DE WAARDE VAN GESTRUCTUREERDE RISICOTAXATIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DE WAARDE VAN GESTRUCTUREERDE RISICOTAXATIE"

Transcriptie

1 DE WAARDE VAN GESTRUCTUREERDE RISICOTAXATIE EN VAN DE DIAGNOSE PSYCHOPATHIE BIJ SEKSUELE DELINQUENTEN EEN ONDERZOEK NAAR DE BETROUWBAARHEID EN PREDICTIEVE VALIDITEIT VAN DE SVR-20, STATIC-99, HKT-30 EN PCL-R H.J.M. SCHÖNBERGER M. HILDEBRAND M. SPREEN O. BLOEM

2 INHOUDSOPGAVE Voorwoord Dankwoord Samenvatting Summary 1. Inleiding Methoden van risicotaxatie Risicotaxatie in Nederland: de predictieve validiteit van de SVR-20, Static-99 en PCL-R bij mannelijke seksuele delinquenten Onderzoeksvragen Indeling rapport 2. Methoden van onderzoek Instrumenten Onderzoekspopulatie Karakteristieken onderzoeksgroep Procedure Statistische analyses 3. Beschrijvende statistiek en psychometrische kwaliteit Recidive Beschrijvende statistiek Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid Risicobeoordelingen 4. Predictieve validiteit voor de totale onderzoeksgroep Predictieve validiteit SVR-20, Static-99, HKT-30 en PCL-R Risicobeoordeling en recidive Survival analyses voor seksuele recidive 2

3 5. Predictieve validiteit voor dadergroepen verkrachters/aanranders en pedoseksuele delinquenten Predictieve validiteit instrumenten bij verkrachters/aanranders Predictieve validiteit instrumenten bij pedoseksuele daders 6. De rol van (de combinatie van) seksuele deviatie en psyschopathie voor het voorspellen van seksuele recidive Seksuele deviatie en seksuele recidive Psychopathie en seksuele deviatie in relatie tot seksuele recidive 7. Exploratieve analyses Statische achtergrondvariabelen en seksuele recidive Delictverleden en (seksuele) recidive 8. Discussie Recidive Psychometrische kwaliteiten SVR-20, Static-99, HKT-30 en PCL-R Predictieve validiteit SVR-20, Static-99, HKT-30 en PCL-R Vergelijking resultaten met eerder (internationaal) onderzoek Statische factoren en (seksuele) recidive Seksuele deviatie, psychopathie en seksuele recidive Beperkingen onderzoek Aanbevelingen Literatuur Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Afkortingen Operationalisatie achtergrondvariabelen Predictieve validiteit van de (items van de) SVR-20, Static-99, HKT-30 en PCL-R voor de subgroep verkrachters/aanranders Predictieve validiteit van de (items van de) SVR-20, Static-99, HKT-30 en PCL-R voor de subgroep pedoseksuele daders Over de auteurs 3

4 VOORWOORD De afgelopen jaren is het gebruik van gestructureerde klinische risicotaxatie-instrumenten voor het inschatten van recidiverisico s gemeengoed geworden in de Nederlandse forensisch psychiatrische centra. Het is noodzakelijk gestructureerde risicotaxatie-instrumenten op hun merites te beoordelen in verschillende forensische populaties en verschillende forensische settings. Dergelijk wetenschappelijk onderzoek kan bijdragen aan kennis over de bruikbaarheid van risicotaxatie-instrumenten bij diverse populaties en mogelijkheden bieden voor verbeteringen. In navolging van een eerder door het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie geïnitieerd multicenter onderzoek naar de voorspellende waarde van verschillende risicotaxatieinstrumenten bij gewelddadige delinquenten is de algemene doelstelling van het huidige onderzoek na te gaan wat de waarde is van de risicotaxatie-instrumenten die in de Nederlandse forensisch psychiatrische centra worden gebruikt voor het inschatten van het risico van seksueel gewelddadig gedrag onder voormalige tbs-gestelde zedendelinquenten. Hoewel uit het onderzoek blijkt dat de onderzochte instrumenten enige predictieve validiteit hebben, blijft het zaak aan verbetering te werken, omdat deze validiteit te gering is om er belangrijke beslissingen op te baseren. Het huidige project biedt aanknopingspunten om tot verfijningen en verbeteringen te komen. Dit rapport moet dan ook worden gezien als een stap in een proces van voortdurende verbetering. In de nabije toekomst zullen de zwakkere elementen uit de schalen nauwgezet worden geanalyseerd en zullen daarvoor alternatieven worden ontwikkeld en getoetst. Het is van groot belang dat de sector als geheel zich aan dit proces committeert en dat de forensisch psychiatrische centra daarin eensgezind samenwerken. Iva Embley Smit Directeur Expertisecentrum Forensische Psychiatrie Utrecht, april

5 DANKWOORD Deze multicentre studie naar de waarde van gestructureerde risicotaxatie en van de diagnose psychopathie voor het voorspellen van toekomstig seksueel gewelddadig gedrag van ex-ter beschikking gestelde seksuele delinquenten, is een vervolg op een eerdere studie onder een niet-seksueel gewelddadige populatie in de tbs-sector. In dit onderzoek worden verschillende (risicotaxatie) instrumenten bij dezelfde populatie, afkomstig uit meerdere instellingen, op hun merites worden beoordeeld. De huidige studie is uitgevoerd in negen forensisch psychiatrische centra. In totaal werkten 35 beoordelaars mee aan het onderzoeksproject. Op deze plaats willen wij de beoordelaars zeer bedanken voor hun tijd en inzet voor het project. Een aantal beoordelaars willen we in het bijzonder bedanken voor hun bijdrage: Cécile Vandeputte-van de Vijver, Maartje Köster, Maartje Miggiels, Erwin Schuringa, Caroline Place, Tialda Hoekstra en Meine Bosma. Brenda Hesper heeft zich in de beginfase van dit onderzoek, naast het beoordelen van dossiers, bezig gehouden met het coördineren van de dataverzameling. Wij zijn de directies van deelnemende instellingen erkentelijk voor het beschikbaar stellen van beoordelaars en/of dossiers voor het onderzoek. Onze dank gaat verder uit naar de medewerkers van de Justitiële Informatie Dienst (JustID) in Almelo voor het leveren van de recidivegegevens, alsmede naar Bouke Wartna, programmaleider WODC-Recidivemonitor, voor het advies inzake de recidivegegevens van enkele patiënten. Tot slot willen we Henk Nijman, Martien Philipse en Koen Koster bedanken voor hun commentaar op een eerdere conceptversie van het rapport. Andere collega s die eerdere versies van dit rapport van commentaar hebben voorzien zijn wij eveneens erkentelijk voor hun bijdrage. De auteurs 5

6 SAMENVATTING De afgelopen jaren is het gebruik van gestructureerde klinische risicotaxatie-instrumenten voor het inschatten van het recidiverisico gemeengoed geworden in de Nederlandse forensisch psychiatrische centra (FPC s). Vanaf januari 2003 zijn met alle FPC s afspraken gemaakt vastgelegd in het zogenaamde verloftoetsingskader over de fase(n) waarin toepassing van een risicotaxatie-instrument gebruikt wordt voor beslissingen over het eventueel aan een tbsgestelde te verlenen verlof of over een verlengingsadvies. In dit verloftoetsingskader is vastgesteld dat een risicotaxatie uitgevoerd dient te worden met behulp van de risicotaxatieinstrumenten HCR-20 en/of HKT-30. Voor seksuele delinquenten dient daarnaast de SVR-20 te worden toegepast voor een taxatie van het risico op een toekomstig seksueel delict. Ook dient de PCL-R te worden afgenomen. Doelstelling onderzoek De doelstelling van het huidige onderzoek is te bepalen of de twee risicotaxatie-instrumenten voor seksueel gewelddadig gedrag die in de Nederlandse forensisch psychiatrische centra gebruikt worden de SVR-20 en de Static-99 geschikt zijn voor de beoordeling van het risico op toekomstige seksueel recidive bij voormalig ter beschikking gestelden die een seksueel delict hebben gepleegd, en die vervolgens (al dan niet na eerst een gevangenisstraf te hebben uitgezeten) zijn behandeld. Voor deze groep is ook nagegaan wat de voorspellende waarde is van de HKT-30. Ten slotte is onderzocht wat de voorspellende waarde van de diagnose psychopathie, zoals vastgesteld middels de PCL-R, voor deze groep is, aangezien uit eerder onderzoek naar voren is gekomen dat dit een goede voorspeller voor verschillende vormen van recidive kan zijn. Het onderzoek is de eerste multicentre studie waarin meerdere instrumenten, bij dezelfde populatie seksueel delinquenten, op hun merites werden beoordeeld. De algemene doelstelling wordt verwoord in de volgende twee onderzoeksvragen: 1. Wat zijn de psychometrische kwaliteiten van de SVR-20, Static-99, HKT-30 en van de PCL-R? 2. Wat is de predictieve waarde van de SVR-20, Static-99, HKT-30 en van de PCL-R voor (seksuele) recidive bij ex-ter beschikking gestelde seksuele delinquenten? Onderzoekspopulatie 6

