B/RVB/2011/DOW/1008 bijlage 1. Onderwijs- en examenregeling Artikelsgewijze reglementering

Vergelijkbare documenten
Onderwijs- en examenregeling Artikelsgewijze reglementering

EXAMENCONTRACT VOOR HET VERWERVEN VAN EEN DIPLOMA

Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Specfieke aanvullingen School of Arts. KASK Koninklijk Conservatorium

Hoger onderwijs in Vlaanderen. Informatiebrochure 2012

Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijsregeling, Examenregeling en. Rechtspositieregeling. voor studenten PXL-MAD. academiejaar

Stap. Studieadviespunt Gent. Handleiding bij de PowerPoint-presentatie Flexibilisering

ALGEMENE ONDERWIJSREGELING ERASMUSHOGESCHOOL BRUSSEL

TOETREDINGSOVEREENKOMST. ONDERWIJS- en EXAMENREGLEMENT

Onderwijs- en examenregeling

Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Bijzondere examenreglementen

Onderwijs- en examenregeling

Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven

Onderwijs- en examenreglement. Academiejaar

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING voor de studenten van de UHasselt en de tul

Ontwikkelingen in het hoger onderwijs

Kan de minister voor de studierichting Bachelor in de Verpleegkunde volgende vragen beantwoorden.

Onderwijs- en examenregeling

Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven en reglement algemene voorschriften inzake vrijstellingen

ALGEMEEN ONDERWIJS- en EXAMENREGLEMENT DEPARTEMENTAAL ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

Voor wie is het leerkrediet (en dus deze folder)?

Aanvulling onderwijs- en examenreglement RITS School of Arts

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT academiejaar

TOETREDINGSOVEREENKOMST. ONDERWIJS- en EXAMENREGLEMENT

Onderwijs- en examenregeling

Deze onderwijs- en examenregeling is van toepassing op kunstopleidingen georganiseerd binnen MAD-faculty.

ALGEMEEN ONDERWIJSREGLEMENT

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

Onderwijs- en examenregeling

ALGEMEEN ONDERWIJSREGLEMENT

Zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur van 18 januari 2005, 21 juni 2005, 4 juli 2006, 22 mei 2007, 1 juli 2008 en 23 juni 2009.

ALGEMEEN ONDERWIJSREGLEMENT VAN LUCA SCHOOL OF ARTS

HOGESCHOOL VOOR WETENSCHAP & KUNST ALGEMEEN ONDERWIJSREGLEMENT

Onderwijs-, Examen- en Rechtspositieregeling voor studenten van UHasselt en tul

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 februari 2008;

ALGEMEEN ONDERWIJSREGLEMENT

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

HOGESCHOOL VOOR WETENSCHAP & KUNST ALGEMEEN ONDERWIJSREGLEMENT

Facultaire aanvullingen op de Onderwijs- en Examenregeling (OER) Faculteit Bedrijf en Organisatie Academiejaar

Inhoud Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen... 5 Artikel 1 toepassingsgebied... 5 Artikel 2 begrippen... 5 Hoofdstuk 2: Organisatie van het

Onderwijs- en examenreglement School of Arts Koninklijk Conservatorium Antwerpen. 1 Begripsbepaling... 4 Begripsbepaling...

Leerkrediet

Onderwijs- en examenregeling

Hogeschool Gent CVO Panta Rhei KTA Vesalius CVO Leerstad Het Perspectief PCVO

Onderwijsregeling, Examenregeling en. Rechtspositieregeling. voor studenten MAD-FACULTY. academiejaar

Aanpassingen OER 14-15

FAQ Frequently Asked Questions Master na master Notariaat

Leerkrediet

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT. Academiejaar

DEPARTEMENTALE AANVULLING VAN HET ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT. Departement Design & Technologie

RITCS School of Arts Aanvulling onderwijs- en examenreglement

DEPARTEMENTALE AANVULLING VAN HET ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

Inhoud Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen... 4 Artikel 1 toepassingsgebied... 4 Artikel 2 begrippen... 4 Hoofdstuk 2: Organisatie van de examens...

DEPARTEMENTALE AANVULLING VAN HET ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT EN DE RECHTSPOSITIEREGELING

Leidraad voor aanvragen van vrijstellingen (EVK)

ONDERWIJSREGLEMENT VAN LUCA SCHOOL OF ARTS

Onderwijs-, Examen- en Rechtspositieregeling voor studenten van UHasselt en tul

Onderwijs- en Examenreglement

IV. Bijzondere vooropleidingseisen en bijkomende inschrijvingsvoorwaarden voor een bachelorsopleiding

Onderwijs- en Examenreglement BAMA (Academiejaar )

Onderwijs- en examenregeling School of Arts Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Begripsbepaling Inleidende bepalingen...

Onderwijs- en examenreglement Begripsbepaling... 4 Begripsbepaling... 4

Onderwijs- en Examenreglement

Onderwijs- en examenreglement Inhoudstafel 1 Begripsbepaling... 4 Begripsbepaling... 4

ONDERWIJSREGELING en EXAMENREGLEMENT

Hogeschool Onderwijs- en Examenreglement (HOE)

Je reisgids. De nieuwe onderwijs- en examenregeling

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Onderwijsregeling, Examenregeling en. Rechtspositieregeling. academiejaar

Onderwijs- en examenreglement Inhoudstafel 1 Begripsbepaling... 4 Begripsbepaling... 4

Onderwijs- en examenreglement School of Arts Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen

Onderwijs- en examenreglement School of Arts Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Begripsbepaling... 4

ONTWERP VAN DECREET. betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN

IV. Bijzondere vooropleidingseisen en bijkomende inschrijvingsvoorwaarden voor een bachelorsopleiding

Wijzigingen OER-regeling Toelichting (onder)voorzitters examencommissies

HOGER ONDERWIJS IN VLAANDEREN. Informatiebrochure 2014

Onderwijs-, Examen- en Rechtspositieregeling voor studenten van UHasselt en tul

DEPARTEMENTALE AANVULLING OP HET ALGEMEEN ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT EN DE ALGEMENE RECHTSPOSITIEREGELING

BEGRIPSBEPALINGEN 3 ONDERWIJSREGLEMENT 10

Aanvulling onderwijs- en examenreglement RITCS School of Arts

Onderwijs- en examenreglement Begripsbepaling... 4 Begripsbepaling... 4

Bijlage II: uitvoeringsmodaliteiten

AANVULLING OP HET ALGEMEEN ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT EN DE ALGEMENE RECHTSPOSITIEREGELING. ו Royal Institute for Theatre, Cinema & Sound

Onderwijs- en examenreglement Begripsbepaling... 4 Begripsbepaling... 4

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

BEGRIPSBEPALINGEN 3 ONDERWIJSREGLEMENT 10

Facultaire kalender

Onderwijs- en examenreglement Onderwijs- en examenreglement Departement Gezondheid en Welzijn 1

Onderwijs- en examenreglement Begripsbepaling... 4 Begripsbepaling... 4

Onderwijs- en examenreglement Inhoudstafel 1 Begripsbepaling... 4 Begripsbepaling... 4

Provincieraadsbesluit

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Onderwijs- en examenreglement Onderwijs- en examenreglement Departement Management en Communicatie 1

Onderwijs- en examenreglement Universiteit Antwerpen Academiejaar

Transcriptie:

