Beleidsgericht onderzoek primair onderwijs - BOPO V 2013/2014 Programmalijn Sectorontwikkeling en autonomie

Vergelijkbare documenten
Kortetermijnevaluatie Passend Onderwijs Overkoepelende Programmaraad voor Onderwijsonderzoek (OPRO)

International Civic and Citizenship Education Study 2016 Programmaraad voor Fundamenteel Onderzoek (PROO)

Beleidsgericht Onderwijsonderzoek Programmaraad voor Beleidsgericht Onderzoek

Vakmanschap. Call for proposals. Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek ste ronde

Call for proposals. NRO Kennisbenutting Plus. Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek

Programme for International Student Assessment (PISA) 2018

Schoolleiders innovatie ontwikkelfonds VO (SIOF) - Algemeen 2019

Bewegen en leerprestaties

Professionele Leergemeenschappen in het Voortgezet Onderwijs Overkoepelende Programmaraad voor Onderwijsonderzoek (OPRO)

Teaching and Learning International Survey (TALIS) 2018

Evaluatie Passend Onderwijs Lange Termijn

Wetenschappelijke bijeenkomsten ALW

Call for proposals. Nationale Wetenschapsagenda. Den Haag, maart 2019 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Beleidsgericht Onderwijsonderzoek

Call for proposals. NRO Kennisbenutting Plus. Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek

Nationale Wetenschapsagenda - Matchmakingbijeenkomsten

Wetenschappelijke bijeenkomsten ALW

Samenwerking China (NSFC) Reis- en verblijfkosten, seminars

1 Bezoekersbeurs. Call for proposals. Bezoekersbeurs. Den Haag, december 2015 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Kortlopend onderwijsonderzoek eerste fase

Stimuleringsfonds Open Access - conferentiebijdrage

Stimuleringsfonds Open Access - publicaties

Samenwerking China (NSFC) - Joint seminars

Kortlopend onderwijsonderzoek

Stimuleringsfonds Open Access - publicaties

Monitoring en evaluatie maatregelen gelijke kansen 2017

Trends in International Mathematics and Science Study (TIMSS) 2019

Call for proposals. Westerdijk Talentimpuls. Den Haag, maart 2017 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Regeling Subsidieverlening

Veranderingsstudies Subsidieronde voor definitieve aanvragen

Onderzoek Samenwerking Onderwijspraktijk, Hogescholen en Universiteiten ten behoeve van schoolontwikkeling/-innovatie

Regeling Subsidieverlening

Pilot Werkplaatsen Onderwijsonderzoek Primair Onderwijs

Praktijkgericht onderzoek naar het hoger onderwijs

Y Meerwaarde Plus Programma voor bevordering van kennisbenutting in de Maatschappij-en Gedragswetenschappen

Maatscha. Progr Onder Excellen. voortgezet en hoger onderwijs

Samenwerking Taiwan (MOST)

Investeringen NWO-groot

Postdocs in de onderwijswetenschappen Programmaraad voor fundamenteel onderwijsonderzoek (PROO)

Kortlopend onderwijsonderzoek eerste fase

Call for proposals MEERVOUD. Aard- en Levenswetenschappen. Meer Vrouwelijke Onderzoekers als UD

Regeling Subsidieverlening

Aspasia. Aspasia is gekoppeld aan de rondes Vidi en Vici Call for proposals

Stichting VHAN. Reglement Wetenschapscommissie

Evaluatie van de vernieuwing van het vmbo

Samenwerking Taiwan (MOST) - Scientist exchange

Aspasia. Call for proposals. Rondes Vidi en Vici met besluitvorming in 2016

Beoordelingsformulier projectvoorstellen KFZ

1 Bezoekersbeurs. Call for proposals. Bezoekersbeurs. Den Haag, november 2016 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Samenwerking China (NSFC) - Reis- en verblijfkosten

Onderzoeksvoorstel voor wetenschappelijk onderzoek in het kader van de Onderzoeksagenda Veteranenzorg Defensie

Evaluatie van twee beleidsinterventies in het mbo: de inwerkingtreding van de wet Doelmatige Leerwegen en de herziening van de kwalificatiestructuur

Samenwerking Japan (JSPS) - Joint seminars

Stimulering Europees Onderzoek

Call for proposals. Pilot Werkplaatsen Onderwijsonderzoek Voortgezet Onderwijs. Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO)

Reglement Wetenschapscommissie Medisch Centrum Haaglanden

Subsidievoorwaarden Maag Lever Darm Stichting. Zorgprojecten 2019 Leefstijl in de MDL-zorg

Stichting Van Moorsel en Rijnierse

BIJLAGE II: REGELING SUBSIDIEVERLENING INFORMATIE VOOR SUBSIDIEAANVRAGERS EN DE FINANCIËLE ADMINSITRATIES

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Call for proposals Onderzoek naar vijf innovatiecentra vve

Promotiebeurs voor leraren

Praktijkgericht onderzoek naar het hoger onderwijs

Stimulering Europees Onderzoek

Samenwerking Duitsland - Von Humboldt Stiftung (VHS)

Top-up. Call for proposals. Handleiding Top-up 2019 Indieningsrondes 7 & 8

NWA Ideeëngenerator. Call for proposals. Nationale Wetenschapsagenda ste ronde

Programmaraad Praktijkgericht Onderzoek Subsidie voor onderzoek naar ouderbetrokkenheid

Geweld Tegen Psychiatrische Patiënten De Praktijkinterventies - deel 2

Overzichtsstudies. Call for proposals. Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek ste ronde

Top-up. Call for proposals. Handleiding Top-up 2018, ronde 5 en 6

' * ^ ļ t. .. ' ' - v. - '.. - e 2015/2016. Den Haag, mei 2015 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk

Notitie projecten impulsbudget Samenwerking

Open en Online Hoger Onderwijs

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de rekenkamercommissie Zaltbommel. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Lerarenagenda

Regeling Scholing Jeugdzorg

Wiskundeleraar in onderzoek

Leraar in onderzoek. Exacte Wetenschappen. Onderzoeksprogramma voor wis- en natuurkundedocenten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling Scholing Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening per 1 juli 2015

Deze dag wordt tweerichtingsverkeer

Bewegen en leerprestaties 2016

Effecten Anti-pestprogramma s

Horizontale samenwerking en verantwoording door mbo-instellingen

Regeling Scholing Kinderopvang per 1 juli 2015

Praktijkgericht onderwijsonderzoek Gedrag en passend onderwijs

Excellentie in het middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs

Call for proposals. Programme for International Student Assessment (PISA) Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek.

