Schoolplan ISK Schoolplan ISK
Inhoudsopgave 1 VOORWOORD 2 2 ONDERWIJSVISIE ISK 3 2.1 DE SCHOOL ALS LEERPLEK DE ONDERWIJSKUNDIGE TAAK VAN DE ISK 3 2.2 DE SCHOOL ALS ERVARINGSPLEK... DE PEDAGOGISCHE TAAK 3 2.3 DE SCHOOL ALS LEEFPLEK/THUISHAVEN... DE SFEER IN DE SCHOOL 3 3 DE LEERROUTE 4 3.1 VERLENGDE INTAKE 4 3.2 ROUTE 1 4 3.3 ROUTE 2 5 3.4 ROUTE 3 UITSTROOM VMBO K/GL/T 6 4 AANMELDING 7 4.1 DOORSTROMING 7 4.2 HOE LANG KUNNEN DE LEERLINGEN OP DE ISK BLIJVEN? 7 4.3 UITZONDERINGEN 7 4.4 AANMELDINGSPROCEDURE 8 4.5 UITSTROOMPROCEDURE 8 5 TAAKVERDELING 9 5.1 DE MENTOR EN AVO-DOCENT 9 5.2 DE ZORGCOÖRDINATOR 9 5.3 DE ONDERWIJSASSISTENT 9 5.4 DE LOGOPEDIST 9 5.5 DE ORTHOPEDAGOOG 9 5.6 DE VAKDOCENT 9 6 ISK-ONDERWIJS 10 6.1 WAT LEREN DE LEERLINGEN OP DE ISK? 10 6.2 WELKE VAKKEN WORDEN ER GEGEVEN? 10 6.3 LESSENTABEL 11 7 PRAKTISCHE ZAKEN 12 7.1 LESTIJDEN 12 7.2 VAKANTIEREGELING 12 7.3 SCHOOLBOEKEN EN LES-BENODIGDHEDEN 12 7.4 FINANCIËN 12 7.5 SCHOOLREGELS 12 7.6 CONTACTEN MET OUDERS/VERZORGERS 13 7.7 BUITENSCHOOLSE ACTIVITEITEN 13 7.8 VERZUIMREGISTRATIE 13 1-
Voorwoord Bij de schoolleiding van het IJsselcollege is begin 2016 door diverse externe partijen, onder andere KoersVO en de gemeente Krimpen aan den IJssel, de vraag neergelegd een ISK-groep voor VOleerlingen te starten. Momenteel zijn er 5 VO-scholen die ISK-onderwijs aanbieden en deze scholen bevinden zich allemaal in de stad Rotterdam. In de buitengemeenten is er momenteel geen ISK aanbod. Om reisproblemen voor leerlingen te voorkomen is het wenselijk om in Capelle aan den IJssel ISK-onderwijs voor het VO aan te bieden. De ISK-groep van het IJsselcollege moet vooral leerlingen uit de IJsselgemeenten onderwijs bieden. Vanwege de huisvesting is er ruimte voor een ISK-groep bestaande uit maximaal zestien leerlingen. Met het samenwerkingsverband KoersVO is afgesproken om leerlingen in de leeftijd van 12 tot 16 jaar te plaatsen. Verder is ervoor gekozen om in deze groep alleen leerlingen met het uitstroomniveau PrO, vmbo BL, vmbo KL en vmbo TL of MBO te plaatsen. ISK-onderwijs is niet alleen gericht op het aanleren van de Nederlandse taal maar ook op het aanleren van burgerschapsvaardigheden. Daarnaast is de doelgroep divers en moet er recht gedaan worden aan iedere individu. Om deze reden is er voor gekozen om de ISK-groep te huisvesten op de locatie Praktijkonderwijs gevestigd op de Wiekslag. De leerlingen worden opgevangen in een veilige, kleinschalige setting waar het pedagogisch klimaat goed is te noemen. De pedagogische expertise en de ondersteuning van de Praktijkschool kan worden ingezet voor de ISK-groep. Daarnaast kan er gebruik gemaakt worden van de faciliteiten van de praktijklokalen en wordt de infrastructuur van het Praktijkonderwijs gebruikt zoals het netwerk, het leerlingvolgsysteem etc. Hieronder vindt u een beschrijving van onze visie op het ISK-onderwijs en de wijze zoals wij op het IJsselcollege ISK-onderwijs gestalte willen geven. 2-
1 Onderwijsvisie ISK De ISK biedt onderwijs aan leerlingen van 12 16 jaar die de Nederlandse taal niet of nauwelijks beheersen. De voornaamste taak is het doorschakelen van de anderstalige leerlingen naar het Nederlandstalige onderwijs. In onze visie gaat onderwijs aan deze groep verder dan uitsluitend taalonderwijs. Het is van cruciaal belang dat er vanuit een veilige thuishaven in een positief pedagogisch klimaat gewerkt wordt. Om aan de individuele verschillen tegemoet te komen, bieden we leerlingen maatwerk door middel van individuele leertrajecten. De ISK wil leerlingen van 12 16 jaar, die afkomstig zijn uit een ander land, ondersteunen bij het vinden van een nieuw thuis. Daarnaast willen wij deze leerlingen helpen bij het maken van een nieuwe start, in een voor hen vreemd land. De ISK werkt eraan om de leerlingen naar een school of beroep toe te leiden, passend bij hun mogelijkheden en talenten. Wij doen dit in een veilige omgeving waar leerlingen zich prettig kunnen voelen en steun vinden bij het personeel en bij elkaar. 