Onderwerp rapport Onderzoeksraad voor Veiligheid "Door rood op Amsterdam CS"

Vergelijkbare documenten
abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Geachte voorzitter,

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG 04/34/VW DGP/SPO/U Geachte voorzitter,

RV uursrapportage bijna botsing na STS passage te Utrecht op 25 april 2012

abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG DGP/MDV/U Geachte voorzitter,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

abcdefgh De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Geachte voorzitter,

abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG DGP/SPO/U Geachte voorzitter,

Rijweginstelling en roodseinpassages

Rijweginstelling en roodseinpassages

De rapporten van de Onderzoeksraad voor veiligheid zijn openbaar. Alle rapporten zijn beschikbaar via de website van de Raad:

Onderwerp Kamervragen leden Van Hijum, Mastwijk, Duyvendak, Ten Broeke en De Krom inzake de problemen met de treinverbinding Almelo - Hengelo

Vervoerplan NS en Beheerplan ProRail 2008 (29984, nr. 120)

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK)

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Meer inzicht in spoorwegveiligheid

Lid Gedeputeerde Staten

Onderwerp Beantwoording vragen met betrekking tot het Binnenvaartbesluit

Uitkomst besluitvorming Zwolle - Herfte

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

Hierbij zend ik u mede namens de minister van Justitie de antwoorden op de vragen van het lid Gerkens over de BOA-bevoegdheid bij de NS.

Voorgenomen besluit IenM voor wijzigingen ten aanzien van prestatie-indicatoren in de vervoerconcessie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

24-uursRapportage railongeval Amsterdam 21 april Datum 22 april 2012

In deze brief schetsen wij u de achtergronden, de uitkomsten van het onderzoek en de conclusies die we daaruit getrokken hebben.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

INFOBLAD 02. ATB-plicht onderhoudsmachines en historische spoorvoertuigen

Besluit Regels in het belang van de verkeersveiligheid Lokaal spoor in de Stadsregio Amsterdam

1. Kent u het bericht Amsterdam klaagt over geluidsoverlast Schiphol?

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk Datum diverse EA96/U juli H.J. Pethke/C.C. Schreuder (070) / Departementsonderdeel

(Voor de EER relevante tekst)

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Treinbotsing nabij Barendrecht, 24 september 2009

OV VERVOERDER 5 DECENTRALE OVERHEID

Aan de leden van de Statencommissie Economie en Mobiliteit

Plesmanweg1-6 Postbus Telefoon (070) JG DEN HAAG 2500 EX DEN HAAG Telefax (070)

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 12 februari 2015 Betreft Prestaties NS en ProRail 2014

abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

CONVENANT verbetering verkeersveiligheid bestelverkeer

Hierbij beantwoord ik de vragen van het lid Van Helvert (CDA) over het station in Eijsden.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Achtergrond invoering vakbekwaamheidseis taxichauffeurs

Het is noodzakelijk om dit proces zorgvuldig te doorlopen en de rapportages en het voorstel voor het alternatief zorgvuldig te beoordelen.

Aanbeveling van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen (DVIS)

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

VMS veiligheidseisen voor het ZKN-Keurmerk Een vertaling van de NTA8009:2011 naar de situatie van de zelfstandige klinieken

Bijlage 2: Prestatie en informatie-indicatoren vervoerconcessie. Consultatieversie d.d. 11 augustus 2014, pagina 1

Spoorcollege veiligheid / treinbeveiliging SpoorParade 17 oktober 2014

Raadsvragenuan het raadslid de heer E. Cols over goederentreinen rijden

HSL-Zuid. de hierboven genoemde gemeenten worden hierna gezamenlijk aangeduid als de Gemeenten.