Subsidievoorwaarden Maag Lever Darm Stichting. Wetenschappelijk Onderzoek Patiëntenverenigingen

Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid Implementatie- en bestedingsonderzoek

Life Sciences & Health TKI 2015

Alfa Meerwaarde Impuls voor publiek-private samenwerking in de Geesteswetenschappen

Promo. voor ste ronde

Subsidievoorwaarden OFOM (versie 26 oktober 2015)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Samenwerking Japan (JSPS)

Onderzoeksprotocol Rekenkamer West-Brabant

Museumbeurzen. Call for proposals. Geesteswetenschappen tweede ronde

Vluchtelingen in de wetenschap

Transcriptie:

Maatschappij- en Gedragswetenschappen Call for proposals Beleidsgericht onderzoek primair onderwijs - BOPO V 2013/2014 Programmalijn Sectorontwikkeling en autonomie 2013 Den Haag, augustus 2013 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Inhoud 1 Inleiding 1 1.1 Achtergrond 1 1.2 Beschikbaar budget 1 1.3 Geldigheidsduur call for proposals 1 2 Doel 2 3 Richtlijnen voor aanvragers 3 3.1 Wie kan aanvragen 3 3.2 Wat kan aangevraagd worden 3 3.3 Wanneer kan aangevraagd worden 3 3.4 Het opstellen van de aanvraag 3 3.5 Specifieke subsidievoorwaarden 3 3.6 Het indienen van een aanvraag 3 4 Beoordelingsprocedure 5 4.1 Procedure 5 4.2 Criteria 5 5 Contact en overige informatie 6 5.1 Contact 6 5.2 Overige informatie 6

1 Hoofdstuk 1: Inleiding / Beleidsgericht onderzoek primair onderwijs - BOPO V 2013/2014 1 Inleiding 1.1 Achtergrond Deze brochuretekst is bedoeld om u te informeren over de procedures bij het aanvragen van subsidie voor de programmalijn Sectorontwikkeling en autonomie bij de programmacommissie Beleidsgericht Onderzoek Primair Onderwijs, kortweg BOPO, in de periode 2013/2014. Sinds 1997 laat het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap / Directie Primair Onderwijs (OCW/Directie PO) beleidsgericht en beleidsevaluatief onderzoek op het gebied van primair onderwijs uitvoeren via BOPO. BOPO is ondergebracht bij het gebied Maatschappij- en Gedragswetenschappen (MaGW) van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). In de BOPO-programmering worden vier programmalijnen onderscheiden. Uitsluitend op de programmalijn Sectorontwikkeling en autonomie kan tot 10 september 2013 een aanvraag ingediend worden. Over de andere drie programmalijnen (Passend onderwijs, Onderwijskwaliteit PO en Onderwijsachterstanden) is al onderzoek uitgezet door BOPO. De programmalijn Sectorontwikkeling en autonomie zal een looptijd hebben van begin december 2013 tot en met begin oktober 2015. De inhoudelijke basis voor het BOPO-onderzoek in deze programmalijn is te vinden in het Programma Beleidsgericht Onderzoek Primair Onderwijs 2013-2014 (Hofman en Mulder 2012; met de focus op hoofdstuk 3) en in de reviewstudie Ongemak van autonomie (Peeters, Hofman, Frissen 2013). Beide zijn in opdracht van BOPO opgesteld. Voor een beschrijving van de context van recent beleid van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen op het gebied van primair onderwijs, een beschrijving van de programmalijn en thema s daarbinnen wordt derhalve verwezen naar het door Hofman en Mulder geschreven programma; voor meer achtergrond over de ontwikkelingen binnen Sectorontwikkeling en autonomie kunt u bij de review van Peeters e.a. terecht. Deze documenten vindt u op de website www.nwo.nl/bopo en zijn in gedrukte vorm te bestellen bij het BOPO-secretariaat (via m.vanderhelm@nwo.nl). Onderzoeksinstituten en consortia die indienen op de programmalijn wordt aangeraden dit in nauw overleg met het ministerie OCW te doen. 1.2 Beschikbaar budget Het beschikbare budget voor onderzoek in deze periode en programmalijn bedraagt maximaal 375.000. 1.3 Geldigheidsduur call for proposals Deze call for proposals is geldig tot en met de sluitingsdatum 10 september 2013.