7 De onderzoekspopulatie was afkomstig uit negen FPC s en bestond uit 88 mannelijke expatiënten, die tussen 1 januari 1992 en 1 januari 2002 uit de betreffende instelling waren ontslagen (opnamedatum tussen mei 1983 en april 1999). Alle patiënten in de onderzoeksgroep hadden een tbs-maatregel opgelegd gekregen voor een seksueel delict; 41 patiënten waren veroordeeld voor (poging tot) verkrachting, 12 voor (poging tot) aanranding en 33 voor pedoseksuele delicten (waarvan 22 pedoseksuele daders met extrafamiliaire meisjes als slachtoffer en twee daders met extrafamiliaire jongens als slachtoffers). Van twee patiënten had het indexdelict zowel betrekking op een pedoseksueel delict als een verkrachting of aanranding. De gemiddelde behandelduur bedroeg 84 maanden (7.0 jaar), variërend van ruim zes maanden tot ruim 15 jaar. Procedure Op basis van de dossiers van de voormalige patiënten bestaande uit onder meer processenverbaal, Pro Justitia rapportage(s), een geschreven voorgeschiedenis, behandelplannen, evaluaties en verlengingsadviezen werden de instrumenten (SVR-20, Static-99, HKT-30, PCL-R) retrospectief gescoord. Elk dossier werd door twee onafhankelijke beoordelaars gescoord; één beoordelaar scoorde de SVR-20 (en de Static-99 en de PCL-R), de andere de HKT-30 (evenals de Static-99 en de PCL-R). Voor 30 dossiers werden de SVR-20 en de HKT- 30 dubbel gescoord, zodat de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van deze instrumenten kon worden bepaald. De beoordelaars waren niet op de hoogte van de feitelijke recidivestatus van de ex-patiënten. De risico-inschattingen voor seksuele recidive op basis van de risicotaxatieinstrumenten (SVR-20, Static-99, HKT-30) en de aanwezigheid van de diagnose psychopathie (PCL-R) werden vervolgens gerelateerd aan de daadwerkelijke recidive van de onderzochte personen om inzicht te krijgen in de aantallen correcte en incorrecte inschattingen. Recidivegegevens werden opgevraagd bij de Justitiële Informatie Dienst van het Ministerie van Justitie te Almelo. Seksuele recidive is gedefinieerd als een nieuwe veroordeling voor een seksueel delict (bijvoorbeeld verkrachting, ontucht, of een poging daartoe), zoals omschreven in het Wetboek van Strafrecht. Gewelddadige niet-seksuele recidive is gedefinieerd als een nieuwe veroordeling voor een gewelddadig, niet seksueel, delict (bijvoorbeeld mishandeling, doodslag, diefstal met geweld) en algemeen gewelddadige recidive is gedefinieerd als een nieuwe veroordeling voor een gewelddadig delict, inclusief seksuele delicten. 7

8 De gemiddelde follow up duur na ontslag uit de tbs bedroeg 120 maanden (10 jaar), variërend van 18 maanden tot ruim 15 jaar. Belangrijkste resultaten Recidive Aan het einde van de follow up periode waren 15 van de 88 (17%) (ex-)ter beschikking gestelden opnieuw veroordeeld voor een seksueel delict. Daarnaast was er bij 28 van de 88 expatiënten (32%) sprake van gewelddadige niet-seksuele recidive. Het aantal ex-patiënten dat recidiveerde met een algemeen gewelddadig delict was 40% (n = 35). De base rate van seksuele recidive voor de onderscheiden dadergroepen verkrachters/aanranders (n = 53) was 17% en voor pedoseksuele daders (n = 33) was dat 13%. Voor de andere recidivecategorieën lag het recidivepercentage eveneens hoger bij verkrachters/ aanranders dan bij pedoseksuele daders (voor gewelddadige niet-seksuele recidive 34% versus 24%; voor algemeen gewelddadige recidive 43% versus 30%). Voor seksuele delinquenten mét een delictverleden van gewelddadige- en vermogensdelicten (n = 35) gold dat het percentage seksuele recidive hoger was dan voor zedendelinquenten zonder een dergelijk delictverleden (n = 53), respectievelijk 26% en 11%. Voor gewelddadige niet-seksuele recidive bedroegen de percentages respectievelijk 40% en 26%, en voor algemeen gewelddadige recidive respectievelijk 54% en 30%. Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de instrumenten Tabel A geeft de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid (single measure intraklasse correlatie coëfficiënt (ICC)) van de totaalscores, het eindoordeel en subschalen van de SVR-20, Static- 99, HKT-30 en de PCL-R instrumenten. TABEL A Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid SVR-20, Static-99, HKT-30 en PCL-R SVR-20 Static-99 HKT-30 PCL-R Totaalscore.78 Totaalscore.83 Totaalscore.81 Totaalscore.84 Eindoordeel.63 Risicocategorie.73 Eindoordeel.61 Factor 1 (1 e ed.).71 Psychosociale.77 Historische items.79 Factor 2 (1 e ed.).77 aanpassing Seksuele delicten.58 Klinische items.76 Interpersoonlijk (2 e ed.).75 Toekomstplannen.66 Toekomst items.72 Affectief (2 e ed.).57 Levenstijl (2 e ed.).84 8

9 Antisociaal (2 e ed.).76 Noot. SVR-20 = Sexual Violence Risk-20. HKT-30 = Historisch Klinisch Toekomst-30. PCL-R = Psychopathy Checklist-Revised. 1 e ed. = 1 e editie PCL-R (1991). 2 e ed. = 2 e editie PCL-R (2003). SVR-20. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de SVR-20 (Tabel A) was over het geheel genomen redelijk tot goed te noemen (ICC =.78 voor de SVR-20 totaalscore en.63 voor het gestructureerd klinisch oordeel). De betrouwbaarheid varieerde per subschaal. Deze was goed voor Psychosociale aanpassing (ICC =.77), redelijk voor Toekomstplannen (ICC =.66) en matig voor Seksuele delicten (ICC =.58). De mate van overeenstemming was voor het merendeel van de afzonderlijke items acceptabel (ICC-waarden.60). Static-99. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de Static-99 was, over het geheel genomen, goed tot uitstekend (ICC =.73 voor de risicocategorie en.83 voor de totaalscore). Voor het merendeel van de items was de mate van overeenstemming hoog (ICC-waarden.75), met uitzondering van een aantal items aangaande slachtofferkenmerken die een redelijke overeenstemming tussen beoordelaars liet zien. HKT-30. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de HKT-30 was uitstekend voor zowel de totaalscore als de Historische items (ICC s respectievelijk.81 en.79) en voor de Toekomst en Klinische subschalen was de betrouwbaarheid redelijk tot goed (ICC s respectievelijk.72 en.76). De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de afzonderlijke items varieerde sterk. PCL-R. Voor de PCL-R gold dat de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de totaalscore uitstekend was (ICC =.84) en van Factor 1 en 2 goed (ICC =.71 en.77 respectievelijk). Voor het vier-factorenmodel was de betrouwbaarheid voor de factoren Interpersoonlijk (ICC =.75), Antisociaal (ICC =.76) en Levensstijl (ICC =.84) goed, maar matig voor de factor Affectief (ICC =.57). De betrouwbaarheid van de meeste individuele PCL-R items was redelijk goed. De items van Factor 1 van het twee-factorenmodel lieten verhoudingsgewijs vaker een lagere overeenstemming tussen beoordelaars zien dan de items van Factor 2. 9

10 Voorspellende waarde instrumenten (predictieve validiteit) De voorspellende waarde van de SVR-20, Static-99, HKT-30 en PCL-R werd onderzocht met Receiver Operating Characteristics (ROC) analyses. De ROC analyse leidt tot een ROC curve, waarbij de Area under the Curve (AUC) de maat voor de voorspellende waarde van het instrument weergeeft. Tabel B geeft de AUC-waarden, met 95% betrouwbaarheidsinterval, van de SVR-20, Static-99, HKT-30 en PCL-R voor de verschillende recidivecategorieën. TABEL B Predictieve validiteit van (subschalen van) de SVR-20 (N=86), Static-99 (N=77), HKT-30 (N=83) en PCL-R (N=84) voor recidive Recidivecategorie Seksueel Gewelddadig niet-seksueel Algemeen gewelddadig Instrument AUC SE 95% BI AUC SE 95% BI AUC SE 95% BI SVR-20 Totaalscore * * Risico-inschatting * * Psychosociale aanpassing * * Seksuele delicten Toekomstplannen * Static-99 Totaalscore ** Risicocategorie * HKT-30 Totaalscore Risico-inschatting Historische/statische indicatoren * Klinische/dynamische indicatoren Toekomstig/situatieve indicatoren * * PCL-R Totaalscore Factor 1 (1 e ed.) Factor 2 (1 e ed.) * * Interpersoonlijk (2 e ed.) Affectief (2 e ed.) Levensstijl (2 e ed.)

