Analyse Enquête Speelruimte en Speelinfrastructuur gemeenten 2017

Vergelijkbare documenten
% gemeenten in enquête

Stadspark. Een stadspanelonderzoek B A S I S V O O R B E L E I D. November Marjolein Kolstein.

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte

Buiten is zoveel te beleven! Schommelen op een speelplek, hutten bouwen in de bosjes, voetballen op het veldje en een rondje skaten door de buurt.

Speelplan 2017 Gemeente Velsen

Bewonerspanel Maartpeiling Gezonde woonomgeving. Utrecht.nl/onderzoek

Waarom niet? - H5 Conclusies en Samenvatting

Factsheet onderzoek naar de effecten van de wijziging van de leeftijdsgrens in de drank- en horecawet 2014 in gemeentes Almere, Huizen en Zeist

ALPHENPANEL OVER ZONDAGSOPENSTELLING

Burgerpanel Zeewolde. Resultaten peiling 2: beeldkwaliteitsplan. mei 2012

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Voel je thuis op straat!

Check Je Kamer Rapportage 2014

Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG

BURGERPANEL LANSINGERLAND

AOb RAPPORT. Onderzoek naar onderwijsteams, werkverdeling en professionalisering binnen mboinstellingen

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen

Openbare ruimte in beeld Onderzoek naar de kwaliteit van de openbare ruimte

Cultuursurvey. Betrouwbaarheidsonderzoek voor Stichting LeerKRACHT. Maaike Ketelaars Ton Klein

Stadspanelonderzoek naar de communicatie over het groenonderhoud

Speelplan 2016 Gemeente Velsen

Buitenspelen. Kwaliteit van de speelomgeving in de eigen buurt

Onderzoek WIJK-, BUURT- EN DORPSBUDGET DEAL-gemeenten

Rapportage BMKO Panelonderzoek Internetgebruik op de BSO. april Drs. M. Jongsma R. H. Rijnks BSc. Paterswolde, april 2009

Resultaten enquête Een nieuwe invulling voor het Beekstraatkwartier

Opdrachtgevers & Netwerkpartners

Om een beeld te krijgen van wat er speelde onder de inwoners van Leveroy en om duidelijk te krijgen wat eventuele behoeftes waren heeft de

189 respondenten (waarvan 2 niet volledig, waarschijnlijk om technische redenen)

Onderzoek Fietsen in Schiedam 2015 Maart 2015 Gemeente Schiedam Kenniscentrum Schiedam-Vlaardingen

Buitenspelen 2013 Kwaliteit van de speelomgeving in de eigen buurt

Kwaliteitsonderzoek begeleiding

Hoe actief zijn gemeenten op sociale media Door: David Kok

Uitvoeringsnotitie Speelruimtebeleid Gemeente Hoogeveen Afdeling Mens en Werk

Burgerbaan enquête 2018 Plartform Burgerbaan

Yes We Can Fellow onderzoek

*Z0230DEDA67* Raadsvoorstel. Aan de raad. : Speelruimteplan Beverwijk, Beverwijk speelt buiten

Portefeuillehouder Broekhuizen Datum collegebesluit 28 april 2015 Opsteller mevrouw F. Driessen Registratie GF15.

Stadjers over fietsen in Groningen. Een Stadspanelonderzoek

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

Enquête buurtbewoners

HET BURGERPANEL OVER DE SOCIALE AGENDA

Stadspanel-onderzoek naar de toekomstvisie van Assen

Uitvoeringsplan Speelruimte

Fietsen in Groningen 2018

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

Onderzoek Het contact tussen inwoners en de gemeente DEAL-gemeenten

Werkbelevingsonderzoek 2013

Overzichtsrapportage OTP2016

UITVOERINGSPROGRAMMA SPEELRUIMTE

Verkeer en vervoer. Omnibus 2009

Zuid aan Zet Gebiedsgericht werken in Colmschate-Zuid oktober 2012

Klanttevredenheidsonderzoek 2016 / Optisport Barneveld. Optisport Barneveld Erik Boelen

Samenvatting. BS Pius X/ Varsselder. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Pius X. Ouders vinden 'De leerkracht' op school het belangrijkst

Stadjers over afval Afval app en Diftar

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Cultuurbeoefening, cultuurbezoek en cultuurwaardering

3.5 Voorzieningen in de buurt

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Rapportage Onderzoek buitenles

