Advies Feiten

Vergelijkbare documenten
Advies 210. De uiterste termijn voor het indienen van de inschrijving is :00.

Advies De totale opdrachtwaarde bedraagt circa 1 miljoen inclusief btw per jaar.

Advies In par lid 7 van het bestek, gewijzigd in de Nota van Inlichtingen van 21 november 2013, is bepaald:

Advies Op pagina 6 van de offerteaanvraag is het volgende gesteld met betrekking tot Gunningcriteria

Advies In de inschrijvingsleidraad is onder hoofdstuk 6 Gunningcriteria op pagina 7 het volgende bepaald:

Advies Als een van de geschiktheidseisen heeft beklaagde in het document onder meer als eis gesteld:

Advies De door klager gewenste (en niet verkregen) aanpassingen betreffen:

1.2. In paragraaf ( UAV 2012 ) van het Beschrijvend Document is het volgende bepaald:

Advies 308. De te verstrekken gegevens worden getoetst aan de volgende criteria:

1.2. In paragraaf II.1.5 Korte beschrijving van de opdracht of de aankoop/aankopen van de aankondiging is onder meer het volgende bepaald:

Advies Beklaagde heeft een Europese openbare aanbesteding voor de levering van een paraatheid- en beschikbaarheidssysteem gehouden.

Advies 527 Samenvatting

Advies In de Selectieleidraad van 10 oktober 2014 is op pagina 14 en volgende bepaald:

CASE In het Programma van Eisen wordt met betrekking tot het te hanteren gunningscriterium het volgende vermeld (p. 12):

Advies Hoofdstuk 3.1 van de Inschrijvingsleidraad luidt voor zover van belang als volgt:

Advies In paragraaf 1.4 van het Aanbestedingsdocument is het volgende bepaald:

«JAAN» Commissie van Aanbestedingsexperts. Commissie van Aanbestedingsexperts

Advies De geraamde waarde van de opdracht bedraagt volgens klager

1.2. In paragraaf 2.3 ( Procedureomschrijving ) van de Selectieleidraad van 10 juni 2016 is bepaald:

Advies In paragraaf 1.1 ( Inleiding ) van de Aanbestedingsleidraad is het volgende bepaald:

Advies (Klachtonderdeel 1) De opdracht is ten onrechte niet in percelen verdeeld.

Advies Ten aanzien van subgunningscriterium K.1.2 (Onvoorziene gebeurtenissen), bepaalt het Aanbestedingsdocument onder andere:

Advies In het Programma van Eisen voor de preselectie is in paragraaf 2.2 ( Huidige situatie warmte-installatie ) het volgende bepaald:

Reflexwerking in de aanbestedingsfase

Levering en plaatsing van ondergrondse afvalcontainers; Productie en transport van betonputten ten behoeve van ondergrondse

Vragen ter zake van deze selectieleidraad en het project kunnen uitsluitend per worden gesteld aan:

Advies 33. Uit de gunningssystematiek zoals die is neergelegd in hoofdstuk 5 van de gunningsleidraad

Advies In Bijlage 7 ( Standaardformulier referentie ) van het Aanbestedingsdocument is onder andere bepaald:

1.3. In paragraaf 5.4 van de Selectieleidraad is onder andere het volgende bepaald:

Advies Feiten

Advies In paragraaf 2.4 van de Offerteaanvraag staat de volgende planning:

1.2. In de aankondiging is in paragraaf II.2.1 ( Totale hoeveelheid of omvang ) bepaald:

1.2. In paragraaf 2.5 ( Rechtsverwerking ) van de Uitnodiging tot Inschrijving is het volgende bepaald:

1.1. Beklaagde heeft een Europese openbare aanbestedingsprocedure gehouden voor het leveren van refurbished PC's.

Advies wat het restbedrag (negatief / positief) is, om Opdrachtgever eventueel eigenaar te laten worden van de lockers.

1.4. In paragraaf 4 ( Uw inschrijving (offerte) ) van de Offerteaanvraag is het volgende bepaald:

1.2. In de Aanbestedingsleidraad van 7 juni 2017 is, voor zover relevant, het volgende bepaald:

Advies Feiten. 2. Beschrijving klacht

1.2. In het voorwoord van de Offerteaanvraag op pagina 3 is het volgende bepaald:

1.2. In hoofdstuk IV.2.1 van de Aankondiging ( Gunningscriteria ) is ten aanzien van het gunningscriterium het volgende bepaald:

1.2. In de Aanbestedingsleidraad van 21 november 2017 is, onder meer, het volgende bepaald:

Advies 485 Samenvatting

Ontvankelijkheid. Belangenbehartiging niet-opdrachtgever. Ongepast optreden. Misleiding.

