BioKennis bericht. Kengetallen voor de biologische akkerbouw. In deze brochure Kengetallen. voor de biologische akkerbouw en vollegrondsgroenten

Vergelijkbare documenten
KENNISBUNDEL. Biologische aardappelen. Mei 2013 KOSTPRIJZEN AARDAPPELEN.

Achtergrondinformatie bij het artikel Uitgekiende onkruidbestrijding bespaart geld!

Onkruidbestrijding in biologische teelten, strategie en technologie

Beperkte grondbewerking spaart structuur en geld

Evenwicht in de volkstuin? april 1, 2014 DLV Plant

Inleiding 3 Nieuw plan : `Omschakelen naar biologisch`.

Achtergrondinformatie bij het artikel: Rooikosten verlagen door het beter benutten van rooiers en kippers.

Telers met hogere suikeropbrengsten hebben geen hogere kosten!

De heer Bouwland. Den Akker. TopKoers 2010/2011

NutriNorm.nl. Op NutriNorm vindt u praktische en onafhankelijke informatie over bemesting, meststoffen, bodem en strooien.

Inkomensvergelijking vezelgewassen versus graan. Auteur(s): Pieter de Wolf, Lubbert van den Brink en Joanneke Spruijt

Betere maïs met drijfmest in de rij

Bodemmonster Bodemmonster

Wageningen University & Research. Zijn robotisering en automatisering oplossingen voor een duurzame akkerbouw?

Aanleiding project. 2. Opzet project 3. Resultaten eerste. 4. Vervolg. Bodemkwaliteit op zandgrond. Inhoud presentatie

26/05/11 HET RENDEMENT VAN GPS. Het rendement. Het rendement

Stefan Muijtjens. keukentafel, demo s, studiegroepen & waardenetwerken.

Oosterwold informatiebijeenkomst

Verbeter de bodem Blijf ervan af!

PROEF CHEMISCH-MECHANISCHE ONKRUIDBESTRIJDING IN DE BIETENTEELT

CONSERVERENDE AKKERBOUW. Saalland. Mts Klein Swormink - Stegeman BIOBEURS

Precisie. Landbouw. groei door kennis

SPNA SPNA. Laboratorium. Directzaai. Directzaai Minimale grondbewerking in het Oldambt Ervaringen SPNA

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO)

Uitgekiende onkruidbestrijding bespaart geld!

De bietenteelt heeft veel herbiciden nodig

8 Onkruidbestrijding. 8.1 Preventie

Groenbemester als vervanging vals zaaibed

Bedrijfseconomische analyse biologische cranberry in Nederland

Gezonde bodem, precisielandbouw & weerbaar gewas. onderdeel van Koepelproject plantgezondheid bomen en vaste planten

( BIOLOGISCHE ) Akker- en tuinbouw. Vol met boerenwijsheid én leuke Wist je datjes... CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE

Automatisering in de vollegrondsgroenten

Tijdelijke duurzame energie

Onderzoeksverslag. Mechanische onkruidbestrijding in de mengteelt van tarwe en veldboon

Meer en beter gras van Eigen land met onze nieuwe graslandverzorgingsmachine

Rijpaden, een systeem voor duurzaam bodembeheer

HET GEBRUIK VAN SALDO'S BIJ BEDRIJFSBEOORDELING EN BEDRIJFSBEGROTING

Naar een klimaatbestendige bodem

PROEF CHEMISCH-MECHANISCHE ONKRUIDBESTRIJDING IN DE CICHOREITEELT

Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen

Kijk kritisch naar de kosten van speciaal pillenzaad en zaaien

SKB-Showcase. Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw. Slotbijeenkomst SKB Showcase Biezenmortel 11 december 2014

ERVARINGEN MET EEN RIJPADENSYSTEEM VOOR BIOLOGISCHE TEELT OP GROTERE SCHAAL

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs

Open teelten op zandgronden hebben meer tijd nodig om te voldoen aan nitraatrichtlijn

Resultaten onderzoek Gerard Meuffels. Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

Noord-Hollands koolbedrijf van 28 ha op kleigrond

Bodemkwaliteit, meer met minder

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 8

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?