11 Antisociaal (2 e ed.) * * Noot. SVR-20 = Sexual Violence Risk-20. HKT-30 = Historisch Klinisch Toekomst-30. PCL-R = Psychopathy Checklist- Revised. 1 e ed. = 1 e editie PCL-R (1991). 2 e ed. = 2 e editie PCL-R (2003). AUC = Area under the curve. SE = Standard error. Gewelddadige niet-seksuele recidive is inclusief veroordelingen voor levensdelicten (n=7). * p <.05, ** p <.01 (tweezijdig). Om een inzicht te geven in de percentages correcte en incorrecte inschattingen die ten grondslag liggen aan de gevonden AUC-waarden, wordt de risico-inschatting (laag-matighoog) van elk instrument gerelateerd aan de daadwerkelijke recidive na behandeling. SVR-20. De waarde van de SVR-20 totaalscore voor het voorspellen van seksuele recidive was zeer matig (Tabel B), wat ook gezegd kan worden van de predictieve validiteit van de subschalen van de SVR-20 (AUC-waarden <.60). Ook van de eindbeoordeling (het gestructureerd klinisch oordeel) bleek het onderscheidend vermogen voor seksuele recidive zeer beperkt. De predictieve validiteit van de SVR-20 was enigszins beter voor gewelddadige nietseksuele recidive en algemeen gewelddadige recidive dan voor seksuele recidive. Voor gewelddadige niet-seksuele recidive bleek de voorspellende waarde redelijk voor de totaalscore, voor het eindoordeel en voor de subschaal Psychosociale aanpassing (significante AUC-waarden respectievelijk.63,.64 en.66). Voor algemeen gewelddadige recidive lieten de SVR-20 totaalscore, het eindoordeel en de subschalen, met uitzondering van de subschaal Seksuele delicten, eveneens een redelijke predictieve validiteit zien (significante AUC-waarden van.63 tot.65). De SVR-20 risicobeoordelingen (laag-matig-hoog) werden gerelateerd aan de daadwerkelijke seksuele recidive na ontslag om inzicht te krijgen in de percentages juiste en onjuiste inschattingen. Veertien procent (n=3) van de laag risico patiënten (volgens de SVR- 20) werd opnieuw veroordeeld voor een seksueel delict versus 15% (n=5) van de matig risico en 23% (n=7) van de hoog risico patiënten. Deze verschillen waren niet significant. Static-99. De predictieve validiteit van de Static-99 totaalscore en van de risicocategorie voor seksuele recidive voor de totale groep was zeer matig. Dit gold eveneens voor gewelddadige niet-seksuele recidive. Voor algemeen gewelddadige recidive gold dat de predictieve validiteit van de Static-99 totaalscore en van de risicocategorie redelijk was (significantie AUC-waarden van.67 en.63 respectievelijk). 11

12 Géén enkele patiënt in de risicocategorieën laag en laag gemiddeld (volgens de Static-99) werd opnieuw veroordeeld voor een seksueel delict. Daarentegen werden de patiënten (35%; n=9) in de categorie hoog gemiddeld risico significant vaker opnieuw veroordeeld voor een seksueel delict dan de patiënten in de categorie hoog risico (15%; n=5). HKT-30. De predictieve validiteit van de HKT-30 voor seksuele recidive was zeer matig. Voor gewelddadige niet-seksuele recidive werden significante AUC-waarden gevonden voor de subschalen Historische/statische indicatoren en Toekomstige/situatieve indicatoren van respectievelijk.65 en.63. Voor algemeen gewelddadige recidive bleek de subschaal Toekomstig/situatieve indicatoren een acceptabele voorspellende waarde te hebben (AUC =.65, p <.05). De HKT-30 risicobeoordelingen (laag-matig-hoog) werden gerelateerd aan de daadwerkelijke seksuele recidive na ontslag om inzicht te krijgen in de percentages juiste en onjuiste inschattingen. Acht procent (n=1) van de laag risico patiënten werd opnieuw veroordeeld voor een seksueel delict versus 14% (n=6) van de patiënten met een matig risico en 25% (n=7) van de hoog risico patiënten. De verschillen waren niet significant. PCL-R. Voor zowel de PCL-R totaalscore als voor Factor 1 Agressief narcisme en Factor 2 Antisociale levensstijl werden geen significante AUC-waarden gevonden met betrekking tot het voorspellen van seksuele recidive. Met betrekking tot het voorspellen van gewelddadige niet-seksuele recidive werd een redelijke predictieve validiteit gevonden voor PCL-R Factor 2 Antisociale levensstijl en Factor 4 Antisociaal van het vier-factorenmodel van de PCL-R (AUC-waarden van respectievelijk.63 en.68, p <.05). Deze variabelen waren ook redelijk goede voorspellers van algemeen gewelddadige recidive (AUC-waarden respectievelijk.63 en.65, p <.05). Twintig procent (n=14) van de niet-psychopathische delinquenten (PCL-R < 26) werd opnieuw veroordeeld voor een seksueel delict versus 6% (n=1) van de psychopathische delinquenten (PCL-R 26). Voorspellende waarden instrumenten voor onderscheiden subgroepen patienten In de huidige studie is ook nagegaan in hoeverre de predictieve validiteit van de onderzochte instrumenten verschilde voor subgroepen patiënten, te weten verkrachters/aanranders, pedoseksuele daders, patiënten met een geschiedenis van vermogens- en geweldsdelicten en patiënten zonder een dergelijk verleden. 12

13 Verkrachters/aanranders. De SVR-20 had geen voorspellende waarde voor seksuele recidive en gewelddadige niet-seksuele recidive bij verkrachters/aanranders. Wat betreft algemeen gewelddadige recidive was de SVR-20 totaalscore de enige matig significante voorspeller bij verkrachters/aanranders (AUC-waarde van.66, p <.05). De Static-99 totaalscore bleek eveneens geen goede voorspeller te zijn voor seksuele recidive, maar had wel een matig tot redelijke voorspellende waarde voor algemeen gewelddadige recidive onder verkrachters/aanranders (AUC =.68, p <.05). De HKT-30 had evenmin enige voorspellende waarde voor seksuele recidive onder de dadergroep verkrachters/aanranders. Voor algemeen gewelddadige recidive bleek alleen de subschaal Toekomstige/situatieve indicatoren enige predictieve waarde te hebben (AUC =.68, p <.05). De PCL-R, ten slotte, voorspelde noch seksuele recidive, noch gewelddadige nietseksuele recidive en algemeeen gewelddadige recidive bij de groep verkrachters/aanranders. Pedoseksuele daders. Voor zowel de SVR-20, Static-99 en de HKT-30 bleken de totaalscore, subschalen en het eindoordeel geen predictieve waarde te hebben voor het voorspellen van seksuele recidive. De PCL-R liet voor deze groep evenmin een signficante relatie zien met seksuele recidive. Factor 4 ( Antisociaal ) van het vier-factorenmodel van de PCL-R bleek echter een goede voorspeller te zijn van zowel gewelddadige niet-seksuele recidive als algemeen gewelddadige recidive bij pedoseksuele daders (AUC-waarden respectievelijk.78 en.79, p <.01). De SVR-20 subschalen Psychosociale aanpassing en Toekomstplannen lieten beiden een redelijk onderscheidend vermogen zien voor algemeen gewelddadige recidive door pedoseksuele daders (AUC-waarden van.73 en.72, p <.05). Onderscheid naar delictverleden. Voor de subgroep patiënten met vermogens- en geweldsdelicten in het verleden bleek het onderscheidend vermogen van de instrumenten voor het voorspellen van seksuele recidive achter te blijven bij het onderscheidend vermogen van de instrumenten voor gewelddadige niet-seksuele recidive en algemeen gewelddadige recidive. De Static-99 liet voor geen van de recidivecategoriëen een significant positieve samenhang zien. Voor gewelddadige niet-seksuele recidive gold dat de totaalscore van de SVR-20 en de subschaal Psychosociale aanpassing, alsmede de HKT-30 subschaal Toekomstige/situatieve indicatoren dergelijke recidive redelijk voorspelden (AUC-waarden >.70, p <.05). Voor algemeen gewelddadige recidive bleken de HKT-30 totaalscore, de subschalen (uitgezonderd 13