Advies In de Selectieleidraad is in Hoofdstuk 5, in de paragrafen 5.2 t/m 5.4, het volgende

Succesvol inschrijven op aanbestedingen. Bram Braat

Nieuwsbrief Zorg. 10 december De verhouding tussen de zorgverzekeraar en de zorgaanbieders bij inkoopprocedures

1.3. In de Inschrijvingsleidraad is in paragraaf 4.2 ( Gunningscriteria ) onder andere het volgende bepaald:

PIANOo-congres mr dr H.D. van Romburgh Recente jurisprudentie aanbestedingsrecht

3. De leden worden benoemd op grond van hun deskundigheid op het gebied van aanbestedingsrecht en overheidsinkoop.

Advies 58. Criterium Subcriterium Wegingspercentage. Prijs Totaalprijs 60% Kwaliteit Verantwoord ondernemen 20% Communicatie 20% TOTAAL 100%

Advies De opdracht is verdeeld in drie percelen, te weten Wegenbouw, Waterbouw en Kunstwerken.

Score X = (aangeboden Vertalersaandeel Inschrijving X/hoogst aangeboden Vertalersaandeel)

Inschrijvingsleidraad bestek Onderhoud asfaltverhardingen gemeente Leiden

PIANOo-congres WERK aan de CRISIS! Recente jurisprudentie. Slechts een greep uit actuele ontwikkelingen.

Raad van Discipline. adres. tegen:

RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

Advies 322. De Inschrijver met de laagste Evaluatieprijs heeft de Economische Meest Voordelige Inschrijving.

De Commissie van Aanbestedingsexperts. Doelstellingen, werkwijze en eerste ervaringen

Feitelijke gang van zaken

Regeling behandeling aanbestedingsklachten Alfa-college

Themabijeenkomst Cumela mr. L. Knoups. 14 februari 2013

Advies In par ( Aanmeldingsvoorwaarden ) van de Selectieleidraad Architectenselectie, is onder het kopje eigen verklaring bepaald:

Verrekenprijzen als gunningscriterium (?)

Advies 70. Gunningcriterium Weging Maximum te behalen punten

JAAN 2019/23, Commissie van Aanbestedingsexperts, , Advies 457 (annotatie)

Regeling klachtenafhandeling bij aanbesteden

Do s en Don ts in het aanbestedingsrecht

Advies In de selectiefase heeft beklaagde 23 aanmeldingen van gegadigden ontvangen, waaronder die van klager.

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Trending topics aanbestedingsrecht

Aanbestedingsleidraad bij de aankondiging, RAW bestek Groenzoom 0.1 Beplanting

1.2. In het Aanbestedingsdocument is in paragraaf 1.3 op p. 4, onder meer, bepaald:

Advies Beklaagde is een gemeente en houdt deze aanbesteding mede ten behoeve van een aantal andere gemeenten in dezelfde regio.

NIEUWE AANBESTEDINGSWET

ECLI:NL:RBSGR:2006:BA4470

Advies Feiten

Actualiteiten aanbestedingsrecht. Kristel van der Woerdt 19 maart 2015

Toelichting Uniforme Klachtenregeling Aanbesteden

Deelsessie 32. Actualiteiten Aanbestedingsrecht. Suzanne Brackmann

Adviescentrum Aanbestedingen GWG Philip van Nieuwenhuizen MKB Infra Joost Haest Severijn Hulshof advocaten Mark Hofstede CROW

nieuwsbrief aanbestedingsrecht jaargang 2014, nr. 1

1.2. In hoofdstuk 2.4 ( Voorwaarden inschrijver en inschrijving ) van het Beschrijvend Document is op p. 13 onder andere het volgende bepaald:

Seminar Social Return

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

De wezenlijke wijziging nader beschouwd. mr dr H.D. van Romburgh 22 november 2012

1.2. In de Inschrijvingsleidraad is in paragraaf 3 ( Vormvereisten ) vanaf blz. 21 onder andere het volgende bepaald:

Taxi-aanbestedingen voor de rechter Congres Contractvervoer 18 september 2014"

Leverancier failliet, wat nu?