1.1 De school als leerplek De onderwijskundige taak van de ISK Het onderwijskundige doel van de ISK is om leerlingen voor te bereiden op een vervolgopleiding in het vmbo (beroepsopleiding of theoretische opleiding) of het mbo. Een belangrijk uitgangspunt in alle lessen is het aanleren van de Nederlandse taal. Iedere leerling start op zijn eigen niveau met het leren van de Nederlandse taal. Door middel van verschillende werkvormen en leersituaties werkt de leerling regelmatig individueel aan de onderdelen lezen, woordenschat en schrijven. Luisteren en spreken oefenen de leerlingen vaak in klassenverband. Binnen de school moet aandacht zijn voor het leerproces, waarbij leerlingen moeten leren om kritisch te zijn. Daarnaast moeten leerlingen zelf leren aangeven wat ze denken nodig te hebben: wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik gaan leren... en is dat ook gelukt? 1.2 De school als ervaringsplek... De pedagogische taak De ISK is voor veel leerlingen de eerste plaats waar zij kennismaken met de West-Europese cultuur. Integratie is van belang voor onze leerlingen. Uitgangspunten voor de wijze waarop we met elkaar om wensen te gaan zijn verdraagzaamheid en respect voor elkaar. De ISK staat als onderdeel van een openbare scholengemeenschap open voor iedereen, ongeacht levensbeschouwing, maatschappijvisie, afkomst of andere individuele verschillen. Dit wordt onder meer benadrukt in: Aandacht voor normen en waarden, waarbij we de gelijkwaardigheid der seksen extra willen benadrukken; Aandacht voor gewoonten en gebruiken; Aandacht voor persoonlijke verzorging en voeding; Omgangsvormen; Kennisnemen van maatschappelijke structuren; Kennisnemen van cultuur. Dat komt niet alleen tot uitdrukking in de viering van feestdagen, maar ook dagelijks in het maken van afspraken, op tijd komen, enzovoort. 1.3 De school als leefplek/thuishaven... De sfeer in de school De school moet een veilige plek zijn, waar leerlingen zich op hun gemak kunnen voelen. Dit heeft een positief effect op hun welbevinden. Dit vertaalt zich in: Respect hebben voor elkaar; Duidelijke afspraken en regels in 'het huis'; Gelegenheid (ruimte en tijd) voor ontspanning/spel; Gelegenheid (ruimte en tijd) voor studie; Gelegenheid om zich te kunnen uiten. 3-
2 De leerroute Als een leerling zich aanmeldt op de ISK wordt er eerst een (Raven)test afgenomen door KoersVo om te bepalen welk niveau de leerling heeft. Als KoersVo de leerling plaatsbaar acht, wordt deze aangemeld bij het IJsselcollege. Daarna volgt er een periode van zes weken waarin er door de school gekeken wordt in welke fase de leerling zich bevindt. Deze periode wordt de verlengde intake genoemd. 2.1 Verlengde intake Het doel van een verlengde intake is om gedurende de eerste onderwijsperiode informatie te verzamelen over de leerbaarheid en instructiegevoeligheid van een leerling. Hoeveel tijd, instructie en ondersteuning heeft een leerling nodig? Welke kenmerken van een leerling kunnen belemmerend dan wel stimulerend zijn? Door bij leerlingen na te gaan wat sterktes en zwaktes zijn, zowel cognitief als in taak- en leergedrag, is het mogelijk om het onderwijs op de leerling af te stemmen. Aan de hand van een leerlingprofiel kun je een inschatting van de onderwijsbehoefte maken en ook de voortgang in de eerste weken evalueren. Zo bepaal je in welke leerroute (en leerlijn) een leerling past. 2.2 Route 1 De leerlingen in Route 1 Uitstroomprofiel praktijkonderwijs, vso bereiden zich voor op instroom in het praktijkonderwijs (en soms vso). De school moet voor deze leerlingen een veilige plek bieden, waarin zowel aandacht is voor veiligheid en structuur en rekening gehouden met het niveau van de leerling als voor voldoende uitdaging en stimulerende activiteiten waarbij de docent het leren van de leerling niet uit handen neemt. Het onderwijsprogramma staat hieronder beschreven. 