14 de Historische/statische indicatoren ) en het eindoordeel van de HKT-30, alsmede de SVR-20 totaalscore en subschalen Psychosociale aanpassing en Toekomstplannen (AUC-waarden >.70, p <.05) allen een redelijk tot goed vermogen te hebben om recidivisten van nietrecidivisten te onderscheiden. Ook de PCL-R totaalscore, Factor 2 Antisociale levensstijl en de Factor Affectief van het vier-factorenmodel bleken significant geassocieerd met algemeen gewelddadige recidive (AUC-waarden.69 tot.71). Voor de subgroep patiënten met alléén zedendelicten in het verleden (zogenaamde zuivere zedendelinquenten) viel op dat géén van de onderzochte instrumenten over voldoende voorspellende waarde beschikte om seksuele recidive te voorspellen. Opvallend was dat zowel de PCL-R totaalscore (AUC =.20, p <.05) als Factor 1 (Agressief narcisme) van de PCL-R (AUC =.21, p <.05) negatief samenhingen met seksuele recidive bij zuivere zedendelinquenten. Wat betreft gewelddadige niet-seksuele recidive en algemeen gewelddadige recidive bleek eveneens dat géén van de onderzochte instrumenten voor deze groep voldoende voorpellende waarde had, met uitzondering van de Static-99 totaalscore (AUC-waarden respectievelijk.75 en.78, p <.01) en de Static-99 risicocategorie (AUCwaarden respectievelijk.73 en.75, p <.01). Seksuele deviatie, psychopathie en seksuele recidive Zowel voor de totale onderzoeksgroep als voor de groep pedoseksuele daders was er geen duidelijke positieve relatie tussen de aanwezigheid van een seksueel deviante voorkeur en seksuele recidive. Verkrachters/aanranders met een seksueel deviante voorkeur bleken echter wel significant vaker te recidiveren met een seksueel delict dan verkrachters/aanranders zonder seksueel deviante voorkeur (32% versus 9%). Noch bij de totale onderzoeksgroep noch bij de onderscheiden dadergroepen bleek er een samenhang te zijn tussen de combinatie psychopathie/seksueel deviante voorkeur enerzijds en seksuele recidive anderzijds. Conclusies Psychometrische kwaliteit en betrouwbaarheid van de instrumenten De items van SVR-20, Static-99, HKT-30 als de PCL-R blijken betrouwbaar te scoren, al varieert de mate waarin de beoordelaars overeenstemmen op afzonderlijke items soms sterk. Op basis van zowel de SVR-20 als de HKT-30 blijkt het merendeel van de patiënten ingeschat als matig risicovol of hoog risicovol op toekomstige seksuele recidive. Het blijkt niet dat 14

15 één van deze twee instrumenten in vergelijking met de andere het risico structureel hoger of lager inschat. Predictieve validiteit van de instrumenten Voor de totale groep seksuele delinquenten is het onderscheidend vermogen van de SVR-20, Static-99, HKT-30 en de PCL-R om seksuele recidivisten van niet-seksuele recidivisten te scheiden onvoldoende. Op schaal- of subschaalniveau hebben géén van de instrumenten een onderscheidend vermogen als het gaat om het voorspellen van seksuele recidive. De waarde van de SVR-20, Static-99, HKT-30 en de PCL-R voor het voorspellen van seksuele recidive in de onderscheiden groepen verkrachters/aanranders en pedoseksuele daders is beperkt. Voor gewelddadige niet-seksuele recidive en algemeen gewelddadige recidive geldt dat zowel de SVR-20, de Static-99 en de HKT-30 als de PCL-R een matig tot redelijke validiteit hebben. Met betrekking tot gewelddadige niet-seksuele recidive is Factor 4 Antisociaal van het vier-factorenmodel van de PCL-R relatief gezien de beste voorpeller. Voor algemeen gewelddadige recidive is dit de Static-99 totaalscore. De waarde van de SVR-20, HKT-30 en de PCL-R voor het voorspellen van gewelddadige niet-seksuele recidive en algemeen gewelddadige recidive bij verkrachters/aanranders is beperkt, met uitzondering van de Static-99 die een matig tot redelijk onderscheidend vermogen heeft. Voor pedoseksuele daders blijkt evenens beperkte predictieve waarde van de instrumenten, met uitzondering van Factor 4 (Antisociaal) van het vier-factorenmodel van de PCL-R, die een goede predictieve validiteit voor gewelddadige niet-seksuele en algemene gewelddadige recidive toonde. De SVR-20 subschalen Psychosociale aanpassing en Toekomstplannen lieten beiden een redelijk onderscheidend vermogen zien voor algemeen gewelddadige recidive door pedoseksuele daders. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat de SVR-20, HKT-30 en de PCL-R een betere predictieve validiteit hebben voor zedendelinquenten met een verleden van vermogensen geweldsdelicten in vergelijking met zedendelinquenten die alléén zedendelicten pleegden. De Static-99 heeft daarentegen voor de zedendelinquenten die alléén zedendelicten pleegden een redelijk tot goede voorspellende waarde voor gewelddadige niet-seksuele recidive en algemeen gewelddadige recidive. Hoewel uit het onderzoek blijkt dat de onderzochte instrumenten enige predictieve validiteit hebben, is het zaak aan verbetering te werken, omdat deze validiteit te gering is om er 15

16 belangrijke beslissingen op te baseren. Het huidige project biedt aanknopingspunten om tot verfijning en verbeteringen te komen. Dit rapport moet dan ook worden gezien als een stap in een proces van voortdurende verbetering. Het is van groot belang dat de sector als geheel zich aan dit proces committeert en dat de FPC s daarin eensgezind samenwerken. 16

17 SUMMARY According to the Dutch Code of Criminal Law, a defendant who, at the time of the alleged crime, suffered from a mental defect or disorder may receive what is called a disposal to be involuntarily admitted to a forensic psychiatric hospital on behalf of the state (maatregel van terbeschikkingstelling, tbs-order). The legitimacy of the tbs-order lies in the right for society to protect itself against unacceptable risks of (severe) criminal behaviour. Nowadays, as a general policy, Dutch forensic psychiatric institutions perform structured risk assessments of tbspatients and base their judgement of termination of the tbs-order with acceptable risk for society on these structured methods. The question which instrument is best suited for the prediction of sexual recidivism and should therefore be used in the forensic hospitals as a general procedure, has yet to be answered. Aim of the study The main goal of the current research was to investigate whether the SVR-20, Static-99 and HKT-30 lead to accurate predictions of future sexual and/or nonsexual violence after discharge of male mentally disordered sex offenders in the Netherlands. Also, the predictive validity of psychopathy, according to the Psychopathy Checklist-Revised (PCL-R), is examined. An important question is whether one risk assessment instrument predicts more accurately than the other(s). Sample The sample consisted of 88 treated high-risk sex offenders, who were involuntarily admitted between May 1983 and January 1999, to one of nine forensic psychiatric hospitals, and were discharged between January 1, 1992 and January 1, The mean treatment duration was 84 months (7 years), varying from six months to more than 15 years. Of the sample, 53 of the patients were convicted for rape or assault and 33 were child molesters (n=33). The remaining two patients were convicted for both rape and child molestation. Procedure 17

18 The study had a retrospective design. The study variables (SVR-20, Static-99, HKT-30 and PCL-R) were coded from institutional files. In general, these files were extensive and contained police records, psychiatric and psychological evaluations, a written criminal history, family background data, treatment plans, treatment evaluations, and the hospital s (bi-) annual advice to the court about the need for prolongation of the tbs-order. All files were reviewed by two independent raters; one rater coded the SVR-20 (and the Static-99 and PCL-R), the other rater coded the HKT-30 (and the Static-99 and PCL-R), without knowledge of recidivism data. In order to establish interrater reliability for the HKT-30 and SVR-20, two raters (in different compositions out of the total group of 35 raters) independently rated 30 files that were randomly selected from the 88 cases. Redivism data were retrieved from the Judicial Documentation register of the Dutch Ministery of Justice. Sexual recidivism was defined as a new conviction by the court for a sexual offense in accordance with Dutch criminal law. Violent nonsexual recidivism was defined as a new conviction by the court for a violent, nonsexual, offense in accordance with Dutch criminal law. Violent recidivism was defined as a reconviction for a violent nonsexual or sexual offense. The mean follow up period after discharge was more than 120 months (10 years), varying from 18 months to more than 15 years. Main results By the end of the follow up period, according to the Judicial registration system, 15 of 88 sexual offenders (17%) were reconvicted for a sexual offense; 28 patients (35%) were reconvicted for a violent nonsexual offense. A total of 35 patients (40%) were reconvicted for a violent (including sexual) offense. For rapists/assaulters, the base rate of sexual recidivism was 17%, for child molesters 13%. The base rates for violent nonsexual and violent recidivism were also higher among rapists (34% versus 24% and 40% versus 30%, respectively). Furthermore, sex offenders with a history of property and/or violent offenses were more likely to reoffend with a sexual offense than sex offenders without a history of property and/or violent offenses (26% versus 11%). In addition, for sex offenders with a history of property and/or violent offenses, the failure rate for violent nonsexual recidivism is 40%, for violent recidivism 54%. For for sex offenders without a history of property and/or violent offenses, the failure rate for violent nonsexual recidivism is 26%, for violent recidivism 30%. 18