Onderwijs- en examenregeling Artikelsgewijze reglementering 2012 2011

Inhoudsopgave I. Algemeen...3 Artikel 1. Algemene regelgeving... 3 Artikel 2. Definities... 3 Artikel 3. Toetredingsovereenkomst... 7 Artikel 4. Gedragsregels... 7 Artikel 5. Deelname aan de onderwijsactiviteiten... 8 Artikel 6. Initiatiefname door studenten... 8 Artikel 7. Intellectuele eigendomsrechten... 8 II. Taalregeling...11 Artikel 8. Bestuurstaal en onderwijstaal... 11 Artikel 9. Gedragscode onderwijstaal anders dan het Nederlands... 11 III. Bestuur...13 Artikel 10. Het bestuur... 13 Artikel 11. De faculteiten... 13 Artikel 12. Vertegenwoordiging van studenten......13 Artikel 13. Associatie Universiteit Gent... 13 IV. Opleidingsaanbod...14 Artikel 14. Bacheloropleiding... 14 Artikel 15. Masteropleiding... 14 Artikel.16. Schakelprogramma... 14 Artikel 17. Voorbereidingsprogramma... 14 Artikel 18. Vervolgopleidingen... 15 V. Opbouw van een opleiding...16 Artikel 19. Opleidingsprogramma... 16 Artikel 20. Opleidingsonderdelen en studieomvang... 16 VI. Toelatingsvoorwaarden...18 Artikel 21. Algemene bepalingen... 18 Artikel 22. Bijzondere vooropleidingseisen en bijkomende toelatingsvoorwaarden... 18 Artikel 23. Toelatingsvoorwaarden voor de bacheloropleiding......19 Artikel 24. Toelatingsvoorwaarden voor de masteropleiding......21 Artikel 25. Toelatingsvoorwaarden voor de vervolgopleidingen... 21 Artikel 26. Procedure toelating op basis van buitenlandse studiebewijzen.......22 VII. Inschrijving van de student...24 Artikel 27. Algemene bepalingen... 24 Artikel 28. Aard van de inschrijving... 24 Artikel 29. Soorten contracten... 24 Artikel 30. Soorten studietrajecten....25 Artikel 31. Gelijktijdige inschrijvingen van opleidingen die elkaar opvolgen... 26 Artikel 32. Inschrijving voor een opleiding waarvoor men reeds het diploma behaalde......27 Artikel 33. Studievoortgangbewaking voor bachelor- en masteropleidingen, voorbereidingsen schakelprogramma s... 27 Artikel 34. Inschrijvingsdata.......28 Artikel 35. Procedure van inschrijving... 28 Artikel 36. Aanvraag vrijstellingen/deelvrijstellingen... 30 Artikel 37. Wijzigen van inschrijving / stopzetten van contract / uitschrijving.....32 Artikel 38. Studiegeld en registratiekosten.........33 VIII. Organisatie van de onderwijsactiviteiten...35 Artikel 39. Academische kalender... 35 Artikel 40. Regelgeving betreffende de onderwijsactiviteiten... 35 Artikel 41. Het volgen van onderwijsactiviteiten in andere faculteiten binnen de Hogeschool Gent en in andere instellingen voor hoger onderwijs in binnen- en buitenland... 35 Artikel 42. Bachelorproef, masterproef, eindwerk / afstudeerproject / stage... 37 Artikel 43. Bijzondere studiekosten... 37 Artikel 44. Individuele onderwijs-en examenmaatregelen... 37 Onderwijs- en examenregeling 1

IX. Organisatie van examens...39 Artikel 45. Toepassing van examenregels... 39 Artikel 46. Examenzittijden- en periodes... 39 Artikel 47. Coördinatie en organisatie van de examens... 39 Artikel 48. Examenregeling en roosters........40 Artikel 49. Evaluatiesystemen en vormen... 40 Artikel 50. Voorbereiding van de examens......41 Artikel 51. Aanvraag voor aanwezigheid van derden op een examen... 41 Artikel 52. Openbaarheid van examens... 41 X. Examencommissies...42 Artikel 53. Samenstelling van de examencommissie... 42 Artikel 54. Plaatsvervanging van een lid van de examencommissie.....42 Artikel 55. Aanwezigheid... 42 Artikel 56. Werking van de examencommissie... 42 Artikel 57. Regels bij het beraadslagen... 43 XI. Examenbeslissingen / examentuchtbeslissingen...44 Artikel 58. Examenbeslissing voor een opleidingsonderdeel... 44 Artikel 59. Examenbeslissing voor een opleiding... 45 Artikel 60. Examentuchtbeslissing: onregelmatigheden met betrekking tot de examens......46 Artikel 61. De gemotiveerde beslissingen van de examencommissie.....46 XII. Bekendmaking van de examenresultaten: proclamatie...47 Artikel 62. Creditcontract examencontract met het oog op het behalen van creditbewijzen... 47 Artikel 63. Diplomacontract examencontract met het oog op het behalen van een diploma... 47 Artikel 64. Feedback... 48 XIII. Kwaliteitszorg en klachten...49 Artikel 65. Ombudsman... 49 Artikel 66. Onderwijsevaluatie... 49 Artikel 67. Herzien studievoortgangbeslissing/beslissing in verband met het leerkrediet aangetast door een materiële vergissing... 50 Artikel 68. Beroep bij onregelmatigheden van studievoortgangbeslissingen/beslissingen in verband met het leerkrediet... 50 XIV. Tuchtvoorschriften en maatregelen / aansprakelijkheid...53 Artikel 69. Tuchtvoorschiften... 53 Artikel 70. Soorten tuchtmaatregelen... 53 Artikel 71. Bevoegdheid inzake het nemen van tuchtmaatregelen.....53 Artikel 72. Tuchtprocedure: rechtspositie van de student... 53 Artikel 73. Beroep tegen tuchtmaatregelen... 54 Onderwijs- en examenregeling 2

I. Algemeen Artikel 1. Algemene regelgeving Onderhavige onderwijs- en examenregeling met inbegrip van de rechtspositieregeling van de student is opgesteld in uitvoering van: - het decreet betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap dd. 13/07/1994, zoals gewijzigd; - het decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen dd. 04/04/2003, zoals gewijzigd; - het decreet betreffende de rechtspositieregeling van de student, de participatie in het hoger onderwijs, de integratie van bepaalde afdelingen van het hoger onderwijs voor sociale promotie in de hogescholen en de begeleiding van de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen dd. 19/03/2004, zoals gewijzigd; - het decreet betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende hogeronderwijsmaatregelen dd. 30/04/2004, zoals gewijzigd; - het decreet betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap dd. 30/04/2004, zoals gewijzigd; - het decreet tot instelling van een aantal maatregelen tot herstructurering en flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen dd.16/06/2006, zoals gewijzigd; - het decreet betreffende de lerarenopleidingen in Vlaanderen dd.15/12/2006, zoals gewijzigd; - het decreet betreffende de financiering van de werking van de hogescholen en de universiteiten in Vlaanderen dd.14/03/2008, zoals gewijzigd. In de onderwijs- en examenregeling wordt een departement benoemd als faculteit, departementsraad als faculteitsraad, een departementshoofd als decaan, departementale aanvullingen op de onderwijs- en examenregeling als facultaire aanvullingen. Wanneer het items betreft welke in de bestaande departementsraad voorgelegd werden (vb. aanvullingen op de OER, afwijkingen op de academische kalender, ), wordt de term departementsraad nog gehanteerd. Wanneer het inschrijvingen betreft, worden beide termen departement/faculteit gehanteerd. Aan de onderwijs- en examenregeling kunnen slechts wijzigingen aangebracht worden bij beslissing van de raad van bestuur. Het bestuurscollege kan, op voorstel van de departementsraad aanvullingen bij of afwijkingen op de onderwijs- en examenregeling toestaan via specifieke facultaire aanvullingen. Artikel 2. Definities 1. academiejaar: een periode van één jaar die ten vroegste op 1 september en uiterlijk op 1 oktober begint en eindigt op de dag voor het begin van het volgende academiejaar. Van de vaste duur van één jaar kan uitzonderlijk afgeweken worden indien het hogeschoolbestuur beslist de start van het academiejaar ofwel te vervroegen ofwel te verlaten; 2. accreditatie: de formele erkenning van een opleiding op grond van een beslissing van een onafhankelijk orgaan waarin vastgesteld wordt dat de opleiding voldoet aan vooraf vastgestelde minimale kwaliteits- en niveauvereisten; 3. actualiseringsprogramma: een programma dat kan worden opgelegd aan studenten die wensen verder te studeren op grond van een creditbewijs, een eerder verworven kwalificatie (EVK) of een bewijs van bekwaamheid dat meer dan 5 kalenderjaren oud is. De termijn van 5 kalenderjaren wordt berekend vanaf de eerste dag van de maand oktober die volgt op de maand waarin het EVK of bewijs van bekwaamheid werd behaald; 4. afstandsonderwijs: het onderwijs dat bijna uitsluitend met behulp van multimedia wordt verstrekt, waardoor de student niet aan een bepaalde plaats van onderwijsverstrekking gebonden is; 5. afstudeerrichting: een differentiatie in een opleidingsprogramma met een studieomvang van ten minste 30 studiepunten; 6. associatie: de vereniging zonder winstoogmerk die bestaat uit één rechtspersoon verantwoordelijk voor één universiteit en minstens één rechtspersoon verantwoordelijk voor een hogeschool; voor de Associatie Universiteit Gent zie artikel 13; Onderwijs- en examenregeling 3