1. In de eerste fase staat het leren van het Nederlands (als tweede taal) centraal en dat betekent dat er veel uren NT2 op het rooster staan. Het leren van het Nederlands, moet vanaf het begin zoveel mogelijk worden gekoppeld aan concrete situaties en voorbeelden, waarbij de leerlingen leren door te doen. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van schoolse vaardigheden en de maatschappelijke redzaamheid als jongere in Nederland. Bij alle vakken in deze fase speelt het leren van het Nederlands een belangrijke rol. 4-
Kenmerken van fase 1 (basis) Veel NT2 gekoppeld aan praktische en concrete inhouden, waardoor de leerling dat wat hij leert meteen kan toepassen in de praktijk (transfer). Aandacht voor rekenen. Leven in Nederland (mens & maatschappij). Creatieve vakken, bijv. tekenen, handvaardigheid of koken. Sport en bewegen. Mentorles / coaching. 2. In de tweede fase wordt de leerling voorbereid op instroom in het praktijkonderwijs. Vanaf de ISK kan de leerling instromen in de onderbouw of bovenbouw van het praktijkonderwijs. De route die wordt gekozen is van diverse factoren afhankelijk, bijv. de leeftijd van de leerling, het taalniveau van de leerling en de afspraken die er zijn met het praktijkonderwijs. In ieder geval moet er in fase 2 aandacht worden besteed aan oriëntatie op de beroepsgerichte vakken in het praktijkonderwijs. Ook hierbij is de praktijk steeds het uitgangspunt. Aan de hand van bijv. meeloopdagen en excursies wordt toegewerkt naar een concreet toekomstperspectief. Het van belang de leerling zoveel mogelijk zelf te laten ervaren in de praktijk om de leerling op die manier tot een reële keuze te laten komen. Het is aan te bevelen om de leerlingen minimaal een dag per week al te laten meedraaien in het praktijkonderwijs. Van belang daarbij is dat ook in het praktijkonderwijs passende taalondersteuning wordt geboden, waardoor de leerling zijn Nederlandse taalvaardigheid verder kan ontwikkelen. Kenmerken van fase 2 Vervolg aandacht NT2, o.a. gekoppeld aan de praktijksituaties waar de leerling naar gaat uitstromen. Aandacht voor sociale vaardigheden, bijv. goed kunnen luisteren, vragen stellen, om hulp vragen, samenwerken. Arbeidstraining i.s.m. praktijkonderwijs voor vaardigheden die nodig zijn op de werkplek. 2.3 Route 2 Bij leerlingen in route 2 uitstroomprofiel vmbo basis ligt het accent op instroom in de onderbouw van de vmbo basisberoepsgerichte leerweg. In sommige gevallen stromen de leerlingen in de bovenbouw in. De leerlingen hebben vaak in het moederland enige vooropleiding gehad, maar hebben ondersteuning nodig bij het ontwikkelen van hun schoolse vaardigheden en het zelfstandig leren leren. Het uitgangspunt voor deze leerlingen is een diploma halen in het voortgezet onderwijs. De school biedt een veilige plek, waar veel ruimte is voor kleine succeservaringen en waar ze hun talenten kunnen ontwikkelen. Het onderwijsprogramma in deze route bestaat uit twee fasen en heeft de volgende kenmerken: 1. In de eerste fase staat het leren van het Nederlands (als tweede taal) centraal en dat betekent dat er een aanzienlijk aantal uren NT2 op het rooster staat. Daarnaast wordt in ieder geval aandacht besteed aan maatschappelijke redzaamheid als jongere in Nederland. Bij alle vakken speelt het leren van het Nederlands in deze fase een belangrijke rol. Kenmerken van fase 1 Veel NT2 gekoppeld aan praktische en herkenbare inhoud, waardoor er makkelijk transfer optreedt naar de situaties binnen en buiten de school. Aandacht voor rekenen. Leven in Nederland (mens & maatschappij). Creatieve vakken, bijv. tekenen, handvaardigheid of koken. Sport en bewegen. Mentorles / coaching. 2. In de tweede fase wordt de leerling voorbereid op instroom in de onderbouw van het vmbo. Dat betekent dat er, naast voortzetting van NT2, ook ruim aandacht moet zijn voor oriëntatie op verschillende vakken in de onderbouw van het vmbo. Kenmerken van fase 2 Vervolg aandacht NT2, o.a. gekoppeld aan de praktijksituaties waar de leerling naar gaat uitstromen, bijv. tekst uit een schoolboek lezen of vragen beantwoorden. Aandacht voor avo-vakken (bij instroom in de onderbouw), zoals mens & maatschappij. 5-
