Aanhef De raad van de gemeente Boxtel; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.; gehoord de commissie Maatschappelijke Zaken; overwegende dat het van wezenlijk belang wordt geacht dat kinderen zich door maatschappelijke participatie kunnen ontplooien en ontwikkelen en daarin niet belemmerd worden door de financiële positie van hun ouder(s), dat gemeenten daaraan dienen bij te dragen door het voeren van beleid, gericht op inkomensondersteuning van ouders met schoolgaande kinderen. Besluit vast te stellen De verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 onder voorbehoud van de vaststelling van de voorgenomen wijziging van de Wet werk en bijstand per 1 januari 2012. Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012 Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader omschreven zijn, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand 2012 en de Algemene wet bestuursecht. 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel; b. de wet: de Wet werk en bijstand 2012; c. kind: een ten laste komend kind in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt; d. bijstandsnorm: de bijstandnorm als bedoeld in artikel 5 sub c van de wet; e. peilmaand: de maand januari van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft; f. peildatum: de eerste januari van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft; g. inkomen: het inkomen in de peilmaand als bedoeld in artikel 32 van de wet waarbij een eventuele bijstandsuitkering in afwijking van artikel 32 van de wet, voor de beoordeling van het recht op categoriale bijzondere bijstand als inkomen wordt gezien; h. vermogen: het vermogen op de peildatum als bedoeld in artikel 34 van de wet; i. bijdrage: de categoriale bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 35 lid 5 van de wet.
Artikel 2 Doel en strekking De Verordening beoogt de deelname aan maatschappelijke activiteiten te bevorderen door een financiële bijdrage in de kosten van maatschappelijke activiteiten te bieden aan schoolgaande kinderen van personen die een minimuminkomen en vermogen hebben als bedoeld in artikel 1. Onder maatschappelijke activiteiten verstaan wij sociaal-culturele, educatieve of sportieve activiteiten, die beogen het sociaal isolement te voorkomen of doorbreken. Artikel 3 Maatschappelijke participatie 1. Voor zover in een andere gemeentelijke regeling al is voorzien in een wettelijke grondslag voor ondersteuning van de maatschappelijke participatie, wordt die regeling geacht mede uitvoering te geven aan de opdracht als bedoeld in artikel 8 lid 1 onderdeel g van de wet. 2. Regeling als bedoeld in het eerste lid is: a. De Verordening Welzijnsfonds 2012. In deze verordening is voorzien in vergoeding van kosten van maatschappelijke participatie ten behoeve van inwoners van Boxtel die voldoen aan de draagkrachtrichtlijnen gemeente Boxtel. b. Regeling computers voor schoolgaande kinderen 3. In deze verordening wordt onder maatschappelijke participatie verstaan: a. met de opleiding samenhangende kosten; b. kosten die samenhangen met sociaal-culturele of sportieve activiteiten. Hoofdstuk 2 Voorwaarden Artikel 4 Doelgroep a. De alleenstaande ouder of het gezin met een of meer kinderen in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar, die/dat in de peilmaand is aangewezen op een inkomen dat niet hoger is dan 110% van de geldende bijstandsnorm, en die/dat op de peildatum niet beschikt over vermogen. b. Het kind waarvoor de bijdrage wordt aangevraagd dient op de peildatum te voldoen aan het leeftijdscriterium als bedoeld in artikel 1 lid 2 sub c. Artikel 5 Bedrag De hoogte van het bedrag is 100,- per kind in een kalenderjaar. Artikel 6 Aanvraag 1. De bijdrage dient door de aanvrager te worden aangevraagd bij burgemeester en wethouders via een volledig door de aanvrager ingevuld en ondertekend aanvraagformulier. 2. De bijdrage dient te worden aangevraagd uiterlijk 10 januari van het jaar volgend op het jaar waarin de kosten zijn gemaakt. Hoofdstuk 3 Slotbepalingen Artikel 7 Hardheidsclausule
Door of namens het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassong hiervan tot onbillijkheden van overwegende aard leiden. Artikel 8 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening maatschappelijke participatie schoolgaande kinderen 2012. Artikel 9 In werking treden Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na publicatie en werkt terug tot 1 januari 2012 onder voorbehoud van de vaststelling van de voorgenomen wijziging van de Wet werk en bijstand per 1 januari 2012. Toelichting Algemene toelichting De Tweede Kamer heeft middels de motie Blanksma-Spekman aangegeven dat het heel belangrijk is dat gemeenten bijdragen aan het terugdringen van het aantal kinderen dat maatschappelijk niet meedoet om financiële redenen. Daarop is besloten om de gemeenteraden te verplichten een verordening vast te stellen met betrekking tot het verlenen van categoriale bijzondere bijstand voor de kosten van maatschappelijke participatie van ten laste komende kinderen die onderwijs of een beroepsopleiding