7. bachelor: zie artikel 14 en artikel 18 1; 8. bekwaamheidsonderzoek: het onderzoek van de competenties van een persoon, met het oog op het behalen van een bewijs van bekwaamheid; 9. beursstudent: een student die een studietoelage ontvangt van de Vlaamse Gemeenschap, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap; 10. beurstariefstudent: de student die: a) een studietoelage ontvangt van de Vlaamse Gemeenschap, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 8 juni 2007 betreffende de studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap, of a-bis) voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 12 van het decreet van 30 april 2004 betreffende de studiefinanciering en studentenvoorzieningen in het hoger onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en beantwoordt aan de financiële criteria voor het verkrijgen van een studiefinanciering van de Vlaamse Gemeenschap, of b) onderdaan is van een staat behorende tot de Europese Economische Ruimte en beantwoordt aan de financiële criteria voor het verkrijgen van een studiefinanciering van de Vlaamse gemeenschap, of c) een DGOS-bursaal, een BTC-bursaal of een bursaal in de programma s van de ontwikkelingssamenwerking van de Vlaamse Interuniversitaire Raad is; 11. bewijs van bekwaamheid: het bewijs dat een student op grond van eerder verworven competenties (EVC s), de competenties heeft verworven eigen aan: a) het bachelorniveau in het hoger professioneel onderwijs of het academisch onderwijs, of b) het masterniveau, of c) een welomschreven opleiding, opleidingsonderdeel, deelopleidingsonderdeel of cluster van opleidingsonderdelen. Bedoeld bewijs betreft een document of een registratie dat geldt binnen de instellingen van de Associatie Universiteit Gent, evenals binnen elke instelling die met de validerende instantie een overeenkomst heeft gesloten; 12. bijna-beursstudent: een student die geen studietoelage van de Vlaamse Gemeenschap ontvangt, maar waarvan het referentie-inkomen ten hoogste 1.240 euro, aan te passen aan de index, boven de financiële maximumgrens, bepaald in de regelgeving betreffende de studietoelagen, ligt; 13. creditbewijs: een document of registratie ter erkenning van het feit dat een student blijkens een examen de competenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft verworven; 14. credits: de verworven studiepunten die verbonden zijn aan een bepaald opleidingsonderdeel waarvoor de student een creditbewijs heeft behaald; 15. creditcontract: het contract dat de student ondertekent bij inschrijving met het oog op het behalen van een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen; 16. diplomacontract: het contract dat de student ondertekent bij de inschrijving met het oog op het behalen van een graad of diploma van een opleiding of met het oog op het behalen van een getuigschrift voor een schakelprogramma, een voorbereidingsprogramma of een postgraduaatsopleiding; 17. departement: departement, departementsraad, departementshoofd, departementale aanvullingen bij of afwijkingen op de onderwijs- en examenregeling, departementale afwijkingen op de academische kalender worden respectievelijk faculteit, faculteitsraad, decaan, facultaire aanvullingen bij of afwijkingen op de onderwijs- en examenregeling, facultaire afwijkingen op de academische kalender genoemd; 18. EVC: eerder verworven competentie, zijnde het geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes dat niet met een studiebewijs uit formele leertrajecten werd geattesteerd en/of dat ontwikkeld werd op basis van relevante ervaring die voldoende geworteld is in de praktijk; 19. EVK: een eerder verworven kwalificatie, zijnde elk binnenlands of buitenlands studiebewijs dat aangeeft dat een formeel leertraject, al dan niet binnen onderwijs, met goed gevolg werd Onderwijs- en examenregeling 4

doorlopen, voor zover het niet gaat om een creditbewijs dat werd behaald binnen de instelling en opleiding waarbinnen men de kwalificatie wenst te laten gelden; 20. examen: elke evaluatie van de mate waarin een student op grond van zijn studie de competenties, verbonden aan een opleidingsonderdeel, heeft verworven; 21. examenbeslissing: elke beslissing die een eindoordeel inhoudt over het voldoen voor een deelopleidingsonderdeel, opleidingsonderdeel, meerdere opleidingsonderdelen van een opleiding, of een opleiding als geheel; 22. examencontract: het contract dat de student ondertekent bij inschrijving voor het afleggen van examens met het oog op het behalen van: - een diploma van een opleiding, - een getuigschrift van een schakelprogramma of een voorbereidingsprogramma, - een getuigschrift van een postgraduaatsopleiding - een creditbewijs voor één of meerdere opleidingsonderdelen; 23. examentuchtbeslissing: elke sanctie opgelegd naar aanleiding van examenfeiten; 24. examinator: het onderwijzend personeelslid belast met een onderwijsactiviteit en het evalueren hiervan voor een betrokken student; 25. geïndividualiseerd traject: een studietraject op maat van een bepaalde student; 26. graad: aanduiding van bachelor of master verleend op het einde van een opleiding gepaard gaande met de uitreiking van een diploma; 27. graad van verdienste: de graad op het diploma die uitdrukt in welke mate de competenties van een opleiding verwezenlijkt zijn; 28. jaarprogramma: bestaat uit een opleidingsonderdeel of een geheel van opleidingsonderdelen waarvoor de student in een bepaald academiejaar ingeschreven is en een contract heeft afgesloten; 29. kwalificatie van een graad: toevoeging bij de graad die verwijst naar de naam van de voltooide opleiding; 30. leerkrediet: het totale pakket van studiepunten dat een student gedurende zijn studieloopbaan kan inzetten voor een inschrijving onder diplomacontract in een initiële bachelor- of masteropleiding of voor een opleidingsonderdeel onder creditcontract en dat evolueert naargelang het aantal studiepunten waarvoor de student zich inschrijft en het aantal dat hij verwerft. Bij elke inschrijving wordt het aantal opgenomen studiepunten afgetrokken van het individueel leerkrediet. De verworven studiepunten worden terug toegevoegd aan het leerkrediet, waarbij de eerste 60 verworven studiepunten onder diplomacontract eenmalig dubbel worden geteld. Een hogeschool of universiteit kan een inschrijving weigeren als het leerkrediet van de student kleiner of gelijk is aan nul. Een student start met een leerkrediet van 140 studiepunten bij de eerste inschrijving in het hoger onderwijs. Bij het behalen van een masterdiploma wordt het leerkrediet verminderd met 140 studiepunten; 31. master: zie artikel 15 en artikel 18 2; 32. masterproef: een werkstuk waarmee een masteropleiding wordt voltooid. Daardoor geeft een student blijk van een analytisch en synthetisch vermogen of van een zelfstandig probleemoplossend vermogen op academisch niveau of van het vermogen tot kunstzinnige schepping. Het werkstuk weerspiegelt de algemeen kritisch-reflecterende ingesteldheid of de onderzoeksingesteldheid van de student; 33. modeltraject: een door de instelling vooraf uitgetekend traject voor een groep van studenten. Voor de bachelor- en masteropleidingen worden 2 modeltrajecten aangeboden. - een voltijds modeltraject: studietraject dat de student in staat stelt om per academiejaar een jaarprogramma te voltooien van ten minste 54 en ten hoogste 66 studiepunten; - een deeltijds modeltraject: een alternatief studietraject dat de student in staat stelt om per academiejaar een jaarprogramma te voltooien van ten minste 27 en ten hoogste 53 studiepunten; Onderwijs- en examenregeling 5

