Afbeelding Waternet Ruimtelijk kwaliteits kader Dijktracé Vreelandseweg concept december 2014
Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014 00
Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. Doelstelling / Probleemstelling 7 3. Projectgebied 9 4. Inventarisatie / Analyse 11 5. Cultuurhistorie 13 6. Landschap 21 7. Visie 33 8. Vlekkenherplantingsplan 35 Deelgebied 1 41 Deelgebied 2 43 3
01 Afbeelding 1.1 Opgave dijkversterking Dijk stabiel Hoogte onvoldoende Basiskaartmateriaal beschikbaar gesteld onder CC BY 3.0 NL door het Kadaster, Apeldoorn Hoogte en stabiliteit onvoldoende Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014
Inleiding In de provinciale verordening zijn veiligheidsnormen opgenomen voor alle dijken van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht. Waternet heeft deze dijken onderzocht in 2013. Hieruit bleek dat het dijktraject Vreelandseweg (V02-284C) over een lengte van 1467 meter niet aan de veiligheidsnorm voldoet. De dijkverbetering is op basis van deze toetsing opgenomen in het Programma voor verbetering van de regionale waterkeringen van het waterschap. Hiernaast is het traject in kaart weergegeven. Vanwege de uitkomsten van de toetsing gaat Waternet de dijk aan de Vreelandseweg verbeteren. Bij de dijkverbetering kan het noodzakelijk zijn om het binnentalud aan te vullen. Het kan zijn dat dan de teensloot moet worden aangepast, of dat eventueel aanwezige beplanting moet worden opgeruimd. Opstallen blijven ongemoeid. Leeswijzer (PM) Deze rapportage geeft een beeld van de Landschapsen Cultuurhistorische randvoorwaarden voor de dijkverbetering. Samen met de Archeologische, Ecologische en Technische randvoorwaarden vormen ze de richtlijnen voor het ontwerpverbeteringsplan. Uiteraard worden de richtlijnen vanuit de verschillende disciplines tegen elkaar afgewogen en verder op elkaar afgestemd. De landschappelijke richtlijnen zijn daarbij ook het kader voor het herbeplantingsplan, een onderdeel van het ontwerpverbeteringsplan. 5
02 Afbeelding 2.1 Sfeerbeeld Dijktracé Vreelandseweg (PM) Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014
Doelstelling / Probleemstelling Doelstelling Het doel van deze studie is het in beeld brengen van de cultuurhistorische- en landschappelijke karakteristieken van de dijk. Het accent ligt hierbij op het belang van deze kwaliteiten voor de ruimtelijke en cultuurhistorische kwaliteit van de dijk en omgeving. Probleemstelling Bij een mogelijke verbreding van de dijk moet mogelijk (een deel van) de beplanting wijken als gevolg van een aanvulling van het binnentalud. Dit omdat bomen, hagen en struiken een extra grondpakket op hun wortelgestel niet kunnen verdragen. Bovendien moeten vanuit het AGV beleid bomen verwijderd worden, die boven op de dijk staan. De reden hiervoor is dat bij het omwaaien van de boom een gat in de dijk kan ontstaan, waardoor de veiligheid van de dijk wordt aangetast. Het doel is om deze karakteristieken zodanig in beeld gebracht worden dat de notitie een goede basis vormt voor zowel het ontwerpdijkversterkingsplan, als voor het bijbehorende herbeplantingsplan. Het kappen van bomen, hagen en struiken kan het ruimtelijke karakter van de dijk en directe omgeving in belangrijke mate aantasten, vooral als historische landschapstypen worden aangetast, of als bijzonder waardevolle monumentale structuren en bomen worden gekapt. Het is dan ook van belang alle in het gebied aanwezige groenstructuren te inventariseren en te waarderen. De monumentale structuren, de landschappelijk waardevolle structuren zijn dan bekend en kunnen integraal in het dijkverbeteringstraject worden meegenomen. 7
03 Afbeelding 3.1 Plangebied Hornpolder Horn- en Kuijperpolder Hoekermolen Châlet Parc De Vechtoever Vecht Nigtevecht Vecht Garstenmolen Hoeker- en Garsten Polder Sluis bij Nigtevecht Basiskaartmateriaal beschikbaar gesteld onder CC BY 3.0 NL door het Kadaster, Apeldoorn Amsterdamrijnkanaal Dijktracé Vreelandseweg Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014