volgen. Dit is opgenomen in artikel 8, eerste lid, onder g en tweede lid onder d in de gewijzigde WWB. Het gaat er om dat kinderen niet in hun kansen en mogelijkheden tot ontwikkelen belemmerd mogen worden door de slechte financiële positie van hun ouders. In de verordening moet worden aangegeven wat de gemeente verstaat onder het begrip maatschappelijke participatie. Voor deze vorm van categoriale bijzondere bijstand geldt wettelijk een maximaal inkomen van 110% van de toepasselijke bijstandsnorm. De verordeningplicht heeft een tijdelijk karakter. Na twee jaar wordt geëvalueerd door het rijk wat de effecten zijn van de verordeningplicht op de participatie van de doelgroep. Pas na die evaluatie wordt beoordeeld of deze verordeningplicht een structureel karakter krijgt. Boxtel kent een Verordening Welzijnsfonds, waarmee wordt beoogd de maatschappelijke participatie van haar inwoners met een laag inkomen te bevorderen. Bij deze verordening gelden de draagkrachtrichtlijnen van Boxtel, n.l. tot 110% is geen draagkracht, bij een inkomen boven de 110% moet de klant een deel van het meerdere zelf bijdragen aan de kosten. De gemeente Boxtel wil graag dit ruimere beleid in tact laten. Om die reden wordt gekozen voor een aparte verordening maatschappelijke participatie voor schoolgaande kinderen. Deze verordening moet wel in samenhang worden gezien met de Verordening Welzijnsfonds. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Begripsomschrijvingen De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als de omschrijving in de Wet werk en bijstand, tenzij anders omschreven in de verordening. Omdat uit de
verordening moet blijken waar belanghebbenden recht op hebben zijn de begripsomschrijvingen uit de wet hierin opgenomen. De verordening kent een vergoeding toe voor maatschappelijke participatie van kinderen in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar. Deze doelgroep is gekozen om dezelfde redenen als destijds ten grondslag lagen aan de verruiming van het Welzijnsfonds. Uit de Minima Effect Rapportage was n.l. naar voren gekomen dat ouders met een laag inkomen en kinderen in deze leeftijdsgroep het financieel het meest zwaar hadden. Om die reden is de verruiming van het Welzijnsfonds tot stand gekomen. Dezelfde regeling als in het Welzijnsfonds stond, is nu opgenomen in de verordening maatschappelijke participatie. Artikel 2 Doel en strekking In artikel 2 is verduidelijkt wat de gemeente verstaat onder maatschappelijke participatie en met welk doel de gemeente daarvoor een regeling in het leven roept. De regeling beoogt deelname aan sociaalculturele, educatieve en sportieve activiteiten te bevorderen. Deze doelstelling komt overeen met de doelstelling van het Welzijnsfonds. Door de toekenning van categoriale bijzondere bijstand kunnen ouders kosten betalen die strikt genomen niet onder de werking vallen van het Welzijnsfonds maar toch kosten zijn die men moet maken voor maatschappelijke participatie. Bijvoorbeeld kosten die te maken hebben met school, zoals reparaties aan de fiets, schriften, agenda, mappen, (woorden- )boeken, internet etc. Of kosten die te maken hebben met de sport, zoals extra reiskosten, vervanging verloren geraakte kleding e.d. Artikel 3 Maatschappelijke participatie Aan de ondersteuning van maatschappelijke participatie is al uitdrukking gegeven door het creëren van regelingen. Voor Boxtel zijn dit de Verordening Welzijnsfonds en de regeling computers voor schoolgaande kinderen. Deze regelingen zijn om die reden opgenomen in deze verordening. In het derde lid wordt aangegeven waar deze verordening zich met name op richt in tegenstelling tot de andere regelingen. Artikel 4 Doelgroep In dit artikel wordt aangegeven wie in aanmerking komt voor de regeling. De doelgroep is begrensd door de toets op het inkomen. Hierbij is aangesloten bij de wettelijke inkomensgrens van 110% van de toepasselijke bijstandsnorm en de vermogensgrens zoals die in de WWB wordt gehanteerd. Onder artikel 1 hebben wij toegelicht waarom de leeftijdsgroep is gekozen van 12 tot en met 17 jaar. Artikel 5 Bedrag Dit bedrag is gelijk aan het bedrag dat voorheen in het Welzijnsfonds werd vastgesteld. Artikel 6 Aanvraag In dit artikel is aangegeven hoe de aanvraag kan worden ingediend en tot wanneer men de tijd heeft om een aanvraag te doen voor een bepaald kalenderjaar. Artikel 7 Hardheidsclausule Dit behoeft geen andere toelichting Artikel 8 Citeertitel Dit behoeft geen andere toelichting. Artikel 9 In werking treden
De bijdrage wordt per kalenderjaar toegekend. Daarom moet de verordening ook terugwerken tot 1 januari 2012. In de verordening zijn verwijzingen opgenomen naar de gewijzigde wet werk en bijstand 2012. Deze voorgenomen wetswijziging ligt thans nog voor bij de Eerste Kamer. Het is de bedoeling dat de wetswijziging wordt vastgesteld voor 1 januari 2012. Mocht deze datum niet worden gehaald, dan kloppen deze verwijzingen niet. Daarom is een voorbehoud gemaakt voor de vaststelling van de wetswijziging. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 28 februari 2012,