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Mevrouw drs. S. van Veldhoven Postbus EK DEN HAAG. Geachte mevrouw Van Veldhoven,

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

abcdefgh De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Geachte voorzitter,

abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls,

*** publicatie op TenderNed. Datum 31 maart 2016 Betreft Vertegenwoordiger vervoerders/materieeleigenaren

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

6 februari DGG/V-01/000892/VV. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 10 juni 2016 Betreft vragen kostprijsmodel drinkwaterbedrijf

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Overeenkomst inzake het uitbreiden van de NS-Dienstregeling in de nacht tussen Haarlem en Amsterdam

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 13 april 2017 Betreft Prestaties NS en ProRail 2016

Minuut. De Voorzitter van het Interprovinciaal Overleg De heer J. Franssen. Decentralisatie contractsector. Ministerie van Verkeer en Waterstaat

De verbindende kracht van toezicht. TU Delft, faculteit TBM, vakgroep veiligheidskunde

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Verwerking van de reacties op de internetconsultatie Implementatie van het vierde EU-Spoorwegpakket in Nederlandse Spoorwegwetgeving

Landelijk Overleg Consumentenbelangen OV T.a.v. de consumentenorganisaties vertegenwoordigd in het Locov Postbus

1. Bent u ervan op de hoogte dat de gemeente Vught op 20 december 2005 zal besluiten over onttrekking van de spoorovergang Cromvoirtsepad?

SrnTEN. '?",ï;horrand 21 MRT Lid Gedeputeerde Staten. Provinciale Staten. Geachte Statenleden,

B en W-nummer ; besluit d.d Onderwerp Inspectie BAG-beheer oktober 2014

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Onderwerp Beantwoording vragen lid Roemer en lid De Krom inzake storingen bij ProRail

Vraag 1 Bent u bekend met het voornemen van de Belgische overheid om de levensduur van de kerncentrales Doel 1 en Doel 2 met 10 jaar te verlengen?

ministerie Verkeer en Waterstaat Tav. R. Koolen

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Geachte voorzitter,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hierbij zend ik u mijn antwoorden op de vragen van het lid Cramer over de verkoop van internationale treinkaartjes.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van het kamerlid De Rouwe (CDA) over herkeuring voor een nieuw rijbewijs voor 70-plussers.

Onderwerp Advies prestatie- en informatie-indicatoren vervoer- en beheerconcessie

(Voor de EER relevante tekst)

Onafhankelijk advies. Aanpak

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

1 5 MEI 2013 ^ Onderwerp Nota van Uitgangspunten concessie treindienst Alphen aan den Rijn - Gouda 2016

Aan de voorzitter van Provinciale Staten in de provincie Drenthe De heer J. Tichelaar Postbus AC Assen. Datum: 27 juni 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

abcdefgh De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Geachte voorzitter,,

1b. Het overleg op 25/9 ïijdens genoemd overleg is de volgende oplossing gevonden. Nederland zal voor deze

Inleiding Treinbeveiliging

Voor een volledig overzicht van de uitspraken van mijn ambtsvoorganger verwijs ik naar bijlage 1.

abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Geachte voorzitter,

Transcriptie:

abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon - Datum 29 augustus 2005 Ons kenmerk DGP/SPO/U.05.02077 Doorkiesnummer - Bijlage(n) 1 Uw kenmerk 05/28/VW Onderwerp rapport Onderzoeksraad voor Veiligheid "Door rood op Amsterdam CS" Geachte voorzitter, Naar aanleiding van uw bovengenoemde verzoek, zend ik hierbij u een afschrift van mijn brief aan de voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, inzake het rapport dat de Raad heeft opgesteld naar aanleiding van het ongeval in Amsterdam op 21 mei 2004. Hoogachtend, DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, Karla Peijs Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Telefoon 070 351 61 71 Fax 070 351 78 95 bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