Wat vinden inwoners belangrijk voor een gezonde woonomgeving? Verdiepend onderzoek binnen de Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen

Samenvatting. BS De Petteflet/ Groningen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Petteflet

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs Projectgroep Combifuncties Onderwijs

Het groen in Oud-West

Kübra Ozisik. Marjolein Kolstein. Mei

Uitvoeringsplan speelplekken Nieuwland

Hoe respectvol is Nederland? Provincie: Drenthe Gemeente: Emmen

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Grafiek 19.1 Percentage Leidenaren dat zich zorgen maakt over luchtkwaliteit, naar stadsdeel en leeftijdsgroep* 0% 25% 50% 75% 100%

OPENBARE RUIMTE IN BEELD

Hoe respectvol is Nederland? Provincie: Gelderland Gemeente: Nijkerk

Samenvatting. BS Gerardus Majella. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS Gerardus Majella

Elektronische dienstverlening

Interactief bestuur. Omnibus 2017

Klanttevredenheid Gemeentewinkel Zwijndrecht 2014

Resultaat tevredenheidsonderzoek externe relaties Odion

Gemeenten en de spreiding van opdrachten voor schilderwerk

maart H.A. Doelman-van Geest, P. Maas, J.P. de Wit Tympaan Instituut

Meedoen in Zwijndrecht PARTICIPATIEBEREIDHEID BEHEER EN ONDERHOUD

Werkloosheid Redenen om niet actief te

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

Toelichting op de resultaten van de korte enquête (quick scan) René Alberts juni 2011

jaargang 6, peiling 4 3 februari 2009

Samenvatting. VS De Lans/ Brummen. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) VS De Lans. Ouders vinden 'Sfeer' op school het belangrijkst

Inleiding Elk jaar wordt het investeringsplan voor speelplekken vastgesteld; het zogenoemde Speelplan.

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

4.3 Kern 3: Leuvenheim

Corruptie bij Nederlandse overheid

Evaluatie regiobijeenkomsten Vversterk. november december 2007

Waar kun je buiten spelen?

Burgerpanel Capelle aan den IJssel

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Wissenraet & Van Spaendonck. Vergelijking resultaatmeting AKK co-innovatie-programma s. Toegevoegde waarde varkensvleesketens

Burgerpanel Leidse Regio - peiling februari 2017

ENQUETE JEUGD AERDENHOUT 2014

Uitkomsten enquête driehoek

HOOFDRAPPORTAGE ONDERZOEK TEVREDENHEID 2017 WMO VERVOER - VLISSINGEN.

Samenvatting. BS De Fontein/ Helden. Resultaten Oudertevredenheidspeiling (OTP) BS De Fontein. Ouders vinden 'Begeleiding' op school het belangrijkst

Buurtenquête Stevenfenne

Veiligheid van speeltoestellen op het schoolplein

Resultaten inventarisatie Bestuurders Centraal

Transcriptie:

Branchevereniging Spelen en Bewegen, 20/3/17 Respondenten en De Onderzoekerij Over de analyse van de antwoorden is contact geweest met De Onderzoekerij. Zij gaven aan dat met behulp van platte analyse een nuttige indicatie gevonden kan worden over gemeenten. Afgeraden werd om verbanden te zoeken op basis van bijvoorbeeld stedelijkheidsklasse of aantal kinderen in de gemeente. Het aantal antwoorden is niet heel groot, bovendien is er een sterke spreiding bij sommige antwoorden, wat ook de betrouwbaarheid bij dergelijke analyses onder druk zet. De enquête is op 7 februari 2017 aan alle Nederlandse gemeentes gemaild. Antwoorden zijn ontvangen tussen 7 en 16 februari (geen herhaaloproep gedaan). Er zijn 43 antwoorden ontvangen; de oproepmail is wel heel vaak geopend en ook op de enquête (link in het bericht) is vaak geklikt (ruim 250x). Er is dus veel vaker geklikt op het bericht en de vragenlijst geopend dan er antwoorden kwamen. Volgens overleg met De Onderzoekerij kan dat verklaard worden door lastige vragen in de ogen van respondenten. Dat komt ook overeen met enkele reacties per mail van mensen die aangaven dat bijvoorbeeld bedragen aan nieuwe plekken (of onderverdeling in ondergrond, advies etc) niet zomaar voorhanden zijn. Conclusie: Zo'n 10 procent van de gemeenten heeft geantwoord (er zijn momenteel 390 gemeenten en een aantal stadsdelen in Amsterdam/Den Haag bv). Een volgende enquête onder gemeenteambtenaren met makkelijker te beantwoorden vragen maken (= dit betekent verlies vergelijkbaarheid met Recreabel, maar levert waarschijnlijk wel meer reacties op) Bij de antwoorden zitten 4 gemeenten met de hoogste stedelijkheidsklasse (1), 10 met stedelijkheidsklasse 2, net als stedelijkheidsklasse 3, 11 met klasse 4 en 6 met een dorps karakter (klasse 5). Van twee gemeentes was de stedelijkheidsklasse niet te achterhalen, omdat de gemeente niet was ingevuld. 1/14

