Meetinstrumenten voor een landelijk onderzoek bij seksueel geweldplegers in een forensisch psychiatrische instelling Risicotaxatieinstrumenten De Historical Clinical Risk Management-20, versie 3 (HCR-20 V3, Douglas, Hart, Webster, & Belfrage, 2013; Nederlandse versie: De Vogel, De Vries Robbé, Bouman, Chakhssi, & De Ruiter, 2013) is een beoordelingsinstrument voor het schatten van gewelddadig gedrag en 20 items die zijn verdeeld over drie subschalen, te weten een Historische schaal met 10 items, een Klinische schaal met 5 items en een Risicohanteringsschaal, eveneens met 5 items. Op grond van de scores op de items wordt een eindoordeel geveld over Geweld, Ernstig lichamelijk letsel en/of Acuut dreigend geweld. De Static/Stable/Acute (SSA) omvat drie instrumenten, namelijk de Static-99R, de Stable 2007 en de Acute 2007. De Static-99R (Harris, Phenix, Hanson, & Thornton, 2003; Nederlandse vertaling: Smid, Koch, & Van den Berg, 2014) is een beoordelingsinstrument met 10 statische 1 items. De totaalscore kan ondergebracht worden in een risicocategorie, variërend van Laag, via Laag-gemiddeld en Gemiddeld-hoog tot Hoog. De Stable-2007 (Fernandez, Harris, Hanson, & Sparks, 2012; Nederlandse vertaling: Van den Berg, Smid, & Koch, 2014) bevat 12 stabiel dynamische items die worden gescoord met behulp van antwoordcategorieën. Er is een extra item voor plegers met slachtoffers onder de 14 jaar. De totaalscore kan toebedeeld worden aan de risicocategorieën Laag, Matig of Hoog. De Acute-2007 (Hanson & Harris, 2012; Nederlandse vertaling: Koch, Van den Berg, & Smid, 2014) heeft 7 acute dynamische risicofactoren. Items worden eveneens gescoord op basis van antwoordcategorieën. De totaalscore kan variëren van Laag via Matig tot Hoog. 1 Criminogene factoren worden onderscheiden in statische (= niet veranderbare) en dynamische (= wel veranderbare) factoren. Een voorbeeld van een statische factor is eerder gepleegde delicten, een voorbeeld van een dynamische factor is sociale vaardigheden. 1
De Psychopathie Checklist-Revised (PCL-R; Hare, 1991, 2003; Nederlandse versie: Vertommen, Verheul, De Ruiter & Hildebrand, 2002) meet psychopathie. De versie uit 2003 van deze lijst omvat 20 items met vier facetten, namelijk Interpersoonlijk, Affectief, Leefstijl en Antisociaal (Zwets, Hornsveld, Neumann, Muris, & Van Marle, 2015). De items worden gescoord met behulp van een driepuntsschaal met 0 = Niet van toepassing, 1 = Enigszins van toepassing en 2 = Van toepassing. De Structured Assessment of PROtective Factors for violence risk (SAPROF; De Vogel, De Ruiter, Bouman, & De Vries Robbé, 2007; De Vries Robbé, De Vogel, Koster, & Bogaerts, 2015) meet protectieve factoren. De 17 items zijn ondergebracht in drie subschalen: Interne factoren (5 items), Motivationele factoren (7 items) en Externe factoren (5 items). De items worden gescoord op een driepuntsschaal: 0 = Niet aanwezig, 1 = Mogelijk of in enige mate aanwezig en 2 = Zeker/duidelijk aanwezig. Zelfrapportage vragenlijsten en observatieschaal Dynamische items van de Stable-2007 kunnen informatie geven over belangrijke probleemgedragingen van de patiënt, maar hebben als nadeel dat het ontbreekt aan situatiespecificiteit of dat verwezen wordt naar zeer brede domeinen bieden. Daarom moet voor het opstellen van individuele behandel- of rehabilitatie plannen gebruik gemaakt worden van zelfrapportage vragenlijsten en een observatieschaal. De NEO Five Factor Inventory (NEO-FFI; Costa & McCrae, 1992; Nederlandse versie: Hoekstra, Ormel, & De Fruyt, 1996) heeft 60 items en meet vijf persoonlijkheidsdomeinen, te weten: Neuroticisme, Extraversie, Openheid, Altruïsme, en Consciëntieusheid. Respondenten geven op een vijfpuntsschaal aan in hoeverre ze de uitspraak onderschrijven, lopend van: 1 = Helemaal oneens tot 5 = Helemaal eens. Inventarisatielijst Omgaan met Anderen (IOA; Van Dam-Baggen & Kraaimaat, 2000) vraagt respondenten met betrekking tot 35 interpersoonlijke situaties aan te geven hoeveel spanning zij in die situaties zouden ervaren (sociale angst), en hoe vaak ze het beschreven gedrag daadwerkelijk zouden uitvoeren als de situatie zich zou voordoen (sociale vaardigheden). De vijf subschalen, zowel voor sociale angst als voor sociale vaardigheden, 2
zijn: Kritiek geven, Aandacht vragen voor de eigen mening, Waardering voor een ander uitspreken, Initiatief nemen tot contact en Jezelf waarderen. Items worden gescoord op een vijfpuntsschaal. Voor sociale angst lopen de scoremogelijkheden van: 1 = Helemaal niet gespannen tot 5 = Heel erg gespannen, en voor sociale vaardigheden van: 1 = Nooit tot 5 = Altijd. De Aangepaste versie van de Rosenzweig Picture-Frustration Study (PFS-AV; Hornsveld, Nijman, Hollin, & Kraaimaat, 2007a) wordt gebruikt voor het meten van vijandigheid. De test vraagt respondenten hun reacties op te schrijven op 12 cartoonachtige plaatjes waarop steeds twee personen staan afgebeeld. Antwoorden worden gescoord door een onderzoeksassistent aan de hand van een zevenpuntsschaal met scoringsmogelijkheden van 1 = Afwezig tot 7 = Extreem. De Aggression Questionnaire-Short Form (AQ-SF; Bryant & Smith, 2001; Nederlandse versie: Hornsveld, Muris, Kraaimaat, & Meesters, 2009) is een verkorte versie van Buss & Perry s Aggression Questionnaire (1992). De Vragenlijst meet agressief gedrag en kent 29 items, verdeeld over vier subschalen: Fysieke agressie, Verbale agressie, Woede en Vijandigheid. Respondenten scoren de items op een vijfpuntsschaal van: 1 = Helemaal mee oneens tot 5 = Helemaal mee eens. Het NAS deel van de Novaco Anger Scale-Provocation Inventory (NAS-PI; Novaco, 1994; Dutch version: Hornsveld, Muris, & Kraaimaat, 2011) is een zelfrapportage vragenlijst met 48 items waarmee reacties van respondenten in woede-oproepende situaties onderzocht kunnen worden. Items worden gescoord op een driepuntsschaal: 1 = Nooit waar, 2 = Soms waar en 3 = Altijd waar. De Observation Scale for Aggressive Behavior (OSAB; Hornsveld, Nijman, Hollin, & Kraaimaat, 2007b) meet geobserveerd gedrag op de afdeling. De schaal omvat 40 items, verspreid over de subschalen Irritatie/woede (5 items), Angst/somberheid (4 items), Agressief gedrag (10 items), Prosocial gedrag (12 items), Antecedenten (6 items), en Sancties (3 items). De staf scoort de frequentie van het gedrag van de patiënt gedurende de afgelopen week op een vierpuntsschaal: 1 = Niet, 2 = Zelden, 3 = Soms en 4 = Vaak. 3
Referenties Bryant, F. B., & Smith, B. D. (2001). Refining the architecture of aggression: A measurement model for the Buss-Perry Aggression Questionnaire. Journal of Research in Personality, 35, 138-167. doi: 10.1006/jrpe.2000.2302 Buss, A. H., & Perry, M. (1992). The Aggression Questionnaire. Journal of Personality and Social Psychology, 63, 452-459. doi: 10.1037/0022-3514.63.3.452 Costa, P. T. Jr., & McCrae, R. R. (1992). Revised NEO Personality Inventory (NEO-PI-R) and the Five Factor Inventory (NEO-FFI): Professional manual. Odessa, FL: Psychological Assessment Resources Inc. De Vogel, V., De Vries Robbé, M., Bouman, Y.H.A, Chakhssi, F., & De Ruiter, C. de (2013). Innovatie in risicotaxatie van geweld: De HCR-20 V3. Gedragstherapie, 46, 107-118. Douglas, K. S., Hart, S. D., Webster, C. D., & Belfrage, H. (2013). HCR-20 V3 : Assessing risk for violence-user guide. Burnaby, Canada: Mental Health, Law, and Policy Institute, Simon Fraser University. Fernandez, Y., Harris, A. J. R., Hanson, R. K., & Sparks, J. (2012). Stable-2007 Coding Manual: Revised 2012. Ottawa, Canada: Public Safety Canada. Hanson, R. K., Harris, A. J. R. (2012) Acute-2007 Coding Manual. Ottawa, Canada: Public Safety Canada. Hare, R. D. (1991). The Hare Psychopathy Checklist-Revised (PCL-R). Toronto, Canada: Multi-Health Systems. Hare, R. D. (2003). The Hare Psychopathy Checklist-Revised (PCL-R): 2 nd edition. Toronto, Canada: Multi-Health Systems. Harris, A. J. R., Phenix, A., Hanson, R. K., & Thornton, D. (2003). STATIC-99 Coding Rules Revised-2003. Ottawa, Canada: Solicitor General Canada. Hoekstra, H. A., Ormel, J., & De Fruyt, F. (1996). Handleiding NEO Persoonlijkheidsvragenlijsten. Lisse, NL: Swets Test Services. Hornsveld, R. H. J., Muris, P. E. H. M., & Kraaimaat, F. W. (2011). The Novaco Anger Scale-Provocation Inventory (1994 version) in Dutch forensic psychiatric patients. 4
Psychological Assessment, 23, 937-944. doi: 10.1037/a0024018 Hornsveld, R. H. J., Muris, P., Kraaimaat, F. W., & Meesters, C. (2009). Psychometric properties of the Aggression Questionnaire in Dutch violent forensic psychiatric patients and secondary vocational students. Assessment, 16, 181-192. doi: 10.1177/1073191108325894 Hornsveld, R. H. J., Nijman, H. L. I., Hollin. C. R., & Kraaimaat, F. W. (2007a). An adapted version of the Rosenzweig Picture-Frustration Study (PFS-AV) for the measurement of hostility in violent forensic psychiatric patients. Criminal Behaviour and Mental Health, 17, 45-56. doi: 10.1002/cbm.638 Hornsveld, R. H. J., Nijman, H. L. I., Hollin, C. R., & Kraaimaat, F. W. (2007b). Development of the Observation Scale for Aggressive Behavior (OSAB) for Dutch forensic psychiatric inpatients with an antisocial personality disorder. International Journal of Law and Psychiatry, 30, 480-491. Koch, M., Van den Berg, J. W., & Smid, W. J. (2014). Acute-2007 Scorehandleiding. Utrecht: De Forensische Zorgspecialisten. Novaco, R. W. (1994). Anger as a risk factor for violence among the mentally disordered. In J. Monahan & H. J. Steadman (Eds.), Violence and Mental Disorder (pp. 21-59). Chicago: The University of Chicago Press. Van Dam-Baggen, C. M. J. & Kraaimaat, F. W. (1999). Assessing Social Anxiety: The Inventory of Interpersonal Situations (IIS). European Journal of Psychological Assessment, 15, 25-38. doi: 10.1027//1015-5759.15.1.25 Van den Berg, J. W., Smid, W. J., & Koch, M. (2014). Stable-2007 Scorehandleiding. Utrecht: De Forensische Zorgspecialisten. Vertommen, H., Verheul, R., De Ruiter, C., & Hildebrand, M. (2002). De herziene versie van Hare s Psychopathie Checklist (PCL-R). Lisse: Swets Test Publishers. Zwets, A. J., Hornsveld, R. H. J., Neumann, C. S., Muris, P., & Van Marle, H. J. C. (2015). 5
The four-factor model of the Psychopathy Checklist-Revised: Validation in a Dutch forensic inpatient sample. International Journal of Law and Psychiatry. doi: 0.1016/j.ijlp.2015.01.016 6