Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 180 def.

Vergelijkbare documenten
OTA BESLUIT VAN DE RAAD houdende vaststelling van het standpunt van de Gemeenschap in de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL MARITIEME ZAKEN EN VISSERIJ

BIJLAGEN. bij. voorstel voor een besluit van de Raad

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2009 (OR. en) 7850/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0041 (C S) PECHE 74

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 27 juni 2017 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 september 2009 (24.09) (OR. en) 13632/09 PECHE 231

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 mei 2017 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 mei 2017 (OR. en)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Reactie rapport Greenpeace: illegale aanvoer kabeljauw Eemshaven

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2001 (25.09) (OR. fr) 12015/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0206 (ACC) M 28 PECHE 177

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 april 2014 (OR. en) 7911/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0079 (NLE) PECHE 147

14292/18 JVB/srl/sht LIFE.2.A

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 maart 2002 (18.03) (OR. fr) 7244/02. Interinstitutioneel dossier: 2002/0068 (ACC) LIMITE UD 17

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 april 2011 (OR. en) 8202/11 Interinstitutioneel dossier: 2010/0392 (NLE) PECHE 84

Raad van de Europese Unie Brussel, 30 januari 2015 (OR. en)

13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB)

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 februari 2002 (28.02) (OR. fr) 6693/02 Interinstitutioneel dossier: 2000/0077 (COD) ECO 62 CODEC 257

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 38 def.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

EUROPEES PARLEMENT. Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme. van de Commissie regionaal beleid, vervoer en toerisme

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2004 (22.03) (OR. fr) 7537/04 EEE 19 ENV 173 TRANS 123 MI 85

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (OR. en) 13915/03 ENFOPOL 92 COMIX 642

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

RECHTSGROND DOELSTELLINGEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 oktober 2013 (OR. en) 13408/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0020 (NLE) TRANS 466 MAR 126

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2005) 526 definitief.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

HANDELINGEN VAN BIJ INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN INGESTELDE ORGANEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

11558/02 jv 1 DG G I

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

15537/02 jg 1 DG B I

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

ANNEX BIJLAGE. bij. Voorstel voor een besluit van de Raad

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie visserij. Rapporteur: Ole Christensen A8-0294/2015

*** ONTWERPAANBEVELING

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 januari 2009 (21.01) (OR. en) 5524/09 SOC 25 COMPET 25

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 december 2014 (OR. en)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2001) 1829 def.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT 2. Commissie visserij. 11 april over de rol van goedkope vlaggen in de visserijsector. Commissie visserij

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

GROEP GEGEVENSBESCHERMING ARTIKEL 29

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

ADMINISTRATIEVE OVEREENKOMST BETREFFENDE EEN SAMENWERKINGSKADER TUSSEN. het secretariaat van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart

***II ONTWERPAANBEVELING VOOR DE TWEEDE LEZING

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2010) 651 definitief.

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 september 2004 (OR. fr) 12704/04 COMER 168

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2001) 1331 def. COD 2000/0136.

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2002 (24.01) (OR. es) 5157/02 STUP 3

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 juni 2008 (12.06) (OR. fr) 10351/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0108 (CNS) AGRIORG 52

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2009) 283 definitief.

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en)

Transcriptie:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 mei 2002 (05.06) (OR. fr) 9399/02 PECHE 87 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Sylvain BISARRE, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie ingekomen: 30 mei 2002 aan: de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger Betreft: Mededeling van de Commissie: Actieplan van de Gemeenschap ter bestrijding van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visserij Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 180 def. Bijlage: COM(2002) 180 def. 9399/02 hd 1 DG B III NL

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.5.2002 COM(2002) 180 definitief MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Actieplan van de Gemeenschap ter bestrijding van illegale, niet-aangegeven en nietgereglementeerde visserij