stedelijkheidsklasse Aantal gemeenten in enquête 1 (hoogstedelijk) 4 2 (stedelijk) 10 3 10 4 (landelijk) 11 5 (dorps) 6 onbekend 2 Vraag 2: Hoeveel openbaar toegankelijke speelplekken met minstens 1 speeltoestel had uw gemeente eind 2015 in eigendom? Het antwoord liep uiteen van 920 als hoogste aantal tot 9 als laagste aantal. Totaal aantal speelplekken dat de gemeenten in de enquête samen bezitten eind 2015 was ongeveer 7400. Als je die antwoorden doortrekt voor heel Nederland, moeten we er rekening mee houden dat er in de enquête een oververtegenwoordiging van (hoog)stedelijke gemeenten (met meer speelplekken) is. Daarom wordt het aantal speelplekken aan de hand van deze enquête geschat op 65.000. Aantal speelplekken Aantal gemeenten in enquête < 50 9 50-100 8 100-150 8 150-200 5 200-250 5 > 250 6 onbekend 2 2/14

Vraag 3 Als u er zicht op heeft: hoeveel openbaar toegankelijke speelplekken met minstens 1 speeltoestel zijn er daarnaast in uw gemeente? Blijkbaar lastig was het aantal openbare speelplekken in eigendom bij anderen. Hierop gaven 16 gemeenten aan dat daarvan geen gegevens bekend zijn, die lastig te vinden zijn of dat er (voor zover bekend) geen andere openbare speelplekken zijn. Van de gemeenten die wel een aantal noemden, liep het aantal uiteen van 1 tot circa 500. Vraag 4 Welk bedrag besteedde uw gemeente in 2015 aan infrastructuur voor nieuwe en bestaande speelterreinen? De vraag was onderverdeeld in 2 deelvragen, te weten nieuwe en bestaande speelterreinen. Nieuwe speelterreinen: 30 antwoorden variërend van als laagste 6.000 euro en als hoogste 575.000 euro; gemiddelde komt op ruim 94.000 euro. Bestaande speelterreinen: 42 antwoorden variërend van als laagste 1.000 euro en als hoogste 861.000 euro; gemiddelde komt op ruim 110.000 euro. Mogelijk was het lastig voor de ambtenaren om de bedragen uit te splitsen/op te zoeken. Daarom zijn in de onderstaande tabel de bedragen voor nieuwe en bestaande terreinen opgeteld en onderverdeeld in bandbreedtes. 0-50 duizend 50-1 ton 1-1,5 ton 1,5-2 ton 2,5 ton-5 ton Meer dan 5 ton Aantal gemeenten 14 4 10 5 4 6 5. Hoe waren de totale uitgaven voor speelterreinen verdeeld? Op basis van 36 antwoorden kan een taartdiagram gemaakt worden. Ook hier liepen de antwoorden uiteen. Deze treft u aan op de volgende pagina. Als de gemiddelde percentages per categorie vergeleken worden is duidelijk dat het meeste geld besteed wordt aan nieuwe speeltoestellen (gemiddeld 45%) en valdempende ondergronden (22%). Als beeld voor de spreiding in antwoorden: 16 van de 36 gemeenten die hierop antwoorden gaven aan meer dan 45% (tot wel 70-80%) van het budget aan de toestellen te besteden. Vijf gemeenten gaven aan minder dan 25% aan de toestellen te besteden. 3/14