Aandacht voor beroepsgericht profiel ( bij instroom in de bovenbouw), zoals praktische sectororiëntatie, verzorging en techniek, en een stage. Aandacht voor vrij lezen, bij voorkeur op het lesrooster. Waar mogelijk een vorm van deelschakelen organiseren, waarbij de leerlingen al een of meerdere vakken op het vmbo volgen (bijv. gedurende een trimester of structureel). 2.4 Route 3 uitstroom vmbo k/gl/t De leerlingen in route 3 uitstroomprofiel vmbo k/gl/t worden voorbereid op instroom in de onderbouw van het vmbo (kader, gemengde leerweg of theoretische leerweg). Soms wordt er voor gekozen de leerling in de bovenbouw te laten instromen, dat is mede afhankelijk van de leeftijd van de leerling en de kennis van andere vakken, zoals Engels en wiskunde. De leerlingen in deze route hebben de basisschool in het land van herkomst afgerond. De leerlingen die richting vmbo-t gaan hebben al enige kennis van het Engels, zijn intrinsiek gemotiveerd en kunnen redelijk zelfstandig werken. Het uitgangspunt voor deze leerlingen is een diploma in het reguliere onderwijs. 1. In de eerste fase staat het leren van het Nederlands (als tweede taal) centraal en dat betekent dat er een aanzienlijk aantal uren NT2 op het rooster staat. Daarnaast wordt in ieder geval aandacht besteed aan maatschappelijke redzaamheid als jongere in Nederland. Bij alle vakken speelt het leren van het Nederlands in deze fase een belangrijke rol. Kenmerken van fase 1 - basis Veel NT2, gekoppeld aan een praktische en herkenbare inhoud, waardoor leerlingen de makkelijk de Nederlandse taal binnen en buiten school kunnen toepassen en veel gebruik kunnen maken van hun omgeving. Aandacht voor rekenen (en wiskunde). Leven in Nederland (mens & maatschappij / burgerschap). Creatieve vakken. Sport en bewegen. Mentorles. 2. In de tweede fase wordt de leerling voorbereid op instroom in de onderbouw van het vmbo. Dat betekent dat er, naast voortzetting van NT2, ook ruim aandacht moet zijn voor oriëntatie op verschillende vakken in de onderbouw van het vmbo en oriëntatie op de verschillende profielen. Kenmerken fase 2 schakel Vervolg aandacht NT2, o.a. gekoppeld aan de praktijksituaties waar de leerling naar gaat uitstromen, bijv. een schoolboektekst kunnen lezen, luisteren en aantekeningen maken, zelfstandig woorden leren, enzovoort. Aandacht voor avo-vakken, bijv. mens & maatschappij en Engels. Aandacht voor beroepsgericht profiel, bijv. praktische sectororiëntatie: kennismaken met de verschillende profielen en een stage. Aandacht voor vrij lezen, bij voorkeur op het lesrooster. Leerlingen al een of meerdere vakken op het vmbo laten volgen (een trimester of als snuffelbezoek) op het reguliere vmbo. 6-
3 Aanmelding Leerlingen kunnen het gehele jaar aangemeld worden bij de ISK. Er volgt een intakegesprek, waarin de belangrijkste gegevens worden uitgewisseld. Tijdens het intakegesprek wordt zoveel mogelijk onderzocht wat de mogelijkheden van een leerling zijn en met welke achtergrond rekening gehouden moet worden. Als de leerling van een andere school komt, wordt informatie van die school opgevraagd. Als alle informatie van de leerling binnen is, wordt door de intakecommissie bepaald of een leerling aangenomen kan worden. Als de leerling wordt aangenomen, dan maakt de leerling eerst een instaptoets via KoersVO om te bepalen in welke groep de leerling geplaatst kan worden. In die gevallen waarbij er twijfel is of de ISK wel de geschikte opleidingsvorm voor de leerling is, volgt een voorlopige proefplaatsing van 6 weken. In die zes weken laat een leerling zien dat hij past binnen het onderwijssysteem van de ISK en zich kan houden aan de regels die op de ISK gelden. Als blijkt dat een leerling niet op de ISK past dan wordt in overleg met ouders/verzorgers/voogd naar een passende vorm van onderwijs gezocht. 