Projectgebied Projectgebied Het projectgebied betreft de rivier de Vecht. De Vecht verbindt de Kromme Rijn via de Oude Gracht in de stad Utrecht met het IJmeer. Het te verbeteren deel van het dijktracé Vreelandseweg, met codering V02-284C maakt onderdeel uit van de boezemwaterkering van de rivier de Vecht. Het dijktraject ligt aan de westzijde van rivier de Vecht, vanaf de kruising van de Vreelandseweg en de Kanaaldijk Oost in Nigtevecht (nabij de sluis in Nigtevecht) in het noorden tot de Hoekermolen langs de Nigtevechtseweg in het zuiden. Deze waterkering beschermt de Hoeker- en Garsten Polder tegen het hoger gelegen boezemwater van de Vecht. Het totale traject is 3012 m lang en ligt in zijn geheel in provincie Utrecht en gemeente Stichtse Vecht. De boezemdijk Vreelandseweg is gelegen aan de westzijde van de Vecht. De dijk loopt in zijn geheel door landelijk gebied, en is opgenomen in de Waterverordening van Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. De veiligheidsnorm is klasse 5 met een bijbehorende overschrijdingsfrequentie van eens in de 1000 jaar. Van de 3012 meter lange kade geldt dat voor 385 meter de hoogte niet voldoende is, voor 1082 meter geldt dat de hoogte en stabiliteit binnentalud onvoldoende is. Over een lengte van 1545 voldoet de kade wel aan de norm. Onderzoeksgebied Het onderzoeksgebied voor de landschapsstudie loopt vanaf het midden van de Vecht tot 100 meter buiten de teen. Binnen deze strook aan weerszijden van de kade worden de landschappelijke en cultuurhistorische waarden in beeld gebracht. Hierbij wordt bijzonder aandacht besteed aan die waarden die niet gemakkelijk vervangen kunnen worden. Allereerst wordt dan ook ingezoomd op historische waarden, waaronder monumenten, historische landschapstypen en (historische) landschapselementen. Plangebied Het plangebied ligt in het noordwest hoek van de provincie Utrecht. Het plangebied is gelegen tussen de woonkernen Nigtevecht en Nederhorst den Berg. De dijk maakt onderdeel uit van het Utrechtse veenweide gebied en markeert de rand van de Hoeker-en Garsten Polder aan de oostzijde. 9
04 Afbeelding 4.1 Ruimtelijk karakter dijktracé Basiskaartmateriaal beschikbaar gesteld onder CC BY 3.0 NL door het Kadaster, Apeldoorn Ambitiedocument Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014
Inventarisatie / Analyse Opzet onderzoek De centrale vraag in het landschappelijk onderzoek is: Hoe komt het dat de het dijktraject Vreelandseweg een hoge belevingswaarde heeft? De landschappelijk historische waarde van de kade is gebaseerd op een combinatie van veldbezoek en een bureau-onderzoek. Daarbij zijn de veenweidepolders meegenomen in het onderzoek, daar waar dat voor een goede beoordeling van landschap en cultuurhistorie noodzakelijk is. De historische en de landschappelijke waarde van de kade wordt immers mede bepaald door de ligging in het landschap en de relatie van de kade met de achterliggende polders. Vervolgens is de historie van de kades verder in beeld gebracht in relatie met het omringende landschap en het ontstaan van het landschap. Hierbij zijn alle belangrijke historische relicten opgespoord. Het resultaat van het onderzoek van het kaartmateriaal is aangevuld met behulp van de monumentenregisters. Hierbij zijn natuurlijk de waarden in de ondergrond en de historische landschappelijke lijnen integraal meegenomen. Om de historische waarde te kunnen bepalen is uitgegaan van een vergelijking tussen de kade en haar historische ligging. Daarvoor is gebruik gemaakt van beschikbare historische kaarten. De vorm van de kade (de doorsnede) is hierbij buiten beschouwing gelaten omdat we binnen dit beperkte onderzoek geen beschikking hadden over historische profielen. 11
05 Afbeelding 5.1 Sfeerbeeld Dijktracé Vreelandseweg (PM) Ambitiedocument Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014
