Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ voor kwetsbare jeugd en volwassenen met psychosociale problemen



Vergelijkbare documenten
Aanvullende cliëntinformatie behorend bij de kwartaalrapportage AWBZ

Begeleiding AWBZ Ontwikkelingen aanspraak AWBZ-functie BG Gemeente 's-gravenhage

Meldactie AWBZ oktober 2010

Begeleiding AWBZ 2009

Factsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo):

Van AWBZ naar Wmo. Nieuwe Wmo

Begeleiding individueel (laag)

Geachte mevrouw Mete en heer Spoeltman,

Samenvatting AWBZ pakketmaatregel

Van AWBZ naar Wmo..en wat betekent dit voor de cliënten?

Respijtzorg in de regio

Pakketmaatregelen AWBZ: gevolgen en maatregelen voor mensen met een lichamelijke beperking en/of chronische ziekte

Rol MEE AWBZ-pakketmaatregel

Gevolgen van de AWBZ pakketmaatregelen. Onderzoek onder chronisch zieken, ouderen, lichamelijk en verstandelijk gehandicapten

Wmo 2015 Gemeente Zeist

De gevolgen van de pakketmaatregelen AWBZ per 1 januari 2009 voor het gemeentelijke Wmo-beleid. Aandachtspunten vanuit cliëntenperspectief

Wegwijzer naar de AWBZ


Notitie scheiden van wonen en zorg Kenmerk 13s043

CONCEPT. Startdocument. AWBZ begeleiding

Nieuwsflits 16 Aandacht voor iedereen. Hervorming Langdurige Zorg en Zorgakkoord. 8 mei 2013

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Vaststellen productwijziging middelen ondersteunende begeleiding psychosociaal

De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is. ZorgImpuls maart 2015

De hoogte van de eigen bijdrage zou in een aantal gevallen niet in verhouding staan tot de omvang van de geleverde zorg.

Wmo-raad Maastricht. Aan het College van Burgemeester en Wethouders van Maastricht Postbus BZ MAASTRICHT

DECENTRALISATIE BEGELEIDING BIJEENKOMST VOOR FRIESE GEMEENTEN OVER DE DATA SET DE KLANT ALS KOMPAS. Zorgkantoor Friesland 15 december 2011

Het Landelijk Platform GGz roept ouders op om mee te doen aan de meldactie PGB of andere AWBZ-zorg

Complexiteit Intensiteit Bandbreedte Licht Midden Zwaar Intensiteit I 0-1,5 uur

Ik heb een persoonsgebonden budget (pgb)

Inhoudsopgave Wet langdurige zorg... 2 De huisarts en de WLZ... 6

Algemene presentatie Presentatie pakketmaatregel AWBZ verlies begeleiding in 2009 en 2010

Wmo begeleiding WF6 2017

Aan de commissie Inwonerszaken

AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?

Meest gestelde vragen en antwoorden Van AWBZ naar WMO

Blad 1. Bijlage 3. Nadere beschrijving productcodes en diensten Maatwerkvoorziening Begeleiding

Rolstoelen AWBZ Gevolgen van artikel 15 BZA-AWBZ

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

Wmo-voorzieningen 1. Algemene voorzieningen 1.1 Hulp bij het huishouden namens zo-net 1.2 Taxivervoer 1.3 Scootmobiel- en/of rolstoelpool

Rapportage Impactmonitor begeleiding

Achtergrondinformatie geldstromen en wetten

Wat gaan we doen en voor wie? Cliënten, Transitie en Innovatie

( ) Anja Tissen - PPT Huisstijl[1].ppt Pagina 1. Welkom bij Gemeente Haaren

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

AWBZ zorg bij Bureau Jeugdzorg (BJz)

AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?

Ik woon in een zorginstelling

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

Op 1 januari 2015 verandert ons zorgstelsel. De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) wordt dan vervangen door vier wetten:

Nader door Bureau Jeugdzorg (BJz) uit te voeren onderzoek.

Budgetten en vergoedingen wat betreft zorgboerderijen

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

Toegang tot de zorg: hoe is het geregeld en hoe loopt het in de praktijk?

Voortgang Wmo en Jeugdwet gemeente Buren Vierde kwartaalrapportage 2015

Erratum bij de brochure Zelf aan zet in de AWBZ

Cliëntenmonitor langdurige zorg. Veranderende toegang tot de AWBZ: ervaringen van zorgvragers en cliënten voorjaar 2010

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen.

De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Research voor Beleid. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in

Veranderingen in de AWBZ

Perceelbeschrijving persoonlijke begeleiding, verzorging en kort verblijf

Nieuwsbrief Wmo - bij DIGI van: Projectgroep Wmo / zorg

Dagbehandeling individueel aanvullend op dagbehandeling in groepsverband

Samenwerking informatievoorziening gemeenten en landelijke uitvoering in de zorg

De nadere regels voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Arnhem 2015

Specifieke afwegingskaders

Project Invoering Begeleiding uit AWBZ naar Wmo

Gemeenten Regio kop. Deelnemende gemeenten: Gemeente Den Helder Gemeente Schagen Gemeente Hollands Kroon Gemeente Texel

Productomschrijvingen inkoop 2016

Beleidsregels indicatiestelling AWBZ Bijlage 7. Behandeling

Clientprofielen maatwerkvoorzieningen Kempengemeenten Reusel-De Mierden, Bergeijk, Bladel en Eersel 19 mei 2014

Huishoudelijke verzorging in de gemeente Lochem Door: Peter van der Mierden, Ruben Otemann en Tonnie Tekelenburg

Indicatiestelling voor de

PRODUCTEN INKOOP 2017 EN VERDER PERCEEL: ONDERSTEUNING OP LOCATIE AANBIEDER JEUGD

Vragenlijst onderzoek wachtlijsten in de Wlz. In te vullen door de zorgvrager:

Factsheet AWBZ, 24 februari AWBZ naar Wmo: langdurige zorg per 1 januari 2015 naar gemeenten

De Wet Langdurige Zorg- samenvatting gericht op de gevolgen voor mensen met chronische

Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit

1. Alle dagbesteding inclusief vervoer gaat naar de gemeente (Wmo en Jeugdwet). Ook de dagbesteding van cliënten met een hoog zzp.

Cijfers over zorg in Mook en Middelaar

Zorg in april De zorg in 2015 en verder. »WMO (wet maatschappelijke ondersteuning)»jeugdwet. »Zorgverzekering

Presentatie Nuenense buurt- en wijkverenigingen 17 november 2014 Wethouder Paul Weijmans, portefeuillehouder coördinatie Transities

Raadsledendag 20 september

Zelf doen wat kan en ondersteuning waar moet.

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

Productbeschrijving Wmo contract 2016

Uitleg voorwaarden algemene tegemoetkoming Wtcg 2013

Algemene gegevens Om te beginnen willen wij graag wat algemene informatie van u ontvangen. Uw gegevens worden geanonimiseerd verwerkt.

Effecten AWBZ pakketmaatregelen op de Wmo

Factsheet. De overheid gaat de langdurige zorg anders organiseren. Wat betekent dat voor mijn pgb?