Precisielandbouw: voet aan wal in Nederland

Klimaatneutrale landbouw? Binnen bereik??

Bodem en Water, de basis

- 1 - Informatie over het bedrijf van Jaap Dogterom dochters van 15 en 18 jaar.

Verbetering rendement suikerbietenteelt

Kansen voor NKG op zand

I. Aardappelcystenaaltje

Doelstelling. Totstandkoming aanvraag. Organisatie. Samenwerkingsverband. Startbijeenkomst Bloeiend Bedrijf

Biedt de nieuwe GLB kansen voor voedergewassen? L.Tjoonk Kennisontwikkelaar ruwvoerteelt

Eiwitgewassen. Voordelen luzerne. Nadelen luzerne 1/14/2016. Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja. Eiwitrijke gewassen

DE IMPACT VAN OMSCHAKELEN OP MIJN BEDRIJFSVOERING. Lieven Delanote Inagro Sander Van Haver Bio zoekt Boer Ignace Deroo Boerenbond

Basiscursus Ecologisch tuinieren

Teelthandleiding wettelijke regels

Het effect van perceelsgrootte op de bewerkingskosten

Reken af met duist in stappen

WE ZETTEN MACHINES ZELF AAN HET WERK

De impact van Veldleeuwerik; 15 jaar verder

Hier moet worden aangegeven het soort werktuig Bijvoorbeeld: een trekker.

Toetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven

SWOT. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Onderzoeksverslag. BWD_106_01_Verslag

Teelthandleiding. 6.2 beperking middelengebruik

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 19

1/25/2018. Resultaten druppelirrigatie diverse gewassen. Inleiding. More crop per drop. Wie ben ik en wat is mijn rol

De organische stofbalans: Kengetallen

BASIS en Bodemkwaliteit op zandgrond:

Stichting ter Bevordering van de Agrarische Bedrijfs- en Gebiedsontwikkeling. Eindverslag

23 februari 2015, Gerard Meuffels WUR-PPO. Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

Buiten de gebaande paden denken

Gladiolen Bakkenproef 2011

Inhoud. Voorwoord 5. Inleiding 6

Perspectief Regionale voercentra

Aspecten zoals positie ten op zichte van fiets en wandelpaden zijn minder belangrijk dan bovenstaande punten.

Inkomen vraagt om aandacht

Flevoland: naar een gezonde bodem voor een gezonde sector

Bodem, productiefactor onder druk - Verslag

van harte welkom Koolstof Kringlopen

Inzet RTK-GPS in de teelt van een gewas.

Samenwerking tussen melkveehouderij en akkerbouw

Onkruidbestrijding zonder herbiciden?

Onderwerpen. Veranderingen en uitdagingen. Proefopzet BASIS (1) 1/12/2011. Proefopzet BASIS Resultaten Eerste bevindingen

Organische stof, meer waard dan je denkt

ORGANISCHE STOF: WAT LEVERT HET OP? KOSTEN EN BATEN VAN ORGANISCHE STOF VOOR DE AKKERBOUWER

AQUATISCHE LANDBOUW. haal meer uit land én water

I. Aardappelcystenaaltje

Kan stimuleren van agrobiodiversiteit zonder externe gelden?

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN!

Lagere rooikosten bij betere benutting rooiers en kippers

Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw. Gerjan Hilhorst WUR De Marke

Transcriptie:

BioKennis bericht Kengetallen voor de biologische akkerbouw In deze brochure Kengetallen voor de biologische akkerbouw en vollegrondsgroenten is vooral gekeken naar de technische en economische cijfers. Deze cijfers kunnen dienen als ondersteuning voor startende biologische bedrijven of als vergelijkingsmateriaal voor huidige biologische telers.

BioKennis bericht Opzet kostenvergelijking Op verzoek van biologische telers zijn binnen het Bedrijfsnetwerk AGV kengetallen verzameld. Van 10 akkerbouw-bedrijven, verdeeld over Flevoland en Zuidwest Nederland, werd een aantal kostenposten vergeleken. Voor deze bedrijven, met redelijk vergelijkbare gewassen, zijn o.a. gewas-, arbeids- en mechanisatiekosten nauwkeurig geanalyseerd. De bedrijven zijn wel verschillend in bedrijfsgrootte, aandeel rustgewassen en mechanisatiegraad. De helft van de bedrijven gebruikt een rijpadensysteem met RTK-GPS. De spoor- en werkbreedte van de mechanisatie verschilt. Bij deze vergelijking is de term Eén jaar is géén jaar natuurlijk van kracht. De uitspraken in deze brochure zijn daarom niet alleen gebaseerd op de cijfers, maar vooral ook op de ervaringen die de telers in de evaluatiegesprekken met elkaar gedeeld hebben. Het goed vergelijken van kosten is niet eenvoudig. De variabele (toegerekende) kosten zijn redelijk met elkaar vergelijkbaar, maar vooral de vaste (niet-toegerekende) kosten zijn moeilijker te berekenen. Belangrijk is dat ieder op een zelfde wijze vergeleken wordt, maar doordat ieder bedrijf toch uniek is blijft dit lastig. Bijvoorbeeld het ene bedrijf gebruikt zijn mechanisatie alleen op het eigen bedrijf, terwijl de ander er bij de buren loonwerk mee doet. Bij de vergelijking van de mechanisatiekosten heb je dan twee flink verschillende uitgangssituaties. ARBEIDSKOSTEN (Handwieden) Een belangrijk kengetal in de biologische teelt is het aantal uren handwieden. Onkruid in de teelt gaat altijd gepaard met kosten en opbrengstverlies. Veel onkruid veroorzaakt concurrentie met het gewas en dus opbrengstschade, maar ook kwaliteitsschade. Daarnaast is het de kunst om het onkruid beheersbaar te houden, anders wordt het probleem ieder jaar erger. Onkruidbestrijding is meer dan alleen arbeiders aan het wieden zetten. De telers geven aan dat onkruid veel te maken heeft met de intensiviteit van het bouwplan. Een intensiviteit bouwplan betekent meer onkruid en meer kosten. Om de onkruidbestrijding in de hand te houden is dus vaak een bouwplan nodig met voldoende rustgewassen. In rustgewassen, zoals luzerne, gras/klaver. krijgen onkruiden meestal minder kansen om te groeien. Bij goed beheer kan de zaad- en wortelonkruiddruk afnemen. Grondsoort en historie van het perceel spelen hierbij ook een belangrijke rol. Daarna is een juiste aanpak met mechanisatie van belang: een vals zaaibed, zaaibedbereiding, schoffelen, branden en eggen. De juiste machines, op het juiste tijdstip en met een goede afstelling: vakmanschap dus en een beetje geluk met het weer, maar vooral ook met veel capaciteit. Als laatste komt dan de groep onkruidwieders aan de beurt, al dan niet met gebruik van een wiedbed. Alles wat vóór het handwieden is gebeurd (ook de jaren ervoor) bepaalt dus mede de arbeidsbehoefte bij het uiteindelijke handwieden. Veel handwiedkosten betekent voor een teler ook meer organisatie en werkdruk. Handwieden met een wiedbed De brochure is opgedeeld in vier onderdelen: Arbeidskosten (handwieden) Mechanisatiekosten Bemestingskosten Opbrengsten Aan de hand van praktijkervaringen heeft DLV Plant een tabel gemaakt met de gemiddelde uren handwieden per ha per gewas. Op basis hiervan zijn de telers onderling vergeleken. Ze wijken meer of minder af van de tabel (zie grafiek 1, % kosten handwieden t.o.v. de norm).

Kengetallen voor de biologische akkerbouw 3 Tabel 1: handwiedenuren per ha (Bron: DLV Plant: Gemiddeld aantal uren handwieden per gewas per ha, op basis van onderzoek en eigen ervaring). Aantal handwieduren per ha Gewas Laag Gemiddeld Hoog Aardappel 0 10 20 Broccoli 5 20 60 Cichorei 40 80 200 Erwt 10 20 40 Gras/Klaver 0 5 10 Graszaad 0 20 60 Knolselderij 20 40 60 Luzerne 0 5 10 Peen 40 80 200 Plantui 60 80 160 Pompoen 20 40 80 Sjalot 60 100 200 Sluitkool 20 40 60 Spinazi 20 40 80 Stamslaboon 10 20 40 Suikermais 10 30 50 Witlof 40 80 200 Zaaiui 60 100 200 Zomertarwe 0 10 20 Door de genoemde verschillen in grondsoort, bouwplan, verleden, mechanisatie en vakmanschap zijn er bij de kosten voor het handwieden grote verschillen tussen de telers onderling. De ene teler komt hierdoor fors hoger uit in kosten dan de andere. Het aandeel van gewassen met een hoge onkruiddruk (o.a. kruidenteelt, uien en peen) maakt hierbij natuurlijk veel uit (vaak was het resultaat nog niet bevredigend). Kostenverlaging in handwieden vraagt meestal grote veranderingen in bouwplan en andere keuzes. In de vergelijking lijkt het erop dat de telers op de lichtere grond en met intensievere bouwplannen een hogere onkruiddruk hebben. Hoe meer rustgewassen in het bouwplan, hoe minder handwieduren er nodig zijn. Je zou hierbij verwachten dat er een relatie ligt tussen hoge handwiedkosten en een hoge omzet per ha (vanwege de intensievere gewassen). In deze bedrijfsvergelijking is deze relatie echter niet echt gevonden! De verschillen tussen het aantal wieduren zijn vaak groter dan de verschillen tussen de prijs per wieduur. Bij het handwieden wordt veel gebruik gemaakt van arbeiders uit landen als Polen en Roemenië, al dan niet via uitzendorganisaties. Anderen maken weer juist gebruik van schooljeugd uit de directe omgeving. Grafiek 1: Afwijking per bedrijf ten opzichte van de norm (zie tabel 1). Per bouwplan werd gekeken op hoeveel uren men volgens de norm (=100%) uit zou komen. % kosten handwieden t.o.v. de gemiddeld norm 160% 140% 120% 100% 80% 60% 85% 125% 76% 68% 51% 135% 118% 55% 58% 66% 99% 40% 20% 0% gemiddeld 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Onkruidproblemen los je structureel alleen maar op door het bouwplan te wijzigen. Een stabiel, eenvoudig bouwplan helpt veel bij de aanpak van onkruiden.

BioKennis bericht Grafiek 2: Kosten voor handwieden per ha bij de verschillende bedrijven. 800 700 600 500 400 300 200 100 0 379 Gemiddeld 1 345 2 284 Kosten handwieden uren/ha Kosten handwieden per ha 3 239 4 200 MECHANISATIEKOSTEN Geen grote verschillen in kosten tussen grote en kleinere bedrijven, wel in opzet. 5 Een goed mechanisatiepark is voor een biologisch bedrijf zeer belangrijk. Meer nog dan op een gangbaar bedrijf is een goede mechanisatie bepalend voor het eindresultaat. 702 6 551 7 328 8 223 9 305 10 616 is. Goede jaren leiden vaak tot extra investeringen en soms ook tot luxe investeringen, ofwel groter, zwaarder, mooier of luxer dan wellicht noodzakelijk. Ook dit kan uiteindelijk leiden tot hogere mechanisatiekosten. Bij een aanschaf van een flinke zware tractor past bijvoorbeeld geen driescharige ploeg, terwijl dit vanwege de bedrijfsoppervlakte wellicht meer dan genoeg zou zijn. Doel: lage mechanisatiekosten? Puur economisch gezien zou snel geconcludeerd kunnen worden dat lage mechanisatiekosten gunstig zijn voor het bedrijfsresultaat. Minder kosten maken betekent normaliter meer winst. In de praktijk pakt het echter vaak heel anders uit. Vrijwel elk jaar kent momenten waarbij het uiterste van de slagkracht en capaciteit gevraagd wordt. Bedrijven die op die cruciale momenten accuraat kunnen werken (bodembewerking, zaaien, onkruidbestrijding, oogst, e.d.) verdienen hun extra investeringen op dat moment snel terug. Zeker bij de oogst kan dat zelfs een veelvoud zijn van de investering. Het resultaat wat de ondernemer met zijn machinepark realiseert geldt uiteindelijk. Lage mechanisatiekosten leiden dus niet per definitie tot een hogere winst. Eerder nog, het kan leiden tot te grote risico s voor het bedrijfsresultaat. Onkruid! Veel werktuigen staat ten dienste van de onkruidbestrijding. Vooral de machines voor grondbewerking en zaaien hebben een functie bij de onkruidbestrijding. Een goede onkruidbestrijding voorkomt opbrengstschade en beperkt de kosten van handmatig wieden en natuurlijk de zorgen hierover. Daarnaast verlaagt iedere goede bestrijding de onkruiddruk binnen het bedrijf. Het succes van de onkruidbestrijding hangt niet alleen Wieden vraagt snelheid en capaciteit Gebruik van rijpaden neemt sterk toe in de biologische akkerbouw Lastige vergelijking In de akkerbouw is het lastig om de mechanisatiekosten goed in te schatten. Dit komt omdat veel kosten berekende kosten zijn (afschrijving) of verstopt zijn in het geheel (onderhoudskosten, verzekeringen en rente). Daarnaast wordt er veel gesleuteld en aangepast aan machines, ook die kosten zijn vaak moeilijk inzichtelijk te maken. De totale mechanisatiekosten houden in beperkte mate direct verband met bedrijfsgrootte, al dan niet gebruik van rijpaden en de mate van samenwerking. De totale mechanisatiekosten zijn een optelsom van al deze factoren waarbij vooral de echt dure aankopen het hardst meetellen. De mechanisatiekosten kennen verder ook nog fiscale aspecten. Bedrijven doen er altijd goed aan de fiscale voordelen te benutten als dat mogelijk af van de kwaliteit van de schoffel of eg. Vooral vakmanschap en het tijdstip zijn bepalend voor het resultaat. Het mechanisatiepark moet borg staan voor genoeg capaciteit om die juiste momenten te benutten. Zeker in een nat voorjaar zie je dat overcapaciteit geen luxe is. Grote verschillen in aanpak Iedere teler kiest zijn eigen vorm of teeltsysteem. Het mechanisatiepark wordt vaak aangepast voor een rijpadensysteem of om de bodem op een andere manier te ontzien. Steeds meer bedrijven kiezen hierbij voor rijpaden, het besef over

Kengetallen voor de biologische akkerbouw 5 de meerwaarde groeit. Ook worden zaai- en plantafstanden vaak aangepast om zo uniform mogelijk te kunnen werken (normalisatie). Voor iedere ondernemer is het een zoektocht naar een eigen optimale normalisatie, waarbij zoveel mogelijk afstemming plaatsvindt tussen de machines op het eigen bedrijf, maar ook met samenwerkende collega s en/of loonwerkers. In de biologische landbouw wordt er erg veel gesleuteld en aangepast. Hierdoor zijn de mechanisatieparken heel divers en wordt er vaker voor gekozen de werkzaamheden zelf uit te voeren in plaats van door loonwerkers. Vooral voor het zaaien en de onkruidbestrijding is dit het geval. Hierbij kan gekozen worden voor een nieuwe zeer veelzijdige machine of juist voor een heel specifieke (soms tweedehands) machine die eigenlijk maar voor een of twee werkzaamheden geschikt is. en klein, rijpaden of niet, schommelen rond dit bedrag. Het is opvallend hoe klein de verschillen zijn (met uitzondering van twee uitschieters). Ook inclusief loonwerk blijven de verschillen klein. Gemiddeld komt men dan uit op 970 per ha. Grote posten zoals peenrooien zijn vaak bepalend voor de totale loonwerkuitgaven. Grafiek 3: Kosten voor trekkers, werktuigen en loonwerk per ha 1600 1400 1200 1000 Mechanisatiekosten per /ha/bedrijf Trekkerkosten per ha (a) Werktuigkosten per ha (b) Bepalend voor de berekening was de vervangingswaarde van een machine. Met de teler werd bepaald wat de vervangingswaarde voor een bepaalde machine zou zijn. Op deze manier worden kosten van oude en nieuwe mechanisatie redelijk goed in beeld gebracht. De jaarkosten zijn voor alle machines berekend op basis van de KWIN (Kwantitatieve Informatie PPO-AGV). 800 600 400 200 0 Gemiddeld 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Totale mechanisatiekosten per ha (excl. loonwerk) (a+b) Totale mechanisatiekosten per ha (incl. loonwerk) In de onderstaande grafiek is per bedrijf weergegeven wat de mechanisatiekosten zijn. De bouwplannen zijn redelijk vergelijkbaar. Het trekkerpark kost het gemiddelde biologische bedrijf 256 per ha. Opvallend is dat de bedrijven met rijpaden gemiddeld niet veel duurder uit zijn dan de niet-rijpadenbedrijven. Ook breedspoor komt niet per definitie duurder uit, wel zijn de rijpadenbedrijven gemiddeld iets groter in oppervlakte. De trekkerkosten worden voornamelijk bepaald door de duurste Slagkracht en capaciteit Slagkracht is een term die regelmatig in de gesprekken met de bedrijven naar voren kwam. Voldoende capaciteit is erg belangrijk om de noodzakelijke bewerkingen op het juiste tijdstip uit te voeren. In het teeltseizoen moet er voldoende trekker-, hectare- en arbeidscapaciteit zijn. Elk bedrijf heeft hierbij zijn eigen strategie. Bedrijven verschillen in aantal trekkers, gehanteerde werkbreedtes, aantal chauffeurs en werksnelheden. Liever voor ieder specifiek gewas een eigen schoffelmachine, dan één verstelbare schoffel voor alle gewassen. Dat geeft mij veel meer slagvaardigheid. Capaciteit en slagvaardigheid zijn (veel) belangrijker dan mechanisatiekosten. De kunst van de ondernemer is om van die extra opbrengst daarna winst te maken. Schoffelen in combinatie met een vingerwieder trekkers. Op de meeste bedrijven rijden ook een aantal oude beestjes. Deze tellen echter maar beperkt mee in de kosten. Kleinere bedrijven werken doorgaans wat meer met oudere, smallere en goedkopere machines. Grote bedrijven hebben over het algemeen wat groter en nieuwer materiaal. Samenwerken met werktuigen heeft flinke invloed op de kosten en wordt zowel door kleine als grote bedrijven gedaan. Gemiddeld hebben de biologische bedrijven 570 per ha kosten voor eigen mechanisatie. De meeste bedrijven: groot Zelf, de loonwerker of in samenwerking Voor verschillende werkzaamheden kunnen loonwerkers een grote rol spelen op het biologische bedrijf. Zeker voor de kleinere bedrijven is het niet rendabel om zelf dure, gespecialiseerde zaaimachines aan te schaffen. Voor de grotere bedrijven is dit sneller rendabel en qua arbeid vaak beter te combineren omdat er meerdere arbeidskrachten werkzaam zijn. Daarnaast kunnen grotere bedrijven eventueel ook loonwerk uitvoeren bij andere bedrijven, om zodoende de werktuigen rendabeler te maken. Bij de keuze van samenwerking of gebruik van de loonwerker is de fysieke afstand onderling ook een factor.

BioKennis bericht BEMESTING Grote variatie in kosten en vooral stijgend! De onderlinge verschillen in bemestingskosten blijken groot. Door de huidige eisen t.a.v. gebruik van biologische mest en de mestwetgeving verwachten de telers een verdere stijging van de bemestingskosten. De verschillen ontstaan o.a. door: Regionale verschillen: in mestoverschotgebieden wordt flink toebetaald voor biologische mest. Gebruik van duurdere meststoffen zoals vinasse kali, beendermeel, verenmeel, etc. Stikstofruimte en fosfaatruimte voor gebruik van mest en de aanwezigheid van vlinderbloemigen in het bouwplan. Opvallend is ook dat iedere teler weer zijn eigen bemestings -tactiek toepast. In hetzelfde gewas wordt regelmatig voor heel andere meststoffen, hoeveelheden en/of andere wijze van toediening gekozen. Gezien de verwachte verlaging van de mineralenruimte en de strengere regels die voor de bemesting gelden, verdient een optimalisatie op dit vlak aandacht. Mest zal meer in het voorjaar moeten worden aangewend en stikstofbinding op het bedrijf zal belangrijker worden. Kennis speelt een belangrijke rol, goede advisering en een bemestingsplan bieden inzicht en overzicht. Ook afspraken tussen veehouders en akkerbouwers kunnen hierbij wellicht kansen bieden. In het gesprek met de telers van de biokengetallengroep werd de behoefte uitgesproken om hierover meer kennis met elkaar uit te wisselen. OPBRENGSTEN EN PRIJS De grootste invloed op het eindresultaat Ook in de biologische landbouw hebben de kg-opbrengst en de kg-prijs de grootste invloed op de omzet en winst van het bedrijf. De invloed van de kostprijs is flink kleiner. De bedrijven met de hoogste omzet per ha, hebben ook het hoogste saldo per ha. De aanwezigheid van een goede (kisten)bewaring kan hierbij een belangrijke rol spelen. Uiteindelijk bepalen de verschillen in oppervlakte natuurlijk wel de omzetverschillen per bedrijf. Dit betekent dat als je als ondernemer aan de slag wilt om het rendement van het bedrijf te verbeteren, de eerste stap gemaakt moet worden door de opbrengst te verhogen c.q. kwaliteit te verbeteren, daarna pas evt. met kostenverlaging. Voor het verhogen van de netto opbrengst en betere kwaliteit zijn bodem, teelt en bewaaraspecten heel belangrijk. Voor een hogere prijs komt het vooral aan op verkooptechniek, keuze van afzetvorm, soort afnemer en de kwaliteit van het product. Kortom: optimalisatie van de bedrijfsvoering is een beter uitgangspunt dan kostprijsverlaging als het gaat om het verbeteren van het bedrijfsrendement. Door het inzichtelijk maken van het bedrijfsrendement met behulp van cijfers kan de teler ook aan bedrijfvergelijking doen. Vooral in studiegroepen kan veel geleerd worden over de wijze waarop verschillende ondernemers hun omzet behalen. Grafiek 4: bemestingskosten per hectare Kosten bemesting per /haha 400 314 300 271 266 245 200 156 100 97 68 68 35 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10-100 -200-163 GPS Grondbewerking op rijpaden Het bedrijf met de negatieve bemestingskosten zit dichtbij een overschotgebied van dierlijke mest en krijgt betaald voor afname van mest. Bij de uitschieters naar boven betreft dit vaak of hogere kosten voor dierlijke mest en/of gebruik van duurdere meststoffen zoals verenmeel en vinassekali.

Kengetallen voor de biologische akkerbouw 7 Grafiek 5: Gemiddelde omzet per hectare per bedrijf. Omzet per /haha 9000 8000 7364 7964 7000 6000 5000 4000 5642 4385 5168 3927 4742 4884 5530 5884 6574 3000 2000 1000 0 Gemiddeld 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Enkele conclusies en opmerkingen tijdens telersbijeenkomsten: Er is behoefte aan een extensiever bouwplan, maar wel met behoud van rendement. Het idee leeft dat het rendement misschien niet ver daalt als er meer rustgewassen worden geteeld. Onkruid is gemakkelijker te beheersen met minder uren handwerk. Er zijn vaak veel onzichtbare kosten, door het zelf aanpassen en sleutelen aan machines. Lagere mechanisatiekosten bereik je vooral met een beperkt aantal gewassen en een optimale (beperkte) normalisering! Er is behoefte aan meer kennis over een optimale bemesting. De regelgeving verandert sterk en de kosten nemen laatste jaren fors toe. Er is behoefte aan goede saldovergelijking tussen rustgewassen (tarwe / luzerne / grasklaver) en semicash-crops met veel teeltrisico s en bouwplangevolgen (erwten / bonen / spinazie). Vaste contracten met veehouders over mest zijn bespreekbaar. Bedrijfsvergelijking is zeer nuttig! Door de diversiteit van de bedrijven blijft vergelijken moeilijk. Saldo s hangen sterk af van het bouwplan en het wel of niet bewaren van producten. De kosten van mechanisatie worden vaak (meer dan) gecompenseerd door slagkracht en capaciteit op cruciale momenten. Kg-opbrengst en prijs zijn belangrijker voor de winst dan de kosten. compost uitrijden Gewaskeuze in het bouwplan Binnen de groep telers is duidelijk een wens om het bouwplan te vereenvoudigen c.q. te extensiveren. Dit om de problemen met onkruid en ziekten te verkleinen. De belangrijkste plaats in het bouwplan vormen natuurlijk de cash-crops (teelten waarmee echt geld verdiend wordt) zoals peen, uien, knolselderij, witlof en in mindere mate aardappelen. Daar tegenover staan de rustgewassen zoals gras/klaver, luzerne en granen. Het saldo van deze gewassen is laag en ze dienen vooral voor structuurverbetering van de grond, vastleggen van stikstof en verlaging van de onkruiddruk en ziektegevoeligheid. Tussen deze twee typen gewassen zitten de zogenaamde semi-cash-crops zoals erwten, bonen, spinazie en suikermais. Gewassen waarvan het saldo sterk fluctueert per jaar, maar die geen duidelijke voordelen of zelfs flinke nadelen op kunnen leveren t.a.v. bodemgezondheid en onkruiddruk. In het jaar met het goede saldo weegt dit nog enigszins op tegen deze problemen, maar juist in een jaar met een slecht saldo, gecombineerd met ziekten en onkruiden, precies het tegenovergestelde. Voor telers met bouwplan- en onkruidproblemen is het van belang hierin duidelijke keuzes te maken. Het structureel kiezen voor cash-crops alleen gecombineerd met rustgewassen kan een goede tactiek zijn om het probleem aan te pakken. Dit kan uiteraard gevolgen hebben voor het rendement van het bedrijf. Voor iedere teler weer zijn eigen afweging.

Bedrijfsnetwerk AGV Tien bedrijfsnetwerken zijn 1 september 2009 van start gegaan in de biologische landbouwsector, als follow-up van de activiteiten in 2006-2007. De bedrijfsnetwerken zijn, als onderdeel van Bioconnect, vraaggestuurd ingericht. De biologische landbouwsector bepaalt de ambities van de netwerken en daarmee de thema s die behandeld worden. In de bedrijfsnetwerken nemen ruim 500 biologische ondernemers deel. Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie financiert deze netwerken tot 1 juli 2012. De tien bedrijfsnetwerken zijn thematisch verdeeld over de verschillende subsectoren binnen de biologische landbouw. Ieder bedrijfsnetwerk kent zijn eigen aanpak en zijn eigen ambities. De begeleiding van de verschillende netwerken is in handen van de volgende uitvoerders: DLV Plant, DLV Rundvee Advies, het Louis Bolk Instituut, ZLTO en Hessel Marketing & Communicatie. Tijdens bijeenkomsten die op verschillende manieren zijn opgezet, worden onderwerpen behandeld die door de deelnemers zelf zijn benoemd op basis van de ambitieagenda. De bedrijfsnetwerken hebben daarmee de rol van aanjager op het gebied van innovatie, kennisoverdracht en uitwisseling van best practices. En ze zijn een inspiratiebron bij het bepalen van de onderzoeksagenda. De horizon van de biologische ondernemers is breed: er wordt informatie uitgewisseld met het onderwijs en met collega s uit de gangbare landbouw. Colofon 2012 Tekst: Jeroen Willemse, Sander Bernaerts, Christoffel den Herder (DLV Plant) Foto s: Sander Bernaerts (DLV Plant) I N S T I T U U T