Uitwerkingen Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3 13 december 2010

Vergelijkbare documenten
UITWERKINGEN. Examen Stralingsbeschermingsdeskundige op het niveau van coördinerend deskundige

UITWERKINGEN. Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3. Embargo 7 mei 2012

Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3

Nuclear Research and consultancy Group Technische Universiteit Delft Boerhaave Nascholing/LUMC Rijksuniversiteit Groningen.

Uitwerkingen Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3 19 mei 2008

UITWERKINGEN. Examen Coördinerend Deskundige Stralingsbescherming

Vraagstuk 1: Bepaling 51 Cractiviteit

UITWERKINGEN. Examen Coördinerend Deskundige Stralingsbescherming

Tales of the unexpected 14

UITWERKINGEN. Examen Coördinerend Deskundige Stralingsbescherming

Vraagstuk 1: Lektest van een 106 Ru/ 106 Rhbron

Proefexamen Toezichthouder Stralingsbescherming VRS-C

Vergiftiging met polonium?

Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3

Vraagstukken bij Nascholingsmiddag Stralingsdeskundigen RUG/SBE november 2015

Examen Stralingsbeschermingsdeskundige op het niveau van coördinerend deskundige

Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3

Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3

Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3

Vraagstuk: Afscherming versnellerruimte

Vraagstuk bij de Nascholingsmiddag Stralingsdeskundigen Rijksuniversiteit Groningen Groningen Academy for Radiation Protection.

Inhoudsopgave Erasmus MC Zorgacademie, Unit Medische Beeldvorming en Radiotherapie en de Stralingsbeschermingseenheid Erasmus MC

Straling. Onderdeel van het college Kernenergie

Toezichthouder Stralingsbescherming meet- en regeltoepassingen verspreidbare radioactieve stoffen - D. Proefexamen uitwerking open vragen

Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3

Praktische stralingsbescherming

Dosisbegrippen stralingsbescherming. /stralingsbeschermingsdienst SBD-TU/e

Examen Stralingsbeschermingsdeskundige op het niveau van coördinerend deskundige

Casus vergunningverlening

- U zou geslaagd zijn als u voor het oefenexamen totaal 66 punten of meer behaalt (dus u moet minimaal 33 vragen juist beantwoorden).

PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica

Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3

Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3

Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5B

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3

Uitwerkingen Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3 8 december 2008

Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3

Proefexamen Toezichthouder Stralingsbescherming VRS-C

BIJLAGE bij Examen Coördinerend Deskundige Stralingsbescherming

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3

samenvatting interactie ioniserende straling materie

Grootheden en eenheden TMS MR & VRS-d Stijn Laarakkers

Examen Coördinerend Deskundige Stralingsbescherming

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5A

Toezichthouder Stralingsbescherming. Oefenvragen

natuurkunde havo 2017-I

UITWERKINGEN. Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3. Embargo 10 december 2012

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-I

Wisselwerking. van ioniserende straling met materie

Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5A

Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A)

Examen Coördinerend Deskundige Stralingsbescherming

Samenvatting H5 straling Natuurkunde

Risico s en maatregelen bij stralingsongevallen

Examentraining Leerlingmateriaal

Eindexamen natuurkunde pilot havo II

Toezichthouder Stralingsbescherming. Oefenvragen

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern.

Cursus Toezichthouder Stralingsbescherming VRS-C. Vraagstukkenboek

Eindexamen natuurkunde havo I

Basiskennis inzake radioactiviteit en basisprincipes van de stralingsbescherming

Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3

1 Wisselwerking en afscherming TS VRS-D/MR vj Mieke Blaauw

natuurkunde vwo 2018-II

Subtitel (of naam of datum) Inwendige besmetting

Practicum Stralingsbescherming op deskundigheidsniveau 5A

RADIOACTIEF VERVAL. Vervalsnelheid

Subtitel (of naam of datum) Inwendige besmetting. Paul Jonkergouw

Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

a Schrijf de eerste vier stappen op. b Waarom kunnen de β s die 234 Pa uitstoot, beter door een laagje plastic dringen dan de β s van

1 Atoom- en kernfysica TS VRS-D/MR vj Mieke Blaauw

Hoofdstuk 9: Radioactiviteit

Opleiding Stralingsdeskundigheid niveau 3 / 4B. Dosimetrie, deel 1. introductie dosisbegrip. W.P. Moerman

NATUURKUNDE - 5 VWO. e) Leg duidelijk uit waarom bij grote spanning de stroom constant wordt (RS in figuur 4.3)

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern.

Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3

Uitwerkingen natuurkunde VWO-1999-I S))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))))Q

Examentraining Natuurkunde havo Subdomein B2. Straling en gezondheid

Toezichthouder Stralingsbescherming. Oefenvragen

5,5. Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli keer beoordeeld. Natuurkunde

Cursus Stralingsdeskundigheid niveau 4 Vraagstukkenboek

natuurkunde havo 2015-I

Fysische grondslagen radioprotectie deel 2. dhr. Rik Leyssen Fysicus Radiotherapie Limburgs Oncologisch Centrum

natuurkunde havo 2018-I

Cursus Stralingsveiligheid Niveau M.A. Hofstee

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2001-I

Regeling persoonlijke stralingsdosimetrie Universiteit Leiden

Inleiding stralingsfysica

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I

Significante cijfers en meetonzekerheid

Radioactiviteit. Een paar gegevens:

p na = p n,na + p p,na p n,na = m n v 3

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend.

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Transcriptie:

Embargo 3 december 00 Uitwerkingen Gecoördineerd examen stralingsbescherming Deskundigheidsniveau 3 3 december 00 - -

Embargo 3 december 00 Vraagstuk 37 Cs in wilde zwijnen Vraag 750 Bq na 5 dagen Volgens de gegevens voor totale-lichaamstelling (Handboek Radionucliden) is na 5 dagen nog 9,0 0 Bq per Bq inname over A inname = 750 / 9,0 0 = 833 Bq = 0,83 kbq e 50 =,3 0 8 Sv/Bq E 50 = 833 Bq,3 0 8 Sv/Bq =, 0 5 Sv = μsv Vraag 833 Bq/400 gram =, kbq/kg; dit is meer dan de grens voor toelating tot consumptie (600 Bq/kg). De grens wordt dus overschreden. Vraag 3a Volgens de gegevens voor totale-lichaamstelling (Handboek Radionucliden) is na 7 dagen nog 8,8 0 Bq per Bq inname over, na 5 dagen is dit nog 9,0 0 Bq per Bq inname. Er is dus 0 Bq per Bq inname verdwenen. Bij 833 Bq inname is dit 7 Bq. Hiervan is 90% via de urine uitgescheiden: 5 Bq Vraag 3b 5 Bq in,8 liter ( d,4 liter/d) levert 0,054 Bq in 0 ml Bij een meetrendement van 0,5 cpm/dpm en een meettijd van 0 minuten is het netto aantal counts: 0,054 Bq 60 s 0 m 0,5 cpm/dpm = 6, counts Vraag 4a Het bruto aantal counts is 6, counts + 89 counts = 05 counts De standaarddeviatie in het bruto aantal counts is de wortel hieruit: 0,3 counts De standaarddeviatie in de achtergrondmeting is de wortel hieruit: 9,4 counts De standaarddeviatie in de netto meting is dan: ² netto = ² bruto + ² achtergrond = 0,7² + 9,4² = 05 + 89 = 94 netto = 3,9 counts Vraag 4b achtergrond = 9,4 counts; 3 achtergrond = 8 counts. Dit is groter dan het netto aantal counts onder de gegeven aannames is de meting met de LSC geen alternatief voor de TLT. - -

Embargo 3 december 00 Puntenwaardering: Vraagstuk Vraag Punten 4 3a 3 3b 3 4a 4 4b Totaal 7-3 -