Nieuwe Wmo: dagbesteding en individuele begeleiding

Eerste resultaten van onderzoek onder chronisch zieken, ouderen, lichamelijk en verstandelijk gehandicapten

Aantal cliënten per stelsel nu en. Straks Figuur 1 - Aantal cliënten (18-) naar huidig en toekomstig stelsel

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 mei 2018 Betreft Oplossingen voor de zorgval

Informatie kaart. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

. Leven in Bladel is samen toekomst maken

Zorg, begeleiding, werk en inkomen. Hulp bij het Huishouden

Eerste Kwartaalrapportage Sociaal Domein (januari-maart 2015)

Wat staat ons te wachten in 2013 en daarna? Hans van der Knijff

Transcriptie:

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ voor kwetsbare jeugd en volwassenen met psychosociale problemen Gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik Januari 2011

Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 0229-282555 Rapportnummer 2011-1743 Datum Januari 2011 Opdrachtgever Gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik Postbus 45 1687 ZG Wognum Auteurs Layla Leerschool, MSc Drs. Bianca de Haan Bestellingen Exemplaren zijn verkrijgbaar bij de opdrachtgever Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Inhoudsopgave pag. Samenvatting I 1. Inleiding 1 1.1 Achtergrond onderzoek 1 1.2 Doel van het onderzoek 2 1.3 Uitvoering van het onderzoek 2 1.4 Leeswijzer 4 2. Beleidskader: ontwikkelingen binnen de AWBZ 6 2.1 Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten 6 2.2 Landelijke onderzoeken 8 3. De WAM-gemeenten: AWBZ in cijfers 16 3.1 Situatie op 1 januari 2009 16 3.2 Resultaat herindicaties & cliëntgroepen, situatie op 1 april 2010 17 3.3 Jeugdigen 18 3.4 Volwassenen met psychiatrische/psychosociale problematiek 19 3.5 Samenvatting 19 4. De zorg- en welzijnsinstellingen 21 4.1 Ontwikkelingen bij zorgaanbieders 21 4.2 Ontwikkelingen bij overige zorg- en welzijnsinstellingen 25 4.3 Samenvatting 29 5. Gevolgen voor cliënten 31 5.1 Ervaren problemen 31 5.2 Effecten 34 5.3 Ondersteuning vanuit MEE 35 5.4 Alternatieven 36 5.5 Mantelzorg 38 5.6 Toekomstperspectief 39 6. Best practices 41 Bijlage 1. Signaleringskaart jonge mantelzorgers 46 Bijlage 2. Opbouw cliëntgroepen 47 Bijlage 3. Scholen per samenwerkingsverband 49 Bijlage 4. Overzicht geïnterviewden 50

Samenvatting

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Samenvatting Samenvatting Aanleiding en onderzoek Als gevolg van de hervorming van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) raakt een aantal voormalig cliënten hun recht op begeleiding vanuit de AWBZ deels of geheel kwijt. Het gaat om kinderen, volwassenen en ouderen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, met psychiatrische problematiek, psychosociale problemen of een chronische ziekte. Cliënten die lichte tot matige problemen ondervinden in hun zelfredzaamheid of bij maatschappelijke deelname, kunnen in de toekomst in principe geen aanspraak meer maken op begeleiding vanuit de AWBZ. Als zij toch ondersteuning nodig hebben, kunnen zij terugvallen op voorzieningen in het kader van de gemeentelijke Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo). De gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik willen graag adequaat inspelen op de gevolgen die de maatregelen hebben voor de inwoners van hun gemeente. Om het toekomstig beleid voor kwetsbare groepen vorm te kunnen geven, is informatie verzameld over de volgende twee doelgroepen: 1. kinderen, jongeren en gezinnen met een ondersteuningsbehoefte vanwege lichamelijke of verstandelijke beperkingen, chronische ziekten, psychosociale problematiek en/of psychiatrische problematiek; 2. volwassenen met psychiatrische en/of psychosociale problematiek. Het gaat om doelgroepen die veelal wel zelfstandig wonen, maar vanwege een beperking of aandoening (soms) moeite hebben met bij voorbeeld het voeren van een huishouden, zelfverzorging, inname van medicatie, regelen van financiën, het opvoeden van kinderen, het krijgen en houden van werk en sociale contacten. De begeleiding aan de volwassen cliëntgroepen kan onder meer bestaan uit woonbegeleiding, huishoudelijke ondersteuning (regie), sociale vaardigheidstraining, budgetbeheer, opvoedingsondersteuning of begeleiding bij boodschappen doen, op bezoek gaan of sporten. Bij de jeugdige doelgroep gaat het veelal om kinderen met een verstandelijke beperking of met een psychiatrische stoornis (zoals autisme, ADHD) en/of gedragsproblemen. Zij ontvangen vanuit de AWBZ onder meer (extra) begeleiding in de (dag- en naschoolse) opvang, bij het maken van huiswerk en bij buitenschoolse activiteiten, zoals muziekles of sporten. Ook gaat het bij deze cliëntgroep om ondersteuning om het gezin te ontlasten (respijtzorg) zoals vakantieopvang en logeermogelijkheden. Onderliggend onderzoeksverslag geeft aan om hoeveel en om welke inwoners het gaat, wat er sinds de AWBZ hervormingen is veranderd en welke alternatieven er eventueel zijn voor de weggevallen ondersteuning. Hiervoor zijn documenten bestudeerd en interviews gehouden met sleutelinformanten vanuit instellingen voor zorg en welzijn. Deze samenvatting beschrijft de belangrijkste resultaten en conclusies. I

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Samenvatting De aantallen In Wervershoof, Andijk en Medemblik ontvingen op 1 januari 2009, 432 inwoners enige vorm van professionele begeleiding vanuit de AWBZ. 317 van hen zijn in het kader van de hervormingen van de AWBZ in de loop van 2009 geherindiceerd. Onder hen bevonden zich 189 kwetsbare jeugdigen en volwassenen met psychiatrische en/of psychosociale problemen. Deze groep bestaat uit 73 kinderen met een verstandelijke beperking, 9 kinderen en 107 volwassenen met een psychiatrische stoornis of psychosociale problemen. Van de kinderen zijn 41 (50%) getroffen door de maatregelen; zij krijgen minder uren of helemaal geen begeleidingshulp meer. Naast de herindicaties door het CIZ zijn de aanspraken van 12 jongeren uit de WAM-gemeenten opnieuw beoordeeld door Bureau Jeugdzorg. Twee van deze jongeren raakten hun begeleiding kwijt. Binnen de groep volwassenen met psychiatrische en/of psychosociale problemen zijn 107 cliënten geherindiceerd. Hiervan krijgen 41 (38%) personen nu minder of geen begeleiding meer. Naar verhouding raken van de cliëntgroep kinderen met een verstandelijke beperking de meeste mensen hun begeleiding geheel of gedeeltelijk kwijt. Ook volwassenen met psychiatrische en/of psychosociale problemen worden geraakt. De WAM-gemeenten wijken met deze cijfers nauwelijks af van het landelijk beeld na herindicatie. Onbekende cliënten Niet van alle kwetsbare kinderen en volwassenen uit de drie gemeenten zijn gegevens bekend. Van de totaalgroep van 432 cliënten per 1-1-2009, verliep bij 115 mensen de aanspraak op begeleiding in het jaar 2009. Deze mensen zijn niet opgeroepen voor herindicatie. Onbekend is of zij opnieuw indicatie aanvroegen en zo ja, of zij dit toegekend kregen. We weten ook niet hoeveel mensen uit de doelgroep voor dit onderzoek zich in deze groep bevinden. Ook is onbekend hoe het gaat met de 51 mensen die na herbeoordeling een indicatie voor verblijf kregen: zij verblijven nu vermoedelijk intramuraal. Maar of zij daarbij nog begeleiding krijgen, of achter de geraniums zitten weten we niet. Een andere witte vlek betreft de nieuwe aanwas ; mensen die voor het eerst ondersteuning nodig hebben. Bij een nieuwe aanvraag vallen deze mensen onder het nieuwe strengere - regime. De omvang van deze (potentiële) cliëntgroepen is onbekend en blijft buiten de CIZ-registratie. Duidelijk is wel dat de groep die indirect met de AWBZ-pakketmaatregelen te maken krijgt, veel groter is dan de 82 (voormalig) zorgvragers die geen of minder begeleiding kregen na herindicatie. De conclusie moet dus luiden dat de situatie van uiteindelijk ruim driekwart van de cliënten uit 2009 door de AWBZ-pakketmaatregelen is veranderd; ofwel van 335 van de 432 cliënten uit 2009. Daarbij komt nog de groep nieuwe kwetsbare burgers. Kortom; van de grootste groep (potentiële) cliënten is niet bekend in hoeverre de maatregelen hen treffen. Instellingen voor zorg en welzijn Wat merken de zorgaanbieders van de AWBZ-pakketmaatregelen voor de kwetsbare jongeren en volwassenen? Bij de verpleeghuizen raakte een klein aantal mensen hun indicatie voor begeleiding kwijt, maar deze mensen kunnen terecht bij een alternatief project dat door de gezamenlijke gemeenten is opgestart. De gevolgen van de pakketmaatregelen voor cliënten van Wilgaerden zijn tot nog toe beperkt gebleven. Wel merkt Wilgaerden dat de indicaties minder ruim gesteld worden. II