Aan Onderzoeksraad voor Veiligheid t.a.v. de heer mr. P. van Vollenhoven Postbus 95404 2509 CK DEN HAAG Contactpersoon R. van der Burg Datum 29 augustus 2005 Ons kenmerk DGP/SPO/U.05.02031 Doorkiesnummer 351 72 27 Bijlage(n) - Onderwerp Inzake rapport treinbotsing Amsterdam op 21 mei 2004 Uw kenmerk OVV-2005-010604 Geachte heer Van Vollenhoven, Naar aanleiding van de treinbotsing te Amsterdam op 21 mei 2004 is door de Onderzoeksraad voor veiligheid een onderzoek gestart. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in de rapportage van 5 juli 2005. Alvorens ik wil ingaan op de aanbevelingen uit dit rapport, eerst nog het volgende. Conform de procedure art 56 van de Rijkswet, heeft u het concept van dit rapport ter consultatie voorgelegd aan betrokken partijen. In zijn reactie op het concept rapport heeft de DG-Personenvervoer aangegeven dat hij het rapport van groot belang achtte in verband met de koppeling die er bestaat met de werkzaamheden van de Stuurgroep STS. Uw Raad heeft deze opmerking ter harte genomen en in het definitieve rapport is deze verbinding gelegd. Het rapport voegt daar echter op bladzijde 38 aan toe dat de Raad de resultaten van deze werkgroep van ondergeschikt belang vindt omdat het niet leidt tot invoering van een systeem van continue treinbeveiliging zoals ETCS of ATB-NG. Zoals ik al eerder in mijn beleidsvisie voor railveiligheid (Kadernota Railveiligheid nov-2004) en in mijn antwoord op de aanbevelingen van het ongeval in Dordrecht op 28 november 1999 kenbaar heb gemaakt, zijn de kosten van invoering van ETCS hoog. Te hoog om alleen de beperkte veiligheidswinst ten opzichte van ATB te rechtvaardigen. De verontrustende stijging van het aantal passages stoptonend sein en de veiligheidswinst die daar is te behalen tegen relatief lage kosten, was voor mij reden om de sector te vragen maatregelen voor te bereiden. Daarbij heb ik er voor gekozen om eerst de veiligheidstekorten te verminderen en pas daarna te komen tot 2

additionele maatregelen aan het ATB-systeem. De invoering van ETCS zal daardoor geleidelijk verlopen op basis van onder andere de Europese interoperabiliteit of anderszins nationale overwegingen. Ik kom dan nu tot mijn reactie op de door u gedane aanbevelingen Aanbeveling 1 De Minister van Verkeer en Waterstaat, Prorail, de vervoerders en Inspectie Verkeer en Waterstaat wordt aanbevolen de uitvoering van het STS-reductie plan van de STSwerkgroep te begeleiden door het kritisch volgen en evalueren van de voortgang en de resultaten, alsmede te werken aan een vernieuwd Europess ATB-systeem voor de lange termijn, waarbij de snelheid van treinen continue wordt beheerst. V&W volgt de werkzaamheden van de STS-Stuurgroep en werkgroep kritisch. Daarbij wordt er door de V&W waarnemers aan het overleg, regelmatig aangedrongen op een transparante en heldere werkwijze. Teneinde ook buiten het werkveld van de spoorwegdeskundigen informatie te verschaffen over de voortgang van de werkzaamheden wordt de Staten-Generaal regelmatig geïnformeerd. Dit is een middel om betrokkenen te dwingen helder de doelstellingen te formuleren, planningen te maken en inzicht te verschaffen en uitvoering te geven aan de opgenomen maatregelen. Uit deze informatie zal duidelijk zijn dat de voorbereidingen voor de uitvoering van maatregelen op 1000 locaties in voorbereiding is. Er wordt in Europees verband gewerkt aan de specificaties van een nieuw Europees beveiligingssysteem. Ook door Nederlandse vertegenwoordigers van zowel Prorail als V&W wordt aan deze Europese werkgroepen deelgenomen. Ik merk daarbij op dat deze activiteiten niet zijn opgenomen in de opdracht van de Stuurgroep STS. Voor een reactie daarop verwijs ik naar de reactie op aanbeveling 2 waarin de rol van V&W bij de totstandkoming van ETCS in Nederland wordt toegelicht. Aanbeveling 2 De Minister van Verkeer en Waterstaat wordt aanbevolen daartoe een concreet plan te maken, waarin termijnen zijn opgenomen die de realisering van de continue automatische snelheidsbeheersing vastleggen. Voor alle duidelijkheid wil ik graag eerst kort ingaan op de door u gehanteerde term continue automatische snelheidsbeheersing. In uw rapportage geeft u, onder andere op pagina 38, aan dat u hieronder verstaat dat de snelheid van de trein vanaf het punt van vertrek continue wordt gecontroleerd en wordt nagegaan of de snelheid laag genoeg is om met het beschikbare remvermogen en de nog resterende remweg voor het rode licht stil te staan. Kenmerkend zou moeten zijn dat, zodra de snelheid van de trein te hoog dreigt te worden, direct automatisch wordt afgeremd tot een passende snelheid in de gegeven situatie. Terecht geeft u aan dat de systemen ETCS en ATB Nieuwe Generatie aan dit kenmerk voldoen. 2