34. opgenomen studiepunten: studiepunten, verbonden aan de opleidingsonderdelen, waarvoor een student zich heeft ingeschreven in een bepaald academiejaar; 35. opleiding: de structurerende eenheid van het onderwijsaanbod; 36. opleidingskenmerken: de profielafbakening van een opleiding, voortvloeiend uit: a) de kwalificatie en/of specificatie van de graad verleend op het einde van de opleiding, en/of b) de studieomvang van de opleiding, en/of de instelling waar de opleiding wordt georganiseerd; c) een specifieke afstudeerrichting binnen een opleiding; d) desgevallend andere specifieke keuzerichtingen; 37. opleidingsonderdeel: een afgebakend geheel van onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten dat gericht is op het verwerven van welomschreven competenties inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes; deelopleidingsonderdeel is een in het opleidingsprogramma voorzien deel van een opleidingsonderdeel; 38. opleidingsprogramma: een samenhangend geheel van opleidingsonderdelen gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes waarover diegene die een opleiding voltooit, dient te beschikken; 39. proclamatie: de officiële bekendmaking van de examenresultaten; 40. schakelprogramma: zie artikel 16; 41. student: de persoon ingeschreven in een instelling voor hoger onderwijs; 42. studiefiche: beschrijft het onderwijs van een gegeven opleidingsonderdeel conform het bepaalde in artikel 20 4; 43. studiegeld: het bedrag te betalen door de student voor de deelname aan onderwijsactiviteiten en/of examens, zoals beslist door de raad van bestuur; 44. studiegids: beschrijft het onderwijs van een opleiding en bevat informatie over de opleiding, een schema van het opleidingsprogramma en de studiefiches; 45. studieomvang: het aantal studiepunten toegekend aan een opleidingsonderdeel of aan een opleiding; 46. studiepunt: een binnen de Vlaamse Gemeenschap aanvaarde internationale eenheid die overeenstemt met ten minste 25 en ten hoogste 30 uren voorgeschreven onderwijs-, leeren evaluatieactiviteiten en waarmee de studieomvang van elke opleiding of elk opleidingsonderdeel wordt uitgedrukt; 47. studietijd: de in uren weergegeven tijd die van de normstudent wordt gevergd om de voorgeschreven onderwijs-, studie- en toetsactiviteiten van een opleidingsonderdeel, een opleidingsprogramma of een opleiding af te ronden; 48. studietraject: heeft betrekking op de wijze waarop het opleidingsprogramma wordt doorlopen en bepaalt de modaliteiten inzake studieomvang, beraadslaging en studievoortgangsbewaking; 49. studievoortgang: de wijze waarop de student voortgang maakt in het studietraject via de deelname aan onderwijs en/of examens. De studievoortgang wordt gemeten door het verwerven van studiepunten; 50. studievoortgangbeslissing: dit kan zijn: - een examenbeslissing die, al dan niet op grond van een deliberatie, een eindoordeel inhoudt over het voldoen voor een opleidingsonderdeel, meerdere opleidingsonderdelen van een opleiding, of een opleiding als geheel; - een examentuchtbeslissing die een sanctie oplegt naar aanleiding van examenfeiten; - de toekenning van een bewijs van bekwaamheid, dat aangeeft dat een student op grond van eerder verworven competenties of eerder verworven kwalificaties bepaalde competenties heeft verworven; - de toekenning van een vrijstelling, die de verplichting opheft om over een opleidingsonderdeel examen af te leggen; - een beslissing die het volgen van een schakel- en/of voorbereidingsprogramma oplegt en de studieomvang van dergelijk programma vaststelt; - het opleggen van een maatregel van studievoortgangbewaking; Onderwijs- en examenregeling 6

51. studievoortgangbewaking: betreft maatregelen die opgelegd worden ter bewaking van de studievoortgang, zie artikel 33; 52. de titularis van een opleidingsonderdeel: het onderwijzend personeelslid dat optreedt als verantwoordelijke en als puntendrager voor een opleidingsonderdeel en voor een betrokken student; titularis wordt in Bamaflex terminologie als coördinator aangeduid 53. toetredingsovereenkomst: overeenkomst tussen de Hogeschool Gent en de student, die de contractuele verhouding tussen de instelling en de student vorm geeft, zie artikel 3; 54. validerende instantie: orgaan opgericht binnen de associatie, dat een bewijs van bekwaamheid toekent na het positief doorlopen van het bekwaamheidsonderzoek voor EVC; 55. verworven studiepunten: studiepunten, verbonden aan de opleidingsonderdelen, waarvoor een student een creditbewijs heeft ontvangen; 56. volgtijdelijkheid: de door de faculteit bepaalde regels inzake het gevolgd hebben van of het geslaagd zijn voor een opleidingsonderdeel of opleiding of het bezitten van de competenties vooraleer een student een examen kan afleggen over een ander opleidingsonderdeel of een andere opleiding; 57. voorbereidingsprogramma: zie artikel 17; 58. vrijstelling/deelvrijstelling: ontheffing van de verplichting om over een opleidingsonderdeel/ deelopleidingsonderdeel examen af te leggen; 59. zittijdoverdracht/jaaroverdracht: voor deelopleidingsonderdelen kunnen de examenresultaten behouden worden en overgedragen worden naar een volgende examenzittijd en/of naar een volgend academiejaar. Artikel 3. Toetredingsovereenkomst De Hogeschool Gent en de student sluiten door de inschrijving een toetredingsovereenkomst af. De toetredingsovereenkomst bestaat enerzijds uit de algemeen geldende voorwaarden waaronder: - een artikelsgewijze reglementering van het onderwijs en de examens; - de wederzijdse rechten en plichten van het hogeschoolbestuur en de student en de gevolgen van de niet-naleving ervan daarvan, zoals opgenomen in de artikelsgewijze reglementering en de facultaire aanvullingen; - de facultaire aanvullingen op de onderwijs- en examenregeling waarin specifieke regelingen eigen aan de opleidingen binnen de faculteit kunnen worden opgenomen. - de studiegids met o.a.: o de opleidingsfiches met voor elke opleiding de graad, de kwalificatie van de graad en desgevallend de specificatie van de graad en de doelstelling van de opleiding ; o de opleidingsprogramma s en de indeling ervan in modeltrajecten; o de studiefiches met de informatie per opleidingsonderdeel. (zie webpagina http://www.hogent.be) Door inschrijving verklaart de student zich akkoord met de algemeen geldende voorwaarden. De toetredingsovereenkomst bestaat anderzijds uit een contract dat de student afsluit bij inschrijving en het voor akkoord verklaarde jaarprogramma van de student. Artikel 4. Gedragsregels 1. De studenten dienen zich in hun gedragingen, zowel binnen als buiten de hogeschoolgemeenschap, door de eerbied voor de menselijke persoon te laten leiden en geen handelingen te stellen die onverenigbaar zijn met de doelstellingen van de Hogeschool Gent. De studenten dienen de wet na te leven en in het bijzonder de algemene en specifieke veiligheidsreglementeringen van toepassing in de Hogeschool Gent. Het hogeschoolbestuur kan alle maatregelen van orde nemen die hiervoor nodig zijn. 2. Voor het gebruik van specifieke infrastructuur zoals de bibliotheek, de videotheek, de mediatheek, het taallabo, het labo, computerlokalen, techniekklassen, het magazijn, de verschillende studio's,... bestaan er specifieke deelreglementen, die aldaar verkregen kunnen worden. Onderwijs- en examenregeling 7