Cultuurhisorie De vorming van het landschap Circa 3000 jaar geleden lag er een enorm veenlandschap in West- en Noord-Nederland, lopend van Noord- Duitsland tot in België. Het gehele Zuiderzee gebied maakte, op een enkel meer na, deel uit van dit veenlandschap. Het veen werd vele meters dik, hier en daar doorsneden door kleine veenriviertjes die het regenwater afvoerden. Ook de Vecht is zo ontstaan, als veenriviertje dat het water afvoerde van het veen dat aan de westkant van het zand van t Gooi en de Utrechtse Heuvelrug was gegroeid. Zo n 2700 jaar geleden werd de Vecht van veenriviertje een belangrijke tak van de Rijn. Er werden grote hoeveelheden zand en klei aangevoerd, en aan weerszijden van de Vecht ontstond een landschap met oeverwallen en komgronden. Hierbij werden klei en zand afgezet op het oude veenpakket. De rivierloop verplaatste zich daarbij steeds iets naar het oosten, totdat de Vecht rond het beging van de jaartelling ongeveer haar huidige loop had. Gedurende de Romeinse Tijd was de Vecht een belangrijke vaarroute, een deel van de handelsweg tussen Zuid- Europa en Scandinavië, omdat de rivier in verbinding stond met de Noordzee. Bij de splitsing van Vecht en Oude Rijn richtten de Romeinen een legerkamp in: Fectio (Vechten (ca. 5 n. Chr.). Vanaf ca. 9 n. Chr. vormden de Kromme en de Oude Rijn de noordgrens van het Romeinse Rijk (Limes). Toen het Romeinse Rijk ophield te bestaan bleef de Vecht als zeer bruikbare vaarroute in gebruik. Ongeveer 1500 jaar geleden ontstond de Zuiderzee. De Vechtstreek kreeg hierdoor regelmatig te maken met hoge waterstanden en overstromingen bij hoge zeewaterstanden. Er werden daarbij dikke vruchtbare pakketten klei afgezet. De geregelde scheepvaart-verbinding bleef bestaan. (Site van de universiteit van Utrecht: http://www.cs.uu.nl/research/projects/i-cult/ Vecht/Portal/ Processes/Vorming/ Vorming.htm) Vanaf de 11e eeuw werd de Vechtstreek dichter bewoond. De mens werd een belangrijke factor voor de vorming van het landschap. De oeverwallen werden bewoond. Na de bedijking namen de kleiafzettingen af, en kon zich weer veen gaan vormen in het gebied. Al spoedig na de bedijking kwamen de ontginningen op gang. Bij de ontginning werd de waterstand verlaagd, en mineraliseerde de nieuwe veenlaag zich. Ook werden oudere veenlagen samengedrukt door de erop liggende klei. Deze twee factoren veroorzaakten een langzame daling van het gebied, waardoor de weiden steeds verder onder het niveau van de Vecht en andere rivieren kwamen te liggen Het overtollige water stroomde niet meer af en in de vijftiende en zestiende eeuw werden molens gebouwd om het water op de Vecht te lozen. 13
05 Afbeelding 5.2 Sfeerbeeld Dijktracé Vreelandseweg (PM) Ambitiedocument Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014
Ook werden in de Vecht dammen en sluizen aangelegd, om de Vechtstreek verder tegen hoge zeewaterstanden te beschermen. Zo werd tussen Maarssen en Breukelen in de veertiende eeuw een sluis geplaatst, de Otterspoorsluis. Dit bleek echter een obstakel te zijn voor de scheepvaart, de dam werd dan ook in de vijftiende eeuw verder naar het noorden verplaatst. Dat loste de scheepvaartproblemen niet op, pas na de aanleg van de zeesluis in Muiden (zeventiende eeuw) kon deze Hinderdam worden opgeruimd. Vanaf die periode werd de Vecht een binnenlandse verbinding tussen Muiden en Utrecht. Dijkdoorbraken behoorden echter pas tot het verleden toen in de 20e eeuw de Afsluitdijk werd aangelegd. Relicten van de ontstaansgeschiedenis Voor het goed begrijpen van het studiegebied wordt aan de hand van drie topografische kaarten van 1820, 1920 en 2000 de ontwikkeling die het landschap in de laatste honderdvijftig jaar inzichtelijk gemaakt. (inzoom plangebied) Anno 1820 (afb. PM) bestaat een deel van de droogmakerij Groot Mijdrecht en de polders bij oud Maarssen nog uit water. Vestingstadjes aan de rivieren als Naarden en Muiden zijn de enige plaatsen die zich aftekenen. De directe omgeving van het studiegebied