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Samenvatting Ook de Carrousel (Esdégé-Reigersdaal) merkt op dat ouders van kinderen met een zorgbehoefte als gevolg van de AWBZ-pakketmaatregelen soms te weinig uren begeleiding krijgen, wat het risico op overbelasting doet toenemen. Verder wordt de striktere indicatiestelling voor logeervoorzieningen als een probleem ervaren. Ongeveer 7% van de cliënten voor woonbegeleiding en dagactiviteiten door het RIBW is getroffen, toch hebben de AWBZ-maatregelen geen grote veranderingen met zich mee gebracht. Geen van de cliënten van Leekerweide heeft met indicatieverlies of vermindering te maken gekregen. Stichting de Wering signaleert een verzwaring van de problematiek waarmee WonenPlus en het ouderenwerk te maken krijgt, maar niet op grote schaal. Het schoolmaatschappelijk werk, de thuisbegeleiding van de Omring en de GGD signaleren dat er een groep ouders en kinderen dringend thuisbegeleiding nodig heeft, maar dit nu niet meer krijgt. Het aantal jonge gezinnen met een sterke hulpbehoefte in de opvoeding en het aantal multiproblemgezinnen neemt toe, zo ziet ook het Steunpunt Zorg en Welzijn dat mantelzorgondersteuning biedt. De kortdurende lichte begeleiding die vanuit de Wmo kan worden gegeven, is dan al afgelopen en onvoldoende gebleken. Het samenwerkingsverband De Streek geeft aan dat zij vooral aanlopen tegen lange wachttijden voor indicatiestelling bij de GGZ (die nodig is voor thuisbegeleiding). Bij Omring thuisbegeleiding melden zich minder cliënten; de wachtlijsten zijn verdwenen. De instantie merkt dat het aantal spoedaanvragen is toegenomen en de problematiek verzwaard. De GGZ zelf signaleert geen indicatieverlies onder haar bekende cliënten, al waren hiervoor in een aantal gevallen bezwaren nodig. De instellingen geven aan dat de pakketmaatregelen deels terecht begeleiding hebben afgeroomd. Toch worden met name groepen met lichte problematiek behoorlijk getroffen door de maatregelen. Verder geven sommige instellingen aan dat voor hen de administratieve lastendruk is toegenomen, nu ze naast AWBZ-indicaties steeds vaker met aanvragen voor ondersteuning vanuit de Wmo te maken hebben. Daarbij valt het hen bovendien op, dat er verschillen zijn in prioritering en dus in aanbod tussen de gemeenten onderling. De instellingen maken zich verder zorgen over de ontwikkelingen rondom de eigen bijdrage. Zij zien dat mensen de begeleiding opzeggen omdat ze niet bereid zijn de eigen bijdrage te betalen. Gevolgen voor cliënten De geraadpleegde instellingen wijzen er op dat de begeleiding geen luxeproduct is het is voor velen een belangrijke steun in de rug. Bovendien wanneer de problematiek verergert, wordt dit door de begeleider snel opgemerkt. Daarmee wordt voorkomen dat duurdere zorg nodig is en situaties escaleren. Vooral personen zonder mantelzorger en/of met een zwak sociaal netwerk dreigen nu buiten beeld te raken totdat de situatie escaleert. Voor een mantelzorger betekent de begeleidingshulp vaak juist die adempauze waardoor zij de mantelzorg kunnen volhouden. Verwacht wordt dat veel mantelzorgers in de toekomst zullen uitvallen, met meer opnames en een nieuwe cliëntgroep als gevolg. III

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Samenvatting Alternatieven Er is een duidelijk nieuw aanbod direct uit de AWBZ-pakketmaatregelen naar voren gekomen. Voor ouderen met psychosociale problemen is naar aanleiding van de AWBZ-maatregelen het gemeentelijke project Wijkdagactiviteiten in het leven geroepen door de gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik en de instellingen Omring en de Wering. Mensen die hun begeleiding kwijtraakten, kunnen hier nu terecht. Ook Woonzorggroep Wilgaerden sluit deelname van wmo-ers aan groepsbegeleiding (dagbesteding) niet uit. Toch wordt er ook aanbod gemist zoals daginvulling voor jeugdigen, mensen met een licht verstandelijke beperking en ondersteuning bij de financiën. Daarnaast vragen sommige instellingen zich af of het huidig lokaal welzijnsaanbod wel als substituut voor de weggevallen specialistische AWBZ-begeleiding kan dienen. Met het oog op de toekomst is er bij de instellingen behoefte aan een nauwere samenwerking met de gemeenten, zeker wanneer er nog meer verantwoordelijkheden vanuit de AWBZ overgeheveld worden naar de gemeenten. Ook pleit men voor een duidelijke visievorming vanuit de gemeenten. Conclusies In de gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik kregen 82 kwetsbare kinderen en volwassenen naar aanleiding van de AWBZ-pakketmaatregelen te maken met een gedeeltelijk of volledig verlies van begeleiding. Het betreft ongeveer evenveel kinderen met een verstandelijke beperking als volwassenen met psychiatrische en/of psychosociale problematiek. Kinderen met psychiatrische problemen houden veelal hun recht op begeleiding. Daarnaast is er een onbekend aantal kwetsbare jongeren en volwassenen die (nog) niet met hulpverlening in aanraking zijn gekomen of die door de nieuwe regelgeving geen aanspraak op ondersteuning via de AWBZ heeft. Ook de AWBZ-cliënten wier indicatie voor begeleiding in 2009 afliep, zijn zoek : deden zij opnieuw een aanvraag en zo ja, krijgen ze begeleiding? Gegevens over het aantal mensen dat na 1 januari 2009 opnieuw of een nieuwe aanvraag voor begeleiding deed en de uitslag van deze aanvragen (afwijzing of toekenning), zijn wel bij het CIZ bekend. Inzicht in deze gegevens biedt de WAM-gemeenten eventueel de gelegenheid om mensen actief te benaderen wiens aanvraag is afgewezen. Wellicht bieden de lokale voorliggende voorzieningen een oplossing om ook deze mensen maatschappelijk binnenboord te houden. Of misschien nemen deze mensen allang deel! Een uitnodiging voor een keukentafelgesprek, een gesprek bij het Wmo-loket of bij MEE biedt inzicht in de individuele sterkten en zwakten van de afgewezen hulpvrager en de mogelijkheden voor lokale ondersteuning. Het in kaart brengen van de hulpvraag en situatie van de kwetsbare burgers binnen de gemeentegrenzen is het begin van een efficiënte afstemming tussen vraag en aanbod. Deze kennis is nu nog niet voldoende voorhanden. De instellingen voor zorg en welzijn bemerken de gevolgen van de pakketmaatregelen nog maar mondjesmaat. Vanwege de autonome trend richting meer en zwaardere zorgvraag vooral op het gebied van psychische en psychosociale problematiek onder jongeren en volwassenen is er vaker sprake van een groeiend dan van een dalend aantal klanten. Met name in de woonbegeleiding voor jongeren met psychiatrische en psychosociale problemen, neemt de zorgvraag alleen maar toe. IV