INHOUD MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Actieplan van de Gemeenschap ter bestrijding van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visserij... 2 1. INLEIDING... 3 2. ACTIES OP COMMUNAUTAIR NIVEAU... 4 2.1. Actie nr. 1: Toezicht van de staten op hun onderdanen... 4 2.2. Actie nr. 2: Vaststelling van procedures voor de tenuitvoerlegging van op internationaal niveau vastgestelde regels inzake de instandhouding van de visbestanden... 4 2.3. Actie nr. 3: Controle op met IUU-visserij verband houdende activiteiten... 5 2.4. Actie nr. 4: Bewustmaking van de visserijsector, de consumenten en het grote publiek van de noodzaak van de bestrijding van IUU-visserij... 5 3. MAATREGELEN OP HET NIVEAU VAN DE RVO S... 5 3.1. Actie nr. 5: Opstelling van controle- en inspectieschema s binnen iedere RVO... 5 3.2. Actie nr. 6: Regelgeving inzake bepaalde visserijactiviteiten op de volle zee... 6 3.3. Actie nr. 7: Identificatie van en toezicht op IUU-vaartuigen... 6 3.4. Actie nr. 8: Bevordering van geharmoniseerde actieplannen ter bestrijding van illegale visserij... 7 3.5. Actie nr. 9: Identificatie en kwantificering van illegale vangsten... 7 3.6. Actie nr. 10: Certificering en documentering... 8 4. ACTIES OP INTERNATIONAAL NIVEAU... 9 4.1. Actie nr. 11: Verbetering van de informatie over de situatie van vissersvaartuigen... 9 4.2. Actie nr. 12: Versterking van de internationale samenwerking... 10 4.3. Actie nr. 13: Definiëring van de wezenlijke band tussen staat en vaartuig... 10 4.4. Actie nr. 14: Definiëring van de rechten en plichten van de havenstaat... 10 5. ACTIE IN SAMENWERKING MET DE ONTWIKKELINGSLANDEN... 11 5.1. Actie nr. 15: Steun aan ontwikkelingslanden voor de bestrijding van de illegale visserij... 11 2

1. INLEIDING De bestrijding van illegale, niet-aangegeven en niet-gereglementeerde visserij (illegal, unreported and unregulated fishing; IUU) is een van de actieprioriteiten van de internationale gemeenschap om de duurzaamheid van de visserijactiviteiten op wereldniveau te waarborgen. De Europese Gemeenschap heeft actief bijgedragen aan de opstelling van een internationaal actieplan om illegale, niet-aangegeven en nietgereglementeerde visserij te voorkomen, te bestrijden en te elimineren. Dit actieplan is in het kader van de Gedragscode voor een verantwoorde visserij van de Voedselen Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) opgesteld door het visserijcomité van de FAO (COFI) en op 23 juni 2001 door de Raad van de FAO goedgekeurd. Op grond van de verbintenissen die de Europese Gemeenschap is aangegaan, moet zij nu de nodige maatregelen nemen om het op internationaal niveau goedgekeurde actieplan op Gemeenschapsniveau ten uitvoer te leggen. Aangezien de communautaire regelgeving op dit gebied al tamelijk uitgewerkt is, wordt met dit document niet beoogd een inventaris op te maken van de bestaande middelen voor de bestrijding van IUU-visserij. Het is juist zaak aan te geven welke nieuwe acties en initiatieven, hetzij met betrekking tot de communautaire regelgeving, hetzij in het kader van de regionale visserijorganisaties (RVO s), hetzij in de context van de multilaterale internationale organisaties, moeten worden ontplooid om bovengenoemde doelstelling te verwezenlijken. Ook de rol die de Europese Gemeenschap kan spelen voor de behartiging van de specifieke belangen van ontwikkelingslanden, mag niet worden onderschat. De totstandbrenging van een doeltreffend en coherent systeem voor het toezicht op de visserijactiviteiten is een van de essentiële elementen voor het welslagen van een duurzaam beleid voor de instandhouding en het beheer van de visserijbestanden. Hoe meer dergelijke instandhoudings- en beheersmaatregelen de vissers beperkingen opleggen, hoe groter de verleiding om die beperkingen te omzeilen. De vissers en overige betrokken actoren zullen de legitimiteit van dergelijke maatregelen dus pas inzien, als zij het gevoel hebben dat de maatregelen op evenwichtige wijze worden toegepast. Het verschijnsel van de goedkope vlaggen vormt in dit verband een ernstige bedreiging voor het voortbestaan van de visserij op wereldniveau. Deze vlaggen ondermijnen het controlesysteem volledig, zowel wat de vaststelling van wetgeving, als wat de naleving ervan betreft. De Europese Gemeenschap heeft dus de plicht iets te ondernemen om dit verschijnsel te bestrijden, zowel in haar eigen belang als in het belang van de hele internationale gemeenschap. De hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) lijkt een bij uitstek geschikte gelegenheid om dieper op dit onderwerp in te gaan. Gelet op het tijdschema voor deze hervorming zou de Europese Gemeenschap in staat moeten zijn tijdens de volgende vergadering van het COFI van de FAO in 2003 een document over dit onderwerp voor te leggen. 3