2 Hoofdstuk 2: Doel / Beleidsgericht onderzoek primair onderwijs - BOPO V 2013/2014 2 Doel Sinds 1997 laat het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap / Directie Primair Onderwijs (OCW/Directie PO) beleidsgericht en beleidsevaluatief onderzoek op het gebied van primair onderwijs uitvoeren via BOPO. OCW/Directie PO heeft ook voor de periode 2013/2014 besloten BOPO de opdracht te geven om het evaluatieonderzoek naar de hoofdlijnen van het beleid voor het primair onderwijs te programmeren, te laten uitvoeren, te begeleiden en te communiceren, met als uiteindelijk doel een versterking van het beleid voor het primair onderwijs. De programmalijn Sectorontwikkeling en autonomie richt zich op het vergaren van kennis en inzichten over (de effecten van) het beleid op het gebied van bestuurlijk handelen in het primair onderwijs, om zodoende de onderwijskwaliteit te verhogen. Context en karakter van het BOPO onderzoek De beleidsterreinen waarover BOPO-onderzoek laat uitvoeren, betreffen het primair onderwijs. BOPO onderzoek handelt onder andere over het verbeteren van de onderwijskwaliteit in het primair onderwijs, het beleid Passend onderwijs voor het reguliere en speciaal (basis)onderwijs, en het onderwijsachterstandenbeleid (OAB). Daarnaast staat het beleidsterrein sectorontwikkeling en autonomievergroting centraal in BOPO-onderzoek. Deze vier beleidsterreinen vallen samen met de door BOPO geprogrammeerde programmalijnen; over het laatstgenoemde beleidsterrein gaat deze call for proposals (zie voor een nadere beschrijving van de programmalijn Sectorontwikkeling en autonomie het Programma Beleidsgericht Onderzoek Primair Onderwijs 2013-2014 en de review Ongemak van autonomie ). NWO heeft ervoor gezorgd dat de opzet van het BOPO-programma zodanig is dat aan drie voorwaarden voor een sterk onderzoeksprogramma op het gebied van primair onderwijs wordt voldaan. Ten eerste is er wetenschappelijke en professionele sturing door de inbreng van universitaire onderzoekers en mensen die werken in het onderwijsveld. Ten tweede is er de kwaliteitsborging door de NWO-procedures, die worden toegepast bij het in open competitie beoordelen van subsidieaanvragen. En ten derde is er de inbreng van de zijde van de overheid, doordat er waarnemers van OCW/Directie PO en de Onderwijsinspectie in BOPO deelnemen. Door aan deze drie voorwaarden te voldoen, bereikt het BOPO onderzoek een hoog wetenschappelijk niveau en een hoge maatschappelijke relevantie. Aanvullend is er ook een goede afstemming met het onderzoek van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) van NWO, doordat het BOPO-onderzoek bij NWO is ondergebracht. Dit is met name van belang voor longitudinale gegevensverzamelingen zoals het COOL 5-18 cohortonderzoek. Een belangrijke randvoorwaarde voor het onderzoek is een minimale belasting van de scholen door het onderwijskundig onderzoek in het algemeen en door het BOPO-onderzoek in het bijzonder. Dat kan enerzijds bereikt worden door in het onderzoeksmodel zoveel mogelijk te kiezen voor secundaire analyses van bijv. het COOL-materiaal en door anderzijds rekening te houden met de belasting van scholen door het overige onderzoek. In de onderzoeksvoorstellen van dit programma dient dan ook aangegeven te worden op welke manier de belasting van het onderwijsveld door het voorgestelde onderzoek zo beperkt mogelijk gehouden wordt. Het BOPO-onderzoek wordt getypeerd als beleidsgericht en beleidsevaluatief onderzoek in een dynamische, complexe omgeving. Het kader van het BOPOonderzoek wordt sterk bepaald door de beleidsagenda en beleidscyclus van het primair onderwijs. Derhalve is het van groot belang dat een subsidieaanvraag aansluit bij de recente beleidsontwikkelingen in het onderwijs. Hierover dient men

3 Hoofdstuk 2: Doel / Beleidsgericht onderzoek primair onderwijs - BOPO V 2013/2014 zich tijdens het schrijven van de subsidieaanvraag en bij aanvang van het onderzoek op de hoogte te stellen door contact op te nemen met de bij het betreffende beleid betrokken ambtenaren van OCW/Directie PO. De OCW-waarnemer in de BOPO, drs. G. de Boer, kan u in contact brengen met de betreffende ambtenaren. Daarnaast is het van belang dat aanvragers zich eveneens op de hoogte stellen van activiteiten die verschillende onderwijsorganisaties (o.a. de PO Raad) op het desbetreffende terrein ondernemen. Tevens is bij het schrijven van de subsidieaanvraag van belang dat er rekening wordt gehouden met de reviewstudie Ongemak van autonomie van Peeters e.a. (2013). In deze review worden de uitgangspunten van het beleid in ogenschouw genomen en de achterliggende beleidstheorie geconstrueerd. Op grond hiervan wordt een aantal spanningen geconstateerd die voorvloeien uit de tegenstelling tussen verantwoordelijkheid voor kwaliteit van het onderwijs enerzijds en het streven naar autonomie anderzijds. Dit leidt tot de volgende drie vragen (Peeters e.a. 2013: 5-6): - Vormt het overheidsbeleid een bypass van onderwijsvrijheid? - Leidt governance tot een vervanging van regeldruk door inspectiedruk? - Is er sprake van een scheefgroei in het governance-arrangement? Op grond van deze review heeft BOPO besloten om onderzoekers te vragen niet alleen aandacht te besteden aan de kernvragen, zoals genoemd in de door Hofman en Mulder opgestelde programmatekst over Sectorontwikkeling en autonomie, maar hier ook de spanningen bij te betrekken die gesignaleerd worden in de genoemde reviewstudie en die leiden tot een problematisering van de notie educational governance, evenals andere bevindingen en aanbevelingen uit de review. Dit kan vanuit twee gezichtspunten gebeuren. In de eerste plaats is het mogelijk om te starten bij de kernvragen uit de BOPO-programmatekst en bij de beantwoording hiervan de spanningen uit de reviewstudie te betrekken. In de tweede plaats kunnen de gesignaleerde spanningen zelf als vertrekpunt worden genomen. Hierbij wordt als voorwaarde gesteld dat de beleidsvragen uit de programmatekst onderzocht en beantwoord moeten worden. De aard van het BOPO-onderzoek is in de eerste plaats beschrijvend (monitoring) en evaluerend (doelmatigheid en effectiviteit). Andere typen onderzoek (meta-analyses, ex ante evaluaties, verkenningen) zijn niet bij voorbaat uitgesloten als zij een nuttige functie vervullen in de beleidscyclus. BOPO verwacht van onderzoekers dat zij bij evaluatieonderzoeken dwarse vragen niet schuwen. BOPO vraagt de onderzoekers om met een kritische meta-blik naar de samenhang, de uitgangspunten en de doelen van het OCW-beleid voor primair onderwijs te kijken. In dat verband hecht BOPO grote waarde aan interdisciplinariteit in het BOPOonderzoek. Veel van de te onderzoeken thema s zijn bij uitstek geschikt om niet alleen vanuit onderwijskundig, maar ook vanuit bijvoorbeeld bestuurskundig perspectief te benaderen. Ten slotte, zullen onderzoeken in beginsel aanvangen met een startgesprek met OCW. Planning van uitvoering van het BOPO onderzoek Uit de context waarin het BOPO-onderzoek moet worden uitgevoerd, volgt ook dat de planning van de onderzoeken binnen de programmalijn en thema s in belangrijke mate afhankelijk is van andere factoren in het veld, zoals de planning van de onderwijsinterventies die geëvalueerd worden. In de bijgevoegde documenten bij deze subsidiewijzer is een planning van de onderzoeksthema s van deze programmalijn opgenomen waarvan bij het opstellen van aanvragen voor de programmalijn gebruik gemaakt dient te worden. Voor inhoudelijke bijzonderheden