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Samenvatting Instellingen die al overvraagd worden met nieuwe begeleidings- of indicatieverzoeken, zijn niet primair gericht op het speuren naar nieuwe cliënten. Een aantal instellingen die dagopvang voor kwetsbare ouderen verzorgen, ziet wel cliënten verdwijnen. Hiervoor is echter een goed alternatief gevonden in het samenwerkingsproject Wijkdagactiviteiten. In de thuis- en gezinsbegeleiding voor multiproblemgezinnen en de lichtere variant voor jonge gezinnen met een ondersteuningsbehoefte doet zich wel een knelpunt voor. Meerdere verwijzers lopen aan tegen ofwel lange wachttijden voor de benodigde GGZ-hulp, ofwel tegen het feit dat de indicatie niet wordt verleend. Verlener van gezinsbegeleiding de Omring zag haar wachtlijst oplossen, terwijl bij het schoolmaatschappelijk werk en de GGD-verpleegkundigen een aantal gezinnen niet geholpen kan worden. Het staat vast dat het belang van vroegtijdig oppakken van problemen bij kinderen en in de opvoedsituatie van groot belang zijn om verergering van problemen bij zowel ouders als kinderen te voorkomen. Dit past ook binnen de gemeentelijke Wmo-taken. De geraadpleegde instellingen geven vooral aan zorgen te hebben over de meest kwetsbare personen en multiproblemgezinnen. Eén van de kenmerken van kwetsbare burgers is dat zij de weg naar de reguliere instellingen niet gemakkelijk vinden en dat zij aarzelen om hulp te vragen. Mensen die in een sociaal isolement verkeren, komen zodoende ook moeilijk in beeld bij de lokale informele ondersteuningsnetwerken. Dat geldt uiteraard in nog sterkere mate voor zorgmijders. Ook van kinderen uit een gezin dat inmenging weigert, kan niet worden verwacht dat zijzelf op zoek gaan naar ondersteuning. Ouderen met beginnende dementie en mensen die door psychiatrische aandoeningen verward, angstig of achterdochtig zijn, stappen niet zelf gemakkelijk op de buren, het wijkcentrum of het Wmo-loket af. Voor deze groepen is een outreachende benadering van belang: de problemen worden dan in een zo vroeg mogelijk stadium gesignaleerd en opgepakt. Met de juiste hulp kan voorkomen worden dat beginnende problematiek oploopt en escaleert. Preventieve projecten zoals huisbezoeken aan ouderen en het schoolmaatschappelijk werk zijn voor deze groepen nu, meer dan ooit, van belang. Een goede aansluiting met (zwaardere of langere) vervolgzorg hoort hier uiteraard bij, wat betekent dat gemeenten hierover afspraken moeten maken met de betreffende instellingen. Een ondersteuningsaanbod gericht op het voorkomen van eenzaamheid en isolement voorkomt een hoop problematiek. Hierin voert een goede samenwerking de boventoon. Het stroomlijnen, ondersteunen en faciliteren van de samenwerking tussen gemeenten, professionele instellingen, welzijnsorganisaties en vrijwilligers moet worden opgepakt. Dat is zowel voor de kwetsbare burgers als voor de instellingen van belang. Dit betekent niet dat gemeenten eenheidsworst moeten bieden: het is juist van belang om lokaal passende, kleinschalige initiatieven in te zetten die liefst voortborduren op al bestaande structuren. Maar de regievoering over de sociale kaart zou zoveel mogelijk centraal aangestuurd moeten worden. Het aantal overlegorganen en bureaucratische hobbels blijft dan beperkt. De gemeente kan regisseren, initiëren en ondersteunen door het samenbrengen en faciliteren van de partijen. Het toekomstige Centrum voor Jeugd en Gezin zou hier een belangrijke rol in kunnen spelen. V

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Samenvatting Aanbevelingen: Om te zorgen voor een efficiënte afstemming tussen vraag en aanbod is het van belang de hulpvraag en situatie van de meest kwetsbare burgers en multiproblem gezinnen in beeld te brengen. Daarbij is een outreachende benadering van belang. Vanuit het CIZ zijn gegevens bekend van mensen die door de maatregelen zijn getroffen. Het zijn de cliënten die toestemming hebben gegeven om hun gegevens naar de gemeente door te spelen. Het uitnodigen van deze personen biedt inzicht in de individuele behoeften van de afgewezen hulpvrager en een eventuele match met lokaal ondersteuningsaanbod. Daarnaast is er de groep cliënten waarvan geen gegevens bekend zijn. De meeste van hen gaan niet zelf op zoek naar oplossingen. De aard van de problematiek lijkt hierbij een rol te spelen; men schaamt zich om hulp in te roepen en/of is van mening dat ze het zelf wel kunnen opvangen. Preventieve projecten zoals huisbezoek en schoolmaatschappelijk werk zijn hierin wellicht een effectief middel. Een aanhoudende uitnodigende werving voor cursussen, informatie- en inloopavonden bij wijk- en dorpscentra in de lokale media is van groot belang om de bekendheid met het lokaal aanbod te vergroten en om drempels te slechten. Ook huis-aan-huis uitnodigingen door middel van flyers kan kwetsbare burgers over de streep trekken om eens een kijkje te nemen. Verder zijn zwaan kleef aan acties een effectief middel om nieuw publiek binnen te krijgen: vaste bezoekers van bijvoorbeeld de soos of het wijkcentrum nemen dan één nieuweling uit hun omgeving mee. Bekendheid en een lage drempel zijn voorwaarden om het gebruik van voorliggende voorzieningen te stimuleren en hun signalerende en preventieve functie te optimaliseren. Het Wmo-loket en MEE vormen een belangrijke toegangspoort voor het ondersteuningsaanbod, maar zijn vaak nog niet optimaal bekend bij de doelgroep. Informatieverstrekking in de directe omgeving van de zorgvragers kan bijdragen aan die bekendheid; de huisarts, de maaltijdverzorger, de wijkverpleegkundige en de hulp in de huishouding zijn potentiële informatieverspreiders. Informatieverstrekking door deze tussenpersonen kan op aanwijzing van de gemeente worden geïntensiveerd en gestroomlijnd. Een goed ondersteuningsaanbod hangt voor een groot deel af van de samenwerking en informatieuitwisseling tussen zorgverleners, de gemeenten, platforms en informele netwerken. Er vinden al wel overleggen plaats, maar de samenwerking kan altijd (nog) beter. Het toekomstige Centrum voor Jeugd en Gezin kan hierin een belangrijke rol spelen. Hulp wordt dan beter afgestemd en de samenhang in casussen kan in beleid worden vertaald. Overstijgend overleg biedt bovendien een halt aan hokjesdenken. Hierdoor wordt er niet in aanbod voor doelgroepen (ouderen, jongeren en gehandicapten) gedacht, maar in ondersteuningsbehoeften van kwetsbare groepen, waarin wellicht (deels) integraal kan worden voorzien: ontschotting en samenwerking. Er wordt meer gevraagd van mantelzorgers. Van belang is deze groep nader in kaart te brengen en ondersteuning te bieden. Veel mantelzorgers zijn zich niet bewust van de mogelijkheden voor ondersteuning. Een peiling onder de bevolking kan 1. de groep nog onbekende mantelzorgers in kaart brengen en 2. de kennis over de ondersteuningmogelijkheden vergroten. Daarnaast wordt een groei in de vraag naar mantelzorgondersteuning gesignaleerd. Gelet op deze ontwikkeling is het van belang te inventariseren of het huidige mantelzorgondersteuningsaanbod toereikend genoeg is. VI

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Samenvatting De effecten die de pakketmaatregelen AWBZ in de toekomst gaan meebrengen, vragen om aanhoudende aandacht. Op dit moment lijken de gevolgen mee te vallen. Cliënten die volgens de nieuwe regels worden geïndiceerd, blijven echter deels buiten beeld. Doen zij nog wel een aanvraag of is een deel vooraf al ontmoedigd? Het reserveren van middelen voor de toekomst is dus van groot belang, temeer omdat de vergrijzing en andere maatschappelijke ontwikkelingen eerder wijzen in de richting van een toename dan op een afname van het aantal mensen met een ondersteuningsbehoefte. VII