Advies Feiten

Offerteaanvraag Doelgroepenvervoer 2012 ten behoeve van gemeente Heerenveen. Nota van inlichtingen 5 van 17 april 2012

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus AG BUSSUM T: F:

Advies 270. beschrijving maximaal 2 pagina A-4, zie aanbestedingsleidraad Van toepassing op: Perceel nr 2.

Advies Feiten. 2. Beschrijving klacht

1.2. In de Offerteaanvraag Grafisch ontwerp (hierna: Offerteaanvraag ) is onder meer het volgende bepaald:

Wetsverwijzingen Wet personenvervoer 2000, geldigheid: JAAN 2014/163 AB 2014/336 Module Aanbesteding 2015/743

KLACHTAFHANDELING BIJ AANBESTEDEN Corsanummer:

Openbaarheid prijzen. Visie Vertrouwelijkheid in het algemeen. 2. Openbaarheid van prijzen

Advies 473 Samenvatting

Overheidsaanbesteding. Referentie-eis. Incident in hoger beroep, strekkende tot verbod opdrachtverlening totdat in appel is beslist. Belangenafweging.

Transcriptie:

Advies 142 1. Feiten 1.1 De Gemeente [X] en het Hoogheemraadschap [Y], (hierna: beklaagden), hebben op 31 oktober 2013 een Europese openbare aanbestedingsprocedure aangekondigd voor het schoonmaken en onderhouden van watergangen en bermen in gebied [Z] op grond van een prestatiebestek en voorwaarden 13-[A]. 1.2 In paragraaf 1.4 van de (eerste) Inschrijvingsleidraad (d.d. 31 oktober 2013) wordt het onderwerp van aanbesteding als volgt beschreven: Perceel 1a en 1b: het schoonmaken en onderhouden van het totale areaal van de Gemeente [X] op basis van de werkgangen zoals beschreven in de annex XIV van het bestek, voor de periode maart 2014 tot en met februari 2017. Perceel 2: het schoonmaken en onderhouden van een deelareaal van het Hoogheemraadschap [Y] op basis van de onderhoudstypen zoals beschreven in annex XIII van het bestek, voor de periode maart 2014 tot en met februari 2017. Opdracht De opdracht omvat op hoofdlijnen: het maaien van bermen en taluds en schonen van watergangen voor de Gemeente [X] en het Hoogheemraadschap [Y]. 1.3 Hoewel sprake is van een verdeling van het werk in percelen, dient, blijkens paragraaf 5 van de (eerste) Inschrijvingsleidraad, op de beide percelen gezamenlijk te worden ingeschreven en dient de inschrijving in twee enveloppen te worden ingediend. Eén enveloppe met Verklaringen en Plan van Aanpak en één enveloppe met Inschrijvingsbiljet met Inschrijvingssom. 1.4 Op 25 november 2013 hebben beklaagden een Nota van Inlichtingen gepubliceerd. Daaruit blijkt dat er een zestal vragen door potentiële inschrijvers zijn gesteld. Voor zover deze vragen betrekking hadden op onduidelijkheden in de aanbestedingsstukken, heeft beklaagde met de beantwoording van die vragen beoogd deze onduidelijkheden op te helderen. Beklaagden hebben behoudens deze Nota van Inlichtingen geen andere Nota s van Inlichtingen meer gepubliceerd. 1.5 Op 12 december 2013 heeft klager haar inschrijving bij beklaagden ingediend. Beklaagden hebben de inschrijfsommen van de zes inschrijvers bekend gemaakt door middel van een proces-verbaal van aanbesteding. 1.6 Ruim 3 maanden later op 1 april 2014 hebben beklaagden door middel van de publicatie van een Kennisgeving van een onvolledige procedure de aanbestedingsprocedure afgebroken. In deze Kennisgeving is onder andere vermeld: VI.2 INFORMATIE OVER ONVOLLEDIGE GUNNINGSPROCEDURE De gunningsprocedure heeft niet tot de gewenste resultaten geleid. De opdracht wordt wellicht opnieuw aangekondigd.

