de gevraagde informatie. Ik heb daarom besloten de desbetreffende informatie niet openbaar te maken. Artikel 59, vijfde lid, Rijkswet op de onderzoeksraad voor de Veiligheid In Artikel 59 van de Rijkswet op de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) is bepaald dat de raad het rapport openbaar maakt. In het vijfde lid van dit artikel is bepaald dat concepten van het rapport, informatie die ten behoeve van een onderzoek door de raad is verzameld, alsmede informatie die de raad ingevolge het bij of krachtens deze wet bepaalde, gedurende het onderzoek aan anderen Weerbaarlleiclsverhogln9 Projecidirectie MH17 Pagina 4 van 8
heeft verstrekt, niet openbaar zijn. Ik maak derhalve de gegevens in de door u gevraagde documenten die raken aan de inhoud van het rapport van de ovv niet openbaar. Directie Weerbaarheidsverhoging Projectdirectie MH17 Datum Codering van gelakte delen 17 mei 2016 Met behulp van letters Is per document aangegeven welk type gegeven 5 weggehaald en in de gedeeltelijk openbaar te maken documenten op welke 761891 passages op welke gronden zijn geweigerd. A. Persoonsgegevens zoals namen, telefoonnummers, (email)adressen en handtekeningen (artikel 10, tweede lid, aanhef en onder e, Wob); B. Persoonlijke beleidsopvattingen in een document opgesteld ten behoeve van intern beraad (artikel 11, eerste lid, Wob); C. Betrekkingen van Nederland met andere Staten (artiket 10, tweede lid, onder a); D. Informatie ten behoeve van het onderzoek door de OVV (Artikel 59, vijfde lid, Rijkswet op de onderzoeksraad voor de Veiligheid). Wijze van openbaarmaking De documenten die ik openbaar maak zullen een week na mijn definitieve besluit op www.rijksoverheid.nl worden geplaatst. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, De Minister van Veiligheid en Justitie, Namens dez, H.W.M. Scho Nationaal Coördinator Terrojsmebestrijding en Veiligheid Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de dag waarop dit is bekend gemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet door de indiener zijn ondertekend en bevat ten minste zijn naam en adres, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden waarop het bezwaar rust. Dit bezwaarschrift moet worden gericht aan: de MinistE van Vei!igheid en Justitie, t.a. v. Directie Wetgeving en Juridische Zaken, sector Juridische Zaken, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag, s-gravenhage Pagina S van 8
BIJLAGE 1. Relevante artikelen uit de Wob en de Rijkswet op de onderzoeksraad voor veiligheid Artikel 6 Wob 1. Het bestuursorgaan beslist op het verzoek om informatie zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken gerekend vanaf de dag na die waarop het verzoek is ontvangen. 761891 2. Het bestuursorgaan kan de beslissing voor ten hoogste vier weken verdagen. Van de verdaging wordt voor de afloop van de eerste termijn schriftelijk gemotiveerd mededeling gedaan aan de verzoeker. 3. Onverminderd artikel 4:15 van de Algemene wet bestuursrecht wordt de termijn voor het geven van een beschikking opgeschort gerekend vanaf de dag na die waarop het bestuursorgaan de verzoeker meedeelt dat toepassing is gegeven aan artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht, tot cle dag waarop door de belanghebbende of belanghebbenden een zienswijze naar voren is gebracht of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken. 4. Indien de opschorting, bedoeld in het derde lid, eindigt, doet het bestuursorgaan daarvan zo spoedig mogelijk mededeling aan de verzoeker, onder vermelding van de termijn binnen welke de beschikking alsnog moet worden gegeven. 5. Indien het bestuursorgaan heeft besloten informatie te verstrekken, wordt de informatie verstrekt tegelijk met de bekendmaking van het besluit, tenzij naar verwachting een belanghebbende bezwaar daar tegen heeft, in welk geval de informatie niet eerder wordt verstrekt dan twee weken nadat de beslissing is bekendgemaakt. 6. Voor zover het verzoek betrekking heeft op het verstrekken van milieuinformatie: a. bedraagt de uiterste beslistermijn in afwijking van het eerste lid twee weken indien het bestuursorgaan voornemens is de milieu-informatie te verstrekken terwijl naar verwachting een belanghebbende daar bezwaar tegen heeft; b. kan de beslissing slechts worden verdaagd op grond van het tweede lid, indien de omvang of de gecompliceerdheid van de milieu-informatie een verlenging rechtvaardigt; c. zijn het derde en vierde lid niet van toepassing. Artikel 10 Wob 1.Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: a. de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen; b. de veiligheid van de Staat zou kunnen schaden; c. bedrijft- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld; d. persoonsgegevens betreft als bedoeld in paragraaf 2 van hoofdstuk 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens, tenzij de verstrekking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt. 2.Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: a. de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties; Directie Weerhaarheidsverhoging Projeddrectie MHI7 2O16 Pagina 6 van 8
b. de economische of financiële belangen van de Staat, de andere Directie publiekrechtelijke lichamen of de in artikel la onder c en d bedoelde weerbaarheidsverhoging Projectdirectie MH17 bestuursorganen; c. de opsporing en vervolging van strafbare feiten; Datum ci. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen; 17mei 2016 e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer; f. het belang, dat de geadresseerde erbij heeft als eerste kennis te kunnen 761891 nemen van de informatie; g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden. 3.Het tweede lid, aanhef en onder e, is niet van toepassing voorzover de betrokken persoon heeft ingestemd met openbaarmaking. 4.Het eerste lid, aanhef en onder c en d, het tweede lid, aanhef en onder e, en het zevende lid, aanhef en onder a, zijn niet van toepassing voorzover het milieuinformatie betreft de betrekking heeft op emissies in het milieu. Voorts blijft in afwijking van het eerste lid, aanhef en onder c, het verstrekken van milieuinformatie uitsluitend achterwege voorzover het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het daar genoemde belang. 5.Het tweede lid, aanhef en onder b, is van toepassing op het verstrekken van milieu-informatie voor zover deze handelingen betreft met een vertrouwelijk karakter. 6.Het tweede lid, aanhef en onder g, is niet van toepassing op het verstrekken van milieu-informatie. 7.Het verstrekken van milieu-informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voorzover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: a. de bescherming van het milieu waarop deze informatie betrekking heeft; b. de beveiliging van bedrijven en het voorkomen van sabotage. 8.Voorzover het vierde lid, eerste volzin, niet van toepassing is, wordt bij het toepassen van het eerste, tweede en zevende lid op milieu-informatie in aanmerking genomen of deze informatie betrekking heeft op emissies in het milieu. Artikel 11. Wob 1.In geval van een verzoek om informatie uit documenten, opgesteld ten behoeve van intern beraad, wordt geen informatie verstrekt over daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen. 2.Over persoonlijke beleidsopvattingen kan met het oog op een goede en democratische bestuursvoering informatie worden verstrekt in niet tot personen herleidbare vorm. Indien degene die deze opvattingen heeft geuit of zich erachter heeft gesteld, daarmee heeft ingestemd, kan de informatie in tot personen herleidbare vorm worden verstrekt. 3.Met betrekking tot adviezen van een ambtelijke of gemengd samengestelde adviescommissie kan het verstrekken van informatie over de daarin opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen plaatsvinden, indien het voornemen daartoe door het bestuursorgaan dat het rechtstreeks aangaat aan de leden van de adviescommissie voor de aanvang van hun werkzaamheden kenbaar is gemaakt. 4.In afwijking van het eerste lid wordt bij milieu-informatie het belang van de bescherming van de persoonlijke beleidsopvattingen afgewogen tegen het belang van openbaarmaking. Informatie over persoonlijke beleidsopvattingen kan worden verstrekt in niet tot personen herleidbare vorm. Het tweede lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing. Pagina 7 van 8
Artikel 59 Rijkswet ovv tflrect,e Weerbaarheidsverhoging Projectdirectie MHI7 1. De raad maakt het rapport openbaar. Datum 2. De raad zendt het rapport in elk geval aan Onze Minister wie het aangaat, 17 mei 2016 en de natuurlijke persoon, de betrokken onderneming, de betrokken nationale luchtvaartautoriteit, de rechtspersoon of het bestuursorgaan waartoe een 761891 aanbeveling zich richt. De raad zendt het rapport in elk geval tevens in afschrift aan Onze Minister, een betrokken bestuursorgaan en degenen die zijn bedoeld in artikel 48, tweede lid, onderdeel a. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het in daarbij aangewezen gevallen toezenden van het rapport aan een buitenlandse staat, de Commissie van de Europese Gemeenschappen dan wel een internationale organisatie. 4. Een ieder kan een afschrift van het rapport verkrijgen. De raad kan voor een afschrift kosten in rekening brengen. De kosten worden berekend overeenkomstig het bepaalde krachtens artikel 12 van de Wet openbaarheid van bestuur. S. Concepten van het rapport, informatie die ten behoeve van een onderzoek door de raad is verzameld, alsmede informatie die de raad ingevolge het bij of krachtens deze wet bepaalde, gedurende het onderzoek aan anderen heeft verstrekt zijn niet openbaar. Pagina 8 van 8
Bijlage 2. Inventarislijst bij wob-verzoek De Telegraaf inzake correspondentie met OVV mbt radar- en satellietgegevens Nr. openbaar Document Datum Soort Van Aan Beoordeling Weigeringsgrond 1 Aanvulling kamervragen 10-11-2014 e-mail + bijlage (concept NCTV 0W Deels 10.2e WOB defensie beantwoording openbaar 11.1 WOB kamervragen over 59.5 Rijkswet 0W Satellietbeelden/f IH 17) 2 Kamervragen over MH17 03-12-2015 e-mail 0W NCTV Deels 10.2e WOB 3 Kamervragen: graag 09-12-2015 e-mail + bijlage (concept 0W NCTV Deels 10.2e WOB aanvulling of reactie op deze beantwoording openbaar 11.1 WOB tussenversie, morgen kamervragen over 0W 12:00u, daarna lijnen in voor onderzoekers die geen afstemming primaire radargegevens hebben ontvangen) 4 Kamervragen over de 01-02-2016 e-mail + bijlage (concept 0W NCTV Deels 10.2e WOB ontbrekende radargegevens beantwoording openbaar 11.1 WOB kamervragen over ontbrekende primaire radargegevens + concept beantwoording kamervragen over de verdwenen radarbeelden van MH17)) 5 Telegraaf en AD: brief TK 03-12-2016 e-mail 0W NCTV Deels 10.2eWDB voor aanvang van debat van openbaar 59.5 Rijkswet 0W morgen 6 Eerste opzet voor kamerbrief 03-02-2016 e-mail + bijlage 0W NCTV, Deels 10.2e WOB voor het debat van morgen! (Radardata) BZ, AZ, openbaar 11.1 WOB DEF, 10.2a WOB IM, OM 59.5 Rijkswet 0W 7 Regeling van 03-02-20 16 e-mail 0W NCTV Deels 10.2e WOB werkzaamheden woensdag 3 openbaar februari 2016 8 MH17 radardata 04-02-20 16 e-mail 0W NCTV Deels 10.2e WOB
Bij age 2. Inventarislijst bij wob-verzoek De Telegraaf inzake correspondentie met 0W mbt radar- en satellietgegeven5. openbaar 9 Totaalversie brief nav 04-02-2016 e-mail + bijlage (concept 0W NCTV Deels 10.2e WOB Regeling van brief n.a.v. regeling openbaar 11.1 WOB werkzaamheden verzoek werkzaamheden over Omtzigt bericht Oekraïne radarbeeld MH17 nooit opgevraagd ) 10 Totaalversie brief nav 04-02-2016 e-mail 0W NCTV Deels 10.2e WOB Regeling van openbaar 11.1 WOB werkzaamheden verzoek Omtzigt 11 Kamervragen WODC- 12-02-2016 e-mail + bijlage (concept 0W NCTV Deels 10.2e WOB onderzoek beantwoording openbaar 11.1 WOB kamervragen over beleidsreactie onderzoeksrapporten MH17 Onderzoeksraad voor Veiligheid + concept beantwoording kamervragen over beleidsreactie WODC rapport)