Hoofdstuk Inleiding

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Inleiding 1. Inleiding 1.1 Achtergrond onderzoek De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) is aangepast. Het schrappen van de psychosociale grondslag voor de functie ondersteunende begeleiding algemeen (OB-algemeen) is één van de maatregelen die met ingang van 1 januari 2008 is getroffen. Daarnaast is er per 1 januari 2009 een nieuwe functie Begeleiding in het leven geroepen, waarvoor alle mensen met een indicatie Ondersteunende Begeleiding en Activerende Begeleiding opnieuw geïndiceerd werden. Iedereen die valt onder het criterium "lichte problematiek" verliest bij deze herindicatie het recht op AWBZ- Begeleiding. Als gevolg van de hervorming van de AWBZ 1 blijkt dat landelijk 38% van de cliënten hun recht op ondersteuning vanuit de AWBZ deels of geheel kwijtraakt (CIZ, 2010). Het gaat dan onder meer om ouderen, kwetsbare gezinnen, mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking en mensen met psychiatrische of psychosociale problemen (zie ook HHM, 2009 2 ). Ook vallen onder de doelgroep, kinderen die opgroeien in multiproblemgezinnen, kinderen met autisme of ADHD en kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking. Vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) zijn gemeenten verantwoordelijk voor het welbevinden van kwetsbare burgers binnen hun grenzen. Toch wordt er geen functie (wel middelen) overgeheveld van de AWBZ naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De ondersteuning houdt voor de mensen met lichte problematiek simpelweg op te bestaan. Zij worden geacht terug te kunnen vallen op hun eigen netwerk. Kan dit netwerk niet in de ondersteuning voorzien, dan is men aangewezen op de lokale voorzieningen. De gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik hebben behoefte aan een eerste verkenning van de gevolgen die de Pakketmaatregelen AWBZ hebben voor twee groepen inwoners: 1. de kwetsbare jeugd binnen hun gemeenten en, 2. mensen met psychosociale problematiek. Om goed te kunnen inspelen op mogelijke consequenties, is het van belang een beeld te krijgen van de aard en omvang van de getroffen cliëntgroepen. De resultaten worden gebruikt als input voor het gemeentelijk beleid. Om een beeld te verkrijgen van de huidige situatie en behoeften van deze groepen cliënten om zo gericht nadere invulling en sturing te kunnen geven aan het Wmo-beleid, is dit onderzoek uitgevoerd. 1 Pakketmaatregelen en het vervallen van de grondslag Psychosociaal 2 Effecten AWBZ pakketmaatregelen op de Wmo. Hoeksma, Homans & Menting, Enschede, maart 2009 1

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Inleiding 1.2 Doel van het onderzoek Doel van het onderzoek is het in kaart brengen van de omvang en de hulpbehoefte van twee doelgroepen bewoners van de WAM-gemeenten met een ondersteuningsbehoefte, te weten: 1. kinderen, jongeren en gezinnen met een ondersteuningsbehoefte vanwege lichamelijke of verstandelijke beperkingen, chronische ziekten, psychosociale problematiek en/of psychiatrische problematiek; 2. volwassenen met psychosociale problematiek. Het onderzoek heeft tot doel aanknopingspunten te bieden met betrekking tot het zorg- en ondersteuningsaanbod in het toekomstig (Wmo-)beleid voor kwetsbare jeugdigen en mensen met psychosociale problemen in Wervershoof, Andijk en Medemblik. Hoofdvragen van onderzoek In het onderzoek staat de volgende onderzoeksvraag centraal: Wat zijn de consequenties van de pakketmaatregelen AWBZ voor de mensen met psychosociale problematiek en kwetsbare jeugdigen in de gemeenten Wervershoof, Andijk en Medemblik? Daarbij spelen drie hoofdvragen: Hoeveel cliënten uit de WAM-gemeenten kregen met de maatregelen te maken en wat is hun situatie na herindicatie? Wat merken de instellingen ervan en wat is de invloed van de maatregelen op de cliëntaantallen? Wat zijn de gevolgen van de maatregelen voor kwetsbare kinderen en volwassenen met psychosociale problematiek nu en in de toekomst? 1.3 Uitvoering van het onderzoek In overleg met gemeenten is ervoor gekozen een aanpak in twee fasen te volgen. In de eerste fase is via deskresearch en een uitgebreide informatieronde langs zorg- en welzijnsinstellingen een beeld van de situatie van de doelgroepen gevormd, alsook van de omvang van de groep en de problematiek. De bevindingen zijn in deze rapportage beschreven. De resultaten uit de eerste ronde vormen input voor een eventuele tweede fase. Als namelijk blijkt dat de situatie en ondersteuningsbehoefte van de doelgroepen vanuit het oogpunt van de instellingen onvoldoende is beantwoord, worden in een tweede fase van het onderzoek (ex)cliënten uit de doelgroepen benaderd met een schriftelijke en/of telefonische enquête, om de rapportage aan te vullen met een nader beeld van de situatie en hulpvraag van de cliënten. 2

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Inleiding Eerste fase Deze rapportage beschrijft de resultaten uit de eerste fase van het onderzoek. Daarvoor zijn de volgende onderdelen uitgevoerd: 1. deskresearch; 2. interviews met zorg- en welzijnsinstellingen. Deskresearch Door middel van deskresearch is informatie verzameld over de aard en de omvang van de kwetsbare jeugdigen en mensen met psychosociale problematiek in Wervershoof, Andijk en Medemblik. Hierbij zijn zowel landelijke als lokale bronnen geraadpleegd. Interviews Er zijn 16 telefonische gesprekken gevoerd met 14 instanties die bekend zijn met de betreffende doelgroepen. Gevraagd is naar de grootte van de doelgroep die de begeleiding deels of volledig kwijt is geraakt, wat het effect is op deze cliënten en de instelling en wat mogelijke alternatieven zijn. Bij welzijnsaanbieders is daarnaast geïnformeerd naar een eventuele toeloop van kwetsbare burgers op het aanbod. De interviews zijn gehouden aan de hand van checklists, die in overleg met de gemeenten zijn opgesteld. Via de instellingen is een beeld verkregen over de effecten van de pakketmaatregelen AWBZ; er zijn (nog) geen cliënten ondervraagd. Zij komen mogelijk in een tweede fase van het onderzoek aan bod. Er is gesproken met: - Omring, afdeling gezinsbegeleiding; - Omring, afdeling verzorgingshuizen; - Regionale Instelling voor Beschermd Wonen (RIBW); - Woonzorggroep Wilgaerden; - Leekerweide; - Esdégé-Reigersdaal (De Carrousel); - GGZ Noord-Holland Noord; - GGD Hollands Noorden; - Zorgkantoor Noord-Holland Noord; - De Wering, Algemeen en Schoolmaatschappelijk werk; - De Wering, Ouderenwerk; - Bureau Jeugdzorg Noord-Holland; - Steunpunt zorg voor Welzijn; - RCO de Hoofdzaak; - Samenwerkingsverband de Streek; - MEE Noordwest Holland. Het onderzoek is in de periode oktober november 2010 uitgevoerd door I&O Research. 3

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Inleiding 1.4 Leeswijzer De resultaten van het onderzoek worden in de volgende hoofdstukken besproken. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op het beleidskader en de landelijke situatie van de AWBZ. Hoofdstuk 3 geeft inzicht in het aantal kwetsbare jeugdigen en mensen met psychosociale problematiek dat getroffen is door de pakketmaatregelen in de WAM-gemeenten. Hoofdstuk 4 beschrijft de situatie vanuit het oogpunt van de lokale zorg- en welzijnsinstellingen. Onder meer de ontwikkelingen in hun cliëntaantallen en de effecten die zij merken komen aan bod. In het laatste hoofdstuk staan de behoeften en alternatieven van en voor cliënten en de effecten van de maatregelen op de getroffen doelgroepen centraal. Ook wordt een blik geworpen op de toekomst; hoe ziet deze er volgens de zorg- en welzijnsinstellingen uit? 4