VI.4 OVERIGE NADERE INLICHTINGEN Kennelijke onduidelijkheden in het bestek gemeld voor de gunning. 1.7 Op 7 juli 2014 hebben beklaagden een Europese openbare aanbestedingsprocedure aangekondigd voor het onderhouden van watergangen en het maaien van grasvegetaties op basis van het "Prestatiebestek en Voorwaarden 14-[A].". Beklaagden hebben daartoe een op 4 juli 2014 gedateerde Inschrijvingsleidraad opgesteld. 1.8 In paragraaf 1.4 van deze (tweede) Inschrijvingsleidraad wordt het onderwerp van aanbesteding als volgt beschreven: Perceel 1 Het maaien en onderhouden van bermen van het totale areaal van de Gemeente [X] op basis van RAW 2.2 werkgangen, zoals beschreven in de annex XIV van het bestek voor de periode april 2015 tot en met maart 2018. Perceel 2 Het schoonmaken en onderhouden van watergangen van het totale areaal van de Gemeente [X] op basis van de onderhoudstypen zoals beschreven in annex XIII van het bestek, voor de periode april 2015 tot en met maart 2018). Perceel 3 Het schoonmaken en onderhouden van het totale areaal van het Hoogheemraadschap [Y] op basis van de onderhoudstypen, zoals beschreven in annex XIII van het bestek, voor de periode april 2015 tot en met maart 2018. De motivatie van de opdrachtgevers waarom het opsplitsen van de aanbesteding in losse percelen/opdrachten niet passend wordt geacht betreft het volgende: 1. Het niet opsplitsen zorgt voor lagere maatschappelijke kosten (geen dubbele aanbesteding, geen extra afstemmingsvergaderingen over (conflict) afstemming werkzaamheden, eenvoudige vervolg overdracht stedelijk water (geen meerwerk) binnen proces dat nu loopt tussen de twee opdrachtgevers, geen schade op areaal door toedoen van uitvoerende partij van de andere opdrachtgever door het niet afstemmen van werkzaamheden, geen reststukken door overgang van werkzaamheden van 2 verschillende contractanten, prijsvoordeel door schaalvergroting. 2. Een splitsing in twee losse aan te besteden percelen is praktisch niet realiseerbaar door de gebiedseigenschappen. Voor het Hoogheemraadschap [Y] zou dan een tweedeling op basis van twee stroomgebieden plaats vinden in een Oost en een West perceel aan weerszijden van het kanaal. Voor de gemeente [X.] is de gebiedsindeling voor werkzaamheden te verdelen in Noord en Zuid. De verdeling O-Z en N-Z sluit niet op elkaar aan, is praktisch niet uitvoerbaar. De voorgaande contracten waren ook gebiedsdekkend. 3. De gebieden werden in het verleden per opdrachtgever door 1 aannemer in zijn geheel onderhouden. Door het combineren van de twee voormalige contracten komt niet, door een andere bandbreedte, een andere categorie aannemers hier voor in aanmerking. De huidige aannemers kunnen de nieuwe opdracht ook wat betreft omvang aan. 4. De omvang van het werk is volgens de normen van de Europese Commissie voor MKB uitvoerbaar voor zowel een klein (<50 werknemers omzet <10 mln) als middelgroot (<250 werknemers omzet <50 mln) bedrijf. 1.9 De Annexen XIII en XIV van het bestek waar naar verwezen wordt zijn in de beide Inschrijvingsleidraden verschillend.