3. Voor de uitvoering van stages bestaan specifieke facultaire stagereglementen die worden bekendgemaakt voor de aanvang van de stage. Er wordt een stageovereenkomst ondertekend door alle betrokken partijen. 4. Bij het gebruiken en eventueel kopiëren van werken van letterkunde en kunst die aanwezig zijn in en/of eigendom zijn van de Hogeschool Gent, dient de student de wet betreffende het auteursrecht en de naburige rechten van 30 juni 1994 ( auteurswet ) na te leven. 5. De student verbindt er zich bovendien toe bij het gebruiken en eventueel kopiëren van computerprogramma s, waarvoor de Hogeschool Gent met een derde een licentiecontract heeft afgesloten, de inhoud van het bedoelde licentiecontract te respecteren. De ICTinfrastructuur mag niet gebruikt worden om ongeoorloofde informatie te verwerven, te verwerken, te verspreiden of op te slaan (zie webpagina http://student.hogent.be). 6. De studenten hebben geen recht op het maken van geluids- of beeldopnamen van de onderwijsactiviteiten, tenzij hieromtrent een specifieke afspraak is gemaakt met het onderwijzend personeelslid van de onderwijsactiviteit. Het opnamemateriaal kan enkel gebruikt worden voor didactische doeleinden ten behoeve van de student zelf of de studentengroep van het lopende academiejaar. Commercieel gebruik is in elk geval uitgesloten, evenals het opnemen van examens voor eender welk gebruik. De studenten kunnen zich niet verzetten tegen het maken van opnamen van onderwijsactiviteiten die de docent gebruikt voor simultane uitzending en/of plaatsing op leerplatformen; ze kunnen wel vragen niet persoonlijk in beeld gebracht te worden. Artikel 5. Deelname aan de onderwijsactiviteiten De studenten dienen deel te nemen aan de onderwijsactiviteiten zoals omschreven in de studiegids. De facultaire aanvullingen omvatten desgevallend de regelgeving betreffende de afwezigheid op onderwijsactiviteiten. Artikel 6. Initiatiefname door studenten Geen enkele student is bevoegd om initiatieven te nemen namens de Hogeschool Gent zonder toestemming van de faculteitsraad. Artikel 7. Intellectuele eigendomsrechten 1. Definities 1. Onder intellectuele eigendomsrechten wordt bedoeld: - vermogensrechten op onderzoeksresultaten; - auteursrechten op de tijdens de studie gecreëerde werken van letterkunde of kunst, in de zin van de Belgische Auteurswet, zoals artistiek of vormgevend werk of een eindwerk/scriptie/ bachelorproef/masterproef. 2. Onderzoeksresultaten: zijn resultaten van onderzoek of ontwikkeling die gerealiseerd worden in het kader van onderwijsactiviteiten (masterproef/eindwerk en stage/ afstudeerproject/stage/bachelorproef/ ), met uitzondering van werken van letterkunde en kunst, maar met inbegrip van computerprogramma s en databanken. 3. Vermogensrechten: hebben betrekking op de mogelijkheid om een eindwerk/scriptie, masterproef, bachelorproef, kunstwerk of onderzoeksresultaat op om het even welke wijze of in welke vorm ook geheel of gedeeltelijk te (laten) reproduceren: reproductie- en mededelingsrecht, adaptatie- en vertalingsrecht, recht tot verhuring en uitlening. 4. Morele rechten: de rechten die de intieme band tussen de auteur en zijn eindwerk/scriptie, masterproef, bachelorproef, kunstwerk beschermen, onder meer het recht tot bekendmaking. 5. Auteursrechten: betreffen de uitsluitende morele en vermogensrechten die toekomen aan de maker van tijdens de studie gecreëerde werken van letterkunde of kunst, in de zin van de Belgische Auteurswet, zoals artistiek of vormgevend werk of een eindwerk/scriptie/ bachelorproef/masterproef. 2. Auteursrechten De auteursrechten op de tijdens de studie gecreëerde werken van letterkunde of kunst, in de zin van de Belgische Auteurswet, zoals artistiek of vormgevend werk of een eindwerk/scriptie/ bachelorproef/masterproef komen toe aan de student indien hij het werk zelfstandig heeft gecreëerd. Ingeval meerdere personen hebben bijgedragen tot de creatie Onderwijs- en examenregeling 8

van het ingediende werk is het auteursrecht verdeeld en moet de student de schriftelijke toestemming hebben van alle medeauteurs alvorens hij het werk publiek bekend kan maken (bijv. door deel te nemen aan symposia, manifestaties, festivals, wedstrijden e.d.). In deze toestemming wordt geregeld in hoeverre en onder welke voorwaarden het werk kan bekend gemaakt worden. De Hogeschool Gent en de betrokken faculteit krijgen een gebruiksrecht op het werk van de student in het kader van tentoonstellingen, toonmomenten, concerten, voorstellingen en communicatie over de school en de opleidingen. In dat verband zal de student zich niet beroepen op de aan de auteur toegekende vermogensrechten om een eventueel gebruik van het werk door de Hogeschool Gent te verbieden of in te perken, op voorwaarde dat zijn of haar naam vermeld wordt zoals bij wetenschappelijk onderzoek gebruikelijk is. Indien de student artistiek en/of vormgevend werk, dat tot stand kwam tijdens en in het kader van zijn of haar studie aan de faculteit, kenbaar maakt aan derden tijdens een tentoonstelling, concert, voorstelling of in een andere presentatievorm, dan zal de student steeds de Hogeschool Gent en de betrokken faculteit vermelden. De student ondertekent bij de eerste inschrijving aan de faculteit een verklaring die dit artikel m.b.t. auteursrecht bevestigt. 3. Vermogensrechten op onderzoeksresultaten Er wordt een onderscheid gemaakt tussen onderzoeksresultaten die gegenereerd worden binnen de Hogeschool Gent en onderzoeksresultaten die ontstaan in een extern bedrijf. Voor onderzoeksresultaten die ontstaan uit onderwijsactiviteiten (masterproef/bachelorproef/ stage/ ) binnen de Hogeschool Gent wordt, wat de vermogensrechten betreft, rekening gehouden of de student al dan niet beroep heeft gedaan op middelen van de Hogeschool Gent. Indien een student bij de creatie van onderzoeksresultaten gebruik maakt van of beroep doet op middelen of uitrusting van de Hogeschool Gent, komen de vermogensrechten op de onderzoeksresultaten toe aan de Hogeschool Gent. Op het ogenblik dat vastgesteld wordt dat de onderzoeksresultaten vatbaar zijn voor commercialisering en/of maatschappelijke implementatie zal in een schriftelijke overeenkomst tussen de Hogeschool Gent en de student bevestigd worden dat de vermogensrechten op de onderzoeksresultaten toekomen aan de Hogeschool Gent en zullen in deze overeenkomst bepalingen worden opgenomen betreffende het verloop van de valorisatieprocedure. Indien een student bij de creatie van onderzoeksresultaten geen gebruik maakt van of geen beroep doet op middelen of uitrusting van de Hogeschool Gent, komen de vermogensrechten op de onderzoeksresultaten toe aan de student. De vermogensrechten op die onderzoeksresultaten kunnen slechts door middel van een schriftelijke overeenkomst overgedragen worden aan de Hogeschool Gent. Voor de onderzoeksresultaten ontstaan in het kader van de masterproef/bachelorproef/ eindwerk en stage/afstudeerproject/ uitgevoerd bij een externe organisatie wordt de toewijzing van de vermogensrechten geregeld via schriftelijke overeenkomst tussen de student, de Hogeschool Gent (de betrokken faculteit) en de externe organisatie. 4. Bekendmaking, archivering en reproductie Ingeval de ingediende eindwerken, scripties/bachelorproeven en masterproeven betrekking hebben op onderzoeksresultaten waarvan de vermogensrechten toekomen aan de Hogeschool Gent kan de student het werk enkel publiek bekend maken mits de schriftelijke toestemming van de decaan. In deze toestemming wordt geregeld in hoeverre en onder welke voorwaarden het werk kan bekend gemaakt worden. Iedere belanghebbende heeft het recht zich te verzetten tegen de reproductie van (bepaalde delen) van een eindwerk/scriptie/bachelorproef/masterproef ingeval deze vertrouwelijke informatie van of over derden bevat of indien dit noodzakelijk is voor de intellectuele bescherming en/of valorisatie van de onderzoeksresultaten. De Hogeschool Gent heeft het recht de ingediende eindwerken/scripties/bachelorproeven/ masterproeven te archiveren en in papiervorm en op CD-ROM in de bibliotheek en elektronisch via het intranet beschikbaar te stellen voor haar docenten en studenten. Haar docenten hebben het recht de ingediende eindwerken/scripties/bachelorproeven/ masterproeven te citeren in het kader van onderwijs of wetenschappelijke werkzaamheden, Onderwijs- en examenregeling 9