is open van karakter. In 1920 (afb. PM) zijn bijna alle droogmakerijen in Mijdrecht drooggelegd. Er lijkt veel beplanting te zijn bijgekomen. Van de brede landzones die de veenplassen van elkaar scheiden zijn alleen smalle dijken met daaraan enkele legakkers overgebleven. Buiten de kernen concentreert de bebouwing zich in linten. Meerdere spoorlijnen zijn aangelegd en het Merwedekanaal (nu het Amsterdam-Rijnkanaal) is gegraven. De directe omgeving van het studiegebied is open van karakter maar de beplanting direct langs de Vecht is toegenomen. In de tweede helft van de twintigste eeuw (afb. PM) vindt een enorme uitbreiding van het stedelijk gebied plaats, wordt de snelweg A2 aangelegd en het Amsterdam- Rijnkanaal gegraven. De Vinkeveense Plassen zijn ontstaan. Oostelijk van de Vecht is een deel van de legakkers veranderd in open watervlakken. Door de sterke toename van beplanting in de zone tussen dijk en Vecht manifesteert de Vecht zich als een op zichzelf staande ruimte in een open landschap. Aardkundige waarden in relatie met landschap en cultuurhistorie (PM) 15
Afbeelding 5.3 Historische ligging dijk Ambitiedocument Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014 05
Historische ligging Dijk De ligging van de dijk is sinds 1872 niet meer gewijzigd (afb. 5.3) en kan als authentiek kan worden bestempeld. Profiel en vorm van de dijk (PM) 17
05 Afbeelding 6.1 Sfeerbeeld Dijktracé Vreelandseweg (PM) Ambitiedocument Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014
Historische woonplaatsen (PM) De oeverwallen vormden in het rivierenlandschap van de Vecht de beste vestigingsplaats. Op de oeverwallen van de Vecht is dan ook in de loop van jaren een verdichte zone ontstaan. Plaatselijk is deze zone zeer dicht, door de vestiging van landgoederen en een reeks dorpskernen. Het plangebied ligt echter in het noordelijke deel van de Vechtstreek. In dit deel van de Vechtstreek liggen de boerderijen als een snoer direct achter de dijk van de Vecht. Historische monumenten (PM) Conclusie (PM) Advies (PM) 19
06 Afbeelding 6.1 Sfeerbeeld Dijktracé Vreelandseweg (PM) Ambitiedocument Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014
Landschap Het plangebied ligt in zijn geheel in het Vechtweidelandschap. De Vechtweiden zijn een landschappelijk zeer aantrekkelijk gebied met in het zuidelijke deel, bij Loenersloot en Breukelen, de als coulissen werkende hoge bomen van de buitenplaatsen. In het noordelijke deel is het open karakter van de weilanden met de door het landschap slingerende Vecht sterk overheersend. De Vechtweiden liggen in het laag gelegen land achter de Vecht, dat sinds de middeleeuwen door inklinking van de veenlagen onder kleilagen steeds verder gezakt is. De vruchtbaarste kleigronden dateren al van ver voor de grote ontginningen, die omstreeks het jaar 1000 begonnen. Vanaf de oevers van de Vecht werden daarbij kleinere en grotere stukken in cultuur gebracht. Er ontstond een onregelmatig verkavelingspatroon van blokken. Deze vroegmiddeleeuwse ontginningen zijn door hun blokverkaveling nu nog goed te herkennen in het huidige landschap. Vanaf het jaar 1000 werd het gebied verder van de rivier regelmatiger ontgonnen. Hierbij werden vanaf de rivieren evenwijdige sloten gegraven. In het studiegebied gebeurde dit uiteraard vanaf de zijde van de Vecht. Ook deze latere ontginningen zijn nog zeer herkenbaar, door het netwerk van vanaf de dijk opstrekkende sloten op regelmatige afstand van elkaar. De dijk en aanliggende verkavelingsstructuur zijn sinds 1872 grotendeels onveranderd gebleven. Het Vechtweidegebied is te karakteriseren als: open; lange lijnen; relatief grote drooglegging; weidebouw; relatief lage ligging; afwezigheid van bebouwing. Landschappelijke kenmerken: ruimtelijke hoofdlijnen Het studiegebied kan geschetst worden als een rationeel verkaveld agrarisch gebied, waarvan de hoofdstructuur wordt bepaald door het historische kavelpatroon van sloten. Massa Ruimte Binnen het plangebied zijn twee belangrijke schaalniveaus wat betreft de ruimtelijke kenmerken te onderscheiden. Schaalniveau één, het schaalniveau van de Vechtweiden, en schaalniveau 2, het schaalniveau van het onderzoeksgebied. 21