Voor externe onderhoudsdiensten komen de respondenten gemiddeld op 12%. Er zijn 12 gemeenten die aangeven dat 20% of meer (tot maximaal 50%) van het geld hieraan besteed wordt. De uitgave voor extern veiligheidsadvies is gemiddeld het laagste met net iets meer dan 3%. Sommige individuele gemeenten geven echter aan dat hier 10 tot 15% van het budget heen gaat. Een aantal gemeenten heeft 0% ingevuld, vandaar het lage gemiddelde op dit aspect. Figuur: gemiddelde percentages per categorie uitgaven 4/14

6. Heeft uw gemeente een investeringsplan voor speelterreinen dat over meerdere jaren loopt? Er is een investeringsplan voor meerdere jaren in 25 gemeenten (58% van de deelnemers). De looptijd van deze plannen loopt flink uiteen, van 2 tot 21 jaar. Door drie gemeenten is geen (heldere) begin- of einddatum aangegeven. Het gemiddelde komt uit op 7 jaar. Als de lange looptijd van 1 gemeente (21 jaar) uit de berekening wordt gehaald is het gemiddelde plan nog 6,5 jaar lang. Looptijd investeringsplan Aantal antwoorden / gemeenten 1-4 jaar 6 5-8 jaar 5 9-12 jaar 9 12-16 jaar 1 > 16 jaar 1 Als gekeken wordt naar de einddatum van het investeringsplan dan zijn er 3 gemeenten waarbij het plan dit jaar afloopt. Er wordt door 6 gemeenten aangegeven dat het plan doorloopt tot 2025 of verder (2027 als hoogste jaartal). Door de grootste groep gemeenten (10) wordt aangegeven dat het plan in de loop van de volgende gemeenteraadsperiode (2018-2021) afloopt. Eindjaar investeringsplan Aantal antwoorden / gemeenten 2017 3 2018-2021 10 2022-2024 3 2025 en verder 6 7. Wat is het totaal budget voor externe uitgaven in het meerjarenplan? Slechts 12 gemeenten hebben deze vraag beantwoord. De antwoorden lopen uiteen. Het kleinste bedrag dat genoemd is, is 6.000 euro. Het hoogste dat genoemd is, is ruim 2 miljoen euro. Gemiddeld geven deze 12 gemeenten een bedrag van ruim 6,5 ton euro aan, dat opgenomen is voor externe uitgaven in het meerjarenplan. 5/14

8. Welk bedrag heeft uw gemeente in 2016 voorzien voor externe uitgaven aan speelinfrastructuur? Van de 43 gemeenten die deze vraag hebben beantwoord gaf 6 het getal 0 en nog eens 4 gaven geen antwoord. Het hoogste getal was 6 ton, het laagst genoemde van 6.000 euro. Er is door 33 gemeenten een bedrag anders dan 0 genoemd. Het gemiddelde bedrag van deze 33 gemeenten was ruim 130.000 euro voor 2016 (132.732,30). Als de gemeenten met het antwoord '0' meetellen voor het gemiddelde dan komt dat op 112.311,95 euro. 9. Welke werkzaamheden m.b.t. speelinfrastructuur voert uw gemeente zelf uit? Van diverse activiteiten is aan de gemeenten voorgelegd of zij deze 'altijd', 'vaak', 'soms' of 'nooit' zelf uitvoeren. De heldere uitschieter (35x) zit bij nooit voor de bouw van speeltoestellen'. Figuur: werkzaamheden speelinfrastructuur, zelf als gemeente uitvoeren? Laten we de activiteit bouw van speeltoestellen er uit dan is de grafiek als volgt (zie volgende pagina): 6/14

10. Geef aan hoe toegankelijk de onderstaande (speel)plekken in uw gemeente zijn. U mag meerdere opties aankruisen per categorie Deze vraag is door 42 gemeenten beantwoord. Er was keuze uit de volgende antwoordcategorieën: 'onbeperkt toegankelijk', 'onbeperkt toegankelijk tijdens openingstijden', 'betaalde toegang', 'ontoegankelijk voor het grote publiek' en 'n.v.t.'. Parken, pleinen, bossen/recreatiegebieden en jongerenontmoetingsplekken zijn bijna allemaal 'onbeperkt toegankelijk'. Bij schoolpleinen is meer dan de helft niet zomaar toegankelijk. Slechts door 10 gemeenten (24% van de antwoorden) wordt aangegeven dat deze onbeperkt toegankelijk zijn. Van de gemeenten die antwoorden heeft een groot deel (35%) geen speeltuinverenigingen, afgaande op het antwoord 'n.v.t.'. Van de gemeenten met speeltuinen, geeft 37% aan dat er betaalde toegang is. onbeperkt toegankelijk onbeperkt toegankelijk tijdens openingstijden betaalde toegang ontoegankelijk voor het grote publiek n.v.t. parken 36 3 0 0 3 pleinen 39 3 0 0 0 bossen/recreatiegebied 27 10 1 0 3 7/14