Deze betekenis van de term continu moet niet verward worden met de correcte beschrijving in uw rapportage (pagina 22) van het ATB Eerste Generatie systeem, dat een continue systeem is in die zin dat het actuele seinbeeld permanent in de treincabine bekend is, in tegenstelling tot een puntsysteem, waarbij slechts het actuele seinbeeld ten tijde van de passage van het laatste baken bekend is. Deze laatste beschrijving is de definitie die ik hanteer bij een continue systeem Voor wat betreft de invoering van nieuwe beveiligingssystemen verwijs ik graag naar de kadernota Veiligheid op de rails (8 november 2004). De daarin geformuleerde beleidslijn is als volgt: De infrastructuur zal op risicopunten aangepast worden in verband met de geconstateerde tekorten van het ATB-EG-systeem (geen ingreep bij snelheden beneden 40 km/u en geen bewaking of in voldoende mate geremd wordt). ATB-NG zal niet toegepast worden als vervanging van ATB-EG. Op nieuwe verbindingen (zoals de HSL-Zuid en de Betuweroute) zal ETCS toegepast worden. Functioneel gezien heeft dit systeem hetzelfde veiligheidsniveau als ATB-NG. Op het baanvak Amsterdam-Utrecht zal ETCS naast ATB-EG toegepast worden (mixed signalling). Voor de langere termijn zal bezien worden hoe de invoering van ETCS kan plaatsvinden. Bij de migratie van de huidige systemen naar ETCS zal de keuze echter voornamelijk gemaakt worden om redenen van capaciteitsbeheer, interoperabiliteit, beheersbaarheid van de treindienst, informatie over de dienstuitvoering, vervanging van bestaande systemen, het rijden met hogere snelheden dan 160 km/u en de toepassing van Europese state-of-the-art - systemen. Migratie naar ETCS op basis van uitsluitend veiligheidsoverwegingen lijkt vooralsnog niet doelmatig. Verder moet er apparatuur beschikbaar zijn dat is toegelaten op het Nederlandse spoorwegnet en moeten de financiën daarvoor beschikbaar zijn. Naar verwachting zal de Europese Commissie eind 2005 de zogenaamde Technische Specificatie Interoperabiliteit (TSI) voor het subsysteem Besturing en Seingeving (Control Command and Signalling) vaststellen. In het kader van deze TSI heeft Nederland als lidstaat de verplichting om een implementatieplan voor ETCS in te dienen bij de Europese Commissie en bij de andere Europese lidstaten (waarschijnlijk eind 2006). Hiermee zal ik voldoen aan deze aanbeveling van u. Aanbeveling 3 Prorail wordt aanbevolen hun eigen verantwoordelijkheid voor veiligheid in te vullen en in de praktijk te brengen, door aan te tonen dat ze zo veilig mogelijk werken (ALARP) binnen de mogelijke veiligheidsbeperkingen van het spoorsysteem (ATB, zichtbaarheid seinen, raileigenschappen, etc.). Dit laat echter onverlet dat zij ook voortvarend en creatief moeten werken aan het oplossen van deze problemen. Hierbij dienen zij drastische maatregelen (bijv verlaging treinfrequenties) niet bij voorbaat uit te sluiten en hierover duidelijk te communiceren met V&W als systeemverantwoordelijke. 3