Embargo 3 december 00 Vraagstuk Behandeling verhoogde schildklierfunctie met 3 I Vraag a H * (0) h A r * 0,066 Sv m MBq h 900 MBq H ( 0) 59 Sv h m Dit omgevingsdosisequivalenttempo is een goede schatter voor het effectieve dosistempo Vraag b eis: H * (0) μsv/3 min, dus H * (0) 40 μsv h * h A (0) T = 40 μsv h r H H * (0) 0,066 Sv Alternatief voor bepaling T: m MBq h (0,30) m 900 MBq Effectieve dosis op m afstand van alle activiteit is 59 Sv/h H*(0) = [59 ( Sv/h) (3/60) (h)] / (0,30) = 33 Sv T = ( Sv) / (33 Sv) = 0,06 aflezen in de grafiek geeft,3 cm, afgerond,5 cm loodequivalent in loodglas. T 40 Sv h T 0,06 (zie antwoord op vraag a). Vraag 0,066 Sv m MBq 0 μsv h m Effectieve dosistempo van 0 μsv h. h A MBq A = 303 MBq, bij een De activiteit in de patiënt is na 4 uur ( dag) 50% van de oorspronkelijke activiteit (900 MBq), dus 450 MBq. De rest is binnen 4 uur uitgescheiden. T ½,biol = 90 dagen, T ½,fysisch = 8,0 dagen, + T eff T /, /, fys T /, biol T ½, eff = 7,4 dag A(0) = 450 MBq, A(t) = 303 MBq en T ½,eff = 7,4 dag 303 MBq 450 MBq. e ln t / 7,4 => - 4 -

Embargo 3 december 00 e ln t / 7,4 = 0,67 ( /, dus ongeveer een halve halveringstijd wachten). t = 4, dagen Na (4, + =) 5,, afgerond 5,5 dagen, mag de patiënt naar huis. Alternatief: Effectieve dosis op m afstand van alle activiteit is 59 Sv/h (zie antwoord op vraag a). Na 4 uur resteert hiervan 50% als puntbron in de schildklier, dus: H*(0) = 50% 59 Sv/h = 30 Sv/h. Vereiste reductiefactor is (0 Sv/h) / (30 Sv/h) = 0,67. e ln t / T½,eff = 0,67 enz. Vraag 3 Het isotoop met de -energie die het dichtst bij die van 3 I ligt is 04 Tl. Uit fig. : het geabsorbeerde dosistempo in lucht (en dus in weefsel) op cm bedraagt ca. 0,3 Gy/h per MBq. Afstand is 0,8/ = 0,4 cm. Tijdsduur = s. Activiteit = 900 MBq. D 0,3 900. 3600 0,4 0,4 Gy. Opmerking van de redactie: Omdat in de gegevens van het Handboek Radionucliden een emissierendement van 0,89 voor de bètastraling van 3 I staat genoemd, wordt het ook goed gerekend wanneer de berekende uitkomst met 0,89 is vermenigvuldigd. In werkelijkheid is het emissiepercentage echter 00%, wat niet zichtbaar is in het vereenvoudigde vervalschema in het Handboek Radionucliden. Vraag 4 K lucht K k A r lucht D weefsel 0,05 μgy h.mbq (0,004) m m 900 MBq,9 Gy h,9 Gy h D = 806 μgy s = 0,8 mgy s 3600 s h D γ = 0,8 s =,6 mgy (hetgeen zoals verwacht verwaarloosbaar is ten opzichte van het antwoord op vraag 3) - 5 -

Embargo 3 december 00 Puntenwaardering: Vraagstuk Vraag Punten a b 3 5 3 3 4 3 Totaal 6-6 -