19 Interrater reliability SVR-20, Static-99, HKT-30, and PCL-R Table A shows the interrater reliabilities (single measure intraclass correlation coefficients (ICCs)) of the instruments. TABLE A Interrater reliability of the SVR-20, Static-99, HKT-30 en PCL-R SVR-20 Static-99 HKT-30 PCL-R Total score.78 Total score.83 Total score.81 Total score.84 Risk judgement.63 Risk category.73 Risk judgement.61 Factor 1 (1 st ed.).71 Psychosocial Historical items.79 Factor 2 (1 st ed.).77 adjustment.77 Sexual offenses.58 Clinical items.76 Interpersonal (2 nd.75 ed.) Future plans.66 Future items.72 Affective (2 nd ed.).57 Lifestyle (2 nd ed.).84 Antisocial (2 nd ed.).76 Note. SVR-20 = Sexual Violence Risk-20. HKT-30 = Historical Clinical Future-30. PCL-R = Psychopathy Checklist- Revised. 1 st ed. = first edition of the PCL-R (Hare, 1991). 2 nd ed. = second edition of the PCL-R (Hare, 2003). SVR-20. Overall, the interrater reliability of the SVR-20 was fair to good (Table A), with an ICC for the SVR-20 total score of.78 and.63 for the structured risk judgement. Interrater reliability was good for the Psychosocial adjustment subscale, (ICC =.77), fair for the Future plans subscale (ICC =.66) and poor for the Sexual offenses subscale (ICC =.58). Also, interrater reliability for most of the individual items of the SVR-20 was acceptable (ICCvalues.60). Static-99. Interrater reliability of the Static-99 totalscore was excellent (ICC =.83), and for the risk category it was good (ICC =.73). Also, for most of the individual items interrater reliabilities were good to excellent (ICC-values.75). HKT-30. The interrater reliability of the HKT-30 total score and Historical scale were excellent (ICCs.81 and.79, respectively). The Future and Clinical scales revealed fair to good interrater reliability (ICCs.72 and.76, respectively). Some individual items of the Clinical and Future subscales, however, had poor interrater reliability.. PCL-R. The interrater reliability of the PCL-R total score was excellent (ICC =.84), for Factor 1 and 2 good interrater agreement was obtained (ICC =.71 and.77, respectively). The factors Interpersonal (ICC =.75), Antisocial (ICC =.76) and Lifestyle (ICC =.84) of the 19

20 PCL-R four-factormodel also revealed good interrater reliability. Moderate interrater reliability was obtained for the Affective factor (ICC =.57). Predictive validity SVR-20, Static-99, HKT-30, and PCL-R The predictive validity of the instruments was established with Receiver Operating Characteristics (ROC) analyses. The ROC analyses result in a plot of the true positive rate against the false positive rate for every possible cut off score of the instrument. The area under the curve (AUC) can be interpreted as the probability that a randomly selected recidivist would score higher on the instrument than a randomly selected non-recidivist. Table B shows the AUC values, with 95% confidence intervals, of the SVR-20, Static-99, HKT-30, and PCL-R for sexual, violent nonsexual and violent recidivism. TABLE B Predictive validity of (subscales of) the SVR-20 (N=86), Static-99 (N=77), HKT-30 (N=83) and PCL-R (N=84) for sexual, violent nonsexual recidivism and violent recidivism Recidivism Sexual Violent nonsexual Violent Instrument AUC SE 95% CI AUC SE 95% CI AUC SE 95% CI SVR-20 Total score * * Risk judgement * * Psychosocial adjustment * * Sexual offenses Future plans * Static-99 Total score ** Risk category * HKT-30 Total score Risk judgement Historical indicators * Clinical indicators Future indicators * * PCL-R 20

21 Total score Factor 1 (1 st ed.) Factor 2 (1 st ed.) * * Interpersonal (2 nd ed.) Affective (2 nd ed.) Lifestyle (2 nd ed.) Antisocial (2 nd ed.) * * Noot. SVR-20 = Sexual Violence Risk-20. HKT-30 = Historical Clinical Future-30. PCL-R = Psychopathy Checklist- Revised. 1 st ed. = first edition of the PCL-R (Hare, 1991). 2 nd ed. = second edition of the PCL-R (Hare, 2003). AUC = Area under the curve. SE = Standard error. Violent nonsexual recidivism includes convictions for homicide offenses (n=7). * p <.05; ** p <.01 (two-tailed). Predictive validity SVR-20. All AUC-values for the SVR-20 total score, and final risk judgement were non-significant. The AUC-values demonstrating the strength of the association with sexual recidivism of the SVR-20 scales (total score, final risk judgement, Psychosocial adjustment, Sexual offenses, Future plans ) were poor. The predictive validity of the SVR- 20 for violent non-sexual recidivism and violent (including sexual) recidivism was better than it was for sexual recidivism. For violent non-sexual recidivism, the predictive validity was fair with significant AUC-values of.63 for the SVR-20 total score,.64 for the final judgement and.66 for the Psychosocial adjustment subscale. For violent recidivism, the SVR-20 total score, the final risk judgement, and the SVR-20 subscales, with the exception of the scale Sexual offenses, demonstrated fair predictive validity (AUC-values from.63 to.65). Fourteen percent (n=3) of the patients considered low risk, according to the SVR-20, were reconvicted for a sexual crime versus 15% (n=5) of the moderate risk and 23% (n=7) of the high risk patients. These differences, however, were not significant. Predictive validity Static-99. No predictive validity for sexual recidivism was found for the Static-99 total score and risk category. Also no predictive validity for violent non-sexual recidivism was found. The predictive validity for violent (including sexual) reoffending, however, was fair for the Static-99 total score (AUC =.67, p <.01) and risk category (AUC =.63, p <.05). None of the patients in the risk categories low or moderate-low (according to the Static-99) was reconvicted for another sexual offense. The patients in the category moderatehigh, however, were more often reconvicted for sexual offenses, 35% (n=9), than patients in the highest risk category ( high ) of the Static-99, 15% (n=5). 21

22 Predictive validity HKT-30. As for the SVR-20 and Static-99, AUC-values for the HKT-30 total score, final risk judgement, and subscales, were non-significant. Thus, the HKT- 30 had no discriminative power for sexual reoffending. The predictive validity of the HKT-30 Historical and Future subscales for violent nonsexual recidivism, however, was significant (AUCs of.65 and.63, p <.05). The HKT-30 Future subscale also had fair predictive validity for violent recidivism (AUC =.65, p <.05). Eight percent (n=1) of the HKT-30 low risk patients were reconvicted for a sexual crime versus 14% (n=6) of the moderate risk, and 25% (n=7) of the high risk patients. The differences were non-significant. Predictive validity PCL-R. With regard to sexual reoffending, only non-significant AUC-values were found for the PCL-R. For violent nonsexual recidivism, a fair predictive validity was found for PCL-R Factor 2 Antisocial Lifestyle of the two-factormodel and Factor 4 Antisocial of the four-factormodel (AUCs.63 and.68, p <.05), which is comparable to the predictive validity of these factors for violent (including sexual) recidivism (AUCs.63 and.65, p <.05). Twenty percent (n = 14) of the non-psychopathic offenders were reconvicted for a sexual offense versus 6% (n = 1) of the psychopathic patients (PCL-R score 26). Predictive accuracy instruments for different subgroups Rapists/assaulters. The SVR-20 had no predictive value for sexual and violent nonsexual reoffending. Only the SVR total score was a moderately significant predictor for violent (including sexual) reoffending in this study (AUC =.66, p <.05). The predictive validity of the Static-99 for sexual recidivism is also insufficient, although it was a moderate to fair predictor for violent reoffending (AUC =.68, p <.05). The HKT-30 demonstrated no discriminative power for sexual recidivism. Only the HKT-30 Future subscale showed moderate discriminative power for violent reoffending (AUC =.68, p <.05). Finally, the PCL-R demonstrated no predictive validity for sexual, violent nonsexual and violent reoffending. Child molesters. The SVR-20, Static-99, HKT-30 and PCL-R did not have any predictive power for sexual reoffending. The SVR-20 subscales Psychosocial adjustment and Future plans, however, showed a fair discriminative power for violent recidivism (AUC- 22