Het betreft geen aanbeveling voor Verkeer en Waterstaat, echter V&W wordt wel genoemd als ontvanger van de resultaten van uw aanbeveling. Ik wacht de reactie van Prorail af. Wel wil ik nu alvast opmerken dat doel van het spoorwegsysteem is het vervoer van reizigers en goederen. Veiligheid is een vervoervoorwaarde en geen doel voor het spoorwegsysteem. Via de tot mijn beschikking staande instrumenten in de beheersconcessie zal ik de discussie met Prorail hierover voeren. Aanbeveling 4. De Minister van Verkeer en Waterstaat wordt aanbevolen de effectiviteit van aansturing en inspectie van Prorail en de vervoerders te verbeteren door in ieder geval: 1. heldere bedrijfsgerichte veiligheidsdoelstellingen te formuleren (bijvoorbeeld concrete afname aantal STS passages) die voor betrokkenen hard zijn. 2. de concessies, de veiligheidsattesten en het toezicht expliciet te baseren op de beoordeling van de kwaliteit van de toepassing in de dagelijkse praktijk van het veiligheidsmanagementsysteem van betrokkenen 1 3. een evaluatie te doen van de mate waarin het veiligheidsattest heeft bijgedragen aan de kwaliteit van het veiligheidsmanagement en de veiligheidscultuur van de vervoerders 4. de meting van de punctualiteit van treinen zodanig te wijzigen dat bij het bepalen van de punctualiteit van het spoorverkeer alleen de aankomst van treinen wordt meegeteld en niet, zoals nu het geval is, ook de vertrektijd. Aanbeveling 4.1 De Raad komt hier met een aantal concrete aanbevelingen aan het adres van V&W, waarbij ik vaststel dat het daarin mijn rol is aan de sector veiligheidsdoelen op te leggen in de vorm van risico s voor reizigers, personeel, passanten, overweggebruikers en suïcidalen. De daarvoor benodigde maatregelen worden door de partijen zelf genomen. Hoe het bedrijf de veiligheid binnen zijn organisatie borgt moet tot uitdrukking komen in het veiligheidsmanagementsysteem [VMS]. Bij de beoordeling van het veiligheidsmanagementsysteem van een bedrijf vormt V&W zich een oordeel over het VMS en zal, als daartoe aanleiding bestaat, gericht actie ondernemen richting onderneming of beheerder. Voor Prorail is een VMS nieuw en pas sinds de invoering van de spoorwegwet verplicht. Na een half jaar lijkt het me wat vroeg om te beoordelen of dit instrument goed werkt bij de Infrastructuurmanager. Op zich ben ik het met de Raad eens dat er een beoordeling van het VMS moet plaatsvinden. In de aanpassing van wet- en regelgeving die wordt voorbereid voor de implementatie van de veiligheidsrichtlijn wordt de beoordeling van het VMS vastgelegd. Prorail heeft een eerste VMS ter beoordeling voorgelegd en de beoordeling daarvan zal in de tweede helft van dit jaar plaatsvinden. Aanbeveling 4.2 Het toezicht op vervoerders is mede gebaseerd op de beoordeling van de kwaliteit van de toepassing in de dagelijkse praktijk van het veiligheidsmanagementsysteem. 1 Hieraan moeten zonodig consequenties worden verbonden in de vorm van het intrekken van de concessies. 4