Embargo 3 december 00 Vraagstuk 3 Afscherming positronenbron Vraag Bijdrage van 75 kev fotonen (y = 99,9%) aan k:,75/8 = 0,6. Dit alleen is niet voldoende om de gegeven luchtkermatempoconstante te verklaren. Bijdrage van annihilatie fotonen (y = 80%) aan k: (0,5,8)/8 = 0,. Totaal: 0,6 + 0, = 0,7 k. De annihilatiefotonen zijn in de luchtkermatempconstante inbegrepen. (N.b. Uit fig. kan ook afgelezen worden y( i) E( i), 9 k,9/8 = 0,7) i Vraag Uit de bron komen + - en + -deeltjes. Daarvan hebben de + deeltjes de hoogste gemiddelde energie van 0,835 MeV. De maximale energie bedraagt 3 0,835 =,5 MeV. De dracht van deze deeltjes bedraagt volgens de regel van Feather: R (0,54E 0,33) (0,54,35,5 0,33) 0, cm 0, cm =, mm. Afronden naar boven levert de minimaal benodigde looddikte op: mm. Berekening met de eenvoudige vuistregel R 0,5E 0,5,5,35 0,cm levert hetzelfde resultaat op. Vraag 3a Op plaats T worden 0 4,78 0 9 s 0,898 = 5,0 0 5 + -deeltjes per seconde gestopt. (De bijdrage van de + -deeltjes met emissiewaarschijnlijkheid y = 6,0 0 4 kan worden verwaarloosd). Per deeltje worden twee fotonen geproduceerd. Dit levert op meter afstand van punt T een fluentietempo van de 5 kev annihilatiefotonen van: s 4 8,0 0 m s m Vraag 3b Het in vraag 3a berekende fluentietempo resulteert in een luchtkermatempo van:. K E tr 4 3 3 ( ) lucht 8,0 0 m s 0,5 MeV,6 0 J MeV,96 0 m kg,9.0 Gy s = 0,07 μgy h. Dit ligt tussen de waarden 0,05 en 0, μgy h. Vraag 4 Onafgeschermd levert de bron op m afstand een kermatempo van: 3 k. A 0,8 Gy m MBq h,78.0 MBq K 95 Gy h r m De transmissie van de loden wand moet dus zijn; 6 ( 0,07).0 3 T 4,77.0 4,95.0 Uit figuur 3 volgt dan een looddikte van 8,8 cm. Afgerond: 9 cm. - 7 -

Embargo 3 december 00 Puntenwaardering: Vraagstuk 3 Vraag Punten 3 3 3a 4 3b 3 4 4 Totaal 7-8 -

/ sqrt(q) (Q in pc per 00s) Embargo 3 december 00 Vraagstuk 4 Ingebruikname van een ijkopstelling Vraag tijdsverloop tussen 5-06-99 en 5-06-00 is 8 jaar A(5-06-00) = A(5-06-99) ln 8 / 5,7 e = 3,06 (Ci) 0,0938 = 0,87 Ci = 0,87 (Ci) 3,7 0 0 (Bq Ci ) =,06 0 0 Bq Vraag zie grafiek de trendlijn gaat door de oorsprong, met een onzekerheid van ten hoogste 5 cm. 0.300 0.50 0.00 0.50 0.00 0.050 0.000 0 00 00 300 400 500 r (in cm) Vraag 3 lading per tijdseenheid =,8 0 (C) / 00 (s) = 6,4 0 4 C s luchtmassa = 30,0 (cm 3 ),93 0 3 (g cm 3 ) = 0,0388 g = 3,88 0 5 kg het exposietempo is X = 6,4 0 4 (C s ) 3600 (s h ) / 3,88 0 5 (kg) = 5,95 0 6 C kg h = 5,95 0 6 (C kg h ) /,58 0 4 (C kg R ) = 0,03 R h het luchtkermatempo is K = 0,03 (R h ) 0,00876 (Gy R ) =,0 0 4 Gy h - 9 -

Embargo 3 december 00 Vraag 4 de bronconstante is k = 0,3 (μgy h MBq m ) = 0,3 0 (Gy h Bq m ) de bronsterkte is A = K r / k =,0 0 4 (Gy h ) 4,00 (m ) / 0,3 0 (Gy h Bq m ) =,04 0 0 Bq Met het fictieve antwoord voor het luchtkermatempo ( 0 4 Gy h ) wordt A =,03 0 0 Bq Vraag 5 d = 0,06 (cm g ) 400 (cm),93 0 3 (g cm 3 ) = 0,03 absorptie in lucht = - e μd = - 0,97 = 0,03 = 3%. Dit zou het verschil kunnen verklaren: het is ongeveer gelijk aan het relatieve verschil tussen nominale en gemeten activiteit: (,06 -,04) /,06 = 0,0 = %. Puntenwaardering: Vraagstuk 4 Vraag Punten 3 3 3 5 4 5 4 Totaal 7-0 -