steeds met vermelding van de bron en de naam van de auteur(s). Verder hebben haar docenten en studenten het recht de ingediende eindwerken/scripties/bachelorproeven/ masterproeven geheel of gedeeltelijk te kopiëren voor zover deze reproductie uitsluitend bestemd is voor privé-gebruik of voor educatieve of wetenschappelijke doeleinden. Onderwijs- en examenregeling 10

II. Taalregeling Artikel 8. Bestuurstaal en onderwijstaal De onderwijstaal in de Hogeschool Gent is het Nederlands met uitzondering van het bepaalde in artikel 9. Artikel 9. Gedragscode onderwijstaal anders dan het Nederlands 1. Anderstalige opleidingen Een opleiding kan in een andere taal dan het Nederlands worden gegeven in de volgende gevallen: 1. indien het een bachelor-na-bachelor of een master-na-master betreft; 2. indien het een postgraduaat betreft; 3. indien het permanente vorming/bij- en nascholing betreft; 4. indien het een master betreft in het kader van een International Course Programme (ICP) of in het kader van Erasmus Mundus; 5. indien het een bachelor of een master betreft die specifiek ten behoeve van buitenlandse studenten is ontworpen op voorwaarde dat er in dezelfde instelling een equivalente opleiding in het Nederlands wordt aangeboden. Desgevallend kan het aanbod van een anderstalige opleiding en van de equivalente opleiding in het Nederlands worden verwezenlijkt door samenwerking en taakverdeling tussen de voor de betrokken opleiding bevoegde instellingen binnen dezelfde provincie. De onderwijstaal van een opleiding wordt vermeld in de opleidingsfiche in de studiegids. De onderwijstaal van de opleiding wordt samen met het opleidingsprogramma voorgesteld door de departementsraad en beslist door het bestuurscollege. Examens in anderstalige opleidingen, zoals hierboven beschreven, worden afgelegd in de onderwijstaal van de opleiding. Examens over opleidingsonderdelen die een taal tot voorwerp hebben binnen een anderstalige opleiding, worden afgelegd in de onderwijstaal van het opleidingsonderdeel. 2. Anderstalige opleidingsonderdelen in bachelor- en masteropleidingen Een opleidingsonderdeel kan in een andere taal dan het Nederlands worden aangeboden in de bachelor, de master, de bachelor-na-bachelor en de master-na-master, indien: 1. het die taal tot voorwerp heeft; 2. het, met goedkeuring van de departementsraad, wordt gevolgd aan een andere instelling voor hoger onderwijs; 3. het wordt gedoceerd door een anderstalige gastprofessor; 4. het gebruik van de andere taal een meerwaarde voor de student betekent en functioneel is voor de opleiding. Gevallen 1 en 2 zijn toegelaten zonder restricties. Gevallen 3 en 4 mogen samen niet meer dan 10% (18 studiepunten) van de betrokken opleiding uitmaken indien het om een bacheloropleiding (180 studiepunten) gaat. In geval 4 mag het opleidingsonderdeel niet volledig in de andere taal worden gegeven. Dit betekent dat, met het oog op het vermijden van een zwaardere studielast, er moet worden voorzien in bijvoorbeeld nadere toelichtingen in het Nederlands, woordenlijsten met termen uit het anderstalig vakjargon, gebruik van vertaalwoordenboek op het examen. Het opleidingsonderdeel kan slechts in de andere taal worden gegeven indien het betrokken onderwijzend personeelslid de andere taal op adequate wijze beheerst. De onderwijstaal van het opleidingsonderdeel wordt op voorstel van de opleidingscommissie, mits expliciete en omstandige motivering, vastgelegd door de departementsraad. Onderwijs- en examenregeling 11

Met inachtneming van het voorgaande gelden volgende regels in verband met examens over anderstalige opleidingsonderdelen: - in de gevallen 1 en 2: de examens worden afgelegd in de onderwijstaal van het opleidingsonderdeel; - in de gevallen 3 en 4: de student heeft steeds het recht om zijn examen in het Nederlands af te leggen. De betrokken student deelt dit schriftelijk mee aan de decaan: - vóór de eerste evaluatie en ten laatste vóór 1 december voor examens van de eerste examenperiode van de eerste examenzittijd; - vóór de eerste evaluatie en ten laatste vóór 1 mei voor examens van de tweede examenperiode van de eerste examenzittijd en voor examens van de tweede zittijd. In een professioneel gerichte bacheloropleiding geldt bovendien de beperking dat over de leerstof die in een andere taal aangeboden wordt, nooit een examen kan worden afgenomen, tenzij dezelfde leerstof ook in het Nederlands werd aangebracht of gedoceerd. De onderwijstaal wordt vermeld in de studiefiche van het betrokken opleidingsonderdeel. 3. Faciliteiten voor studenten Voor anderstalige opleidingsonderdelen, zoals beschreven in 2 geval 3 en 4 moeten de studenten de mogelijkheid krijgen om taallessen te volgen in en over de taal waarin de betrokken opleidingsonderdelen worden gegeven, tenzij de betreffende taal in het opleidingsprogramma van de opleiding zelf of in het opleidingsprogramma van de vooropleiding opgenomen is. 4. Toezicht over de taalbeheersing van gastprofessoren en onderwijzende personeelsleden in geval van een anderstalige opleiding ( 1) of een anderstalig opleidingsonderdeel ( 2, gevallen 3 en 4) Het onderwijzend personeelslid of de gastprofessor dient te slagen voor een speciaal daartoe ontworpen taaltest tenzij de taalbeheersing kan bewezen worden door andere middelen te beoordelen door de faculteit. 5. Studentenmobiliteit De faculteitsraad kan jaarlijks beslissen om in het kader van internationale studentenmobiliteit afzonderlijke opleidingsonderdelen in een andere taal te doceren en te examineren. 6. Rapportering De faculteitsraad rapporteert jaarlijks in de maand oktober die volgt op het afsluiten van het betrokken academiejaar over de toepassing van onderhavige gedragscode aan het bestuurscollege. Onderwijs- en examenregeling 12