1.10 Hoewel ook in deze tweede aanbestedingsprocedure sprake is van een verdeling van het werk in drie percelen, dient, blijkens paragraaf 5 van de (tweede) Inschrijvingsleidraad, op de beide percelen gezamenlijk te worden ingeschreven. 1.11 In paragraaf 6.4 van de (eerste) Inschrijvingsleidraad 013-[A] wordt, voor wat betreft de beoordeling van de inschrijvingen op het beoordelingscriterium kwaliteit en dan met name de waardering van die kwaliteit, verwezen naar de subcriteria en onderdelen die in bijlage 1 zijn weergegeven en in paragraaf 6.4 van de Inschrijvingsleidraad zijn toegelicht. In bijlage 1 worden, per onderdeel, de maximaal toe te kennen kwaliteitswaarden vermeld. Het berekeningsresultaat van het rekenblad leidt tot de fictieve inschrijving. In paragraaf 6.3 wordt vermeld dat deze wordt verkregen door de inschrijvingsprijs te waarderen ten opzichte van de laagste en te verminderen met de "Totale kwaliteitswaarde". De inschrijving die op grond van dit rekenblad de hoogste waarde is de economisch meest voordelige inschrijving. [NB tekst-omissie in de oorspronkelijke tekst] De in bijlage 1 genoemde maximale waarden op de vijf genoemde subcriteria variëren tussen 35.000,-- en 75.000,--. 1.12 In de (tweede) Inschrijvingsleidraad 014-[A] wordt met betrekking tot de waardering van het beoordelingscriterium kwaliteit bepaald dat de EMVI-waarde tot stand komt via de formule inschrijvingsprijs plus fictief bedrag staat van verrekenprijs minus behaalde waarde. De in bijlage 1 genoemde maximale waarden van de vijf subcriteria bevinden zich tussen 100.000,-- en 250.000,--. 1.13 In de correspondentie tussen partijen en in de klachtomschrijving wordt veelal Gemeente [X] als aanbestedende dienst aangeduid. De Commissie gaat ervan uit dat beide beklaagden gezamenlijk de aanbestedende dienst zijn en dat Gemeente [X] het penvoerderschap had/heeft. Blijkens paragraaf 1.3 van de leidraden is het adres van de gemeente het correspondentieadres. 2. Beschrijving klacht 2.1 Klachtonderdeel 1 Heraanbesteding van het werk in zijn huidige vorm is niet mogelijk en in strijd met de Aanbestedingswet 2012 (Aw 2012). 2.2 Klachtonderdeel 2 Beklaagden dienen het werk op te delen in meerdere percelen waar afzonderlijk op ingeschreven kan worden door de aannemers. 3. Onderbouwing klacht 3.1 Klachtonderdeel 1 3.1.1 Heraanbesteding van de eerder aanbestede opdracht is alleen mogelijk wanneer er sprake is van een wezenlijke wijziging. Daar is hier geen sprake van. De werkzaamheden en de omvang van de opdracht zijn nagenoeg gelijk gebleven en de inschrijfsommen van de inschrijvers zijn bekend. De marktomstandigheden zijn in de tussenliggende periode van zeven maanden niet gewijzigd, waardoor er geen aanleiding is om tot een andere inschrijfsom te komen.

3.1.2 De potentiële kring van gegadigden wijzigt niet. De opdracht wordt niet uitgebreid tot diensten die oorspronkelijk niet waren opgenomen. 3.2 Klachtonderdeel 2 De argumenten die aangevoerd worden door beklaagden om het werk niet op te splitsen in percelen zijn volgens klager niet krachtig genoeg om deze wijze van heraanbesteden te rechtvaardigen. 4. Aangedragen suggestie(s) tot verhelpen van de klacht Klager heeft beklaagden gevraagd de aanbesteding in haar huidige vorm te annuleren, het werk op te delen in meerdere percelen en vervolgens aan te besteden waar afzonderlijk op ingeschreven kan worden om op die manier de opdracht wezenlijk te wijzigen en de marktpartijen een kans te geven opnieuw in te schrijven en in aanmerking te kunnen komen voor de totale opdracht of een deel daarvan. Volgens klager wordt hierdoor de huidige kennis van de inschrijfsommen onbruikbaar en wordt een eerlijk neutraal uitgangspunt gecreëerd voor de inschrijvende partijen. 5. Reactie beklaagden 5.1 Klachtonderdeel 1 5.1.1 Onder verwijzing naar jurisprudentie van het Europese Hof betogen beklaagden dat onder meer sprake is van een wezenlijke wijziging van de opdracht als beklaagden in de huidige (tweede) aanbesteding voorwaarden voegen, die, wanneer zij in de oorspronkelijke aanbestedingsprocedure waren genoemd, tot de keuze van een andere offerte dan die waarvoor oorspronkelijk was gekozen, zou hebben geleid. Gezien het gewicht van de weging van de kwaliteit in de huidige aanbesteding is te verdedigen dat er sprake is van een wezenlijke wijziging van de opdracht. Het gunningscriterium kwaliteit weegt namelijk in de huidige aanbesteding veel zwaarder mee dan in de vorige aanbesteding. 5.1.2 Onder verwijzing naar nationale jurisprudentie voegen beklaagden daaraan toe dat heraanbesteding noodzakelijk is in het geval gunning aan de inschrijver met de economisch voordeligste inschrijving niet mogelijk is, als gevolg van fouten in het bestek. Aangezien het vorige bestek (13-[A]) onduidelijkheden bevatte, is definitieve gunning in het kader van die (eerste) aanbestedingsprocedure onmogelijk gebleken. 5.2 Klachtonderdeel 2 Beklaagden verwijzen naar artikel 1.5 lid 3 Aw 2012 dat op de aanbestedende dienst de verplichting legt een opdracht in meerdere percelen te verdelen tenzij hij dit niet passend acht, in welk geval de aanbestedende dienst dit motiveert in de aanbestedingsstukken. Beklaagden hebben in de aanbestedingsstukken (hoofdstuk 1.4 van de (tweede) Inschrijvingsleidraad) uitgebreid gemotiveerd waarom zij het niet passend achten om de opdracht in meerdere percelen te verdelen, waardoor de klacht op dit onderdeel volgens beklaagden ongegrond is.