23 values.73 and.72, p <.05). Factor 4 (Antisocial) of the PCL-R four-factor model was a good predicitor for violent nonsexual and violent reoffending (AUC-values of.78 and.79, p <.01). Sex offenders with a history of property and/or violent offenses versus sex offenders without a history of property and/or violent offenses. For sex offenders without a history of property and/or violent offenses, none of the instruments had sufficient predictive validity with regard to sexual recidivism. Remarkably, the PCL-R total score and Factor 1 were negatively associated with sexual reoffending (AUCs.20 and.21, p <.05). For violent nonsexual and violent reoffending, the Static-99 total score and risk category had sufficient to strong predictive value for violent nonsexual (AUCs.75 and.78, p <.01) and violent reoffending (AUCs.73 and.75, p <.01). In general, for sex offenders with a history of property and/or violent crimes prior to their (sexual) index offense, the discriminative power of the instruments was more sufficient when compared to sex offenders without a history of property and/or violent offenses. Although the instruments lacked any predictive power for sexual recidivism, it was found that the SVR-20 total score, the SVR-20 Psychosocial adjustment subscale, and the HKT-30 Future subscale were fairly strong associated with violent nonsexual reoffending (AUCvalues >.70, p <.05). For violent (including sexual) recidivism, the HKT-30 total score, as well as the HKT-30 Clinical and Future subscales and the structural clinical judgement had fair to good discriminative power (AUCs >.70, p <.05). The PCL-R totalscore, Factor 2 Antisocial lifestyle, and, surprisingly, Factor 2 (Affective) of the PCL-R four-factor model were significantly associated with violent (including sexual) reoffending (AUCs.69 to.71 p <.05). Sexual deviance, psychopathy and sexual recidivism For the total group, as for child molesters, no positive relation was found between the presence of sexual deviant preferences and sexual reoffending. For rapists/assaulters, however, it was found that those with sexual deviant preferences were significantly more often reconvicted (32% versus 9%) for a sexual offense after treatment than rapist/assaulters without sexual deviant preferences. The association between the combination of psychopathy and sexual deviant preferences on one hand and sexual reoffending on the other hand was not confirmed in this study. 23

24 Conclusions The present study examined the psychometric quality, reliability and the predictive validity of the structured risk assessment tools for a group of released Dutch offenders, convicted for a sexual offense, involuntarily admitted to a forensic psychiatric hospital. The main results are summarized below. Psychometric quality and reliability of the instruments The SVR-20, Static-99, HKT-30 and the PCL-R can be coded consistently and reliably from patient files, although interrater reliability on individual items varies. Based on structured risk judgements of both the SVR-20 and the HKT-30 the greater part of the patients was assessed as moderate risk or high risk on future offending. Neither of these two risk assessment instruments appears to assess risk of future offending structurally higher or lower in comparison to the other. Predictive validity of the instruments For the total group of sex offenders, the discriminative power of the SVR-20, Static-99, HKT- 30 and the PCL-R to discriminate those who sexually reoffend after treatment from patients that do not reoffend is insufficient. Dividing subjects according to type of index offense (rapists/assaulters versus child molesters) revealed that the SVR-20, Static-99, HKT-30 and the PCL-R did not predict sexual reoffending in both goups. For the prediction of violent nonsexual and violent reoffending, the SVR-20, Static-99, HKT-30 and PCL-R have moderate to fair discriminative power. With regard to violent nonsexual reoffending, Factor 4 (Antisocial) of the PCL-R four-factor model was the best predictor, for violent (including sexual) recidivism the Static-99 totalscore was the best predictor. For rapists/assaulters, the predictive validity of the SVR-20, HKT-30 and the PCL-R for violent nonsexual and violent (including sexual) reoffending is weak to moderate, the Static-99 has moderate to fair discriminative power. For child molesters, the predictive validity of the SVR-20 Psychosocial adjustment and Future plans for violent nonsexual and violent (including sexual) reoffending was moderate. PCL-R Factor 4 (Atisocial) of the four factor model of the PCL-R was a good predictor of violent nonsexual and violent recidivism. Divding subjects according to crime history (sex offenders with a history of property and/or violent crimes versus sex offenders without a history of property and/or violent offenses) revealed that, for all categories of reoffending, the predictive accuracy of the risk 24

25 assessment tools was better for sex offenders with a history of property and/or violent crimes. The Static-99, however, had fair to good discriminative power for violent nonsexual reoffending and violent reoffending in the group of sex offenders without a history of property/violent crimes. 25

26 1. INLEIDING De afgelopen jaren is het gebruik van gestructureerde klinische risicotaxatie voor het inschatten van recidiverisico s gemeengoed geworden in de Nederlandse forensisch psychiatrische centra. Vanaf januari 2003 zijn met alle forensisch psychiatrische centra afspraken gemaakt over de fase(n) waarin toepassing van een risicotaxtie-instrument bijdraagt aan de beslissing over het eventueel aan een tbs-gestelde te verlenen verlof of verlengingsadvies. In het Vernieuwde verlofbeleidskader TBS (Werkgroep verlof en veiligheidsbeleid TBS, 2004) staat voorgeschreven, dat in een verlofaanvraag de inschatting van het risico voor (seksueel) gewelddadig gedrag dient te worden vastgesteld met behulp van enkele risicotaxatieinstrumenten. Onlangs is het beleidskader voor verlofaanvragen aangepast naar de laatste (wetenschappelijke) inzichten over belangrijke factoren die mogelijk wijzen op een verhoogd (recidive)risico ( Verloftoetsingskader 2007 ). In dit zogenaamde verloftoetsingskader is vastgesteld dat een risicotaxatie dient te gebeuren met behulp van de risicotaxatie-instrumenten HCR-20 en/of HKT-30. Voor seksuele delinquenten dient daarnaast de SVR-20 te worden toegepast voor een taxatie van het risico op een seksueel delict. Daarnaast dient de PCL-R te worden afgenomen. In 2005 werd in een multicenter retrospectief onderzoek de betrouwbaarheid en predictieve validiteit van de HCR-20, HKT-30 en de PCL-R onderzocht (Hildebrand, Hesper, Spreen & Nijman, 2005) bij een groep uitgestroomde ex-ter beschikking gestelden. De onderzoekspopulatie, afkomstig uit acht klinieken, bestond uit 156 mannelijke patiënten die veroordeeld waren voor een gewelddadig niet-seksueel delict. In dat onderzoek werd aangetoond dat zowel HCR-20 als de HKT-30 en de PCL-R van zowel voldoende psychometrische kwaliteiten als predictieve validiteit waren voor risicotaxatie. In onderhavig onderzoek staan de psychometrische kwaliteiten en de predictieve validiteit van de SVR-20, Static-99 en de HKT-30 voor seksueel delinquenten centraal. Daarnaast wordt de PCL-R meegenomen in het onderzoek, omdat dit instrument veel gebruikt wordt in de forensische psychiatrische praktijk. Het uitvoeren van gedegen risicotaxatie bij zedendelinquenten is in vele opzichten van belang. Er dient regelmatig een uitspraak gedaan te worden over het risico op toekomstig gewelddadig gedrag alvorens een (proef)verlof te starten en/of de TBS (voorwaardelijk) te beëindigen (Nieuwenhuijzen & Philipse, 2002). Deskundigen die zich bezighouden met het inschatten van (recidive) risico s bij seksuele delinquenten dienen zich bewust te zijn van de specifieke kenmerken van verschillende typen zedendelinquenten (zoals pedoseksuele daders, 26

Tijdschrift voor Seksuologie (2006) 30, 204-214

Tijdschrift voor Seksuologie (2006) 30, 204-214 Tijdschrift voor Seksuologie (2006) 30, 204-214 www.tijdschriftvoorseksuologie.nl Voorspelling van recidive bij zedendelinquenten met behulp van retrospectief gebruik van de PCL-R en SVR-20 Koen Koster,

Nadere informatie

de waarde van gestructureerde risicotaxatie en van de diagnose psychopathie

de waarde van gestructureerde risicotaxatie en van de diagnose psychopathie de waarde van gestructureerde risicotaxatie en van de diagnose psychopathie EEN ONDERZOEK NAAR DE BETROUWBAARHEID EN PREDICTIEVE VALIDITEIT VAN DE HCR-20, HKT-30 EN PCL-R M. Hildebrand B.L. Hesper M. Spreen

Nadere informatie

Onderzoek met de SAPROF

Onderzoek met de SAPROF Onderzoek met de SAPROF De Vries Robbé & De Vogel SAPROF 2 e Editie handleiding, 2012 Betrouwbaarheid en validiteit Retrospectief dossieronderzoek In verschillende internationale instellingen wordt momenteel

Nadere informatie

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:

Nadere informatie

Waar moet het heen? Wat is het doel? What works? (Andrews & Bonta, 2010) What works? Hoe kunnen we het risico per individu bepalen?