III. Bestuur Artikel 10. Het bestuur van de Hogeschool Gent ( http://www.hogent.be) Het bestuur wordt uitgeoefend door de raad van bestuur, de voorzitter van de raad van bestuur, het bestuurscollege, de algemeen directeur, de faculteitsraden en de decanen. De raad van bestuur staat in voor het globale en overkoepelende beleid en functioneert tegelijkertijd als inrichtende macht. Het bestuurscollege staat in voor het operationeel beleid en bereidt ook de dossiers voor de raad van bestuur voor. De algemeen directeur is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding. Hij wordt bijgestaan door de centrale administratie. Artikel 11. De faculteiten 1. Voorstelling van de faculteiten De Hogeschool Gent organiseert haar onderwijs in 8 faculteiten (zie webpagina http://www.hogent.be). 2. Samenstelling van de faculteitsraad De faculteitsraad bestaat uit: 1 de decaan; 2 zes vertegenwoordigers van het personeel, verkozen door en onder de personeelsleden; 3 drie vertegenwoordigers van studenten; 4 drie vertegenwoordigers uit de sociaal-economische of culturele milieus op voordracht van de vertegenwoordigers bedoeld in 2 en 3. 3. Bevoegdheid van de faculteitsraad De faculteitsraad bestuurt de faculteit. Hij wordt voorgezeten door de decaan. De faculteitsraad organiseert de onderwijsverstrekking, het wetenschappelijk en het projectmatig wetenschappelijk onderzoek, de ontwikkeling en de beoefening van de kunsten en de maatschappelijke en wetenschappelijke dienstverlening. De faculteitsraad coördineert de bestuurstaken op het niveau van de faculteit, conform de richtlijnen van de raad van bestuur en het bestuurscollege. De faculteitsraad kan sommige van zijn bevoegdheden uitdrukkelijk toewijzen aan de decaan. De decaan brengt omtrent de uitoefening van deze bevoegdheden verslag uit aan de faculteitsraad. Artikel 12. Vertegenwoordiging van studenten (http://studentenraad.hogent.be) 1. Studenten zijn vertegenwoordigd in de volgende organen binnen de Hogeschool Gent: - de raad van bestuur; - elke faculteitsraad; - de Hogeschool Gent studentenraad; - de opleidingscommissie van elke opleiding. 2. Studenten zijn vertegenwoordigd in volgende organen buiten de Hogeschool Gent: - de algemene vergadering en de raad van bestuur van Sovoreg; - de studentenraad, de algemene vergadering en de raad van bestuur van de Associatie Universiteit Gent. 3. De procedureregels die gelden bij het uitoefenen van de participatierechten door de studentenraad, worden bepaald door het participatiereglement. In het kader van dit reglement is in elke faculteit een participatiecommissie opgericht, die de participatierechten uitoefent op facultair niveau. Het participatiereglement werd beslist door de raad van bestuur enerzijds en de studentenraad anderzijds. Artikel 13. Associatie Universiteit Gent De Hogeschool Gent maakt samen met de Universiteit Gent, de Arteveldehogeschool en de Hogeschool West-Vlaanderen deel uit van de vzw Associatie Universiteit Gent, verder AUGent genoemd. Binnen de AUGent bundelen de vier instellingen hun krachten op het vlak van onderwijs, onderzoek, dienstverlening en infrastructuur.de AUGent wordt bestuurd door een algemene vergadering en een raad van bestuur. Het directiecomité staat in voor het dagelijks bestuur. Onderwijs- en examenregeling 13

IV. Opleidingsaanbod Artikel 14. Bacheloropleiding 1. De Hogeschool Gent biedt opleidingen aan die leiden tot de graad van bachelor. 2. Bacheloropleidingen, zijn ofwel professioneel gericht ofwel academisch gericht. Professioneel gerichte bacheloropleidingen hebben tot doel de studenten te brengen tot een niveau van algemene en specifieke kennis en competenties nodig voor de zelfstandige uitoefening van een beroep of groep van beroepen. Academisch gerichte bacheloropleidingen hebben tot doel de studenten te brengen tot een niveau van kennis en competenties eigen aan het wetenschappelijk of artistiek functioneren in het algemeen en aan een specifiek domein van de wetenschappen of de kunsten in het bijzonder, dat als doelstelling heeft het doorstromen naar een masteropleiding. 3. De studieomvang van een bacheloropleiding bedraagt ten minste 180 studiepunten. Artikel 15. Masteropleiding 1. De Hogeschool Gent biedt opleidingen aan die leiden tot de graad van master. 2. Masteropleidingen zijn academisch gericht maar kunnen daarenboven een professionele gerichtheid hebben. 3. Masteropleidingen hebben tot doel de studenten te brengen tot een gevorderd niveau van kennis en competenties eigen aan het wetenschappelijk of artistiek functioneren in het algemeen en aan een specifiek domein van de wetenschappen of de kunsten in het bijzonder, dat noodzakelijk is voor de autonome beoefening van de wetenschappen of de kunsten of voor de aanwending van wetenschappelijke of artistieke kennis in de zelfstandige uitoefening van een beroep of groep van beroepen. 4. De studieomvang van een masteropleiding bedraagt ten minste 60 studiepunten. 5. Een masteropleiding wordt afgesloten met een masterproef, waarvan de studieomvang minstens 15 studiepunten en maximum 30 studiepunten bedraagt. Artikel 16. Schakelprogramma Een schakelprogramma is een programma dat kan worden opgelegd aan een student die zich wenst in te schrijven voor een masteropleiding op grond van een professionele bachelor. Het programma beoogt de algemene wetenschappelijke competenties en wetenschappelijkdisciplinaire basiskennis bij te brengen. Dit programma heeft een studieomvang van ten minste 45 studiepunten en ten hoogste 90 studiepunten. De hogeschool kan voorafgaand aan de inschrijving een bekwaamheidsonderzoek voorschrijven. Op grond van EVK s en/of een bewijs van bekwaamheid kan de minimale studieomvang van een schakelprogramma verminderd worden of kan de student vrijgesteld worden van de verplichting om een schakelprogramma te volgen. Het Hogeschoolbestuur beslist over de toe te laten kwalificaties, de omvang en de inhoud van schakelprogramma s. Een schakelprogramma wordt afgesloten met een getuigschrift. Artikel 17. Voorbereidingsprogramma Een voorbereidingsprogramma is een programma dat kan worden opgelegd aan een student die niet in het bezit is van een diploma dat op rechtstreekse wijze toelating verleent tot een master (-na-master) of bachelor-na-bachelor waarvoor hij zich wenst in te schrijven. De inhoud en studieomvang van het voorbereidingsprogramma kunnen differentiëren naar gelang van de graad van inhoudelijke verwantschap tussen de opleidingskenmerken van de desbetreffende bachelors of masters. Het Hogeschoolbestuur beslist over toe te laten kwalificaties, de omvang en de inhoud van voorbereidingsprogramma s. Een voorbereidingsprogramma wordt afgesloten met een getuigschrift. Onderwijs- en examenregeling 14