Hoofdstuk Beleidskader: ontwikkelingen binnen de AWBZ

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Beleidskader: ontwikkelingen binnen de AWBZ 2. Beleidskader: ontwikkelingen binnen de AWBZ Dit hoofdstuk beschrijft kort de ontwikkelingen binnen de AWBZ sinds 2007. Ook geeft het hoofdstuk een overzicht van een aantal landelijke studies die zijn uitgevoerd naar de effecten en consequenties van de pakketmaatregelen. 2.1 Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Iedereen die in Nederland woont of werkt en te maken krijgt met ziektekosten die niet door de zorgverzekering worden gedekt, kan een beroep doen op de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Deze volksverzekering vergoedt bijzondere ziektekosten, zoals langdurige zorg thuis of opname in een verpleeghuis of gehandicapteninstelling. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) bepaalt of aanvragers wel of geen aanspraak mogen doen op de AWBZ. Het CIZ indiceerde tot 2007 op een zevental grondslagen. Figuur 2.1 Situatie AWBZ tot 2007: Grondslagen AWBZ 1. Somatische ziekte aandoening (SOM) 2. Psychogeriatrische ziekte/aandoening (PG) 3. Psychiatrische aandoening/psychische stoornis (PSY) 4. Lichamelijke handicap (LG) 5. Verstandelijke handicap (VG) 6. Zintuiglijke handicap (ZG) 7. Psychosociaal probleem (PS) Hulp gefinancierd vanuit AWBZ Huishoudelijke verzorging Persoonlijke verzorging Verpleging Ondersteunende begeleiding Activerende begeleiding Behandeling Verblijf Sinds 2007 zijn de volgende aanpassingen doorgevoerd in de AWBZ: 2007 De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van huishoudelijke verzorging is overgeheveld naar de Wet maatschappelijk ondersteuning (WMO). 2008 Per 1 januari 2008 is de aanspraak op ondersteunende begeleiding voor cliënten met een somatische ziekte of aandoening of een psychosociale grondslag komen te vervallen. 6

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Beleidskader: ontwikkelingen binnen de AWBZ Ondersteunende Begeleiding (OB) ondersteunt de cliënt in het handhaven van de zelfredzaamheid en zinvolle dagbesteding bij een beperkt regelvermogen. Daarnaast bevordert ondersteunende begeleiding de integratie in de samenleving ter voorkoming van een sociaal isolement en voorkomt OB de overbelasting van mantelzorgers 3. 2009 Per 1 januari 2009 zijn de regels ten aanzien van het recht op begeleiding vanuit de AWBZ nog verder aangescherpt. De hulpvormen ondersteunende begeleiding en niet geneeskundige activerende begeleiding zijn samengevoegd tot de nieuwe functie Begeleiding (BG) en de criteria om aanspraak te maken op deze hulp zijn strenger geworden. Begeleiding wordt alleen nog toegekend bij matige of ernstige problemen met zelfstandig functioneren in de maatschappij op één of meer van de volgende vijf domeinen: sociale redzaamheid, bewegen en verplaatsen, probleemgedrag, psychisch functioneren en oriëntatiestoornissen. Dit geldt als de noodzaak tot begeleiding niet kan worden ondervangen door eigen hulpbronnen of voorliggende voorzieningen. Ook geeft de grondslag psychosociaal probleem per 1 januari 2009 in het geheel geen recht meer op AWBZ-zorg. Activerende begeleiding (AB) richt zich op verbeteren van functioneren. Het kan daarbij gaan om het aanleren van vaardigheden op het gebied van persoonlijke verzorging, huishoudelijke verzorging, mobiliteit, sociale vaardigheden 4. Met de pakketmaatregelen zijn de functies OB en AB samengevoegd in de functie Begeleiding. Deze kan zowel in groeps- als individueel verband worden aangeboden. Gevolg van de nieuwe maatregelen is dat iedereen met een indicatie voor ondersteunende of activerende begeleiding, in 2009 geherindiceerd moest worden op basis van de nieuwe regels. 3 Bron: Protocol indicatiestelling voor ondersteunende begeleiding, CIZ 2006. 4 Bron: Protocol indicatiestelling voor activerende begeleiding, CIZ 2006. 7

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Beleidskader: ontwikkelingen binnen de AWBZ Figuur 2.2 Situatie AWBZ sinds 1 januari 2009 Grondslagen AWBZ 1. Somatische ziekte aandoening (SOM) 2. Psychogeriatrische ziekte/aandoening (PG) 3. Psychiatrische aandoening/psychische stoornis (PSY) 4. Lichamelijke handicap (LG) 5. Verstandelijke handicap (VG) 6. Zintuiglijke handicap (ZG) 7. Psychosociaal probleem (PS) Hulp gefinancierd door AWBZ Huishoudelijke hulp Persoonlijke verzorging Verpleging Ondersteunende begeleiding Activerende begeleiding Behandeling Verblijf Huishoudelijke verzorging WMO Begeleiding Geen aanspraak meer mogelijk op AWBZ-hulp 2010 Cliënten met een persoonsgebonden budget (pgb) voor AWBZ-begeleiding, betalen vanaf 1 januari 2010 een eigen bijdrage voor dagbesteding. Deze is inkomensafhankelijk. Cliënten met zorg in natura betalen de eigen bijdrage vanaf 21 juni 2010. Voor de gemeente betekent dit dat zij een verordening dienen op te stellen om de cliënt een rechtspositie te geven en om dubbele lasten voor hen te voorkomen. 2.2 Landelijke onderzoeken Er zijn verschillende partijen die (kwantitatief) inzicht geven in de gevolgen van de pakketmaatregelen in de AWBZ. Zo brengt het CIZ kwartaalrapportages uit waarin de gevolgen voor de herindicaties zowel op landelijk als gemeentelijk niveau worden beschreven. Ook MEE publiceert rapportages over de ondersteuning die zij bieden aan de cliënten. Verder onderzoeken de gezamenlijke cliëntorganisaties gedurende twee jaar wat de veranderingen in de AWBZ betekenen voor de afnemers van de zorg. De AWBZ-monitoren van Research voor Beleid en ITS onderzoeken daarnaast de consequenties van de maatregelen voor verschillende doelgroepen. Hieronder worden de belangrijkste resultaten van deze onderzoeken en rapportages beschreven. CIZ De meest recente landelijke rapportage van het CIZ 5 geeft inzicht in de situatie op 1 april 2010 van cliënten die op 1 januari 2009 recht hadden op ondersteunde begeleiding of activerende begeleiding. In de rapportage wordt onderscheid gemaakt tussen zeven cliëntgroepen. 5 CIZ. Begeleiding AWBZ 2009 (2010). Ontwikkelingen aanspraak begeleiding. Situatie 1 april 2010 editie met postcodeniveau. 8

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Beleidskader: ontwikkelingen binnen de AWBZ Het CIZ gaat ervan uit dat alleen de cliëntgroepen die minder of geen AWBZ-begeleiding meer ontvangen (cliëntgroepen 4, 5 en 6) eventueel voor ondersteuning bij de gemeente zullen aankloppen. De belangrijkste conclusies over deze drie doelgroepen op een rij 6 : In cliëntgroep 4, oftewel de 61.882 Nederlandse cliënten die minder uren begeleiding (BG) hebben gekregen, verliezen met name mensen met een psychiatrische aandoening en/of psychosociale problemen van 18 jaar en ouder (30%), verstandelijk gehandicapten van 18 jaar en ouder (23%) en de 0-17 jarige verstandelijk gehandicapten (12%) uren begeleiding; In cliëntgroep 5, oftewel de 12.517 cliënten die geen begeleiding (BG) hebben gekregen maar wel andere AWBZzorg, zitten voornamelijk mensen met somatische aandoeningen van 75 jaar en ouder (42%) en de zintuiglijk gehandicapten (24%); In cliëntgroep 6, oftewel de 12.865 cliënten die geen AWBZ-zorg meer krijgen, verliezen vooral de mensen met een psychiatrische aandoening en/of psychosociale problemen van 18 jaar en ouder (39% van de cliënten) en de mensen met somatische aandoeningen van 75 jaar en ouder (13%) hun AWBZ-zorg. Daarnaast liep voor 72.741 cliënten (32%) de indicatie in 2009 af. Uit de CIZ-rapportage is onbekend of deze cliënten een nieuwe indicatie aanvroegen of zij deze kregen toegewezen en welke cliëntgroepen het betreft. Ook is onduidelijk hoeveel jeugdigen op grond van een zintuiglijke, lichamelijke en/of somatische beperking het recht begeleiding verloren. Voor deze groepen maakt het CIZ geen onderscheid tussen jeugdigen en volwassenen. In 2008 werd al verwacht dat vooral mensen die vanwege een somatische of psychiatrische aandoening ondersteunende of activerende begeleiding kregen, een grotere kans hadden hun aanspraak hierop te verliezen 7. De strengere regels in 2009 voor de toegang tot de AWBZ leiden landelijk in 38 procent van de gevallen tot minder positieve indicatiebesluiten zoals minder uren, alleen nog recht op andere AWBZzorg of helemaal geen recht meer op AWBZ-zorg. Uitgesplitst naar grondslag en leeftijd blijkt dat 28 procent van de groep jeugdigen met psychiatrische en/of psychosociale problematiek door de maatregelen is getroffen, net als 32 procent van de jeugdigen met een verstandelijke beperking en 37 procent van de volwassenen met psychosociale problematiek. 6 Bron: CIZ, Begeleiding AWBZ 2009 Ontwikkelingen aanspraak begeleiding Nederland, Situatie 1 januari 2010. NB: De percentages tellen niet op tot 100%; alleen de drie grootste deelgroepen worden benoemd. De overige groepen zijn kleiner in aandeel. 7 Bron: Onderzoek effecten pakketmaatregelen AWBZ, CIZ/HHM, 2008. 9

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Beleidskader: ontwikkelingen binnen de AWBZ Tabel 2.1 Cliëntgroepen naar grondslag, resultaten herindicaties CIZ Nederland (situatie 1 april 2010) cliëntgroep PSY/PS 0-17 jaar VG 0-17 jaar PSY/PS 18 jaar en ouder SOM/ PG 0-64 jaar ZG LG grondslag onbekend overig* totaal 0. 1. 2. 3. 4. 5. 6. Cliënten die nog niet zijn geherindiceerd Cliënten waarbij indicatie is verlopen Cliënten die nu intramurale zorg krijgen Cliënten die gelijk of meer begeleiding krijgen Cliënten die minder uren begeleiding krijgen Cliënten die geen begeleiding meer krijgen, maar wel AWBZ-zorg Cliënten die geen AWBZzorg meer krijgen - - - - - - 0 - - 780 8.041 24.322 5.232 5.206 2.722 161 26.277 72.741 9 1.976 2.453 893 220 1.344 0 16.726 23.621 277 9.141 14.257 2.223 1.126 4.548 4 15.931 47.507 279 7.619 18.765 3.192 2.497 6.166 0 23.364 61.882 15 475 280 1.226 2.968 807 4 6.742 12.517 121 1.096 4.960 903 527 485 785 3.988 12.865 totaal cliëntgroep 4, 5 en 6 415 9.190 24.005 5.321 5.992 7.458 789 34.094 87.264 totaal 1.481 28.348 65.037 13.669 12.544 16.072 954 93.028 231.133 * SOM 65 jaar en ouder, PG 65 jaar en ouder, VG 18 jaar en ouder MEE Om te zorgen voor een zachte landing voor mensen die hun begeleiding kwijtraken, heeft het Rijk besloten tot een overgangsregeling en het aanbieden van hulp aan cliënten bij het zoeken naar een alternatief. Stichting MEE is voor het laatste doel ingeschakeld. Cliënten konden tot 30 juni 2010 aanspraak maken op begeleiding vanuit MEE. Onlangs is de vierde en tevens laatste MEE Signaal kwartaalrapportage verschenen, waarmee MEE informeert over cliënten die zich bij de stichting hebben gemeld als gevolg van de pakketmaatregelen AWBZ. De rapportage is gebaseerd op de situatie van 31 augustus 2010. Tot 31 augustus 2010 hebben zich landelijk 6.652 cliënten gemeld die hun indicatie voor begeleiding deels of volledig hebben verloren een substantiële toename ten opzichte van het vorige kwartaal (voorjaar 2010) toen het aantal meldingen nog 4.609 bedroeg. Toch gaat het relatief gezien om een kleine groep; slechts 8 procent van het totale aantal cliënten dat door de pakketmaatregelen getroffen is, heeft zich gemeld bij MEE. Met name mensen die hun begeleiding volledig zijn verloren, hebben zich gemeld (16 procent, ten opzichte van 4 procent van de cliënten die hun begeleiding gedeeltelijk verloren). 10

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Beleidskader: ontwikkelingen binnen de AWBZ Tabel 2.2 Resultaat meldingen Stichting MEE gevonden alternatief CIZ MEE % melding bij MEE verlies begeleiding gedeeltelijk 61.882 2.541 4% verlies begeleiding geheel 25.382 4.111 16% totaal aantal cliënten 87.264 6.652 8% Op 31 augustus 2010 is het traject bij alle cliënten afgerond. De meeste cliënten (33 procent) hebben aangegeven geen structurele ondersteuning meer nodig te hebben, zelf een alternatief te hebben georganiseerd of de uitkomst van een bezwaar af te wachten. Ruim een tiende (11 procent) van de cliënten die zich bij MEE meldden heeft een alternatief gevonden in het sociale netwerk en doet daarmee een beroep op mantelzorg. Slechts één op de twintig cliënten (5 procent) heeft een alternatief gevonden in het vrijwilligerswerk. MEE heeft voor de helft van de cliënten (51 procent) naar een alternatieve vorm van ondersteuning gezocht en vond deze in de meeste gevallen bij welzijnsinstellingen (37 procent) en zorginstellingen (18 procent). Voor 3 procent van de cliënten is een alternatief gevonden bij het WMO-loket van de gemeente. Tabel 2.3 Resultaat meldingen Stichting MEE gevonden alternatief MEE % melding bij MEE Welzijnsorganisatie 1.263 37% Zorgaanbieder 626 18% Wmo-loket 95 3% Gemeentelijke voorzieningen 112 3% Zorgverzekeringswet 33 1% MEE reguliere diensten 266 8% anders 1.021 30% Het zijn vooral de ouderen met beginnende ouderdomsklachten die zich bij MEE hebben gemeld (40 procent van alle meldingen). Volwassenen die als gevolg van chronische invaliderende aandoeningen beperkt zijn in hun psychisch functioneren, meldden zich veel minder vaak (7 procent van alle meldingen), net als jongeren en jongvolwassenen met een verstandelijke beperking (2 procent van alle meldingen) en ouders van kinderen met een beperking (in totaal 17 procent van de meldingen). 11

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Beleidskader: ontwikkelingen binnen de AWBZ Tabel 2.4 Opbouw cliënten die zich meldden bij MEE (in % van totaal aantal meldingen) cliëntgroep aantal meldingen % van meldingen bij MEE 1. Ouderen met beginnende ouderdomsklachten, zoals vergeetachtigheid en mobiliteitsproblemen, zonder dat een duidelijke diagnose is gesteld. 2.223 33% 2. Ouderen met beginnend geheugenverlies en concentratiestoornissen die vaak kampen met gemis van partner of vrienden. 307 5% 3. Ouderen waarbij beginnende dementie is gediagnosticeerd, die doorgaans nog thuis wonen en vaak een partner hebben en/of mantelzorg krijgen. 156 2% 4. Volwassenen die als gevolg van chronische invaliderende aandoeningen beperkt zijn in de Persoonlijke Verzorging. 629 9% 5. Volwassenen die als gevolg van chronische invaliderende aandoeningen beperkt zijn in hun psychisch functioneren. 484 7% 6. Chronisch psychiatrische patiënten, zowel stabiel als instabiel, die niet of niet altijd zelfstandig kunnen functioneren. 236 4% 7. Volwassenen met somatische - of psychiatrische problematiek die ondersteund worden in de gezinssituatie. 397 6% 8. Mensen met verstandelijke beperkingen die zelfstandig of thuis bij de ouders wonen. 743 11% 9. Jongeren en jongvolwassenen met gedragsproblemen als gevolg van een verstandelijke beperking, die buiten andere sectoren vallen. 110 2% 10. Mensen met zintuiglijke beperkingen die met diverse hulpmiddelen redelijk tot goed zelfstandig kunnen wonen. 248 4% 11. Kinderen met beperkingen die begeleiding krijgen om vaardigheden te oefenen. 460 7% 12. Kinderen en jongeren met beperkingen waarbij de ouders moeten worden ontlast. 491 7% 13. Kinderen met beperkingen waarvan de ouders niet in staat zijn het kind 153 2% voldoende te ondersteunen. 14. Kinderen met beperkingen die geen begeleiding accepteren van ouders. 15 0% totaal 6.652 100% Cliëntmonitor langdurige zorg De gezamenlijke cliëntenorganisaties AWBZ onderzoeken gedurende twee jaar wat de veranderingen in de AWBZ betekenen voor de mensen die gebruik maken van deze zorg. Met in totaal vier meldacties in 2009 en 2010, volgen de cliëntenorganisaties nauwlettend de gevolgen die de bezuinigingen hebben op gebruikers van AWBZ-zorg. De meest recente cliëntmonitor rapporteert over de situatie in het voorjaar van 2010 en betreft een verkenning onder 2.283 cliënten 8. Van de deelnemers die aan deze meldactie hebben meegedaan heeft 49% sinds de herindicatie minder begeleiding of helemaal geen begeleiding meer. Ruim vier op de tien van deze mensen voelen zich genoodzaakt om aanvullende ondersteuning te zoeken. Zij kunnen de hulpvraag onvoldoende opvangen en vrezen dat hun zelfstandigheid in de knel komt of dat zij vereenzamen. 8 Bron: CG-Raad, CSO, Landelijk Platform GGZ, LOC, NPCF, Per Saldo, Platform VG. Cliëntmonitor AWBZ. Veranderende toegang tot de AWBZ: ervaringen van zorgvragers en cliënten, voorjaar 2010 (2010). 12