6. Beoordeling 6.1 Klachtonderdeel 1 6.1.1 De Commissie neemt bij de beoordeling van dit klachtonderdeel tot uitgangspunt de rechtsoverwegingen 4.4 t/m 4.6 van de uitspraak Vzr. Rb. Noord-Nederland 11 januari 2013, ECLI:NL:RBNNE:2013:BY8197 (vergelijk ook M.J.J.M. Essers, Aanbestedingsrecht voor overheden, 4 e druk, 2013, p. 476 in fine). 6.1.2 Volgens de Voorzieningenrechter heeft als uitgangspunt te gelden dat een aanbestedende dienst uit eigen beweging mag besluiten een lopende aanbestedingsprocedure af te breken en een nieuwe aanbestedingsprocedure uit te schrijven. Die bevoegdheid doet echter geen afbreuk aan het uitgangspunt dat aanbestedende diensten gehouden zijn de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht te respecteren en gebonden zijn aan de normen van (precontractuele) redelijkheid en billijkheid. 6.1.3 Het beginsel van gelijke behandeling en het daarvan afgeleide beginsel van transparantie kunnen volgens de voorzieningenrechter met zich meebrengen dat een aanbestedende dienst na het staken van een aanbestedingsprocedure de opdracht niet opnieuw mag aanbesteden. Bij heraanbesteding bestaat immers het risico van (ongeoorloofde) manipulatie. Een aanbestedende dienst zou een winnende, maar hem onwelgevallige inschrijver kunnen trachten te passeren door opnieuw een aanbesteding ten aanzien van (vrijwel) dezelfde opdracht uit te schrijven, met een beoordelingskader dat nader toegesneden is op de gewenste ondernemer. 6.1.4 De voorzieningenrechter heeft voorts overwogen dat het de bestaanszin is van een aanbesteding dat er een contract tot stand komt betreffende de aan overheidszijde benodigde werken, diensten en/of leveringen. Indien aan de aanbestedingsprocedure of in het bestek een zodanig ernstig gebrek kleeft dat gunning aan de inschrijver met de economisch voordeligste inschrijving niet mogelijk is, moet er vanuit worden gegaan dat de aanbestedende dienst niet alleen gerechtigd is tot staking van de procedure, maar ook tot heraanbesteding van dezelfde opdracht over te gaan onder verbetering van het gebrek. De aanbestedende dienst moet immers verder kunnen gaan met de uitvoering van de door de samenleving opgedragen taken, voor welke voortgang het verstrekken van de opdracht essentieel is. 6.1.5 De voorzieningenrechter heeft tot slot nog overwogen dat indien de aanbesteding die gestrand is op een ernstig procedureel gebrek kan worden hervat onder het tevens aanbrengen van een wezenlijke wijziging in de specificaties van de opdracht als bedoeld in het arrest HvJ EG 19 juni 2008, zaak C-454/06 (Pressetext), het risico van (ongeoorloofde) manipulatie zoveel mogelijk wordt uitgebannen. Indien echter de aanbestedende dienst geen behoefte heeft aan andere diensten en zaken dan in de gebrekkige procedure waren gevraagd, levert het slechts op cosmetische wijze aanbrengen van veranderingen volgens de voorzieningenrechter geen wezenlijke wijziging in de specificaties van de opdracht op; met het aldus nader inrichten van een opdracht is niemand gebaat. In een dergelijk geval resteert slechts het afwegen van de wederzijdse belangen bij de beoordeling van de geoorloofdheid van die heraanbesteding. 6.1.6 Gelet op het voorgaande zal de Commissie hierna allereerst ingaan op de vraag of de door beklaagden op 31 oktober 2013 als eerste aangekondigde aanbestedingsprocedure is gestrand op een ernstig procedureel gebrek. Indien die vraag immers bevestigend kan worden, volgt uit het voorgaande dat de vervolgvraag namelijk: of beklaagden in het kader van de op 7 juli 2014 aangekondigde aanbestedingsprocedure de oorspronkelijke specificaties van de opdracht wezenlijk hebben

