Microscopisch onderzoek
Kenmerken wormeitjes Haemonchus Strongylus type ei Geen onderscheid te maken met andere strongylus types 62-95 µm lang x 36-50 µm breed Ellips vorm met duidelijk zichtbare wand Groot aantal bollen die het ei vullen
Kenmerken wormeitjes Nematodirus Strongylus type ei maar veel groter 152-182 µm lang en 67-77 µm breed Ellips vorm met duidelijk zichtbare wand Meerdere grote bollen die het ei opvullen
Kenmerken wormeitjes Strongyloides papillosus 47-65 µm lang en 25 µm breed Je ziet de larve in het ei Trichuris ovis Citroenvorm 70-80 µm lang en 30-42 µm breed
Kenmerken wormeitjes Lintworm (Moniezia) 50-60 µm Vierkant of driehoekige vorm
Kenmerken wormeitjes Coccidiose 10-40 µm lang en 10-30 µm breed Grote hoeveelheden
Kenmerken wormeitjes Eimeria macusaniensis bij de alpaca 80-110 µm lang en 60-80 µm breed
Paard Spoelwormen (Parascaris equorum) Vooral bij veulens tot 1 jaar oud Larve kruipt vanuit de darm naar de longen, wordt opgehoest en doorgeslikt Worm wordt in de darm volwassen Verschijnselen: Hoesten Neusuitvloeiing Lusteloosheid Vermageren Zeer resistent in de omgeving, kan jaren overleven op het land
Paard Spoelwormen 25-50 cm lang, 0,5cm dikke stevige worm Microscoop: 100 µm lang en 90 µm breed Bolvormig Geel/bruine kleur Dikke wand en duidelijk 1 of 2 kernen
Paard Rode bloedworm (Cyathostominae) Voornamelijk bij paarden tot 3 jaar Larve gaat in rust in de darmwand en kan in de winter problemen veroorzaken als de larven uit het slijmvlies komen Verschijnselen: Vermageren Doffe vacht Diarree Koliek
Paard Cyathostominae (rode bloedworm) Strongylus type ei 100-110 µm lang en 40-45 µm breed Ellips vorm met duidelijk zichtbare wand Aantal grote bollen die het ei vullen
Paard Lintworm Bij de meeste diersoorten niet gevaarlijk, maar bij paard kans op koliek Witte rijstkorrels te vinden in de mest In het najaar altijd ontwormen met Pramox
Paard Aarsmaden Geen migratie door het lichaam, dus richt geen schade aan Paarden jeuken met de achterkant, want aarsmade legt eitjes rond de anus Witte worm (1-15cm) met een lange staart Eitjes zien we niet in de mest, zijn te vinden met plakband methode (plakbandje op/ rond de anus plakken en onder de microscoop bekijken)
Microscopisch onderzoek
Microscopisch onderzoek Benodigdheden Weegschaal Mc Master telraam Maatbeker 50ml Theezeef Lepel 2x Plastic beker Pipet Flotatie vloeistof
Microscopisch onderzoek Weeg 3 gram mest af Los dit op in 42ml flotatievloeistof in beker 1. (Harde keutels kunnen fijn gestampt worden met de lepel.) Giet de vloeistof via de theezeef in beker 2.
Microscopisch onderzoek Roer de vloeistof goed door met de pipet. Zuig met de pipet vloeistof op en vul de beide telkamers van het Mc Master telraam. Laat het telraam enkele minuten staan. Tel het aantal eitjes binnen het kader van de beide telkamers.
Instellen van de microscoop Draai de kruistafel helemaal naar beneden Plaats het telraam op de kruistafel Zorg dat het 4x objectief voor de oculair gedraaid is
Instellen van de microscoop Draai de kruistafel zo dat een hoek van de telkamer boven het lampje en de diafragma ligt Draai met de grote draaiknop de kruistafel omhoog tot de lijnen van de telkamer zichtbaar worden
Instellen van de microscoop Met de kleine draaiknop kan nu scherp gesteld worden op de luchtbellen in het preparaat
Instellen van de microscoop Draai de revolver naar de 10x vergroting Stel scherp op de luchtbellen door aan de kleine draaiknop te draaien Begin in de hoek van het telraam en doorloop alle kamers van de twee telramen
Instellen van de microscoop Tel alle eitjes die BINNEN de lijnen van de telkamers liggen Maak onderscheid tussen Strongylus typen (Heamonchus) Lintworm Nematodirus coccidiose
Microscopisch onderzoek Mc master telraam
Microscopisch onderzoek Bereken het aantal eieren per gram (EPG) 3 gram mest in 42ml vloeistof 1:15 verdunning 1 telraam bevalt 0,15ml vloeistof Aantal eitjes in de 2 telramen x 50 geeft de EPG Let op: het aantal eitjes per gram mest zegt niks over de hoeveelheid wormen! Een hoge EPG is een indicatie voor een zware wormbesmetting.