2. ACTIES OP COMMUNAUTAIR NIVEAU 2.1. Actie nr. 1: Toezicht van de staten op hun onderdanen Doel: De onderdanen van de lidstaten van de Gemeenschap ontmoedigen om hun vissersvaartuigen onder de jurisdictie te plaatsen van staten die hun verplichtingen als vlaggenstaat niet nakomen, en onder die vlaggen overtredingen te begaan. Rechtvaardiging: Goedkope vlaggen verstoren de concurrentieverhoudingen en vormen een ernstige bedreiging voor het duurzaam beheer van de visbestanden. Bij gebrek aan een internationale regel die voorschrijft dat er een wezenlijke band moet bestaan tussen een staat en de schepen die onder de vlag van die staat varen, moeten de marktdeelnemers in de Gemeenschap worden ontmoedigd om onder dergelijke vlaggen te varen, teneinde de gelijke behandeling van alle marktdeelnemers te verzekeren. Bovendien is de Gemeenschap reeds internationale juridische verbintenissen van die strekking aangegaan (het SEAFO-Verdrag), waaraan op communautair niveau op nietdiscriminatoire wijze gevolg moet worden gegeven. Middelen (a) Aan de controleverordening een specifiek artikel toevoegen houdende vaststelling van de verplichtingen van de lidstaten ten aanzien van onderdanen (reders of kapiteins van vissersvaartuigen) die met een vaartuig dat onder de vlag van een derde land vaart, visserij bedrijven in strijd met de regels voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden. (b) In de communautaire regelgeving een verbod opnemen op het gebruik van communautaire visvergunningen voor het bevrachten van als IUU-vaartuigen bekend staande vissersschepen. 2.2. Actie nr. 2: Vaststelling van procedures voor de tenuitvoerlegging van op internationaal niveau vastgestelde regels inzake de instandhouding van de visbestanden Doel: De naleving van verschillende op internationaal niveau goedgekeurde teksten inzake het duurzaam (en/of verantwoord) beheer van de visbestanden afdwingen met behulp van bepaalde instrumenten uit de internationale handelspolitiek. Rechtvaardiging: Door in de communautaire wetgeving procedures vast te stellen die protectionisme voorkomen en objectieve omstandigheden creëren, wordt gezorgd voor de gelijke behandeling van lidstaten. Het bekendste voorbeeld in dit verband is de resolutie van de Verenigde Naties inzake het verbod op het gebruik van drijfnetten, die wel in Gemeenschapsrecht is omgezet maar door bepaalde derde landen niet wordt nageleefd. Middel: Goedkeuring van met de WTO-regels verenigbare communautaire regelgeving tot instelling van een verbod op de handel in visserijproducten die 4