4 Hoofdstuk 2: Doel / Beleidsgericht onderzoek primair onderwijs - BOPO V 2013/2014 over de programmalijn Sectorontwikkeling en autonomie, en thema s die in deze planning zijn genoemd, wordt verwezen naar het Programma Beleidsgericht Onderzoek Primair Onderwijs 2013-2014 en de reviewstudie Ongemak van autonomie.

5 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Beleidsgericht onderzoek primair onderwijs - BOPO V 2013/2014 3 Richtlijnen voor aanvragers 3.1 Wie kan aanvragen De uitnodiging tot het indienen van een subsidieaanvraag, oftewel de call for proposals, gaat uit naar zowel (onderzoeksinstituten die gelieerd zijn aan) universiteiten als naar andere onderzoeksinstellingen waar onderwijsonderzoek wordt uitgevoerd. BOPO heeft ervoor gekozen om ieder instituut in Nederland waar expertise in het onderwijsonderzoek aanwezig is, de gelegenheid te geven om in te dienen. Aldus wordt er in principe de beste garantie op de grootste deskundigheid en maximale competitie verkregen. Een aanvraag voor subsidie kan namens een consortium, namens een instituut of als individu verbonden aan een instituut worden ingediend. BOPO moedigt onderzoekers nadrukkelijk aan om consortia te vormen. Een consortium bestaat uit een aantal samenwerkende onderzoekers die elkaar voor wat betreft kennis aanvullen. Het is aan te bevelen dat deze onderzoekers aan verschillende onderzoeksinstituten zijn verbonden en dat de consortia interdisciplinair van samenstelling zijn. Bestuurskundige expertise binnen een consortium zou bijvoorbeeld zeer waardevol kunnen zijn. Het vormen van consortia met een interdisciplinaire samenstelling is echter geen verplichting. Onderzoekers kunnen in meer dan één consortium participeren, maar slechts maximaal één maal als hoofdaanvrager optreden. De indiener fungeert als hoofdaanvrager en projectleider van het consortium en daarmee van de programmalijn als geheel. De met hem/haar samenwerkende onderzoekers fungeren bij de aanvraag als medeaanvragers. Zij zijn bij de uitvoering elk verantwoordelijk voor een thema. 3.2 Wat kan aangevraagd worden Onderzoekers, en bij voorkeur consortia, dienen op één moment in en voor de gehele programmalijn Sectorontwikkeling en autonomie. Tijdens de subsidieronde vindt een vergelijking plaats van aanvragen ingediend voor de gehele programmalijn en BOPO zal derhalve de subsidiebeslissingen nemen over de gehele programmalijn (zie ook Honorering en toekenning onder paragraaf 4.1). In de programmalijn wordt maximaal één aanvraag gehonoreerd. Hierbij geldt dat de programmalijn een aantal thema s bevat. Het is echter nadrukkelijk niet de bedoeling dat onderzoekers voorstellen voor losstaande thema s indienen. Subsidie kan worden aangevraagd ter dekking van zowel de personele als de materiële kosten die voor het desbetreffende onderzoek moeten worden gemaakt. Het totale budget voor de beoordelingsronde Sectorontwikkeling en autonomie 2013 is maximaal 375.000. Dit budget geldt als richtlijn en absoluut maximum. In de aanvraag dient de onderzoeker aan te geven hoe het totale budget voor de programmalijn wordt verdeeld over de verschillende thema s en dient de aanvrager de overwegingen achter deze verdeling toe te lichten. De BOPO heeft ervoor gekozen om in deze ronde de tariefstelling en de keuze van de soort personele kosten nog maar in uitzonderlijke gevallen vrij te laten. Daarbij gelden de volgende regels:

6 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Beleidsgericht onderzoek primair onderwijs - BOPO V 2013/2014 - Personeel onder vaste tariefstelling: De vergoeding voor postdocs, junior onderzoekers en niet-wetenschappelijk personeel die worden aangesteld bij een universiteit wordt gebaseerd op de standaard salarisvergoedingen (zie bijgevoegd document Tabel G-posten ) die jaarlijks in het kader van het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek 2008 worden overeengekomen met de VSNU; - Personeel onder vrije tariefstelling: Indien een aanstelling niet aan de universiteit plaatsvindt, maar bij een onderzoeksinstituut of andere deelnemende partij, is het mogelijk af te wijken van de standaardbedragen. Bij de begroting van dergelijke personele kosten mag worden uitgegaan van het brutosalaris volgens werkelijke inschaling en periodiek van de geldende CAO (voor zover van toepassing) en alle benodigde opslagen. Voor de personele inzet van universitaire hoofddocenten en hoogleraren die zijn aangesteld bij een universiteit geldt deze begrotingssystematiek ook, maar met maximaal de opslagen die worden overeengekomen in het kader van het genoemde VSNU akkoord, met uitzondering van de indexering en eindeprojectvergoeding. Deze tarieven zijn bindend; dit laat onverlet dat in de aangevraagde begroting de omvang en aard van de personele en materiële kosten dienen te worden gespecificeerd en beargumenteerd. De verdeling van het budget over de thema s en de raming van de benodigde onderzoekstijd en van de aangevraagde middelen, zoals die zijn opgenomen in de subsidieaanvraag, zullen door BOPO worden beoordeeld. Hiervoor is het noodzakelijk, dat de toegepaste rekeneenheid voor dagtarieven en aantal werkdagen expliciet wordt aangegeven. Vergoedingen voor materiële kosten betreffen bijvoorbeeld de kosten voor de aanschaf van speciaal voor het onderzoek benodigde apparatuur en gebruiks- en verbruiksgoederen, voor het houden van enquêtes, het doen van experimenten en testonderzoek en het uitvoeren van observaties, voor de aanschaf van databestanden, en voor reizen die noodzakelijk zijn voor het onderzoek. Slechts de kosten die uitsluitend en rechtstreeks door het onderzoek worden veroorzaakt, kunnen uit de subsidie worden bestreden, dus bijvoorbeeld geen huisvestings-, overhead-, of afschrijvingskosten. De kosten van apparatuur, van verbruiksgoederen of technische hulp, die tot het gebruikelijke voorzieningenpakket van een instituut gerekend worden, en de kosten voor computergebruik bij universitaire rekencentra komen evenmin in aanmerking voor subsidiëring, tenzij het door NWO gesteunde onderzoek een gebruik van faciliteiten met zich meebrengt dat duidelijk uitgaat boven het normale gebruik. 3.3 Wanneer kan aangevraagd worden De aanvraagformulieren voor de subsidieaanvragen en de bijbehorende instructies kunt u downloaden van de BOPO-website www.nwo.nl/bopo. U kunt alleen aanvragen indienen via het elektronisch aanvraagsysteem Iris (zie paragraaf 3.6). Iris wordt voor het indienen van aanvragen opengesteld vanaf 8 juli 2013. De uiterste datum voor het indienen van onderzoeksvoorstellen is dinsdag 10 september 2013, tot 12.00 uur. Zie paragraaf 4.1 voor meer informatie over de procedure en het tijdpad.

7 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Beleidsgericht onderzoek primair onderwijs - BOPO V 2013/2014 3.4 Het opstellen van de aanvraag Uw subsidieaanvraag bestaat uit twee delen: een factsheet en het aanvraagformulier. - De factsheet vult u direct in het elektronisch aanvraagsysteem Iris van NWO in. - Het aanvraagformulier vindt u op de subsidiepagina van dit programma op de NWO-website. Dit formulier voegt u, zodra ingevuld, als PDF bestand toe aan de Iris factsheet. Subsidieaanvragen dienen te worden opgesteld volgens de instructies in deze subsidiewijzer en binnen het format van het voor deze subsidieronde te gebruiken aanvraagformulier (zie paragraaf 3.6). De aanvragen dienen te worden opgesteld in het Nederlands. 3.5 Specifieke subsidievoorwaarden Om in aanmerking te komen voor toelating tot de beoordelingsprocedure dient iedere aanvraag aan een aantal formele voorwaarden, zoals hieronder beschreven, te voldoen. Aanmeldingen zullen eerst op deze voorwaarden worden getoetst. Alleen aanvragen die aan onderstaande voorwaarden voldoen zullen worden toegelaten tot de beoordelingsprocedure. Een aanvraag wordt niet in behandeling genomen indien één of meerdere van onderstaande punten het geval is: - Het aanvraagformulier is, ook na eventueel verzoek tot aanvulling, niet juist, niet compleet of niet volgens de instructies ingevuld; - De aanvraag is niet ingediend via het Iris-systeem; - De aanvraag is niet tijdig ingediend; - De aanvraag is niet voor een gehele programmalijn ingediend, maar slechts voor één of meerdere van de onderliggende thema s. Voor de BOPO-beoordelingsronde 2013 zijn de algemene subsidiebepalingen van NWO zoals vastgelegd in de Regeling Subsidieverlening van toepassing. Deze kunt u downloaden op www.nwo.nl. 3.6 Het indienen van een aanvraag Het indienen van een aanvraag bij NWO kan alleen via Iris, het elektronisch aanvraagsysteem. Aanvragen die niet via Iris zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen. Een hoofdaanvrager is verplicht zijn/haar aanvraag via zijn/haar eigen Irisaccount in te dienen. Indien de hoofdaanvrager nog geen Irisaccount heeft, dient deze dat minimaal een dag voor het indienen aan te maken. Dit is om eventuele aanmeldproblemen nog op tijd te kunnen verhelpen. Indien de hoofdaanvrager al een Iris account heeft, hoeft deze geen nieuw account aan te maken om een nieuwe aanvraag in te dienen. Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de Iris helpdesk.