Interpretatie uitslag EPG altijd combineren met het beeld van de koppel. Controleer slijmvliezen en conditie/groei. Houd rekening met het seizoen en de weersomstandigheden.
Negatief mestonderzoek Maar wel problemen met wormen? Er zijn nog geen volwassen wormen, dus geen ei uitscheiding. Verkeerde dieren onderzocht: 20% vd dieren 80% van de wormen. Diarree geeft verdunning van eieren per gram mest (EPG) en Heamonchus veroorzaakt meestal geen diarree. Bekijk 2 weken later nogmaals mest ter controle.
Interpretatie uitslag Heamonchus: Zomer: >750 epg, ontwormen Najaar, winter, voorjaar: >500 epg ontwormen
Interpretatie uitslag Nematodirus: Als er eitjes gevonden worden zijn de meeste problemen al voorbij. Behandeling is dus meestal niet nodig.
Interpretatie uitslag Coccidiose: Alleen behandelen bij klachten én hoge epg E. mac. gevonden, altijd ontwormen Lintworm: Epg zegt niks want uitscheiding wisselt enorm. Hoeft (bij alpaca s) niet behandeld te worden behalve bij duidelijke klachten.
Welke ontwormingsmiddelen zijn er? Groep 1: benzimidazolen (Bovex of Panacur) Alleen gebruiken in het vroege voorjaar bij zieke lammeren door Nematodirus besmetting Of bij een ernstige lintworm besmetting. Er is resistentie van Heamonchus tegen dit middel aangetoond.
Welke ontwormingsmiddelen zijn er? Groep 2: Imidazolen (Levacide, Endex) Enige middel waar nog weinig resistentie bij is aangetoond. Alleen gebruiken bij aangetoonde resistentie tegen groep 1,3 of 4 dmv mestonderzoek. Minder goed werkzaam tegen de rustende larven in de wand van de lebmaag. NIET gebruiken bij het ontwormen van ooien voor het aflammerseizoen.
Welke ontwormingsmiddelen zijn er? Groep 3: ivermectinen (Dectomax of Cydectin) Eerste keus bij aangetoonde Heamonchus besmetting. Pakt ook rustende larven in het voorjaar. Er is resistentie van Heamonchus tegen dit middel aangetoond.
Welke ontwormingsmiddelen zijn er? Groep 4: Amino-acteto-derivaten (Zolvix). Relatief nieuw product. Pakt ook rustende larven in het voorjaar. Maximaal 1x per jaar gebruiken: alleen in het voorjaar bij een aangetoonde Heamonchus besmetting en aangetoonde Cydectin/Dectomax resistentie. Er is in Nederland resistentie tegen dit middel aangetoond.
Resistentie Hoe kunnen we resistentie monitoren? Regelmatig mestonderzoek doen Voor er ontwormd wordt én 7 of 10-14 dagen na gebruik van een ontwormingsmiddel. Afhankelijk van het middel dat gebruikt is: Cydectin, Dectomax, Zolvix, na 10-14 dagen Endex, Levacide, Panacur, Bovex, na 7 dagen (Leverbot: Tribex, na 10-14 dagen)
Resistentie Wanneer is er sprake van resistentie? Ondanks JUISTE behandeling is de EPG tijdens het controle onderzoek (7 of 10-14 dagen na behandeling) nog steeds hoog. Let op, wacht niet langer dan 7 of 10-14 dagen met het controle monster: Cydectin, Dectomax en Zolvix enige middelen met lange werkingsduur ong 4 weken. Na behandeling met de andere middelen kan dus na 3 weken opnieuw een hoge EPG ontstaan zijn door een nieuwe besmetting.
Ontwormen paard Welke middelen zijn er: Groep 1: Benzimidazolen (Panacur) Groep 2: Tetrahydropyrimidines (Stongid-P) Groep 3: Ivermectine (Equimectin) Moxidectine (Equest) Combinatie preparaten (Equest pramox)
Ontwormen paard Cyathostominae (individueel onderzoek) EPG > 500, ontwormen met Equest 200-500, afhankelijk van de bedrijfssituatie <200, niet ontwormen, wel blijven monitoren Cyathostominae (mengmonster) EPG > 200, dieren jonger dan 3 jaar, ontwormen ontwormen met Equest EPG > 200, oudere dieren, mest individueel onderzoeken 100-200, afhankelijk van de bedrijfssituatie <100, niet ontwormen, wel blijven monitoren
Ontwormen paard Spoelwormen of spoelworm eitjes in de mest gevonden altijd ontwormen met Strongid P Lintwormen: in het najaar behandelen met Equest Pramox.
Ontwormen paard Egg reappearance period (ERP): hoelang duurt het voor er opnieuw cyathostominae eitjes in de mest verschijnen? Stongid P: 6 weken Equimectin: 8 weken Equest: 12 weken
Ontwormen paard Monitoren resistentie: 2 weken na ontwormen mestonderzoek doen voor cyathostominae 3 weken na ontwormen mestonderzoek doen voor spoelwormen
Vragen?