gewijzigd niet meer ter zake doet. Indien de eerste vraag naar het oordeel van de Commissie echter ontkennend moet worden beantwoord, zal zij ook op die vervolgvraag moeten ingaan. Indien de Commissie concludeert dat beklaagden de oorspronkelijke specificaties inderdaad wezenlijk hebben gewijzigd zal de klacht ongegrond moeten worden geacht. Dit is slechts anders indien moet worden geoordeeld dat beklaagden met hun beslissing tot heraanbesteding niettegenstaande dat de oorspronkelijke opdracht wezenlijk is gewijzigd hebben gehandeld in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en/of de (precontractuele) maatstaven van redelijkheid en billijkheid (vergelijk M.J.J.M. Essers, Aanbestedingsrecht voor overheden, 4 e druk, 2013, p. 473 en E.H. Pijnacker Hordijk e.a. Aanbestedingsrecht. Handboek van het Europese en Nederlandse aanbestedingsrecht, 4 e druk, 2009, p. 633). 6.1.7 Het is de Commissie onvoldoende gebleken dat de door beklaagden op 31 oktober 2013 als eerste aangekondigde aanbestedingsprocedure is gestrand op een ernstig procedureel gebrek. Beklaagden hebben zich op het standpunt gesteld dat het eerste bestek (13-[A]) onduidelijkheden bevatte maar vervolgens niet toegelicht waar die onduidelijkheden precies uit bestonden, laat staan dat zij hebben aangetoond dat het zou gaan om ernstige fouten in dat bestek die definitieve gunning aan de inschrijver met de economisch meest voordelige inschrijving onmogelijk maken. In dit verband acht de Commissie bovendien relevant dat beklaagden in de op 1 april 2014 door hen gepubliceerde Kennisgeving van een onvolledige procedure zie 1.6 hiervoor melding hebben gemaakt van het feit dat de onduidelijkheden in het bestek voor de gunning zouden zijn gemeld, terwijl de Commissie onvoldoende aanknopingspunten voor die stelling kan vinden in de enige door beklaagden op 25 november 2013, zie 1.4 hiervoor gepubliceerde Nota van Inlichtingen. Ook overigens valt het de Commissie op dat beklaagden nadat zij kennis hadden genomen van de in de eerste aanbestedingsprocedure ingediende inschrijvingen in de hiervoor bedoelde Kennisgeving melding hebben gemaakt van het feit dat die procedure niet tot de gewenste resultaten heeft geleid. 6.1.8 Nu de vraag of de als eerste aangekondigde aanbestedingsprocedure is gestrand op een ernstig procedureel gebrek niet bevestigend kan worden beantwoord, moet de vraag worden beantwoord of beklaagden in het kader van de tweede aanbestedingsprocedure de oorspronkelijke specificaties van de opdracht wezenlijk hebben gewijzigd. 6.1.9 Op grond van het arrest HvJ EG 19 juni 2008, zaak C-454/06 (Pressetext) is sprake van een wezenlijke wijziging van het bestek als de wijziging: 1. wanneer zij in de oorspronkelijke aanbestedingsstukken zou zijn verwerkt, zou hebben geleid tot toelating van andere inschrijvers of tot de keuze voor een andere inschrijving dan die waarvoor oorspronkelijk was gekozen; 2. de opdracht door die wijziging wordt uitgebreid tot werken, leveringen of diensten die oorspronkelijk niet waren opgenomen; of 3. het economisch evenwicht van de overeenkomst wijzigt op een wijze die door de voorwaarden van de oorspronkelijke opdracht niet was bedoeld. 6.1.10 Uit de jurisprudentie blijkt dat wil sprake zijn van een wezenlijke wijziging van de opdracht, er sprake dient te zijn van een wezenlijke wijziging van de specificaties van de opdracht, dus van het werk, de levering of de dienst zelf. Het splitsen van een opdracht in percelen, het wijzigen van de selectiecriteria en het wijzigen van andere administratieve bepalingen leveren op zichzelf geen wezenlijke wijziging van de opdracht op (vergelijk M.J.J.M. Essers, Aanbestedingsrecht voor overheden, 4 e druk, 2013, p. 468). Zou dat laatste anders zijn (bijvoorbeeld door heraanbesteding toe te staan in de gevallen waarin het wijzigen van gunningcriteria de rechtvaardiging vormt voor de beslissing tot afbreken en heraanbesteding),