jongerenontmoetingsplekken 29 7 0 0 5 scholen /schoolpleinen 10 26 0 5 1 speeltuinverenigingen 4 13 10 0 15 Bij de ruimte om opmerkingen te maken is het volgende opgeschreven: de openbare plekken in de wijken bij horeca (is ontoegankelijk voor het grote publiek) kinderboerderij (onbeperkt toegankelijk) speelplekken op sportpark of bospad (tijdens openingsuren toegankelijk) jachthaven heeft een aquapark wat vrij toegankelijk is 11. Heeft uw gemeente speelplekken ingericht zodat ze geschikt zijn voor kinderen met een beperking? 12. Heeft uw gemeente speelplekken ingericht als speelnatuur? 13. Heeft uw gemeente beleid voor kindvriendelijke routes? De meerderheid van de gemeenten heeft speelplekken ingericht voor kinderen met een beperking (63%) en als speelnatuur (81%). Voor kindvriendelijke routes ligt dat anders (19% Ja). Speelplek geschikt voor kinderen met beperking 37 Ja 63 Nee 8/14

Speelnatuur 19 Ja Nee 81 Kindvriendelijke routes 19 Ja Nee 81 Aantallen antwoorden op de vragen: Speelplek geschikt voor kinderen met beperking Speelnatuur Beleid kindvriendelijke routes Ja 27 (63%) 35 ( 81%) 8 (19%) Nee 16 (37%) 8 (19%) 34 (81%) 14. Voor welke leeftijdsgroep moet er in de komende jaren volgens u meer speelinfrastructuur komen? Bij dit punt vroegen wij respondenten om aan te geven welke leeftijdsgroep het 9/14

'belangrijkste' was om meer speelinfrastructuur te geven en welke de 'minst belangrijke' groep (en dan nog 1 groep 'gemiddeld'). De respondenten geven aan dat de meest belangrijke groep voor speelruimte de oudere kinderen zijn. Hieronder de antwoorden in een tabelvorm: minst belangrijk/kleinste nood [3-6 jaar] [6-12 jaar] [ouder dan 12 jaar] 31 3 6 gemiddeld 8 26 8 belangrijkst/grootste nood 1 13 29 15. Welke belemmeringen zijn er om meer speelruimte te creëren? Hier vroegen we om de volgorde van belangrijkheid van zeven belemmeringen aan te geven. Dat werd gedaan door per belemmering een score uit het rijtje mogelijke antwoorden te kiezen. Niet alle gemeenten ervaren belemmeringen om meer speelruimte te creëren. Daar kan in een volgende enquête meer rekening mee gehouden worden in de vraagstelling. Als er een belemmering wordt ervaren dan zit dit voor het belangrijkste deel bij 'te weinig budget' en in mindere mate bij 'geen ruimte', 'bewonersprotest' en 'ander beleid krijgt voorrang/niet zo nodig'. Minst belangrijk Minder belangrijk Matig belangrijk Gemiddeld belangrijk Te weinig budget Geen ruimte Wel ruimte, maar niet voor spelen Bewoner sprotest Ander beleid krijgt voorrang / niet zo nodig Te complex Andere reden, gelieve te specificeren 4 3 3 1 1 7 24 1 8 3 5 7 18 1 3 9 12 8 5 3 3 7 6 10 3 13 3 1 Belangrijk 2 3 8 14 8 7 1 Zeer belangrijk 3 11 6 8 8 4 3 Belangrijkst 23 3 1 4 1 1 10 10/14