3.1 Doorstroming Binnen de ISK doorloopt iedere leerling een vaste route in een eigen tempo. Leerlingen die als beginners aangemeld worden, zullen gemiddeld anderhalf tot twee jaar lessen volgen aan de ISK. Een belangrijk uitgangspunt voor de overgang of doorverwijzing is het taalniveau. Het taalniveau wordt op twee manieren vastgesteld: 1. Naar aanleiding van methodeafhankelijke toetsen. In veel gevallen gaat het om toetsen en opdrachten binnen het groepsverband. 2. Naar aanleiding van de landelijk erkende TOA toetsen. Hierbij wordt het niveau voor Nederlands, Engels en rekenen vastgesteld. Deze toetsen zijn er op de volgende niveaus: A2, 1F, 2F en 3F. De meeste ISK leerlingen kunnen tijdens hun verblijf niveau A2 of 1F halen. Dit is voldoende voor doorstroom naar VMBO of de startgroep van het mbo. Leerlingen die 2F of 3F niveau halen kunnen doorstromen naar havo, vwo of naar het mbo niveau 2, 3 of 4. Deze leerlingen zijn niet bij ons geplaatst. Een leerling maakt een TOA toets als hij, naar het oordeel van de docent, voldoende kennis en vaardigheden heeft om de toets succesvol af te leggen. Een TOA toets kan maar twee keer per jaar gemaakt worden. Bij het halen van een onvoldoende, kan de toets drie maanden later herkanst worden. Iedere leerling heeft een individueel trajectplan waarin onder andere beschreven staat welk eindniveau de leerling wil behalen en naar welke vervolgopleiding de leerling wil doorstromen. Iedere drie maanden krijgt de leerling een tussenstand uitgereikt. Daarin staan de behaalde toetsen en kan snel afgelezen worden op welk niveau de leerling zit en of hij voldoende vorderingen maakt. Samen met ouders/verzorgers of voogd wordt de tussenstand besproken en worden er afspraken gemaakt over wat de leerling in de volgende drie maanden gaat doen. 3.2 Hoe lang kunnen de leerlingen op de ISK blijven? Voor elke leerling wordt apart bekeken hoe lang de leerweg moet zijn om te kunnen slagen in het vervolgonderwijs. Daarbij wordt gekeken naar: het aantal jaren onderwijs in het land van herkomst de leeftijd het leertempo de intelligentie en of een leerling al eerder naar school is geweest in Nederland. De duur van het verblijf op de ISK kan variëren van een tot twee jaar. Leerlingen met een goede vooropleiding die enigszins Nederlands spreken, kunnen in een enkel geval binnen een half jaar naar een andere school. Leerlingen die nog nooit naar school gegaan zijn, doen er vaak twee jaar over. 3.3 Uitzonderingen In de meeste gevallen voldoen de geschetste procedures uitstekend. Het doorlopen van de leerroute is echter niet voor alle leerlingen haalbaar. Bij oudere leerlingen (rond 18 jaar) is het schakelen naar het reguliere voortgezet onderwijs soms onmogelijk. 7-
Leerlingen die bijna of geen onderwijs genoten hebben, zijn niet in staat binnen een redelijke termijn de leerroute af te leggen. Zeer moeilijk lerende kinderen en/of kinderen met een leerachterstand zijn niet goed in staat de leerroute te doorlopen. Als het doorlopen van de leerroute voor een leerling niet haalbaar is, wordt in overleg met ouders/verzorgers of voogd naar een passende oplossing gezocht. 3.4 Aanmeldingsprocedure De leerling wordt aangemeld bij KoersVo. Daar vindt de eerste selectie plaats op basis van woonplaats en aanmeldingstoets ISK. Als KoersVo aangeeft dat de leerling naar het IJsselcollege kan, treedt onderstaande procedure in werking. De leerling moet altijd zelf meekomen als hij/zij wordt aangemeld. De volgende zaken moeten dan meegenomen worden: Een verblijfsvergunning (indien aanwezig) of de aanvraag hiervan. Een paspoort of identiteitskaart van de leerling en van de ouders/verzorgers (indien mogelijk). 