Op basis van de spoorwegwet beoordeelt de Inspectie minimaal één keer per drie jaar de kwaliteit van het gedocumenteerde veiligheidszorgsysteem van de spoorwegonderneming. Tevens wordt dan beoordeeld of de spoorwegonderneming het veiligheidszorgsysteem in haar organisatie heeft geïmplementeerd en of het effectief is. De inspecties voor het veiligheidsattest worden daartoe regelmatig voorafgegaan door praktijkinspecties en een analyse van de incidentgegevens in relatie tot de betrokken spoorwegonderneming. Overigens verzamelt de Inspectie op verschillende manieren informatie over de veiligheidstoestand, naast bovengenoemde beoordeling van het veiligheidsmanagementsysteem, onder andere via ongevalonderzoeken en trendanalyses en signalen van derden. Al deze informatie wordt gebruikt om toezichtactiviteiten te ontplooien en prioriteren. Aanbeveling 4.3 De Inspectie gaat evalueren hoe de werkwijze van beoordeling van veiligheidsattesten en daaraan gekoppelde inspecties kan verbeteren. Daartoe sluit de Inspectie aan bij de activiteiten van de werkgroepen Safety Certification en Common Safety Methods van de ERA. In deze werkgroepen wordt het systeem van eisen en beoordeling van veiligheidscertificaten geharmoniseerd, op basis van de ervaringen met het werken met veiligheidsattesten in de diverse lidstaten. Aanbeveling 4.4 De punctualiteit wordt gemeten zowel bij vertrek als bij aankomst. Niet de meting van punctualiteit is de reden voor het instellen van deelrijwegen, maar een efficiënt gebruik van de beperkt beschikbare infrastructuur. Dat deelrijwegen een veiligheidsprobleem in zich hebben, is genoegzaam bekend. U beveelt mij aan de meting van de punctualiteit van treinen zodanig te wijzigen dat bij het bepalen van de punctualiteit van het spoorverkeer alleen de aankomsttijd van treinen wordt meegeteld en niet, zoals nu het geval is, ook de vertrektijd. U baseert dit op de volgende veronderstelling: In de huidige punctualiteitmeting wordt bepaald hoeveel treinen op tijd rijden door het aantal treinen te bepalen dat op tijd vertrekt. Dit geeft een permanente druk om op tijd te vertrekken. De punctualiteit wordt gemeten zowel bij vertrek als bij aankomst. Niet de meting van de punctualiteit is de reden voor het instellen van deelrijwegen, maar een efficiënt gebruik van de beperkt beschikbare infrastructuur. Met de invoering van de Spoorwegwet en de Concessiewet per 1 januari 2005 is de daaruit voortvloeiende vervoerconcessie voor NS en de beheerconcessie voor Prorail van kracht geworden. In die vervoerconcessie wordt bepaald onder welke voorwaarden NS het vervoer op het hoofdrailnet mag verrichten. Binnen die voorwaarden kan NS vrij opereren. De concessie verplicht NS om ervoor te zorgen dat de treinen op tijd rijden (artikel 6 sub e). In het vervoerplan moet NS voor de prestatie-indicator punctualiteit laten zien welke nadere prestatie-indicatoren zij zal hanteren (artikel 9, tweede lid sub b). Voor de prestatie-indicator punctualiteit moet 5

NS in elk geval de nadere prestatie-indicator aankomstpunctualiteit gebruiken (artikel 27 sub b). U ziet dat NS niet verplicht is te sturen op vertrektijd. Ik kan die verplichting dus ook niet aanpassen. NS kan zelf invullen wat ze doet om te voldoen aan de zorgplicht voor het op tijd rijden, zolang er in elk geval maar gestuurd wordt op aankomstpunctualiteit. U zou zich met deze aanbeveling dan ook moeten richten tot de Nederlandse Spoorwegen. Samenvattend meld ik u dat: Aanbeveling 1 behoort tot de normale taken van V&W behoort en wordt uitgevoerd; Aanbeveling 2 wordt uitgevoerd als uitvloeisel van de Europese regelgeving; Aanbeveling 3 niet aan V&W is gericht; Aanbeveling 4.1 zal worden uitgevoerd; Aanbeveling 4.2 op basis van de nieuwe spoorwegwet reeds wordt uitgevoerd; Aanbeveling 4.3 wordt uitgevoerd; Aanbeveling 4.4 deze aanbeveling aan de NS had moeten worden gericht. Ter invulling van de verplichtingen opgelegd in artikel 75 van de Rijkswet wordt deze reactie tevens aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gezonden. Hoogachtend, DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, Karla Peijs 6