Uit het hoge aantal minst belangrijk' bij andere reden blijkt dat we de belemmeringen om meer speelruimte te creëren grotendeels kennen. Toch gaven 10 gemeenten aan dat er een andere reden het belangrijkste is. Bij de andere redenen werden de volgende specifieke aanvullingen gegeven: Genoeg speeltuinen in de omgeving. Andere dingen hebben meer prioriteit dan speelterreinen bij politiek lees Geld. De gemeente heeft een ruim aanbod aan speeltoestellen in bestaande woonomgeving. Er is echter een tekort op vervanging van de huidige inventaris. Financiering sociaal domein. Conflict in nieuwbouwwijken met uit te geven terrein en speelruimte. In 2009 hebben wij een speelruimteplan gemaakt en daarbij gekeken waar er ruimte was en door bewoners aangegeven waar een speeltuintje gerealiseerd moest worden. Binnen die cirkel is afgesproken dat er geen nieuwe speeltuinen komen. Een aantal keer: 'geen' 1, 'geen belemmeringen' 2 of 'geen behoefte' (7x), of 'nvt' (4x) Voor de analyse zijn de antwoordcategorieën samengevoegd van 7 tot 3 groepen: 'niet belangrijk', gemiddeld' en 'wel belangrijk'. Dan ontstaat het volgende beeld. Te weinig budget Geen ruimte Wel ruimte, maar niet voor spelen Bewonersprotest Ander beleid krijgt voorrang / niet zo nodig Te complex niet belangrijk 8 (19%) 20 (47%) 18 (42%) 14 (33%) 13 (30%) 28 (65%) gemiddeld 7 (16%) 6 (14%) 10 (23%) 3 (7%) 13 (30%) 3 (7%) wel belangrijk 28 (65%) 17 (40%) 15 (35%) 26 (60%) 17 (40%) 12 (28%) 1 Ik vind het vreemd dat ik slechts 1 keer per kolom kan aangeven. Wij ervaren weinig belemmeringen, omdat we beschikken over een goede nota met voldoende budget. Projecten worden uitgevoerd, in samenspraak met de buurt 2 Er zijn geen belemmeringen. Er zijn juist op enkele plekken te veel speelplaatsen voor kleuters/peuters. Een aantal speelplaatsen worden daarom omgevormd naar informele speelruimte of naar speelruimte die meer gericht is op leeftijd 6-12jr. Let op: ik kon de bovenstaande tabel niet anders invullen dan hierboven. Moet allemaal zijn: minst belangrijk 11/14

Figuur: belemmeringen gegroepeerd op 3 antwoordcategorieën 16. Welke maatregelen neemt uw gemeente om spelen te stimuleren? Aan de gemeenten is gevraagd welke van een aantal maatregelen zij nemen om het spelen te stimuleren. Hierbij zat ook het antwoord Geen maatregelen, het huidige aanbod volstaat. Slechts 13 gemeenten geven een 'ja' bij deze optie. Deze 13 geven wel allemaal ook aan een of meer van de voorgelegde maatregelen als gemeente te nemen. Er zijn twee gemeenten die maar bij 1 maatregel aangeven dat de gemeente die inzet (1x tijdelijke speelplekken en 1x multifunctionele sportplekken). Oftewel: alle gemeenten stimuleren in meer of mindere mate het buitenspelen. Als we dan inzoomen op de voorgelegde maatregelen, dan ontstaat het volgende beeld: Meer permanente speelterreinen Tijdelijke speelstraten / plekken Brede school Multifuncti oneel gebruik van sportterrei nen Speelvrien delijke inrichting van de openbare ruimte Brede stoepen Speelprikkels Ja 22 (51%) 6 (15%) 22 (52%) 28 (68%) 30 (71%) 7 (17%) 27 (66%) Nee 21 (49%) 35 (85%) 20 (48%) 13 (32%) 12 (29%) 35 (83%) 14 (34%) 12/14

Hieruit blijkt dat de speelvriendelijke inrichting van de openbare ruimte, multifunctioneel gebruik van sportterreinen en speelprikkels veel worden ingezet als stimuleringsmaatregel. Tijdelijke speelstraten en brede stoepen komen veel minder voor als maatregel. Figuur: maatregelen om spelen te stimuleren Door vier gemeenten is nog een andere maatregel genoemd. Dat waren achtereenvolgens: interactief spelen; speelnatuur; bewoners ondersteunen in initiatieven en onderzoeken hoe particuliere speeltoestellen een plek kunnen krijgen in de openbare ruimte; speelse routes die speelplaatsen met elkaar verbinden. 13/14

Analyse Enquête Speelruimte en Speelinfrastructuur gemeenten 2017 14/14