Afbeelding 6.2 Sfeerbeeld Dijktracé Vreelandseweg (PM) 06 Ambitiedocument Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014
Schaalniveau één De Vecht manifesteert zich als ontginningsas en landschappelijke drager op zowel de ruimte-massakaart van 1958, als op de ruimte-massakaart van de huidige situatie. Uit beide kaarten blijkt wel dat het gebied zich aanmerkelijk heeft verdicht. Ook de linten in het veenweidegebied en de oevers van de Vecht zijn dichter bebouwd en beplant sinds 1958. De Vecht is als massa in het open landschap dan ook duidelijk herkenbaar, vooral omdat door de openheid van het omliggende landschap het contrast met de dicht bebouwde en beplante Vechtoevers nog versterkt wordt. Schaalniveau twee Op een lager schaalniveau is vooral de beplanting direct langs de Vecht belangrijk. Belangrijk is ook de afwisseling tussen dicht en open die je al reizend over de dijk ervaart. Kijkend vanaf de dijk bepaalt de aanwezigheid van massa in de vorm van bebouwing en beplanting de mate van beslotenheid en de mate van zicht op het omliggende landschap. Bij het ontbreken van massa is er vrij zicht op het omliggende veenweidelandschap of op de Vecht. Op dat moment bevindt je je als het ware midden in het veenweidelandschap. Bij de aanwezigheid van bebouwing of beplanting wordt je het zicht op het omliggende landschap ontnomen. De ruimte wordt klein en richt zich vooral op de dijk. Je bevindt je als het ware midden in het lint. De afwisseling van deze twee uitersten en alle daartussen liggende varianten bepalen in sterke mate het afwisselende ruimtelijke karakter van het kadetracé. Het gebied manifesteert zich door de dichte linten minder open dan men door een oppervlakkige beschouwing van de topografische kaart zou verwachten. Afbeelding 6.3 en 6.4: ruimte / massakaart 1958 2005 (bron: Plannen voor de V(l)echt, H+N+S Landschapsarchitecten in opdracht van LNV, directie Noord-West, maart 2003). Afbeelding 6.3 Ruimte / massakaart 1958 Afbeelding 6.4 Ruimte / massakaart 2005 23
Afbeelding 6.5 Ruimtelijk karakter dijktracé 06 Besloten Beplanting en of bebouwing ontnemen aan drie zijden (oost, west en bovenzijde) het zicht op de omgeving. Dit geeft een sterk gevoel van beslotenheid. Door het gebrek aan zicht naar alle zijden ligt de nadruk van oriëntatie op het dijktracé. Basiskaartmateriaal beschikbaar gesteld onder CC BY 3.0 NL door het Kadaster, Apeldoorn Ambitiedocument Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014
Dichte wanden beide zijden Beplanting en of bebouwing ontnemen aan twee zijden (oost en west) het zicht op het veenweidelandschap. Dit geeft een gevoel van beslotenheid. Het perspectief concentreert zich op de wanden en de lucht. Zicht op het veenweidelandschap Beplanting en of bebouwing ontnemen het zicht op de Vecht. Het perspectief concentreert zich op het veenweidelandschap. Ruimtelijk maakt de dijk hierdoor onderdeel uit van het veenweidelandschap. Zicht op het veenweidelandschap / transparante wand Vechtzijde Beplanting filtert het zicht op de Vecht. Ruimtelijk maakt de dijk hierdoor onderdeel uit van het veenweidelandschap. Zicht op de Vecht Beplanting en of bebouwing (woonboten), aan de west- zijde, ontnemen het zicht op het veenweidelandschap. Het perspectief concentreert zich op de dijk en de Vecht. Ruim- telijk maakt de dijk hierdoor onderdeel uit van de Vecht. Zicht op Vecht / transparante wand zijde veenweidelandschap Beplanting filtert het zicht op het veenweidegebied. Ruim- telijk maakt de dijk hierdoor onderdeel uit van de Vecht. Tweezijdig zicht Geen beplanting en of bebouwing aanwezig. Vrij zicht op de Vecht en het veenweidelandschap aan de westzijde. 25
Afbeelding 6.6 Boominventarisatie (PM) 06 Ambitiedocument Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014
Beplanting (PM) 27
Afbeelding 6.7 Verkaveling (PM) 06 Ambitiedocument Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014
Verkaveling (PM) 29
Afbeelding 6.8 Landschappelijke karakteristieken 06 Ambitiedocument Basiskaartmateriaal beschikbaar Ruimtelijkkwaliteitskader gesteld onder CC BY 3.0 NL door Vreelandseweg het Kadaster, Apeldoorn - december 2014
Lint karakter Landschappelijke karakteristieken (PM) Herkenbaarheid relatie Vecht / polder Informeel karakter (Open) veenweide landschap karakter Boeren erf 31
Afbeelding 7.1 Visie (PM) 07 Ambitiedocument Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014
Visie (PM) 33
08 Afbeelding 8.1 Ruimtelijke- en landschappelijke Ambitie lange termijn Huidige Ruimtelijke- en landschappelijke kenmerken Ambitie Ambitiedocument Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014
Vlekkenherplantingsplan Ruimtelijk karakter dijktraé Besloten Dichte wanden aan beide zijden Dichte wand veenweidelandschap / transparant Vecht Dichte wand Vecht / transparant veenweidelandschap Beide zijden transparant Zicht op veenweidelandschap Zicht veenweidelandschap / transparant Vecht Zicht op Vecht Zicht op Vecht / transparant veenweidelandschap Tweezijdig zicht Dijkversterkings tracé Inleiding Als gevolg van de geplande dijkverbetering zal op delen van het dijktracé (1467 van de in totaal 3012 meter) een gedeelte van de aanwezige beplanting moeten wijken. Dit simpelweg omdat bomen, hagen en struiken een extra grondpakket op hun wortelgestel niet kunnen verdragen. Het waterschap, bewoners en overige belangen organisaties delen de bezorgdheid dat de ruimtelijke- en landschappelijke kwaliteit kan worden aangetast door de geplande dijkverbetering. Het waterschap erkent deze bezorgdheid. Zij streeft er dan ook naar om waar mogelijk de bestaande kwaliteiten zo veel mogelijk te behouden of te herstellen. In het Ruimtelijk kwaliteitskader Lage Klompweg d.d. maart 2013 wordt in het hoofdstuk 7 Visie als uitgangspunt voor de dijkverbetering het volgende gesteld: Behoud van cultuurhistorische- en landschappelijke subtiele verschillen door een toegespitste vorm en inzet van middelen. Het doorzetten van de historische lijn geldt hierbij als uitgangspunt. Met betrekking tot het aanwezige groen op en aan de dijk vraagt dit uitgangspunt om een gefaseerde aanpak, zodat bestaande kwaliteiten zo veel mogelijk kunnen worden behouden en in fases kunnen worden hersteld. Ambitie Dijkverbetering is niet alleen een bedreiging voor de ruimtelijke- en landschappelijke kwaliteit, het kan ook een kans zijn voor een verdere verbetering daarvan. Door de tijd heen is er, op en in de nabijheid van dijk het nodige veranderd in het landschap. Deze veranderingen hebben, over het algemeen, onafhankelijk van elkaar plaatsgevonden, ook zijn de ruimtelijke- en landschappelijke kwaliteit hierbij buiten beeld gebleven. Met de geplande dijkverbetering bestaat er de mogelijkheid om voor het gehele dijktracé Vreelandseweg een gewenst eindbeeld te schetsen en te realiseren. De ambitie zoals geïllustreerd op naastliggende pagina, geeft op een hoog abstractieniveau weer hoe het landschap zich verder kan ontwikkelen, door aan te geven waar de relatie met de omgeving (veenweidegebied / Vecht) kan worden versterkt en waar juist niet, en met welke middelen het landschap op korte termijn verder ontwikkeld kan worden. Het doel van de gestelde ambitie is dus tweeledig. 1 Het geeft richting aan van de gewenste ruimtelijke- en landschappelijke kwaliteit voor de lange termijn; 2 Het stelt op korte termijn een kader voor het beplantingsplan. 35
Afbeelding 8.2 Strategie 08 Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Ambitiedocument Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014
Doel Behoud en of versterking ruimtelijke- en landschappelijke kwaliteit door geleidelijke transformatie (door behoud, vervanging en of verwijdering van het groen) in de tijd. Kader De voorgestelde strategie betreft alleen die gebieden die binnen de plangrenzen van de geplande of toekomstige dijkverbetering vallen. Om de bestaande ruimtelijke- en landschappelijke kwaliteit door de tijd heen zoveel mogelijk te behouden of te versterken wordt de volgende strategie voorgesteld: Fasering In een aantal stappen wordt gewerkt aan landschappelijke en ruimtelijke kwaliteit, waarbij in stappen van groot naar klein wordt ingezoomd op de veranderingen. Stap 1. Gehele dijktraject: Voor het gehele dijktraject wordt een beeld uitgewerkt van de toekomstige gewenste ruimtelijke- en landschappelijke kwaliteit. Hierbij wordt het gewenste eindbeeld op lange termijn vastgesteld. Stap 2. Selectie dijktraject(en): Selectie van dijktrajecten die niet voldoen aan de veiligheidsnorm. Dit zijn de dijken waarvoor verdere plannen voor ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit moeten worden ontwikkeld in samenhang met de technische dijkverbetering. De overige dijktrajecten kunnen echter in hun huidige staat behouden blijven. De landschappelijke kwaliteit van deze dijktrajecten, 50%, blijft op de korte termijn dus ongemoeid. Stap 3. Behoud versus transformatie beplanting: Buitendijks / binnendijks versterken. Bij versterking van een dijk is het streven aan één zijde te versterken. Hierdoor kan bij een buitendijkse versterking de beplanting binnendijks behouden blijven en vice versa. Stap 4. Individuele groen elementen en of structuren: Selectie van het behoud of de verwijdering van beplanting op basis van landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische waarden en gestelde veiligheidsnormen. Bij de keuze tussen verwijdering of vervanging speelt hierbij naast de waarde ook de snelheid van een mogelijk herstel of hersteltijd een belangrijke rol. Het duurt immers langer voordat hardhoutsoorten zoals eik en beuk volgroeid zijn, dan dat zachthoutsoorten zoals wilg en populier groeien. Binnen de dijkverbetering dient het daarom een streven te zijn om bomen van hardhoutsoorten zoveel mogelijk te behouden. Wanneer een element en of structuur vanwege de landschappelijke, natuur- of cultuurhistorische waarde niet als behoudenswaardig wordt aangemerkt, en het element niet conflicteert met de gestelde veiligheidsnorm, kan het groenelement behouden blijven, mits deze in zeer goede conditie wordt gehouden. Daarbij bestaat ook de mogelijkheid dat burgers zorg dragen voor het onderhoud. 37
2260 Afbeelding 8.3 Vlekkenherplantingsplan 08 3012m A16 A7 A9 A14 A15 A12 1875m 1935m A8 A10 A12 A13 2530m 2565m A11 A13 A2 A3 A5 1030m A1 A5 1360m A6 A4 A4 0m Basiskaartmateriaal beschikbaar gesteld onder CC BY 3.0 NL door het Kadaster, Apeldoorn Ambitiedocument Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014
Behouden bomen struiken Behouden (mits beheerd door bewoners) bomen Mogelijk te verwijderen boom bomen Verwijderen (veiligheid) bomen Verwijderen (landschappelijk) bomen struiken Vervangen bomen struiken Vervangen (mits beheerd door bewoners) bomen Behoud / versterking kavel- en erfbeplanting Algemeen Dijkversterkings traject Dijktracé Op basis van het Ruimtelijk kwaliteitskader, het dijkverbeteringsplan en de hiervoor beschreven strategie en ambitie is een vlekkenherplantingsplan opgesteld. Het vlekkenplan is alleen voor die dijktrajecten opgesteld welke niet voldoen aan de gestelde veiligheidsnormen. Voor de overige dijktrajecten geld dat, op korte termijn, de aanwezige beplanting zal worden behouden. Toepassing Het vlekkenherplantingsplan kan worden gelezen als een eerste aanzet tot een definitief herplantingsplan. Het vlekkenplan geeft op een abstract niveau aan welke beplanting kan worden behouden, verwijderd of vervangen. Bij de totstandkoming van deze kaart speelt niet alleen het waterschap een belangrijke rol maar ook de bewoners van het gebied. De bewoners voelen zich, zoals het waterschap, verantwoordelijk voor het behoud van de ruimtelijke- en landschappelijke kwaliteit van het gebied. Dit heeft geresulteerd in de mogelijkheid van het behoud of vervanging van een aantal extra groenelementen op- en langs de dijk. In de legenda van het vlekkenplan vallen deze elementen onder de noemer: behouden mits beheerd door de bewoners. 39
Afbeelding 8.4 Vlekkenherplantingsplan, deelgebied 1 08 A2 A3 A5 1030m A1 A5 1360m A6 A4 A4 Ambitiedocument Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014
Behouden bomen struiken Behouden (mits beheerd door bewoners) bomen Mogelijk te verwijderen boom bomen Verwijderen (veiligheid) bomen Verwijderen (landschappelijk) bomen struiken Vervangen bomen struiken Vervangen (mits beheerd door bewoners) bomen Behoud / versterking kavel- en erfbeplanting Algemeen Dijkversterkings traject Dijktracé Herplantlijst Deelgebied 1 A1 Crataegus monogyna (eenstijlige meidoorn) A2 Aesculus hippocastanum (gewone paardenkastanje) A3 Acer pseudoplatanus (Gewone esdoorn) A4 Herstel beplanting, open / coulissewerking Beplantingsmix bestaande uit o.a.: Alnus glutinosa (zwarte els) Fraxinus excelsior (gewone es) Populus x canadensis(canadese populier) Populus nigra (Zwarte Populier) Salix alba (schietwilg) A5 Herstel houtwal Beplantingsmix bestaande uit o.a.: Acer pseudoplatanus (gewone esdoorn) Alnus glutinosa (zwarte els) Fraxinus excelsior (gewone es) Populus x canadensis(canadese populier) Ulmus carpinifolia (Gladde iep) Salix alba (schietwilg) Acer campestre (Veldaak) Corylus avellana (Hazelaar) Crataegus monogyna (Eenstijlige Meidoorn) Prunus spinosa (Sleedoorn) Rhamnus cathartica (Wegedoorn) Rosa rubiginosa (Egelantier) Rosa canina (Hondsroos) Sambucus nigra (Vlier) Sorbus aucuparia (Lijsterbes) Viburnum opulus (Gelderse Roos) A6 Vervanging mits technisch aanvaardbaar Populus x canadensis (canadapopulier) 41
Afbeelding 8.4 Vlekkenherplantingsplan, deelgebied 2 08 3012m A16 A7 A9 A14 A15 A12 1875m 1935m A8 A10 A12 A13 2530m 2565m A11 A13 22 Ambitiedocument Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014
Behouden bomen struiken Behouden (mits beheerd door bewoners) bomen Mogelijk te verwijderen boom bomen Verwijderen (veiligheid) bomen Verwijderen (landschappelijk) bomen struiken Vervangen bomen struiken Herplantlijst Deelgebied 2 A7 Herplant locatie, herstel dichtheid Beplantingsmix bestaande uit o.a.: Alnus glutinosa (zwarte els) Ulmus carpinifolia (Gladde iep) Salix alba (schietwilg) Corylus avellana (Hazelaar) Crataegus monogyna (Eenstijlige Meidoorn) Sambucus nigra (Vlier) Sorbus aucuparia (Lijsterbes) A8 Salix alba (schietwilg) A9 Herplant in overleg met de bewoners A10 Salix alba (schietwilg) A11 Fraxinus excelsior (gewone es) A13 Herstel gesloten beplanting Beplantingsmix bestaande uit o.a.: Acer pseudoplatanus (gewone esdoorn) Alnus glutinosa (zwarte els) Fraxinus excelsior (gewone es) Populus x canadensis(canadese populier) Ulmus carpinifolia (Gladde iep) Salix alba (schietwilg) Acer campestre (Veldaak) Corylus avellana (Hazelaar) Crataegus monogyna (Eenstijlige Meidoorn) Prunus spinosa (Sleedoorn) Rhamnus cathartica (Wegedoorn) Rosa rubiginosa (Egelantier) Rosa canina (Hondsroos) Sambucus nigra (Vlier) Sorbus aucuparia (Lijsterbes) Viburnum opulus (Gelderse Roos) Vervangen (mits beheerd door bewoners) bomen Behoud / versterking kavel- en erfbeplanting Algemeen Dijkversterkings traject Dijktracé A12 Particulieren beplanting Beplantingsmix nader af te stemmen met bewoners A14 A15 A16 Salix alba (schietwilg) Salix alba (schietwilg) Uitdunnen beplanting, open / coulissewerking Behoud bomenbestand bestaande uit oude en jonge bomen Salix alba (schietwilg) 43
Ambitiedocument Ruimtelijkkwaliteitskader Vreelandseweg - december 2014
telefoon e-mail internet +31 (0) 651 001 447 dennis@buro-lino.nl www.buro-lino.nl opdrachtgever Waternet status datum concept december 2014 auteur functie ing. Dennis Martens projectleider, ontwerper Collegiale toets Datum Ir. Rebecca Planteijdt december 2014 45