1 pasfoto. Een bewijs van de ziektekostenverzekering. Een uitgebreid uittreksel uit het bevolkingsregister, een IND-document of een registratieformulier COA; op deze documenten moet duidelijk de datum van aankomst/vestiging in Nederland vermeldt staan. De naam en het telefoonnummer van de huisarts. Burgerservicenummer (BSN) d.m.v. een schriftelijk bewijs met officiële status Bank- of girorekeningnummer. Rapporten of certificaten van vorige scholen. Inentingsbewijzen (indien aanwezig). 3.5 Uitstroomprocedure Als de leerling bijna twee jaar ISK-onderwijs heeft gevolgd en toe is aan uitstroom naar regulier onderwijs wordt er een WISC-nonverbaal afgenomen. De uitslag van deze test wordt door de orthopedagoog/psycholoog besproken met de leerling en ouders. Aan de hand hiervan en van de resultaten van de TOA-toetsen volgt er een uitstroomadvies. Samen met de leerling en de ouders wordt er gekeken naar een passende vervolgopleiding. Bij overstap naar het VMBO wordt er door de ouders contact gezocht met de gewenste school. Het team van het IJsselcollege kan hierbij wel ondersteunen en zorgt voor een warme overdracht. Bij overstap naar het MBO wordt de schoolloopbaancoach van het IJsselcollege ingezet. 8-
4 Taakverdeling De taakverdeling binnen het ISK-onderwijs wordt hieronder beschreven. 4.1 De mentor en avo-docent De begeleiding van leerlingen vinden we een taak van alle docenten. De mentor heeft een extra verantwoordelijkheid. Hij/zij heeft de zorg voor de leerlingen van een bepaalde groep. De mentor heeft regelmatig contact met ouders/verzorgers. Wanneer leerlingen doorstromen naar een andere groep is er contact. 4.2 De zorgcoördinator Bij ISK leerlingen loopt het niet altijd op rolletjes en zijn er leerlingen die (soms) extra hulp kunnen gebruiken. Om deze leerlingen goed in beeld te krijgen en de noodzakelijke extra hulp te kunnen bieden, is er op de ISK een zorgcoördinator benoemd die de speciale leerlingenzorg behartigt. Deze medewerker is ook belast met het aansturen van een zorgteam als blijkt dat dit noodzakelijk is. Contacten met diverse instanties verlopen ook via hem/haar. De zorgcoördinator treedt onder meer op als intermediair in de contacten tussen de school en de vervolgopleidingen. De zorgcoördinator werkt nauw samen met de mentoren en de docent beroepenoriëntatie om voor elke leerling een juist vervolg te kiezen. 4.3 De onderwijsassistent Op de ISK neemt de onderwijsassistent een bijzondere plaats in. De onderwijsassistent wordt ingezet bij individuele hulp aan leerlingen, met name aan leerlingen met leerachterstanden. Daarnaast assisteert de onderwijsassistent de docent tijdens klassikale lessen. 4.4 De logopedist Aan de ISK is ook een logopedist verbonden die leerlingen begeleidt op het gebied van mondelinge taalvaardigheid en het aanleren van de juiste spreektechnieken. Soms kunnen fysieke en soms ook emotionele hindernissen een leerling ernstig belemmeren in het aanleren van een nieuwe taal. 4.5 De orthopedagoog De orthopedagoog speelt een belangrijke rol bij de intake en bij de uitstroom. Daarnaast is zij op afroep beschikbaar voor pedagogische ondersteuning en eventueel overleg met derden. 4.6 De vakdocent De vakdocent geeft een praktijkvak, zoals handvaardigheid, koken of gym, waarbij de focus niet ligt op het resultaat in het vak maar vooral op de sociale omgangsvormen. Daarnaast zijn het vooral vakken waarbij de leerling zich op een andere manier kan uiten als via taal. De vakdocent heeft veelvuldig overleg met de mentor. 9-