8 Hoofdstuk 4: Beoordelingsprocedure / Beleidsgericht onderzoek primair onderwijs - BOPO V 2013/2014 4 Beoordelingsprocedure 4.1 Procedure De volgende fases zijn in de beoordelingsprocedure van BOPO te onderscheiden. Call for proposals Als eerste maakt BOPO bekend, dat subsidieaanvragen kunnen worden ingediend. Deze call for proposals wordt op de website www.nwo.nl/bopo geplaatst, en er zal een melding worden gemaakt in de NWO/MaGW-Nieuwsalert. Het uitgangspunt voor onderzoekers bij het opstellen van hun subsidieaanvragen wordt gevormd door a) het door Hofman en Mulder geschreven Programma Beleidsgericht Onderzoek Primair Onderwijs 2013-2014, b) de reviewstudie Ongemak van autonomie van Peeters, Hofman en Frissen, en c) deze brochuretekst. Het indienen van een subsidieaanvraag Onderzoekers dienen een volledige subsidieaanvraag in (zie paragraaf 3.3 en 3.6 voor de deadline en wijze van indienen). Toetsing van ontvankelijkheid De eerste stap in de beoordelingsprocedure is een toets of de aanvraag in behandeling genomen kan worden. Hiervoor worden de voorwaarden zoals beschreven in paragraaf 3.5 van deze call for proposals toegepast. Alleen aanvragen die aan de voorwaarden voldoen, zijn ontvankelijk en gaan door in de selectieprocedure. De aanvragers zullen uiterlijk twee weken na de deadline voor indienen van subsidieaanvragen op de hoogte worden gesteld van de ontvankelijkheid van hun aanvraag. Voorbereiding van de beoordeling en indien van toepassing prioritering De volgende fase omvat de voorbereiding van de beoordeling van de subsidieaanvragen. De subsidieaanvragen worden eerst becommentarieerd door twee leden van een beoordelingscommissie (hierna: de preadviseurs). Deze beoordelingscommissie is door de programmacommissie BOPO ingesteld en gekozen op basis van hun expertise en niet-betrokkenheid bij de aanvragen. Daarna krijgen de aanvragers vijf werkdagen de gelegenheid om op deze commentaren te reageren. De reactie van de aanvrager dient niet langer te zijn dan 1000 woorden en mag geen gehele of gedeeltelijke wijziging van de oorspronkelijke subsidieaanvraag bevatten of essentiële aanvullingen, maar alleen een toelichting op punten in de beoordelingscommentaren. Indien binnen de programmalijn twee of meer subsidieaanvragen de hoogste kwalificatie behalen (zij het excellent, zeer goed of goed), beraadt de beoordelingscommissie zich over de prioritering. De beoordelingscommissie brengt vervolgens een advies uit aan de programmacommissie BOPO, zowel over de beoordeling van de aanvragen afzonderlijk als indien van toepassing over de prioritering van aanvragen. Besluitvorming door BOPO De laatste fase in de beoordelingsronde bestaat uit de besluitvorming door BOPO en de toekenning van de subsidies. De programmacommissie BOPO besluit op grond van het advies van de beoordelingscommissie over de beoordeling van iedere aanvraag afzonderlijk en vervolgens over de prioritering. NWO gebruikt met ingang van 1 januari 2012 een nieuwe kwalificatie voor beoordeelde aanvragen. Informatie hierover vindt u op de NWO-website: http://www.nwo.nl/kwalificaties.

9 Hoofdstuk 4: Beoordelingsprocedure / Beleidsgericht onderzoek primair onderwijs - BOPO V 2013/2014 De uitkomst van deze laatste fase is het BOPO-besluit over welke subsidieaanvraag wordt gehonoreerd, en welke aanvragen worden afgewezen. In de programmalijn kan slechts één aanvraag gehonoreerd worden. Alle aanvragers krijgen bericht over het besluit over hun subsidieaanvraag door middel van een zogenoemde beslisbrief en een eindbeoordelingsrapport van hun aanvraag. Voor alle bij de beoordeling en/of besluitneming betrokken personen en betrokken NWO-medewerkers is de NWO-code belangenverstrengeling van toepassing. Honorering en toekenning Na honorering door BOPO volgt de formele toekenning. De subsidiebeslissing en toekenning wordt over de gehele programmalijn genomen respectievelijk gedaan. Na afloop van het project vindt de financiële verantwoording en afrekening ook over de programmalijn plaats. Wel wordt het budget voor personele en eventueel materiële kosten vooraf in de begroting van de subsidieaanvraag per thema gespecificeerd. De beschikbaarstelling van het budget vindt plaats in tranches. De subsidie wordt toegekend onder de voorwaarde, dat tijdens de uitvoering de in het eindbeoordelingsrapport genoemde aandachtspunten ter harte worden genomen. De reactie van de aanvrager op de rapporten van de preadviseurs wordt beschouwd als onderdeel van de aanvraag, en maakt derhalve deel uit van het document op grond waarvan de toekenning wordt gedaan. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de thema s binnen de programmalijn ligt bij de programmaleider. Deze is verplicht, conform de NWO-subsidiebepalingen, eventuele majeure wijzigingen zoals afwijkingen van de planning van het onderzoek, veranderingen in de personele sfeer, onmiddellijk en met redenen omkleed schriftelijk voor te leggen aan BOPO via de secretaris. De afzonderlijke projectleiders houden de programmaleider op de hoogte van actuele wijzigingen in de personele en voortgangssfeer. De programmaleider van de gehele programmalijn is eindverantwoordelijk voor de wetenschappelijke voortgang van de programmalijn als geheel en draagt zorg voor de samenhang tussen de thema s en de coördinatie van de programmalijn als geheel. Deze projectleider treedt in voorkomende gevallen ook op als penvoerder voor het consortium. Ten slotte vermeldt de toekenningsbrief onder andere, dat een bijdrage aan het NWO-jaarverslag kan worden gevraagd, met opgave van publicaties, die voortkomen uit de programmalijn. BOPO gaat er van uit, dat de aanvrager bereid is om het programma in een of ander kader van BOPO en het NRO, in een openbare bijeenkomst, te presenteren. Ook in verband met de afrekening en subsidieverstrekking is de goedkeuring van de eindrapporten van de kernthema s een belangrijke procedure. Twee maanden voor het aflopen van een thema verwacht BOPO een digitale conceptversie van het eindrapport. Deze kan door de projectleider via de programmaleider worden ingediend in het IRIS-systeem van NWO. BOPO beoordeelt het concepteindrapport op zichzelf, maar ook tegen de achtergrond van de oorspronkelijke subsidieaanvraag en overige relevante documenten gedurende de looptijd van het project. Binnen dertig dagen ontvangt de auteur (en de voor het thema verantwoordelijke uitvoerder) een reactie van BOPO. Op grond van dit BOPO-commentaar past de onderzoeker het rapport aan waarna dit voor een laatste controle nogmaals aan BOPO wordt voorgelegd. Nadat BOPO het rapport