zijn gevangen in strijd met de internationale overeenkomsten inzake verantwoorde visserij en/of duurzaam beheer van de visbestanden. 2.3. Actie nr. 3: Controle op met IUU-visserij verband houdende activiteiten Doel: Waarborgen dat invoerders, handelaars, consumenten, toeleveranciers, banken, verzekeraars en andere dienstverleners geen handelsbetrekkingen meer aangaan met vaartuigen waarvan bekend is dat zij IUU-visserij beoefenen. Rechtvaardiging: Als IUU-vaartuigen hun illegale productie niet meer kunnen afzetten, verdwijnt de financiële stimulans om deze vorm van visserij te beoefenen. Middelen: Toevoeging van een bepaling aan de controleverordening die dergelijke handelsbetrekkingen en de handel in van IUU-visserij afkomstige vis of afgeleide producten strafbaar stelt. Om de naleving van deze verplichting voor de betrokkenen te vergemakkelijken, is het dienstig dat de EG door de RVO s opgestelde en goedgekeurde lijsten publiceert van alle IUU-vaartuigen en, indien nodig, van alle marktdeelnemers die rechtstreeks bij de activiteiten van die vaartuigen betrokken zijn. 2.4. Actie nr. 4: Bewustmaking van de visserijsector, de consumenten en het grote publiek van de noodzaak van de bestrijding van IUU-visserij Doel: De hele visserijsector alsmede de consumenten en het grote publiek voorlichten over de negatieve gevolgen van IUU-visserij voor de instandhouding en het verantwoord beheer van de bestanden en voor het voortbestaan van de visserij op wereldniveau, en over de inspanningen van de Europese Unie, zowel binnen de lidstaten als op internationaal niveau, ter bestrijding van dit probleem. Rechtvaardiging: In het kader van de toepassing van de Gedragscode voor een verantwoorde visserij van de FAO en het internationale actieplan van deze organisatie tegen IUU-visserij, heeft de Gemeenschap zich ertoe verbonden de marktdeelnemers in deze en andere sectoren bewust te maken van de noodzaak om de IUU-visserij te bestrijden. Hoe meer de publieke opinie de uitvoering van een actieplan steunt, des te doeltreffender zal het zijn. Middelen: Een reeks voorlichtings- en bewustmakingsacties over de verschillende onderdelen van het actieplan naarmate het plan wordt uitgevoerd. De acties moeten worden aangepast aan het betrokken onderdeel van het actieplan en aan de doelgroep. Voorbeelden van dergelijke acties zijn de verspreiding van informatie door middel van drukwerk en via audiovisuele en elektronische media, met inbegrip van speciale internetpagina s, perscampagnes, informatie- en bekendmakingsacties en openbare manifestaties. 5

3. MAATREGELEN OP HET NIVEAU VAN DE RVO S 3.1. Actie nr. 5: Opstelling van controle- en inspectieschema s binnen iedere RVO Doel: Iedere RVO moet een aan de betrokken visserijactiviteiten aangepast schema opstellen voor controles en inspecties op zee en/of in de havens en, indien nodig, voor de inzet van waarnemers. Rechtvaardiging: Om de door de RVO s goedgekeurde instandhoudings- en beheersmaatregelen naar behoren te doen naleven, is een aangepast en samenhangend controle- en inspectiesysteem noodzakelijk. De inwerkingtreding van de Overeenkomst van de Verenigde Naties inzake de grensoverschrijdende visbestanden impliceert enerzijds dat de bepalingen van deze overeenkomst worden aangepast aan de vormen van visserij die onder de verschillende RVO s vallen, en anderzijds dat regels worden vastgesteld die gedetailleerder en operationeler zijn dan de regels van de Overeenkomst zelf om de doeltreffendheid te bevorderen en de rechten van lidstaten en gebruikers beter te waarborgen door middel van transparante en niet-discriminatoire procedures. Middel: De Europese Gemeenschap moet voorstellen doen inzake een zo gedetailleerd mogelijk controle- en inspectieschema voor iedere RVO die nog niet over een dergelijk schema beschikt, en voorstellen tot wijziging van bestaande schema s om de doeltreffendheid daarvan voor de bestrijding van IUU-visserij te verbeteren. 3.2. Actie nr. 6: Regelgeving inzake bepaalde visserijactiviteiten op de volle zee Doel: De RVO s ertoe brengen instandhoudings- en beheersmaatregelen goed te keuren, hetzij ten aanzien van bepaalde vormen van visserij (zoals het verbod op het gebruik van drijfnetten), hetzij inzake de vangst van bepaalde soorten (zoals diepzeevissen) waarvoor tot dusverre nog geen internationale regelgeving bestaat. Rechtvaardiging: Het actieplan van de FAO is niet alleen gericht op illegale visserijactiviteiten, maar ook op visserijactiviteiten ten aanzien waarvan nog geen regelgeving bestaat. Door de vooruitgang inzake regelgeving en de controle op bepaalde vormen van visserij bestaat het gevaar dat de visserijinspanningen worden verlegd naar bepaalde voor het milieu schadelijker technieken, of naar andere soorten die daardoor sneller overbevist dreigen te raken. De Gemeenschap moet, omwille van de doeltreffendheid en billijkheid, tevens zorgen voor een uniforme en niet-discriminatoire toepassing van de maatregelen die zij haar eigen vissers oplegt, zowel in de communautaire wateren als op de volle zee. Het gebrek aan internationale regelgeving inzake de visserij op de volle zee kan vissers ertoe aanzetten activiteiten onder goedkope vlag te ontplooien om aan de communautaire regels te ontduiken. Middelen: De Europese Gemeenschap moet voorstellen doen voor instandhoudings- en beheersmaatregelen op de volle zee om de nietgereglementeerde activiteiten op de volle zee zoveel mogelijk aan banden te 6

leggen. Voorrang moet worden verleend aan gevallen waarin de communautaire regelgeving strenger is dan de bestaande internationale regels. 3.3. Actie nr. 7: Identificatie van en toezicht op IUU-vaartuigen Doel: De RVO s moeten volgens transparante en niet-discriminatoire procedures en criteria nagaan welke vaartuigen IUU-visserij bedrijven om deze activiteiten te bestraffen en om acties bij de vlaggenstaten ter ontmoediging van deze activiteiten mogelijk te maken. Rechtvaardiging: Er bestaan geen gegevens over het werkelijke aantal vaartuigen dat IUU-visserij bedrijft. IUU-vaartuigen veranderen vaak van vlag, visgrond en eigenaar, wat de opsporing ervan bemoeilijkt. Overigens zijn de door de RVO s gebruikte criteria vaag en niet onbetwist, en de IUU-vaartuigen profiteren daarvan. In sommige gevallen worden de lijsten opgesteld op basis van gegevens van slechts enkele lidstaten en daarna zonder verificatie door de RVO s goedgekeurd, wat de legitimiteit van de lijsten niet ten goede komt. De procedures voor het beheer van de lijsten (toevoegingen en schrappingen) zijn niet transparant. Bovendien is niet vastgelegd wat de gevolgen zijn van een vermelding op de lijst. Het is derhalve van het grootste belang dat de procedures en criteria voor de identificatie van IUU-activiteiten worden verduidelijkt en binnen de RVO s worden geharmoniseerd. Middelen: De Gemeenschap zal binnen de RVO s stappen ondernemen voor de vaststelling van objectieve en transparante criteria om de IUU-visserij in kaart te brengen. Zij zal acties van de RVO s ondersteunen om de vlaggenstaten op te roepen tot maatregelen ter bestrijding van IUU-activiteiten. Zij zal de RVO s aanmoedigen om informatie over als zodanig aangemerkte vaartuigen uit te wisselen. De Europese Gemeenschap zal op haar beurt zoeken naar middelen om de gegevensverzameling betreffende vaartuigen te verbeteren, ter ondersteuning van de acties van de RVO s. 3.4. Actie nr. 8: Bevordering van geharmoniseerde actieplannen ter bestrijding van illegale visserij Doel: In het kader van de RVO s op geharmoniseerde en transparante wijze actieplannen vaststellen ter vermindering van illegale visserij, met name betreffende door IUU-visserij getroffen soorten. Rechtvaardiging: Over het algemeen is de IUU-visserij vooral gericht op soorten met een grote handelswaarde. De vermindering van de IUU-activiteiten op deze soorten vereist dan ook doelgerichte acties en een doeltreffende follow-up. Deze plannen moeten echter wel transparant en niet-discriminatoir zijn, aangezien uiteindelijk handelssancties zullen moeten worden toegepast. Als alle RVO s beschikken over geharmoniseerde actieplannen ten aanzien van dezelfde doelsoorten, wordt vermeden dat de IUU-activiteiten zich verplaatsen naar andere visgronden. Middelen: De Europese Gemeenschap zal de RVO s oproepen actieplannen goed te keuren om de IUU-visserij door middel van geharmoniseerde, transparante en niet-discriminatoire procedures uit te roeien. Voorrang zal 7

worden verleend aan de soorten die het meest door IUU-vaartuigen worden bevist (soorten met een grote handelswaarde). 3.5. Actie nr. 9: Identificatie en kwantificering van illegale vangsten Doel: Kwantificering via de RVO s van de hoeveelheden die door IUUvaartuigen worden gevangen, om de invloed van deze activiteiten te ramen ten behoeve van de evaluatie van de visstand. Rechtvaardiging: Om instandhoudings- en beheersmaatregelen te kunnen vaststellen, moet de visstand goed worden beoordeeld, wat voor bepaalde soorten zeer moeilijk is omdat de bij IUU-visserij gevangen hoeveelheden niet kunnen worden meegerekend. Om de IUU-activiteiten doeltreffend te kunnen bestrijden, is het ook belangrijk de illegale vangsten op te sporen en te kwantificeren om vervolgens passende maatregelen ten aanzien van de vlaggenstaten te kunnen nemen. Middelen: De Gemeenschap zal de RVO s aansporen procedures vast te stellen voor het verzamelen van gegevens over de illegaal gevangen hoeveelheden (informatie over het handelsverkeer, steekproeven in de havens, gegevensverzameling over vangsten en aanvoer enz.), en voor het opsporen van de herkomst van deze vangsten om tegen de vlaggenstaten te kunnen optreden. 3.6. Actie nr. 10: Certificering en documentering Doel: Op basis van gemeenschappelijke criteria moeten certificerings- en documenteringssystemen worden vastgesteld waarmee het actieplan op doeltreffende wijze kan worden uitgevoerd zonder de marktdeelnemers te zwaar te belasten. Rechtvaardiging: De huidige systemen (ICCAT-statistieken, CCAMLRvangstdocumenten), die vooral zijn toegespitst op het verzamelen van gegevens ten behoeve van het toekomstig beheer van de visbestanden, beantwoorden slechts ten dele aan de doelstelling van het actieplan. Deze systemen zijn onafhankelijk van elkaar ontwikkeld, zijn onvoldoende homogeen en maken geen onderscheid tussen de respectieve verantwoordelijkheden van marktdeelnemers en autoriteiten, wat een grote belemmering is voor de toepassing van een actieplan dat de diverse betrokkenen moet wijzen op hun verantwoordelijkheid, en dat eventuele sancties moet invoeren. De fysieke vorm van de documenten kan vervalsing in de hand werken, wat ernstige gevolgen zou kunnen hebben als deze systemen zouden worden uitgebreid tot andere soorten dan tonijn of ijsvis, of als ook andere RVO s deze systemen zouden gaan gebruiken. De wijze waarop de documentgegevens worden uitgewisseld, al dan niet elektronisch, is zowel juridisch als technisch ontoereikend om vangsten afdoende te controleren, noch onmiddellijk, noch a posteriori. Gelet op de doelstellingen van het actieplan en met inachtneming van een gemeenschappelijk schema: 8

moet de inhoud van de documenten worden toegespitst op de gegevens inzake vaartuigen en activiteiten die nuttig zijn voor het beheer van de visbestanden en voor controles overeenkomstig artikel 3 van het actieplan inzake IUU-visserij 1 ; moet het fysieke ontwerp van de documenten worden herzien om het risico op vervalsingen te beperken 1 ; moet de afgifte van deze documenten verplicht worden gesteld en moet de juridische reikwijdte ervan worden aangepast aan de doelstellingen van het actieplan, en moeten procedures worden vastgesteld om de documenten op elektronische wijze te raadplegen, alsmede bepalingen inzake administratieve samenwerking die de autoriteiten de technische en wettelijke middelen geven om informatie uit te wisselen en de nodige controles te verrichten 1. Middel: De Gemeenschap moet de meest betrokken RVO s en lidstaten voorstellen doen om de hervorming van de certificerings- /documenteringssystemen te stimuleren, en voor de vergadering van deskundigen van de FAO inzake de toepassing van artikel 76 van het actieplan moet een modeldocument worden opgesteld. 4. ACTIES OP INTERNATIONAAL NIVEAU 4.1. Actie nr. 11: Verbetering van de informatie over de situatie van vissersvaartuigen Doel: Het verbeteren van de uitwisseling van informatie over vissersvaartuigen en visserijvergunningen, om schepen die uit de registers zijn geschrapt of waarvan de vergunning is ingetrokken, zo snel mogelijk op te sporen. Rechtvaardiging: In de overeenkomst om te bevorderen dat vissersvaartuigen op de volle zee de internationale maatregelen voor instandhouding en beheer van de visbestanden naleven (FAO 1993) is enerzijds bepaald dat de vlaggenstaat een vergunning moet afgeven voor het beoefenen van de visserij op de volle zee, en anderzijds dat de staat een register moet bijhouden van alle vissersvaartuigen die onder zijn vlag mogen varen en van alle vaartuigen die een vergunning hebben om op de volle zee te vissen; bovendien is bepaald dat bepaalde gegevens aan de FAO moeten worden verstrekt ter verbetering van de internationale samenwerking voor het in kaart brengen van alle visserijactiviteiten waarvoor een vergunning is afgegeven. Deze FAOovereenkomst is al door de Gemeenschap geratificeerd, maar zij is nog niet in werking getreden aangezien nog niet voldoende partijen dit voorbeeld hebben gevolgd. Tal van RVO s zijn begonnen met de opstelling van lijsten, hetzij van vaartuigen die een vergunning hebben, hetzij van frauderende vaartuigen, met het doel de samenwerking tussen de verdragsluitende partijen te bevorderen en 1 De communautaire ervaring op het gebied van certificering en controle van de herkomst kan in dit verband aanknopingspunten bieden. 9

het onderzoek naar en de vervolging van IUU-activiteiten te verbeteren. De toegang tot een door de FAO beheerde gemeenschappelijke gegevensbank zou de gegevensuitwisseling tussen de RVO s moeten verbeteren, wat ook de doeltreffendheid van het systeem zou moeten vergroten. Aangezien talrijke landen (Verenigde Staten, Canada, Japan, Noorwegen) al vrijwillig met de FAO meewerken, kan de Gemeenschap in dit verband niet achterblijven. Middel: In afwachting van de formele inwerkingtreding van de FAOovereenkomst uit 1993, moet alle relevante informatie uit de communautaire vlootbestanden op basis van vrijwilligheid aan de FAO worden verstrekt. 4.2. Actie nr. 12: Versterking van de internationale samenwerking Doel: Versterking van de internationale samenwerking inzake toezicht, controle en surveillance door een betere gegevensuitwisseling tussen de autoriteiten die zijn belast met de uitvoering van de instandhoudings- en beheersmaatregelen ten aanzien van visbestanden. Rechtvaardiging: Vissersvaartuigen zijn per definitie mobiel en opereren op de volle zee in gebieden die niet rechtstreeks onder de jurisdictie van een bepaalde staat vallen. De tenuitvoerlegging van de overeenkomst van de Verenigde Naties inzake de grensoverschrijdende bestanden versterkt de coördinatie en samenwerking tussen de lidstaten zodat de positie van een van inbreuken op de wetgeving van de vlaggenstaat verdacht vaartuig zo snel mogelijk bekend wordt. Middel: De Gemeenschap en haar lidstaten moeten toetreden tot het door Chili en de Verenigde Staten voorgestelde netwerk van controle-instanties (MCS Network). 4.3. Actie nr. 13: Definiëring van de wezenlijke band tussen staat en vaartuig Doel: Er moeten objectieve juridische criteria worden vastgesteld om te waarborgen dat vaartuigen alleen onder een bepaalde vlag mogen varen als er een wezenlijke band bestaat tussen de vlaggenstaat en het betrokken vissersvaartuig, overeenkomstig artikel 91 van het VN-Zeerechtverdrag. Rechtvaardiging: Het verschijnsel van de open registers, dat de opkomst van goedkope vlaggen in de hand werkt, is bijzonder schadelijk voor het voortbestaan van de visserij. Dankzij het huidige rechtsvacuüm kunnen bepaalde staten onder hun vlag vissersvaartuigen in alle vrijheid op de volle zee laten vissen, zonder dat deze vlaggenstaten voldoen aan hun samenwerkingsverplichtingen inzake doeltreffend toezicht op de visserijactiviteiten van deze schepen. Door criteria goed te keuren die de wezenlijke band tussen staat en schip definiëren, kan het grijze gebied worden weggenomen dat is ontstaan door het ontbreken van internationale regels, en kan op objectieve wijze worden vastgesteld welke staten weigeren deel te nemen aan de internationale samenwerking voor de instandhouding en het duurzaam beheer van de visbestanden. Door deze aanpak kan meer nadruk worden gelegd op het feit dat de vlaggenstaat zelf aansprakelijk is voor de onder zijn vlag varende vissersvaartuigen. 10

Middel: De Gemeenschap moet het diplomatieke initiatief nemen tot een conferentie met het doel een internationale overeenkomst te sluiten inzake de voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van artikel 91 van het VN- Zeerechtverdrag ten aanzien van vissersvaartuigen. 4.4. Actie nr. 14: Definiëring van de rechten en plichten van de havenstaat Doel: Vaststelling van de rechten en plichten van de havenstaat inzake de toegang van vissersvaartuigen tot haveninstallaties ten behoeve van handel, overslag of het voor het eerst op de markt brengen van rechtstreeks van de visgronden aangevoerde visserijproducten. Rechtvaardiging: De rechten en plichten van staten op dit gebied zijn in geen enkel internationaal verdrag vastgelegd. Deze juridische leemte stimuleert het gebruik van goedkope havens en goedkope vlaggen. Het ontbreken van internationale voorschriften inzake de toegang tot en de controles in havens draagt niet bij tot de internationale samenwerking op dit gebied. Bovendien geeft het een alibi aan alle landen die niet bereid zijn de herkomst van de in hun havens aangevoerde producten zorgvuldig te controleren. Middel: De Gemeenschap moet het diplomatieke initiatief nemen tot een internationale conferentie met het doel een internationale overeenkomst te sluiten waarin de rechten en plichten van havenstaten met betrekking tot de toegang van vissersvaartuigen tot havens worden vastgelegd. 5. ACTIE IN SAMENWERKING MET DE ONTWIKKELINGSLANDEN 5.1. Actie nr. 15: Steun aan ontwikkelingslanden voor de bestrijding van de illegale visserij Doel: De ontwikkelingslanden helpen om hun toekomstige verbintenissen in het kader van het internationaal actieplan ter voorkoming van illegale visserij, na te komen. Rechtvaardiging: Vele ontwikkelingslanden beschikken niet over de nodige middelen om een beleid inzake het toezicht op en de controle van visserijactiviteiten op nationaal en/of regionaal niveau goed te keuren en uit te voeren. De Europese Gemeenschap moet bijdragen aan de middelen van deze landen, met name wanneer communautaire schepen in het kader van visserijovereenkomsten visserij bedrijven in de wateren van deze landen. Middel: In het kader van een partnerschap met de ontwikkelingslanden moet deze landen technische en financiële bijstand worden geboden ten behoeve van toezicht, controle en surveillance ten aanzien van de visserij, en de voorwaarden daarvoor moeten per geval worden vastgesteld. 11