5 ISK-Onderwijs 5.1 Wat leren de leerlingen op de ISK? De leerlingen leren op de ISK alles wat ze nodig hebben om op een volgende school te kunnen starten. Wat leerlingen nodig hebben, hangt af van al aanwezige kennis en vaardigheden. Aan een aantal factoren besteden we in ieder geval aandacht: Alledaagse taal en speciaal taalgebruik; de schooltaal en de vaktaal behorend bij ieder vak. Het zelfstandig leren en werken. Een prettige samenwerkingspartner zijn voor anderen. Plannen en organiseren, je goed kunnen presenteren, informatie kunnen zoeken en verwerken. Sociale vaardigheden en omgangsvormen, waarin respect voor elkaars leef- en denkwijze steeds centraal staat. Hoe het is om in Nederland op een school te zitten, welke regels er zijn en wat er van je verwacht wordt. 5.2 Welke vakken worden er gegeven? Nederlands als Tweede taal (NT2): De leerlingen leren de Nederlandse taal verstaan, lezen, schrijven en spreken. Een goede beheersing van de Nederlandse taal is noodzakelijk om zich te redden in de maatschappij en een diploma te behalen. Reken- en wiskundelessen: De reken- en wiskundelessen sluiten aan bij het huidige niveau van de leerlingen. Dit betekent dat iedere leerling op zijn eigen niveau verder werkt. De leerlingen leren hoe in Nederland het vakken rekenen en wiskunde gegeven worden: met veel nadruk op het gebruik van die vakken in de dagelijkse praktijk, gericht op het vinden van creatieve oplossingen en niet op het leren van trucs. Sportlessen: In deze lessen gaat het vooral om het samen spelen en werken, emotiebeheersing, het leren omgaan met elkaar en het leren omgaan met winst/verlies. Natuurlijk is het ook belangrijk voor de leerlingen om veel en goed te leren bewegen. De sportlessen helpen leerlingen ook om een keuze te maken voor een sport in de vrije tijd. Die sport zien we als een extra middel om aansluiting te vinden bij Nederlanders. De sportlessen volgen de ISKleerlingen geïntegreerd in reguliere klassen Beeldende vorming en koken: Voor ISK-jongeren is het goed om hun emoties te verwerken, zij hebben veel meegemaakt. Bij beeldende vorming en koken kan dit op een creatieve manier. Burgerschap: Alle Nederlandse scholen besteden op hun manier aandacht aan burgerschap. Dat is logisch, want de leerlingen van nu, bepalen straks hoe de maatschappij eruit ziet. Het is dus van belang dat je je als goed burger leert gedragen. Voor ISK leerlingen betekent dat nogal wat. Het is belangrijk dat zij weten hoe onze maatschappij georganiseerd is, hoe democratie werkt, welke rechten en plichten er zijn. In al deze vakken ligt de nadruk op omgaan met elkaar en samenleven in de Nederlandse maatschappij. Burgerschap is niet alleen doen wat er van je verwacht wordt, maar er hoort ook bij dat je je afvraagt wat jouw bijdrage aan de maatschappij is. Hoe je helpt de maatschappij beter te maken. Dan kan je denken aan zaken als het milieu, vrijwilligerswerk, goede doelen. En het is hoe dan ook belangrijk dat je meedenkt over de toekomst. De leerlingen van nu komen namelijk terecht in een wereld, die vanaf nu wordt vormgegeven. Sommige onderwijsactiviteiten dragen direct bij aan burgerschapsdoelen. Denk bijvoorbeeld aan maatschappelijke stages, assertiviteitstraining, seksuele vorming, inspraakactiviteiten, beroepenoriëntatie, enz. Vaak wordt ook impliciet aan burgerschap gewerkt. Tijdens taallessen worden maatschappelijke thema s aan de orde gesteld. Maar misschien is het allerbelangrijkste nog wel hoe in de dagelijkse gang van zaken de medewerkers laten zien hoe zij zich als rolmodel gedragen. Hoe ze conflicten oppakken, zorg dragen voor (sociale) veiligheid, oog voor de ander hebben en democratische waarden uitdragen. Zij zullen dit regelmatig met leerlingen bespreken. Er wordt dus aandacht besteedt aan de Nederlandse normen en waarden. Leerlingen mogen er best hun eigen gedachten en meningen op 10-
na houden, maar er zijn grenzen Alle gedrag en uitingen dienen in overeenstemming te zijn met de Nederlandse wetgeving en normen en waarden van deze maatschappij. 5.3 Lessentabel Vak Aantal uren Nederlands 14 Rekenen 4 Burgerschap 3 Omgangskunde/SOVA 5 Engels LO 2 Beeldende vorming 2 koken 2 Totaal 32 11-
6 Praktische zaken 6.1 Lestijden Er wordt gewerkt met lessen van 50 minuten. Zo mogelijk volgen de leerlingen niet meer dan zes lesuren per dag. Begin- en eindtijden zijn afhankelijk van het rooster. De tijden van de lesuren zijn als volgt: Eerste uur: van 8.30 uur tot 9.20 uur Tweede uur: van 9.20 uur tot 10.10 uur Pauze: van 10.10 uur tot 10.30 uur Derde uur: van 10.30 uur tot 11.20 uur Vierde uur: van 11.20 uur tot 12.10 uur Pauze: van 12.10 uur tot 12.45 uur Vijfde uur: van 12.45 uur tot 13.35 uur Zesde uur: van 13.35 uur tot 14.25 uur Zevende uur: van 14.25 uur tot 15.15 uur Achtste uur: van 15.15 uur tot 16.05 uur 6.2 Vakantieregeling Zie schoolgids IJsselcollege op de website. 6.3 Schoolboeken en les-benodigdheden De schoolboeken, het lesmateriaal en andere les-benodigdheden worden via school aangeschaft. De leerlingen moeten wel zelf een pen, potlood, rekenmachine en een agenda meenemen. 6.4 Financiën De vrijwillige ouderbijdrage bedraagt 95,00 en bestaat onder andere uit kosten die de school maakt voor: De leerlingenpas. De pas is vereist voor de verzuimregistratie Een bijdrage in de kosten verbruiksmateriaal. Uitgaven t.b.v. leerlingenmateriaal bij de vakken tekenen, handvaardigheid en keuzewerktijd. Wij vragen deze ouderbijdrage, omdat de middelen die de school vanuit de overheid ontvangt ontoereikend zijn om goed en aantrekkelijk onderwijs te kunnen bieden. Om ouders/verzorgers beter van dienst te zijn, maakt de school gebruik van een systeem dat ons in staat stelt om de communicatie over schoolkosten digitaal te voeren. Ouders/verzorgers worden per email uitgenodigd om op de portal van de school aan te geven op welke manier zij de ouderbijdrage wensen te voldoen. Er kan gekozen worden voor betaling ineens of in termijnen. Als deze keuze is gemaakt, stuurt de school een digitale factuur. 6.5 Schoolregels Voor de ISK-leerlingen is het leerlingenstatuut van het IJsselcollege van toepassing. Deze is te vinden op de ouder en leerling portaal van de website. Een verkorte versie van het leerlingenstatuut staat hieronder: Samen zorgen we voor een veilige school waar leren centraal staat 1. We gaan op een respectvolle manier met elkaar en elkaars spullen om. 2. Problemen lossen we op door naar elkaar te luisteren en erover te praten. 3. We praten op een fatsoenlijke manier met elkaar. 4. Mobiele telefoons gebruiken we in de lessen voor educatieve doelen, als er toestemming is van de docent. 12-
5. Jassen en niet religieuze hoofddeksels dragen we niet in de school. 6. We zorgen ervoor dat we op tijd aanwezig zijn, dat ons schoolmateriaal bij de lessen in orde is en dat we altijd een leerlingenpas kunnen tonen. 7. Eten en drinken doen we in de aula of buiten. Afval ruimen we op en houden onze omgeving schoon. 8. In en nabij de school roken we niet en gebruiken we geen alcohol. Wij gedragen ons online & offline als ambassadeurs van het IJsselcollege! *Voor overige uitwerking zie leerlingenstatuut, social media-, alcohol- en kledingprotocol IJsselcollege 6.6 Contacten met ouders/verzorgers De contacten met de ouders/verzorgers verlopen altijd via de mentor. De mentor is het eerste aanspreekpunt. Bij gesprekken met ouders/verzorgers wordt er gebruik gemaakt van officiële tolken en/of buurtmoeders of onderwijspersoneel die kunnen tolken. Omdat het voor de ouders/verzorgers belangrijk is dat zij in hun kracht worden gezet als ouder maken wij gebruik van bovengenoemde tolken. Hulpverlening verloopt altijd via het sociaal team of CJG. Eventuele betrokken vrijwilligers zijn voor het IJsselcollege geen aanspreekpunt voor onderwijskundige zaken. 6.7 Buitenschoolse activiteiten De leerlingen van de ISK-klas hebben een keer per jaar een uitje, bijvoorbeeld naar Madurodam of Rotterdam. 6.8 Verzuimregistratie Zie schoolgids IJsselcollege op de website. 13-