dan zou een aanbestedende dienst een winnende, maar hem onwelgevallige inschrijver kunnen trachten te passeren door opnieuw een aanbesteding ten aanzien van (vrijwel) dezelfde opdracht uit te schrijven, met een beoordelingskader dat nader toegesneden is op de gewenste ondernemer. 6.1.11 In het licht van hetgeen hiervoor in 6.1.10 is overwogen, vindt de stelling van beklaagde, namelijk: dat gezien het gewicht van de weging van de kwaliteit in de huidige aanbesteding zou zijn te verdedigen dat sprake is van een wezenlijke wijziging van de opdracht omdat het gunningscriterium kwaliteit in de huidige aanbesteding veel zwaarder meeweegt dan in de vorige aanbesteding, naar het oordeel van de Commissie geen steun in het recht. De wijziging (verzwaring) van het gewicht van de weging van het aspect kwaliteit in de tweede Inschrijvingsleidraad, afgezet tegen het gewicht van die weging in de eerste Inschrijvingsleidraad, vormt een wijziging die geen betrekking heeft op de specificaties van het werk maar op het wijzigen van de toepasselijke gunningcriteria. Dat levert naar het oordeel van de Commissie geen wezenlijke wijziging van de opdracht op. Hetzelfde geldt voor een andere verdeling van de op te dragen werken over de drie aangeduide percelen, nu beklaagden niet hebben aangevoerd dat de wezenlijke wijziging gelegen is in uitbreiding van de opdracht. 6.1.12 De Commissie beoordeelt klachtonderdeel 1 derhalve als gegrond. 6.2 Klachtonderdeel 2 6.2.1 Op grond van artikel 1.5 lid 3 Aw 2012 deelt een aanbestedende dienst een opdracht op in meerdere percelen, tenzij hij dit niet passend acht, in welk geval de aanbestedende dienst dit motiveert in de aanbestedingsstukken. 6.2.2 In dit geval hebben beklaagden de op te dragen werkzaamheden verdeeld in drie percelen maar hebben zij besloten deze percelen gezamenlijk als één opdracht aan te merken, waarvoor inschrijvers één inschrijvingsprijs moeten indienen. De percelen worden dus niet afzonderlijk aanbesteed. Beklaagden hebben, in tweede instantie, in paragraaf 1.4 van de (tweede) Inschrijvingsleidraad een viertal redenen gegeven waarom de drie percelen als één opdracht moeten worden aanbesteed en splitsing dus niet passend is. Of de daarvoor, in het kader van de tweede aanbestedingsprocedure, gegeven motivatie toereikend is, kan in het midden blijven nu de Commissie (zie hierboven) van oordeel is dat beklaagden ten onrechte hebben besloten tot heraanbesteding van de opdracht over te gaan. 6.2.3 Voor beantwoording van de vraag of beklaagden in de eerste aanbestedingsprocedure een (toereikende) motivering hebben gegeven waarom zij splitsing (en afzonderlijke aanbesteding) van percelen niet passend achten, is doorslaggevend het feit dat de omschrijving van paragraaf 1.4 uit de eerste Inschrijvingsleidraad niet voorziet in een motivering. Dat is op zich strijdig met artikel 1.5 lid 3 Aw 2012, maar daarop ziet de klacht van klager niet. 6.2.4 De Commissie is derhalve van oordeel dat klachtonderdeel 2 ongegrond is. 7. Advies De Commissie acht klachtonderdeel 1 gegrond en klachtonderdeel 2 ongegrond.

8. Aanbeveling De Commissie ziet in dit stadium van de aanbestedingsprocedure geen mogelijkheid tot het doen van een aanbeveling. Den Haag, 19 september 2014 w.g.: Mr. J.G.J. Janssen Voorzitter Prof.mr. C.E.C. Jansen Vicevoorzitter