Artikel 18. Vervolgopleidingen 1. Bachelor-na-bachelor: in afwijking van artikel 14, 3 kan de Hogeschool Gent een professioneel gerichte bacheloropleiding aanbieden waarvan de studieomvang ten minste 60 studiepunten bedraagt en die volgt op een andere bacheloropleiding. 2. Master-na-master: de Hogeschool Gent kan een masteropleiding aanbieden waarvan de studieomvang ten minste 60 studiepunten bedraagt en die volgt op een andere masteropleiding. 3. Postgraduaat: de studieomvang van een postgraduaat bedraagt ten minste 20 studiepunten. Het gaat om opleidingstrajecten die in het kader van verdere professionele vorming, een verbreding c.q. verdieping van de competenties verworven bij de voltooiing van een bachelorof masteropleiding beogen. Een postgraduaatsgetuigschrift wordt uitgereikt na een succesvolle voltooiing van het opleidingstraject. 4. Bij- en nascholing: korte opleidingstrajecten in het kader van permanente vorming met het oog op de bij- en nascholing, navorming genoemd. Bij voltooiing van navorming wordt een attest uitgereikt. 5. Specifieke lerarenopleiding Afgestudeerden van masteropleidingen in de studiegebieden handelswetenschappen en bedrijfskunde, audiovisuele kunst en beeldende kunst of muziek en podiumkunsten kunnen inschrijven voor een specifieke lerarenopleiding. Een inschrijving voor de specifieke lerarenopleiding kan samen gaan met een inschrijving voor de masteropleiding of een schakelprogramma voor professionele bachelors. De omvang van een specifieke lerarenopleiding bedraagt 60 studiepunten, waarvan 30 studiepunten praktijkcomponent. Het diploma van leraar kan pas uitgereikt worden na het behalen van het masterdiploma. Onderwijs- en examenregeling 15

V. Opbouw van een opleiding Artikel 19. Opleidingsprogramma 1. Het hogeschoolbestuur stelt voor elke opleiding een opleidingsprogramma vast. Dit bestaat uit een samenhangend geheel van opleidingsonderdelen gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes waarover diegene die een opleiding voltooit, dient te beschikken. Bij de vaststelling van het opleidingsprogramma houdt het hogeschoolbestuur rekening met de bij of krachtens de wet, het decreet of de Europese richtlijn vastgelegde voorwaarden die de toegang tot bepaalde ambten of beroepen reguleren of andere voorschriften inhouden met betrekking tot de opleiding. Voor de graad van bachelor met kwalificatie verpleegkunde: het opleidingsprogramma is conform de vastgelegde voorwaarden van de Europese Richtlijn 2005/36/EC, in het bijzonder artikel 31 over de opleiding tot verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger. De opleiding leidende tot de graad van bachelor met kwalificatie verpleegkunde dat rechtstreeks toegang biedt tot het gereglementeerd beroep verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger omvat ten minste 4.600 uur theoretisch en klinisch onderwijs, waarbij de duur van het theoretisch onderwijs ten minste één derde en die van het klinisch onderwijs ten minste de helft van de minimumduur van de opleiding bedraagt. 2. Elk opleidingsprogramma wordt aangeboden volgens minstens 2 modeltrajecten. Dit is desgevallend niet van toepassing voor de bachelor-na-bacheloropleidingen, de master-namasteropleidingen, de postgraduaatsopleidingen, de bij- en nascholingen, de specifieke lerarenopleiding, de voorbereidingsprogramma s en de schakelprogramma s. 3. Per opleiding worden de volgende elementen bepaald en bekendgemaakt: 1 doelstellingen inzake kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes waarover diegene die de opleiding voltooit, dient te beschikken en een korte inhoud van de opleiding; 2 het opleidingsprogramma, opgedeeld in modeltrajecten met opleidingsonderdelen rekening houdende met de volgtijdelijkheid (zoals vermeld in de facultaire aanvullingen); 3 de studieomvang. Artikel 20. Opleidingsonderdelen en studieomvang 1. De studieomvang van elk opleidingsonderdeel wordt uitgedrukt in hele studiepunten en bedraagt minimaal 3 studiepunten. 2. Eén studiepunt komt overeen met 25 à 30 uren voorgeschreven onderwijs-, leer- en evaluatieactiviteiten. 3. Een opleidingsonderdeel wordt georganiseerd en geëxamineerd binnen één semester: opleidingsonderdelen die in het eerste, resp. tweede semester staan geprogrammeerd, worden in het eerste, resp. tweede semester geëvalueerd. Uitzonderlijk kunnen opleidingsonderdelen waarvoor het leerproces of de onderwijsorganisatie een continuïteit of opbouw vereist die niet binnen de tijdspanne van één semester kan worden gerealiseerd, als jaaropleidingsonderdeel georganiseerd worden: evaluaties van jaaropleidingsonderdelen vinden steeds plaats in de tweede examenperiode van de eerste examenzittijd - behoudens afwijkingen toegestaan door de faculteit. 4. Per opleidingsonderdeel worden volgende elementen bepaald en opgenomen in de studiefiche: 1 de studieomvang, uitgedrukt in studiepunten, de totale studietijd en het aantal uren onderwijs- en studieactiviteiten ingedeeld in: - hoorcollege (uiteenzettingen, lezingen ); - werkcollege (oefeningenlessen, labo, atelier, trainingssessies, practica, groepsdiscussies, simulatiespelen ); - begeleid zelfstandig leren en externe leeractiviteiten (excursies, observaties, stages, scriptie, cases, projecten, papers ); - zelfstudie (presentatie voorbereiden, literatuur doornemen, stage voorbereiden en verwerken, cursus instuderen ) en het aantal uren evaluatie. Onderwijs- en examenregeling 16

2 het niveau (inleidend, uitdiepend, gespecialiseerd), de onderwijstaal, trefwoorden, begincompetenties, eindcompetenties, doelstellingen, leerinhoud, onderwijsvormen, leermaterialen, studiebegeleiding, evaluatievormen, studiekosten. 5. De indeling van opleidingsonderdelen per semester of in deeltijdse modeltrajecten wordt opgenomen in het opleidingsprogramma. 6. De toelatingsvereisten voor een opleidingsonderdeel via een creditcontract of een examencontract worden opgenomen in de facultaire aanvullingen en/of de studiefiche. 7. Een opleidingsonderdeel kan of een enkelvoudig opleidingsonderdeel of een samengesteld opleidingsonderdeel zijn. Een samengesteld opleidingsonderdeel bestaat uit minstens 2 deelopleidingsonderdelen. Een in het opleidingsprogramma voorzien deelopleidingsonderdeel wordt gekenmerkt door de naam, de categorieën onderwijs- en studieactiviteiten, een geheel studiepunt van minimaal 1 en een gewicht voor de beoordeling. Voor een deelopleidingsonderdeel kunnen geen credits verworven worden. Voor een deelopleidingsonderdeel waarvoor een student slaagt (minstens 10 op 20) kan het examencijfer binnen dezelfde opleiding van de HoGent behouden worden en overgedragen worden naar een volgende examenzittijd en/of een volgend academiejaar (zittijdoverdracht/ jaaroverdracht). Voor een opleidingsonderdeel waarvoor een student een creditbewijs behaald heeft in een andere instelling, in een andere opleiding of in een andere afstudeerrichting dan deze waarvoor hij zich inschrijft, kan een deelvrijstelling voor een deelopleidingsonderdeel toegekend worden. Jaaroverdrachten zijn in principe onbeperkt geldig. Een actualiseringsprogramma kan worden opgelegd aan studenten die in het hoger onderwijs wensen door te stromen op grond van jaaroverdrachten die meer dan 5 kalenderjaren oud zijn. De termijn van 5 kalenderjaren wordt berekend vanaf de beslissing over het toegekende examenresultaat. Onderwijs- en examenregeling 17