10 Hoofdstuk 4: Beoordelingsprocedure / Beleidsgericht onderzoek primair onderwijs - BOPO V 2013/2014 heeft goedgekeurd, wordt de definitieve versie binnen de gestelde termijn opgesteld, ingediend via IRIS en in 5-voud in hard copy toegestuurd aan BOPO. In de beleidscontext waarin het BOPO-onderzoek figureert, is het belangrijk dat de onderzoeksresultaten op een goed leesbare wijze zijn gepresenteerd. Daarom heeft BOPO bepaald, dat in het eindrapport ook een managementsamenvatting moet worden opgenomen van maximaal twee pagina s. De aanvrager wordt nadrukkelijk verzocht toe te zien op de leesbaarheid van deze managementsamenvatting voor de doelgroep: het beleids- en onderwijsveld. In de managementsamenvatting worden met name de conclusies en aanbevelingen toegelicht. De opzet en uitvoering van het onderzoek is van minder belang en mag in maximaal één korte alinea worden toegelicht. De managementsamenvatting wordt bij voorkeur voorin het rapport opgenomen. Het inhoudelijke eindrapport wordt onderscheiden van het eindverslag, dat het onderzoeksproces en -publicaties beschrijft. Behalve een eindrapport van de projectleider per kernthema verwacht de BOPO van de programmaleider, tijdens de looptijd (d.w.z. na één jaar) en aan het eind van het hele programma, over de voortgang en wijzigingen van het onderzoekverloop een voortgangs- respectievelijk eindverslag over de gehele programmalijn. Ook deze worden ingediend via IRIS. De afsluitende tranche van de toegekende subsidie wordt uitbetaald na ontvangst op het BOPO-secretariaat van het eindrapport in definitieve versie (in 5-voud) en uiterlijk binnen drie maanden na afloop van het project - het eindverslag over het onderzoeksproces en een financiële verantwoording over de besteding van de subsidie. MaGW monitort de voortgang en evalueert de resultaten van het gesubsidieerde onderzoek ten opzichte van de in de aanvraag vermelde planning en beoogde opbrengst. Indien een aanzienlijk lagere opbrengst vastgesteld wordt, behoudt MaGW zich het recht voor sancties uit te voeren die in de toekenning nader zijn uiteengezet. Aan het subsidieverleningsbesluit zal worden verbonden dat de Minister van OCW en NWO een onbeperkt, niet-expliciet, overdraagbaar en gratis gebruiksrecht (licentie) krijgen op de onderzoeksresultaten en onderliggende data. Bezwaarprocedure Voor het indienen van formele bezwaren tegen beslissingen in het kader van de BOPO-subsidieronde staan, waar van toepassing, de geldende beroep- en bezwaarprocedures open. Tijdpad ronde 10 september 2013 Deadline aanvragen 23 september 2013 Bericht ontvankelijkheid aanvragen 30 september 2013 Versturen commentaar beoordelingscommissieleden 7 oktober 2013 Deadline wederhoor aanvragers Week 45 2013 Vergadering beoordelingscommissie Eind november 2013 Subsidiebesluit BOPO Begin december 2013 Bericht over subsidiebeslissing naar indieners

11 Hoofdstuk 4: Beoordelingsprocedure / Beleidsgericht onderzoek primair onderwijs - BOPO V 2013/2014 4.2 Criteria Bij het indienen van een subsidieaanvraag bij BOPO is het van belang te weten welke criteria zullen worden gehanteerd bij de beoordeling van de aanvragen. Deze criteria worden hier integraal weergegeven en wegen alle drie gelijk. Verder worden bij wijze van toelichting de vragen weergegeven, die BOPO in het kader van het NWO-systeem van peer-review meegeeft aan de beoordelingscommissieleden. De beoordelingscriteria I. Wetenschappelijke kwaliteit van de onderzoeksaanvraag; A. Uitwerking probleemverkenning, probleemstelling en onderzoeksvragen; B. Samenhang binnen en tussen de programmalijn(en); C. Interdisciplinaire benadering; D. Kwaliteit en haalbaarheid van het onderzoeksplan. II. Kwaliteit onderzoeker(s); III. Maatschappelijke betekenis: relevantie voor het onderwijsbeleid. Toelichting op de beoordelingscriteria Bij IA kan gedacht worden aan vragen zoals: - Is er een duidelijke uiteenzetting gegeven van de bestaande kennis op het gebied van de programmalijn Sectorontwikkeling en autonomie met de daaronder liggende thema s en sluit het voorstel goed aan op de bestaande kennis, zowel op wetenschappelijke kennis in enge zin, als op relevante kennis en informatie uit andere bronnen, zoals bijvoorbeeld beleidsdocumenten, inspectierapporten en documenten van internationale organisaties? - Is de overkoepelende probleemstelling voor de gehele programmalijn voldoende helder (omschreven), adequaat afgebakend en voldoende uitgewerkt in heldere onderzoeksvragen en hypothesen op het niveau van de programmalijn? - Zijn op het niveau van de thema s de probleemstellingen voldoende helder (omschreven), adequaat afgebakend en voldoende uitgewerkt in heldere onderzoeksvragen, hypothesen, methode van aanpak en dergelijke? Bij IB kan gedacht worden aan vragen zoals: - Sluiten de probleemstellingen en onderzoeksvragen op het niveau van de onderliggende thema s voldoende aan bij de probleemstelling en de onderzoeksvragen op het niveau van de programmalijn? - Is er binnen het voorstel voldoende aandacht voor de samenhang en dwarsverbanden tussen de verschillende thema s binnen de programmalijn Sectorontwikkeling en autonomie? - Wordt er in het voorstel aandacht besteedt aan mogelijke synergie met andere, reeds uitgezette programmalijnen? - Hoe is de organisatie van het samenwerkingsverband geregeld? Bij IC kan gedacht worden aan vragen zoals: - Is er sprake van een inter- en of multidisciplinaire benadering met een duidelijke toegevoegde waarde? - Zijn de wetenschappelijke disciplines waar de onderzoeksvragen zich op richten vertegenwoordigd in de opzet van het onderzoek en in de samenstelling van het consortium? Bij ID kan gedacht worden aan vragen zoals: - Is de onderzoeksopzet consistent, voldoende verantwoord en geëxpliciteerd, het werkplan goed doordacht, en de fasering adequaat?