Waar moet het heen? Wat is het doel? What works? (Andrews & Bonta, 2010) What works? Hoe kunnen we het risico per individu bepalen? Waar moet het heen? Wat is het doel? Wineke Smid wsmid@hoevenkliniek.nl VFS Symposium, Utrecht, Nederland, 22-01-2014 Het terugbrengen van het aantal slachtoffers! What works? What works? (Andrews & Bonta,

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

Het voorspellen van recidive na de tbs-behandeling. Een vergelijkend onderzoek naar de predictieve validiteit van de HKT-EX en HCR-20

Het voorspellen van recidive na de tbs-behandeling. Een vergelijkend onderzoek naar de predictieve validiteit van de HKT-EX en HCR-20 Het voorspellen van recidive na de tbs-behandeling Een vergelijkend onderzoek naar de predictieve validiteit van de HKT-EX en HCR-20 Masterthesis Forensische Psychologie, Departement Klinische Psychologie

Nadere informatie

De psychometrische eigenschappen van de HKT-R Michelle Willems

De psychometrische eigenschappen van de HKT-R Michelle Willems De psychometrische eigenschappen van de HKT-R Michelle Willems Symposium HKT-R: introductie van een gereviseerd instrument voor risicotaxatie en behandelevaluatie Donderdag 13 juni 2013, Conferentiecentrum

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Psychometrische stand van zaken van risicotaxatie-instrumenten voor volwassenen in Nederland

Psychometrische stand van zaken van risicotaxatie-instrumenten voor volwassenen in Nederland o v e r z i c h t s a r t i k e l Psychometrische stand van zaken van risicotaxatie-instrumenten voor volwassenen in Nederland g. t. b l o k, e. d e b e u r s, a. g. s. d e r a n i t z, t. r i n n e achtergrond

Nadere informatie

Jensen D., Wallace S., Kelsay P. (1994). LATCH: a breastfeeding charting system and documentation tool. JOGGN, 23,

Jensen D., Wallace S., Kelsay P. (1994). LATCH: a breastfeeding charting system and documentation tool. JOGGN, 23, LATCH ASSESSMENT TOOL Jensen D., Wallace S., Kelsay P. (1994). LATCH: a breastfeeding charting system and documentation tool. JOGGN, 23, 27-32. Meetinstrument Afkorting LATCH Assessment Tool LATCH Auteur(s)

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Beschermende factoren bij seksuele delinquenten

Beschermende factoren bij seksuele delinquenten Beschermende factoren bij seksuele delinquenten Een retrospectieve studie naar de validiteit van de SAPROF bij ex-terbeschikkinggestelde seksueel delinquenten in de FPC Dr. S. van Mesdag en de Van der

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

De betrouwbaarheid van risicotaxatie in de pro Justitia rapportage

De betrouwbaarheid van risicotaxatie in de pro Justitia rapportage o o r s p r o n k e l i j k a r t i k e l De betrouwbaarheid van risicotaxatie in de pro Justitia rapportage Een onderzoek met behulp van de hkt-30 w. j. c a n t o n, t. s. v a n d e r v e e r, p. j. a.

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner

Nadere informatie

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems. Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING

PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING PSYCHOPATHIE EN EMOTIEVERWERKING PSYCHOPATHY AND EMOTIONAL PROCESSING M.E.Slaats-Gels 836470258 Dr. M. J. Cima-Knijff Eerste scriptiebegeleider Prof. Dr. L. Lechner Tweede scriptiebegeleider Open Universiteit

Nadere informatie

Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting. aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen

Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting. aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen Determinanten en Barrières van Seksuele Patiëntenvoorlichting aan Kankerpatiënten door Oncologieverpleegkundigen Determinants and Barriers of Providing Sexual Health Care to Cancer Patients by Oncology

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher. Bedankt voor het downloaden van dit artikel. De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding)

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:

Nadere informatie

Running head: BREAKFAST, CONSCIENTIOUSNESS AND MENTAL HEALTH 1. The Role of Breakfast Diversity and Conscientiousness in Depression and Anxiety

Running head: BREAKFAST, CONSCIENTIOUSNESS AND MENTAL HEALTH 1. The Role of Breakfast Diversity and Conscientiousness in Depression and Anxiety Running head: BREAKFAST, CONSCIENTIOUSNESS AND MENTAL HEALTH 1 The Role of Breakfast Diversity and Conscientiousness in Depression and Anxiety De Rol van Gevarieerd Ontbijten en Consciëntieusheid in Angst

Nadere informatie

De Relatie tussen Ervaren Organisatiecultuur en Organizational. Commitment in de Periode na een Overname.

De Relatie tussen Ervaren Organisatiecultuur en Organizational. Commitment in de Periode na een Overname. De Relatie tussen Ervaren Organisatiecultuur en Organizational Commitment in de Periode na een Overname. The Relation Between Perceived Organizational Culture and Organizational Commitment After an Acquisition.

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

LinkedIn Profiles and personality

LinkedIn Profiles and personality LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden van Sporten en de Invloed van Egodepletie, Gewoonte en Geslacht The Role of Selfregulation, Motivation and Self-efficacy

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie

Zimmerman, Sheeran, & Young. Beoordelen van de aanwezigheid van depressie DIAGNOSTIC INVENTORY FOR DEPRESSION (DID) Zimmerman, M., Sheeran, T., & Young, D. (2004). The Diagnostic Inventory for Depression: A self-report scale to diagnose DSM-IV Major Depressive Disorder. Journal

Nadere informatie

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric

Nadere informatie

Tahnee Anne Jeanne Snelder. Open Universiteit

Tahnee Anne Jeanne Snelder. Open Universiteit Effecten van Gedragstherapie op Sociale Angst, Zelfgerichte Aandacht & Aandachtbias Effects of Behaviour Therapy on Social Anxiety, Self-Focused Attention & Attentional Bias Tahnee Anne Jeanne Snelder

Nadere informatie

Seksdrive, Stresscoping en Extrinsieke Ambitie : De Verschillen tussen Mannen en Vrouwen. Sexdrive, Stresscoping and Extrinsic Ambition :

Seksdrive, Stresscoping en Extrinsieke Ambitie : De Verschillen tussen Mannen en Vrouwen. Sexdrive, Stresscoping and Extrinsic Ambition : Seksdrive, Stresscoping en Extrinsieke Ambitie : De Verschillen tussen Mannen en Vrouwen Sexdrive, Stresscoping and Extrinsic Ambition : The Differences between Men and Women Karine Garcia Eerste begeleider:

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten

De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en. proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten De relatie tussen depressie- en angstsymptomen, diabetesdistress, diabetesregulatie en proactieve copingvaardigheden bij type 2 diabetespatiënten The relationship between depression symptoms, anxiety symptoms,

Nadere informatie

The Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps."

The Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps. Système de mesure de l autonomie fonctionnelle (SMAF) Hébert R. (1988) The Functional Autonomy Measurement System (SMAF): Description and Validation of an Instrument for the Measurement of Handicaps."

Nadere informatie

Hill P.D., Humenick S.S. (1996). Development of the H&H Lactation Scale. Nursing Research, 45(3), 136-140.