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Beleidskader: ontwikkelingen binnen de AWBZ De helft van deze cliënten hoopt dit op te lossen door een combinatie van hulp uit de eigen kring en formele hulp. Een kwart van deze groep zoekt de oplossing volledig in eigen gezin, familie of vriendenkring en 16 procent doet enkel een beroep op instanties voor zorg en welzijn (buiten de AWBZ). Tabel 2.5 Gevonden alternatieven aandeel cliënten uitkomst 25% zelf oplossen in eigen gezin, familie, vriendenkring 16% hulp zoeken bij instanties buiten de AWBZ, andere voorzieningen 50% zowel zelf oplossen als hulp zoeken bij instanties / voorzieningen 9% niets 100% totaal Het onderzoek biedt ook een aanvullende verkenning van gezinnen met kinderen die door de pakketmaatregelen getroffen zijn. Het gaat om gezinnen met een gehandicapt kind of met een kind met psychische problematiek. Ruim vier op de tien (43 procent) van deze gezinnen hebben te maken met een (gedeeltelijk) verlies van begeleiding. Een zelfde aandeel ervaart de nieuwe indicatie als ontoereikend. Tekorten worden vooral ervaren in de begeleiding van het kind bij activiteiten buitenshuis, ouderbegeleiding, logeeropvang, therapie voor het kind en begeleiding op school. Ruim zes op de tien ouders met een kind waarvan de begeleiding is afgenomen, ervaren nadelige gevolgen in de ontwikkeling van het kind, zoals kans op achterstand in sociale ontwikkeling, sociaal isolement, een toename van problemen en vermindering van zelfredzaamheid. Volgens drie op de tien ouders leidt de schoolcarrière onder de verminderde of verloren begeleiding (bijvoorbeeld lagere resultaten op school, een gedwongen overgang naar speciaal onderwijs of überhaupt niet meer naar school kunnen gaan). Eén op de vijf ouders is bang dat hun kind niet thuis zal kunnen blijven wonen; bij vier gezinnen is dit al een feit. AWBZ monitor: chronisch zieken, ouderen, lichamelijk en verstandelijk gehandicapten In opdracht van de gezamenlijke landelijke cliëntorganisaties deed Research voor Beleid verdiepend onderzoek naar chronisch zieken, ouderen, lichamelijk en verstandelijk gehandicapten 9. Er zijn 438 mensen telefonisch geïnterviewd. Uit het cliëntenonderzoek komt naar voren dat bijna de helft van de mensen met een herindicatie voor de functie begeleiding geen of minder begeleiding kregen. Tweederde van deze mensen verwacht hierdoor problemen te krijgen. Wel blijkt dat cliënten bij wie de indicatie nog niet is ingegaan meer problemen signaleren dan cliënten bij wie dit wel al het geval is. Mogelijk blijken na het daadwerkelijk ingaan van de indicatie minder problemen op te treden dan verwacht. Om problemen op te lossen gaan zes op de tien mensen op zoek naar een andere vorm van begeleiding. Een kwart van hen vond in 2009 de gewenste begeleiding. 9 Bron: Klaveren, van, S.M., Noordhuizen, E.P.L.G, & Van Vree, F.M. (2010.) Gevolgen van de AWBZ pakketmaatregelen. Onderzoek onder chronisch zieken, ouderen, lichamelijk en verstandelijk gehandicapten. Research voor Beleid. 13

Gevolgen pakketmaatregelen AWBZ Beleidskader: ontwikkelingen binnen de AWBZ Het zijn vooral cliënten met een verstandelijke beperking (of hun omgeving) die alternatieven zoeken. Minder cliënten met een PGB doen dit. Instanties waarbij mensen ondersteuning vragen, zijn stichting MEE, het Loket Wmo, vrijwilligersorganisaties, maatschappelijk werk, zorgaanbieders en artsen. Van de mensen die nog geen oplossing hebben gevonden, gaat de helft verder met zoeken. De rest laat het erbij. ZIN versus PGB Mensen die individuele begeleiding in natura krijgen (ZIN=Zorg in natura), behouden na de herindicatie meestal hun begeleidingsuren of krijgen te maken met een vermindering in het aantal uur 10. Mensen met een Persoonsgebonden Budget (PGB) kregen voornamelijk te maken met een vermindering van het aantal uur of het stopzetten van de begeleiding. AWBZ monitor: de budgethouders In opdracht van de gezamenlijke landelijke cliëntorganisaties voerde ITS verdiepend onderzoek uit naar de gevolgen voor kinderen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, kinderen met een psychische beperking, volwassenen met een langdurige psychische problematiek en budgethouders. De resultaten worden in twee tussenrapporten uitgebracht. Het eerste tussenrapport heeft betrekking op een groep budgethouders die in 2008 een persoonsgebonden budget hadden (pgb), waarbij de indicatie in de loop van 2009 afliep 11. De budgethouders zijn in zes cliëntgroepen ingedeeld op basis van leeftijd en de beperking; fysieke of verstandelijke beperking of psychische problematiek. Het tweede tussenrapport naar de overige cliëntgroepen is nog niet gepubliceerd. Uit het onderzoek onder 608 budgethouders komt naar voren dat een derde van de budgethouders minder of geen begeleiding meer kreeg toegekend. De achteruitgang in de toegekende hulp is vooral aanwezig bij de individuele begeleiding en minder bij dagbesteding. Teruggang komt het meest voor bij kinderen/jongeren met fysieke of verstandelijke beperkingen. Bij mensen die minder zorg uit de AWBZ kregen, bestaat bij bijna zes op de tien een behoefte aan extra hulp uit andere bronnen. Een derde van deze groep gaat daadwerkelijk op zoek naar hulp. De meerderheid heeft bij het zoeken geen ondersteuning gehad. Mensen zoeken voornamelijk naar particuliere hulp en weinig naar hulp uit collectieve voorzieningen, zoals welzijnsvoorzieningen. Vijftien procent slaagt erin daadwerkelijk hulp te vinden, meestal particulier. Verder is er een lichte verschuiving te zien binnen de budgethouders van individuele begeleiding naar (soms extra dagdelen) groepsbegeleiding. Er zijn in het onderzoek geen aanwijzingen dat een achteruitgang in begeleiding bij budgethouders leidt tot een toename van zorg in natura of een toename van hulp bij huishoudelijke verzorging door de gemeente. 10 Bron: AWBZ monitor: chronisch zieken, ouderen, lichamelijk en verstandelijk gehandicapten 11 Bron: Schellingerhout, R. & Ramakers, C. (2010). AWBZ monitor. Onderzoek naar de gevolgen van de pakketmaatregel begeleiding voor budgethouders. Instituut voor Toegepaste Sociale Wetenschappen. 14