12 Hoofdstuk 4: Beoordelingsprocedure / Beleidsgericht onderzoek primair onderwijs - BOPO V 2013/2014 - Is de methodisch-technische opzet adequaat, gemotiveerd, doelmatig, ook wat betreft de beschikbaarheid, de geschiktheid en de toegankelijkheid van te gebruiken bronnen? - Is de aanvraag helder ten aanzien van maatregelen die genomen worden om de betrouwbaarheid en validiteit van de onderzoeksinstrumenten te optimaliseren? - Zijn de ramingen van de tijdsduur en de gevraagde middelen inzichtelijk, realistisch, en redelijk? Hoe is de prijs/kwaliteit verhouding? - Wat is de wetenschappelijke betekenis van de aanvraag, in de zin dat het onderzoek een oplossing van een wetenschappelijk probleem betreft, dan wel een nieuwe wijze van formuleren van een wetenschappelijk probleem die de oplossing ervan dichterbij brengt? - Wat zijn de wetenschappelijke perspectieven van de aanvraag, in de zin van genereren van nieuwe probleemstellingen en methoden en aantonen van nieuwe samenhangen? Bij II kan gedacht worden aan vragen zoals: - Zijn de aanvragers als onderzoeker deskundig op het desbetreffende terrein, mede blijkend uit publicaties, waaronder gedocumenteerde bijdragen aan onderzoek op het terrein van beleidsvorming en beleidsevaluatie? - Is er een adequate onderzoeksinfrastructuur, in de zin van personele bezetting van het onderzoek en de institutionele omgeving, voorhanden? - Draagt de samenwerking met andere onderzoekers bij aan de haalbaarheid van het onderzoeksplan? Bij III kan gedacht worden aan vragen zoals: - Wat is de maatschappelijke betekenis van de aanvraag in die zin dat de aanvraag aangrijpingspunten voor het onderwijsbeleid biedt? Leidt deze naar een oplossing, een nieuwe visie, zinvolle aanbevelingen? - Geeft het onderzoek een antwoord op implementatievragen, zoals: wordt het beleidsprogramma vormgegeven en uitgevoerd zoals bedoeld; bereikt het de beoogde doelgroepen; zijn de ter beschikking gestelde middelen adequaat? - Wordt de probleemperceptie van potentiële gebruikers - in termen van onzekerheden, dilemma s, waarden en overtuigingen - bij de opzet en de uitvoering van het onderzoek betrokken, alsmede de betekenis die door hen aan het probleem wordt gehecht en, zo ja, op welke wijze? - Wordt er aandacht geschonken aan de fase waarin het beleid zich bevindt (bepaling van de beleidsagenda, beleidsformulering, beleidsinvoering - en uitvoering, beleidsaccountability) en aan de stabiliteit van het beleid (omvang van periode, draagvlak en dergelijke) en, zo ja, hoe? - Worden de resultaten van het onderzoek (ook tussentijds) gecommuniceerd met potentiële gebruikers (overheid en onderwijsveld) en, zo ja, op welke wijze? - Biedt de aanvraag zicht op duidelijke (evaluatie-)standaarden waar beneden men van een tekortschietend beleid of tekortschietende implementatie van het beleid moet spreken? Schetsen de onderzoekers in de subsidieaanvraag hoe ze deze standaarden - indien niet aanwezig - boven tafel denken te krijgen? - Biedt de aanvraag zicht op analyses van kosten-baten en kosteneffectiviteit, zodat bij de vergelijking van diverse vormgevingsvarianten van het beleid niet alleen over de output, maar ook over de input die ermee is gemoeid, uitspraken gedaan kunnen worden?

13 Hoofdstuk 5: Contact en overige informatie / Beleidsgericht onderzoek primair onderwijs - BOPO V 2013/2014 5 Contact en overige informatie 5.1 Contact 5.1.1 Inhoudelijke vragen Voor inhoudelijke vragen over Beleidsgericht onderzoek primair onderwijs - BOPO V 2013/2014 en deze call for proposals neemt u contact op met: Secretariaat BOPO M.M.P. (Maya) Wijnen MSc. Secretaris BOPO T: 070-3494452, E: m.wijnen@nwo.nl. Mevr. E.J.F. (Monique) van der Helm Secretaresse BOPO T: 070-3440972 E: m.vanderhelm@nwo.nl. 5.1.2 Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem Iris Bij technische vragen betreffende het gebruik van Iris neemt u contact op met de Iris helpdesk. Leest u alstublieft eerst de handleiding voordat u de helpdesk om raad vraagt. Bereikbaarheid Iris helpdesk: van maandag t/m vrijdag van 11.00 tot 17.00 uur, telefoonnummer 0900-696 47 47. Helaas ondersteunen niet alle buitenlandse providers het bellen naar 0900-nummers. U kunt ook uw vraag per e-mail sturen aan iris@nwo.nl.

Uitgave: Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Bezoekadres: Laan van Nieuw Oost-Indië 300 2593 CE Den Haag augustus 2013