Hill P.D., Humenick S.S. (1996). Development of the H&H Lactation Scale. Nursing Research, 45(3), 136-140. H & H LACTATION SCALE (HHLS) Hill P.D., Humenick S.S. (1996). Development of the H&H Lactation Scale. Nursing Research, 45(3), 136-140. Meetinstrument H&H Lactation Scale Afkorting HHLS Auteur(s) Hill

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht

De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht De Invloed van Altruïsme op de Samenhang tussen Leeftijd en Mentale Veerkracht Study of the Influence of Altruism in the Association of Age and Resilience Maik P.W. de Vos Eerste begeleider: Tweede begeleider:

Nadere informatie

De structuur van de Sexual Violence Risk-20 (SVR-20) in seksueel. gewelddadige terbeschikkinggestelden

De structuur van de Sexual Violence Risk-20 (SVR-20) in seksueel. gewelddadige terbeschikkinggestelden Structuur van de SVR-20 1 Running head: Structuur van de SVR-20 De structuur van de Sexual Violence Risk-20 (SVR-20) in seksueel gewelddadige terbeschikkinggestelden Ruud H.J. Hornsveld 1, Thijs Kanters

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43,

Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43, SESSING SCALE Ferrell, B. A., Artinian, B. M., & Sessing, D. (1995). The Sessing scale for assessment of pressure ulcer healing. J.Am.Geriatr.Soc., 43, 37-40. Meetinstrument Sessing scale Afkorting - Auteur

Nadere informatie

Morse, J. M. (1986). Computerized evaluation of a scale to identify the fall-prone patient. Can J Public Health, 77 Suppl 1,

Morse, J. M. (1986). Computerized evaluation of a scale to identify the fall-prone patient. Can J Public Health, 77 Suppl 1, MORSE FALL SCALE (MFS) Morse, J. M. (1986). Computerized evaluation of a scale to identify the fall-prone patient. Can J Public Health, 77 Suppl 1, 21-25.. Meetinstrument Afkorting Morse fall scale MFS

Nadere informatie

Het nagaan van het verloop van borstvoeding bij de pasgeborene

Het nagaan van het verloop van borstvoeding bij de pasgeborene INFANT BREASTFEEDING ASSESSMENT TOOL (IBFAT) Matthews M.K. (1988) Developing an instrument to assess infant breastfeeding behavior in early neonatal period. Midwifery, 4, 154-165. Meetinstrument Afkorting

Nadere informatie

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1 Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer Stigmatization of Patients with Lung Cancer: The Role of

Nadere informatie

Auteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie

Auteur Bech, Rasmussen, Olsen, Noerholm, & Abildgaard. Meten van de ernst van depressie MAJOR DEPRESSION INVENTORY (MDI) Bech, P., Rasmussen, N.A., Olsen, R., Noerholm, V., & Abildgaard, W. (2001). The sensitivity and specificity of the Major Depression Inventory, using the Present State

Nadere informatie

The Effect of Gender, Sex Drive and Autonomy. on Sociosexuality. Invloed van Sekse, Seksdrive en Autonomie. op Sociosexualiteit

The Effect of Gender, Sex Drive and Autonomy. on Sociosexuality. Invloed van Sekse, Seksdrive en Autonomie. op Sociosexualiteit The Effect of Gender, Sex Drive and Autonomy on Sociosexuality Invloed van Sekse, Seksdrive en Autonomie op Sociosexualiteit Filiz Bozkurt First supervisor: Second supervisor drs. J. Eshuis dr. W. Waterink

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering De Samenhang tussen Dagelijkse Stress en Depressieve Symptomen en de Mediërende Invloed van Controle en Zelfwaardering The Relationship between Daily Hassles and Depressive Symptoms and the Mediating Influence

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen

BISEKSUALITEIT: DE ONZICHTBARE SOCIALE IDENTITEIT. Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Biseksualiteit: de Onzichtbare Sociale Identiteit met Zichtbare Gezondheidsgevolgen Bisexuality: the Invisible Social Identity with Visible Health Consequences Maria Verbeek Eerste begeleidster: dr. N.

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis.

De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. De invloed van veerkracht op de relatie tussen pijn en psychische klachten bij revalidatiecliënten in een verpleeghuis. The influence of resilience on the relationship between pain and psychological symptoms

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed

Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed Geloof in een Rechtvaardige Wereld en Afkeuring van Geweldsslachtoffers: De Invloed van Sociale Categorisering, Persoons-identificatie, Positie-identificatie en Retributie Belief in a Just World and Rejection

Nadere informatie

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open

Nadere informatie

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar:

Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: Persoonlijkheidskenmerken en cyberpesten onder jongeren van 11 tot 16 jaar: is er een relatie met een verkorte versie van de NVP-J? Personality Characteristics and Cyberbullying among youngsters of 11

Nadere informatie

Onderzoeksbulletin. Recidive bij jongeren in de ambulante forensische ggz. Joan van Horn, Jaap van Slageren & Mara Eisenberg

Onderzoeksbulletin. Recidive bij jongeren in de ambulante forensische ggz. Joan van Horn, Jaap van Slageren & Mara Eisenberg Onderzoeksbulletin Recidive bij jongeren in de ambulante forensische ggz Joan van Horn, Jaap van Slageren & Mara Eisenberg Recidive bij jongeren behandeld bij de Waag Eerder dit jaar verscheen het onderzoeksbulletin

Nadere informatie

De Rol van Impliciete Associaties in het Seksueel Functioneren. van Vrouwen met en Zonder Seksuele Problemen

De Rol van Impliciete Associaties in het Seksueel Functioneren. van Vrouwen met en Zonder Seksuele Problemen De Rol van Impliciete Associaties in het Seksueel Functioneren van Vrouwen met en Zonder Seksuele Problemen The Role of Implicit Associations in Sexual Functioning in Women with and Without Sexual Problems

Nadere informatie

Verloop bij de Politie: de Rol van Procedurele en Interactionele Rechtvaardigheid en Commitment

Verloop bij de Politie: de Rol van Procedurele en Interactionele Rechtvaardigheid en Commitment Verloop bij de Politie: de Rol van Procedurele en Interactionele Rechtvaardigheid en Commitment Turnover at the Police: the Role of Procedural and Interactional Justice and Commitment Inge E. F. Snyders

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

Risicotaxatie bij verslaafde justitiabelen Naar een (aanvullend)instrument

Risicotaxatie bij verslaafde justitiabelen Naar een (aanvullend)instrument Verslag EFP Themabijeenkomst Risicotaxatie bij verslaafde justitiabelen Naar een (aanvullend)instrument 29 november 2011 Introductie De presentatie wordt verzorgd door Sylvia Lammers; psycholoog en gepromoveerd

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/56521

Nadere informatie

Quality of life Index: Cancer version

Quality of life Index: Cancer version Quality of life index : cancer version Ferrans, C. E. & Powers, M. J. (1985). Quality of life index: development and psychometric properties. ANS Adv Nurs Sci., 8, 15-24. Ferrans, C. E. (1990). Development

Nadere informatie

Deze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg.

Deze test werd ontwikkeld en aangewend om het medicatiemanagement en de verschillende aspecten hiervan te evalueren in de ambulante zorg. Drug Regimen Unassisted Grading Scale (DRUGS) Edelberg HK, Shallenberger E, Wei JY (1999) Medication management capacity in highly functioning community living older adults: detection of early deficits.

Nadere informatie

Global TV Canada s Pulse 2011

Global TV Canada s Pulse 2011 Global TV Canada s Pulse 2011 Winnipeg Nobody s Unpredictable Methodology These are the findings of an Ipsos Reid poll conducted between August 26 to September 1, 2011 on behalf of Global Television. For

Nadere informatie

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het modererend effect van coping Cyberbullying: the implications

Nadere informatie

Spitzer quality of life index

Spitzer quality of life index Spitzer Quality of life index Spitzer, W. O., Dobson, A. J., Hall, J., Chesterman, E., Levi, J., Shepherd, R. et al. (1981). Measuring the quality of life of cancer patients: a concise QL index for use

Nadere informatie

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator 1 Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij Kinderen: Affect als Moderator The Effect of Client-Centered Play Therapy on Internalizing Problems of Children: Affect

Nadere informatie

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG)

Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Patient reported Outcomes in Cognitive Impairement (PROCOG) Bowman, L. (2006) "Validation of a New Symptom Impact Questionnaire for Mild to Moderate Cognitive Impairment." Meetinstrument Patient-reported

Nadere informatie

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij Een vergelijking van een depressieve en een niet-depressieve groep met Experience-Sampling-Method

Nadere informatie

Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27:865 874, 2001

Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27:865 874, 2001 Diabete Problem Solving Measure for Adolescents (DPSMA) Cook S, Alkens JE, Berry CA, McNabb WL (2001) Development of the diabetes problem solving measure for adolescents. Diabetes Educ 27:865 874, 2001

Nadere informatie

De Rol van Sense of Coherence bij de Glucoseregulatie bij Mensen met Diabetes Type 1

De Rol van Sense of Coherence bij de Glucoseregulatie bij Mensen met Diabetes Type 1 De Rol van Sense of Coherence bij de Glucoseregulatie bij Mensen met Diabetes Type 1 The Role of Sense of Coherence in Glucose regulation among People with Diabetes Type 1 Marja Wiersma Studentnummer:

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie