Europese Kaderrichtlijn Water Waterschap Noorderzijlvest

Vergelijkbare documenten
Europese Kaderrichtlijn Water Waterschap Noorderzijlvest

Kaderrichtlijn Water Waterlichaam Matsloot

2. Hoendiep-Aduarderdiep NL34M101

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen...

Europese Kaderrichtlijn Water Waterschap Noorderzijlvest

III.1. Algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving van de actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.10.

Factsheet: NL43_11 Bussloo

Europese Kaderrichtlijn Water

Kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Huidige situatie. G2 Totaal stikstof (zomergemiddelde) (mg N/l) 1,57 2,4 2,4. G2 Chloride (zomergemiddelde) (mg Cl/l) 45,

algemeen Deze bijlage is een detaillering van de beschrijving actuele waterkwaliteit die in paragraaf 2.9. is opgenomen

Toelichting ontwerp Factsheets Kaderrichtlijn Water. Planperiode Waterschap Noorderzijlvest

9 Oude Diep. 9.1 Watersysteem

Factsheet: NL33HM. Naam: Hondshalstermeer

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

Factsheet: NL36_OWM_018 Dommerswijk

Factsheet: NL04_NOORD-ZUIDLEIDING

Factsheet: NL36_OWM_015 Dooze

Toestand KRW-waterlichamen Flevoland medio 2018

Gebiedsbeschrijving Oude Diep

Factsheet: NL04_OVERIJSSELSKNL-ZWa

Factsheet: NL04_STEEN-WETERINGa

Factsheet: NL43_13 Oude IJssel

Bijlage 1: Samenvatting factsheets, toelichting maatregelpakket en administratieve wijzigingen

Factsheet: NL05_Westerbouwlandl

Factsheet: NL43_10 Fliert

Ecologische kwaliteit oppervlaktewater, 2009

Gebiedsontwikkeling Zuidelijk Westerkwartier droge voeten, natuur en.

Factsheet: NL04_EMMERTOCHT-SLOOT

Gebiedsbeschrijving Drentse kanalen en Meppelerdiep

Effectiviteit KRW maatregelen. Halen we met de geplande maatregelen de ecologische doelen?

Opbouw. Het belang van natuurvriendelijke oevers. EU Kaderrichtlijn Water (KRW) Waterbeleid. Doel KRW voor oevers. EU Kaderrichtlijn Water Maatregelen

Factsheet: NL04_DEDEMSVAARTa Dedemsvaart

Factsheet: NL14_7. Naam: Merwedekanaal

Factsheet: NL43_09. Naam: Toevoerkanaal

Factsheet: NL14_31. Naam: Kamerik Teijlingens

Resultaten heroverweging KRW maatregelen De Eendragt. 1. Aanleiding

Factsheet: NL43_04 Puttenerbeek

Factsheet: NL07_0033 Oude Schipbeek Groteboerswtg

Factsheet: NL34M100. Naam waterlichaam: Damsterdiep-Nieuwediep

Factsheet: NL37_ABC1_2013 Tochten ABC1

Factsheet: NL04_AVERLOSCHE-LEIDING

INTERN MEMO. Aan: Algemeen Bestuur Van: Dagelijks Bestuur Datum: 10 november 2015 Onderwerp: Voedingsstoffen in het oppervlaktewater

Vermesting in meren en plassen,

Factsheet: NL14_28 Zegveld

Factsheet: NL43_32 Arkervaart

Watergebiedsplan Dorssewaard Terugkoppel avond. 1 januari 2010

Factsheet: NL14_3 Westerlaak

Factsheet: NL11_8_1 Tussenboezem Vinkeveen a

Gebiedsbeschrijving Boezem Noordwest Overijssel

Factsheet: NL11_3_4. Naam: Vinkeveense Plassen

Zoals aangegeven zijn de gemeente Lelystad en het havenbedrijf Amsterdam de ontwikkelaars van het bedrijventerrein.

Vermesting in meren en plassen,

Kees Steur Waterschap Zeeuwse Eilanden coördinator Waterkwaliteit en Milieu

Factsheet: NL04_KOLK-WETERING Kolkwetering

Voortgang KRW: maatregelen, doelbereik en innovatie. 13 december 2012; Frank van Gaalen

Factsheet: NL39_01a Rotteboezem

Regionale Implementatie KRW

Kansen voor natuurvriendelijke oevers in de boezems van HHNK. KRW onderzoeksproject Natuurvriendelijke Boezem. S. Janssen, S. Zierfuss 12.

Bijlage 2: Waterkwaliteit Kromme Rijn (DM hoort bij bestuursvoorstel DM )

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude Polder van Pijnacker - peilgebied OPP XIII

KRW Noorderzijlvest, tussenstand toestand, trends, voortgang maatregelen

Factsheet: NL07_0028 Schipbeek

Gebied: De Drie Polders

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Dossiernummer: Projectnummer:

Waterkwaliteit verbeteren!

Waterkwaliteit KRW, 2015

Taken: Voldoende water, Veilig gebied, Gezond en natuurlijk water.

Wijkoverleg Aalsmeer Oost. maandag 6 maart

Vermesting in meren en plassen

PZH (DOS

Factsheet: NL99_Meppelerdiep Meppelerdiep

Factsheet: NL35_Reest Reest

Factsheet: NL05_Elsenerbeek Elsenerbeek

Factsheet: NL04_OOSTERBROEKS-WATER

KRW-verkenner in gebruik

Visstand meren (M14/M27) en de KRW

Waterhuishouding en riolering Groot Zonnehoeve

Vraagstelling Vraag van Steven Marijnissen aan Jaap Oosthoek is of de lozing van het effluent op het KRW waterlichaam Mark en Vliet toelaatbaar is.

Water in Tiel. 1 Naast regionale wateren die in beheer zijn bij de waterschappen, zijn er rijkswateren (de hoofdwateren

Factsheet: NL43_22 Middenloop Barneveldse Beek

4. Boterdiep-Winsumerdiep NL34M103

10. Leekstermeer NL34M109

De meerwaarde: een casus. Martine Lodewijk programmamanager KRW voor waterschap Amstel Gooi en Vecht

Factsheet: NL07_0029 Buurserbeek

EBO (Eigendom, Beheer en Onderhoud) staten en toelichting Ecologische Verbindingszone Ter Wisch versie 25 mei 2012

Watergebiedsplan Hem. Toelichting bij het peilbesluit, projectplan en leggerwijziging. Partiële herziening van het peilbesluit Drechterland (2005)

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats. Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet

Factsheet: NL04_WESTERVELDSE-AA

Watervergunning Z43841/O82403

Statencommissie REW 1 februari KRW maatregelen rijkswateren

Feitenoverzicht Kaderrichtlijn Water

Bestuursrapportage 2014 waterschap Vechtstromen Versie 24 november 2015

Factsheet: NL04_WITTEVEENS-LEIDING

Europese meerval (Silurus glanis) in de Westeinderplassen

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.

Factsheet: NL34M100 Damsterdiep-Nieuwediep

Transcriptie:

Waterlichaam Van Starkenborghkanaal Doelstellingen, maatregelen en kosten Versie: 4 Groningen, 1 augustus 2008 Foto Van Starkenborghkanaal

INHOUDSOPGAVE 1 WATERLICHAAM VAN STARKENBORGHKANAAL... 5 1.1 Beschrijving waterlichaam... 5 1.2 Geografie... 6 1.3 Historie... 6 1.4 Stroomgebied, status, categorie en watertype... 6 1.5 Overige statussen... 6 2 FUNCTIES EN GEBRUIK... 7 2.1 Functies... 7 2.2 Landgebruik... 8 2.3 Waterhuishouding... 8 3 INVLOEDEN EN INGREPEN... 9 3.1 Inleiding... 9 3.2 Invloeden... 9 3.3 Ingrepen... 10 3.4 Onomkeerbare ingrepen... 11 4 HUIDIGE WATERKWALITEIT... 13 4.1 Inleiding... 13 4.2 Chemie... 13 4.3 Hydromorfologie... 14 4.4 Ecologie... 14 5 MAATREGELEN... 16 5.1 Inleiding... 16 5.2 Maatregelen die significante schade opleveren... 16 5.3 Maatregelen om ecologisch doel te halen... 17 5.4 Maatregelenpakketten... 19 6 WATERKWALITEITSDOELEN... 21 6.1 Beschrijving gewenste ecologische toestand... 21 6.2 Gewenste chemische toestand... 22 6.3 Knelpunten... 22 7 KOSTEN VAN MAATREGELEN... 23

1 Waterlichaam Van Starkenborghkanaal 1.1 Beschrijving waterlichaam Het waterlichaam Van Starkenborghkanaal ligt ten noordwesten van de stad Groningen. Het afwaterend gebied is zo n 9.950 ha groot (zie figuur 1.1). De belangrijkste waterlopen in het gebied zijn het Van Starkenborghkanaal, Hoendiep en Aduarderdiep (zie tabel 1.1). Figuur 1.1 Afwaterend gebied Tabel 1.1 Waterlopen binnen waterlichaam Naam Lengte (km) Aduarderdiep 12,4 Hoendiep 13,8 Van Starkenborghkanaal 20,5 Lagemeedster Horntocht 3,2 Fransumertocht 4,8 Zuidhorner Zuidertocht 4,1 Totaal 58,8 Bij het beheer van het oppervlakte- en grondwater in dit waterlichaam zijn naast waterschap Noorderzijlvest de volgende overheden betrokken: provincie Groningen; gemeenten Groningen, Leek, Winsum en Zuidhorn. Waterlichaam Van Starkenborghkanaal 5 van 23

1.2 Geografie 1.3 Historie Het afwaterend gebied van het waterlichaam Van Starkenborghkanaal beslaat circa 9.950 ha. Het noordwestelijk deel van de stad Groningen maakt deel uit van het geclusterde waterlichaam. Het dorp Grijpskerk ligt in het westelijk deel van het gebied. De noordelijke grens ligt bij Aduarderzijl. Een deel van het afwaterende gebied maakt deel uit van het Nationaal Landschap Middag-Humsterland. De zuidelijke grens ligt net ten noorden van het Leekstermeer. Het gebied wordt gekenmerkt door relatief grote verschillen in maaiveldhoogtes. Op de hogere delen liggen vaak de woonkernen. De naam Hoendiep is afkomstig van het logement De Hoen even ten westen van Groningen. Het Hoendiep begon vroeger ten westen van de Groninger Aa-poort naar De Poffert. Om in Friesland te komen voer men via de Gave (nu grotendeels verdwenen) naar het Lettelberterdiep. In 1616 werd het Hoendiep vanaf de Poffert verlengd tot het Lettelberterdiep. In 1654 tot 1657 werd het Hoendiep van de Bril verlengd naar het noorden tot Noordhornertolhek. Het Aduarderdiep is een voortzetting van het Peizerdiep en begint bij het Hoendiep bij Vierverlaten. Het mondt uit bij Aduarderzijl in het Reitdiep. Het kanaal is gegraven in de 14e eeuw, volgens de overlevering door de monniken van het klooster van Aduard. Rond 1930 is het scheepvaartkanaal van Lemmer naar Groningen aangelegd; het huidige Prinses Margrietkanaal en het Van Starkenborghkanaal. Het Van Starkenborghkanaal is van Zuidhorn tot de Oostersluis geheel nieuw gegraven. Het gedeelte van Zuidhorn tot de Friese grens is het verbrede Hoendiep. In november 1938 is het kanaal officieel in gebruik gesteld door koningin Wilhelmina. Het kanaal is genoemd naar de voormalig Commissaris van de Koningin Edzard Tjarda van Starkenborgh Stachouwer. 1.4 Stroomgebied, status, categorie en watertype Aan het waterlichaam Van Starkenborghkanaal is op basis van de in Nederland ontwikkelde KRW-typologie het watertype M7 grote diepe kanalen toegekend. Tabel 1.2 Karakterisering waterlichaam Deelstroomgebied Status Categorie Watertype Rijn-Noord Kunstmatig Meren M7: Grote diepe kanalen 1.5 Overige statussen Het waterlichaam Van Starkenborghkanaal ligt deels in het Nationaal Landschap Middag-Humsterland. De kernkwaliteit van Middag Humsterland zijn: reliëf gevormd door terpen, kwelderruggen en dijken, onregelmatig blokverkavelingspatroon en het zeer open landschap. 6 van 23 Waterlichaam Van Starkenborghkanaal

2 Functies en gebruik 2.1 Functies Op basis van het Provinciaal Omgevingsplan (POP) van de provincie Groningen zijn in het Waterbeheerplan 2003-2007 van het waterschap functies aan gebieden toegekend. De functies van het afwaterende gebied Van Starkenborghkanaal zijn weergegeven in figuur 2.1 en tabel 2.1. Figuur 2.1 Functies afwaterend gebied Tabel 2.1 Oppervlakten functies Functie Oppervlak (ha) Percentage Water voor landbouw 4.538 46 Water voor landbouw en natuur 2.328 23 Water voor natuur 503 5 Stedelijk water 2.474 25 Regulier bergingsgebied 93 1 Totaal 9.936 100 De functie water voor landbouw komt het meeste voor in het afwaterende gebied. Een aanzienlijk deel van het gebied heeft de functie stedelijk water. Dit komt omdat de stad Groningen voor een groot deel in dit waterlichaam ligt. Naast de stad Groningen liggen de kernen Aduard, Zuidhorn, Garnwerd en Grijpskerk in dit waterlichaam. Daarnaast heeft een groot deel van het afwaterend gebied de functie water voor landbouw en natuur. De functies water voor natuur en regulier bergingsgebied zijn marginale functies in het gebied. Met directe betrekking tot het water gelden verder nog de volgende functies: Aanvoer, afvoer en berging: Dit geldt voor alle waterlopen in het afwaterend gebied. Beroepsvaarwegen: Van Starkenborghkanaal, Hoendiep (oostelijk gedeelte) en Aduarderdiep (zuidelijke gedeelte). Waterlichaam Van Starkenborghkanaal 7 van 23

2.2 Landgebruik Het overgrote deel van het afwaterend gebied heeft als landgebruik grasland. Daarnaast wordt op een aantal percelen akkerbouw bedreven. Bebouwing is geconcentreerd in een aantal kernen, waarbij de grootste gevormd wordt door een deel van de stad Groningen. De overige bebouwing bestaat uit de kernen Noordhorn, Zuidhorn, Aduard, Garnwerd, Oostwold, Enumatil en Grijpskerk (zie figuur 2.2 en tabel 2.2). Figuur 2.2 Landgebruik afwaterend gebied Tabel 2.2 Oppervlakten landgebruik Landgebruik Oppervlakte (ha) Percentage Akkerbouw 201 3 Bebouwing in buitengebied 135 2 Grasland 7.499 74 Natuur 198 2 Stedelijk bebouwd gebied 1.234 12 Zoet water 366 4 Hoofdwegen/spoorwegen 288 3 Totaal 9.921 100 2.3 Waterhuishouding De watergangen in het waterlichaam maken deel uit van de Electraboezem. Het streefpeil van de Electraboezem is NAP -0,93 m. Op alle watergangen vindt scheepvaart plaats in de vorm van pleziervaart. Daarnaast vindt op het Van Starkenborghkanaal en grote delen van het Hoendiep en Aduarderdiep ook beroepsvaart plaats. Het Van Starkenborghkanaal is geschikt voor zeewaardige schepen. Het Hoendiep en Aduarderdiep zijn geschikt voor categorie B en C schepen. Hierbij wordt een vaardiepte aangehouden van minimaal 1,40 m. 8 van 23 Waterlichaam Van Starkenborghkanaal

3 Invloeden en ingrepen 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de voor de ecologie meest bepalende invloeden (belastingen op het oppervlaktewater) en ingrepen (wijzingen aan de vorm van watergangen en het te voeren waterbeheer) beschreven. Daarnaast wordt aangegeven welke onomkeerbare ingrepen voor dit waterlichaam gelden. 3.2 Invloeden Met het begrip invloeden wordt de belasting bedoeld die het gebruik van onze leefomgeving heeft op het watermilieu. RWZI s: Op het waterlichaam Van Starkenborghkanaal lozen vier RWZI s. In onderstaande tabel zijn gemeten vrachten weergegeven. De maximale vrachten volgens de vergunningen liggen hoger. In de toekomst vindt een aantal aanpassingen plaats aan deze RWZI s. Dit wordt nader beschreven bij de maatregelen. Onderstaande tabel geeft de belastingen vanuit de RWZI s weer (N = stikstof; P = fosfaat). Tabel 3.1 Belasting vanuit RWZI s RWZI Belasting (kg/j) 2005 Feerwerd N 3.898 P 1.270 Hoogkerk N 6.482 P 1.372 Gaarkeuken & Zuidhorn 1+2 N 31.032 P 8.826 Industriële lozingen: Een aantal bedrijven loost direct op het waterlichaam Van Starkenborghkanaal. Hiervoor is een vergunning verleend door het waterschap. Het gaat hier om gezuiverd proceswater. In onderstaande tabel zijn de maximale vrachten weergegeven die toegestaan zijn volgens de verleende vergunningen (N = stikstof; P = fosfaat). Tabel 3.2 Belasting vanuit bedrijven Bedrijf Belasting (kg/j) 2005 CSM (suikerfabriek) N 6.500 P 1.700 De Halm (kartonfabriek) N 2.841 P 459 Suikerunie (suikerfabriek) N 10.940 P 790 Overstorten: In het gebied bevinden zich circa 85 overstorten. Dit betekent een belasting van het water met nutriënten, zware metalen en bestrijdingsmiddelen. Voor het overgrote deel van het gebied zijn deze belastingen, lokaal en tijdelijk van aard en hebben ze een zeer beperkte (indirecte) invloed. Waterlichaam Van Starkenborghkanaal 9 van 23

3.3 Ingrepen Wateraanvoer: In de zomerperiode worden er grote hoeveelheden gebiedsvreemd water (circa 25 m³/min) vanuit het IJsselmeer aangevoerd via de sluis Gaarkeuken bij Grijpskerk. Dit water wordt grotendeels weer opgepompt richting de Eemskanaalboezem (waterschap Hunze en Aa s) bij Dorkwerd. Het resterende deel wordt gebruikt ter aanvulling van het watertekort in de Electraboezem. Diffuse bronnen: De kanalen van het waterlichaam Van Starkenborghkanaal worden voornamelijk belast met nutriënten en bestrijdingsmiddelen afkomstig van uit- en afspoeling van landbouwgronden. Vanuit het stedelijk gebied vindt oppervlakkige afspoeling van met name verhard oppervlak plaats. Bij Groningen en Zuidhorn ligt een aantal woonboten (circa 150) in het waterlichaam Van Starkenborghkanaal. Een deel hiervan (circa 130 stuks in de gemeente Groningen) beschikt niet over een riolering en loost direct op het oppervlaktewater. Beroepsscheepvaart: Het Van Starkenborghkanaal is een druk bevaren beroepsscheepvaartroute in de verbinding Lemmer-Delfzijl. Vanaf de beroepsscheepvaart zijn er incidentele belastingen op het Van Starkenborghkanaal. Recreatievaart: Op alle watergangen vindt pleziervaart plaats. De lozing van afvalwater vanaf deze boten is nog niet gereguleerd (per 1 januari 2009). Veel afvalwater wordt op dit moment nog op oppervlaktewater geloosd. Met ingrepen worden alle handelingen bedoeld die zijn uitgevoerd in het afwaterend gebied of in de waterloop zelf. Deze ingrepen zijn en worden gedaan om de functies in het gebied zoveel mogelijk te dienen. Stuwen, sluizen en gemalen: Binnen het cluster Van Starkenborghkanaal bevinden zich 24 gemalen en 37 stuwen. Deze kunstwerken vormen een versnippering van het leefmilieu van de waterfauna. Gemalen in werking veroorzaken direct sterfte van vissen en verstoren hiermee de visstand. In de visie vismigratie zijn de volgende knelpunten benoemd: sluis en gemaal bij Dorkwerd, Oostersluis, sluiscomplex Gaarkeuken, Westerhavensluis en gemaal Van der Horst. Dijken en kaden: Ten behoeve van de veiligheid van het achterland zijn delen van de waterlichamen bedijkt en van kaden voorzien. Oeververdediging: Om het inzakken van kaden en/of dijken tegen te gaan, is op verschillende plekken oeververdediging aangebracht in de vorm van beschoeiingen of steenstortbekledingen. Wateraanvoer: In het zomerhalfjaar vindt wateraanvoer plaats om waterpeilen op orde te houden. Hierdoor zijn de waterpeilen in de zomer vaak hoger dan in de winter, hetgeen een tegennatuurlijk proces is. Peilbeheer: De kanalen binnen het waterlichaam Van Starkenborghkanaal behoren tot het peilgebied Electraboezem. In de boezem geldt een streefpeil van NAP -0,93 m. Intensieve ontwatering: Ten behoeve van de landbouw wordt het gebied intensief ontwaterd middels drainage. Hierdoor is het land economisch rendabeler. 10 van 23 Waterlichaam Van Starkenborghkanaal

Onderhoud: De watergangen in het afwaterend gebied van het waterlichaam Van Starkenborghkanaal worden op verschillende manieren onderhouden. De functies van de watergangen en de afmetingen zijn bepalend voor de wijze waarop het onderhoud uitgevoerd wordt. Voor een deel van de watergangen is het waterschap verantwoordelijk voor het uitvoeren van het onderhoud. Dit betreffen de hoofdwatergangen (zie tabel 3.3). Tabel 3.3 Wijze van uitvoeren van onderhoud aan watergangen Watergang Materieel Frequentie Overig 1. Van Starkenborghkanaal, Hoendiep Onderhoud door derden 2. Aduarderdiep, Fransumertocht, Zuidhorner Zuidertocht Maaikorf/maaihark 1 x p/j natte profiel Voor de zomer worden de maaipaden gemaaid. Na de zomer worden aan 1 kant oever en talud gemaaid. Het volgende jaar de andere kant 3. Lagemeedster Horntocht Maaikorf/maaihark 2 x p/j natte profiel Voor de zomer blijft aan 1 zijde de begroeiing op oever en talud. Staan. Na de zomer gebeurt dit op de andere oever. 4. Overige watergangen Maaikorf/maaihark 1 x p/j natte profiel Voor de zomer worden de maaipaden 1 keer gemaaid. Na de zomer worden waterbodem, taluds en maaipaden gemaaid. 5. Overige watergangen Maaikorf/maaihark 2 x p/j natte profiel Maaipaden, taluds en waterbodem worden gemaaid. 6. Overige watergangen Onderhoud door derden 7. Overige watergangen Maai- en veegboot 3 à 4 p/j natte profiel Maaipaden, taluds en waterbodem worden gemaaid. Scheepvaart: Het Van Starkenborghkanaal is een druk bevaren beroepsscheepvaartroute in de verbinding Lemmer-Delfzijl. Ten behoeve van de scheepvaart wordt het Van Starkenborghkanaal op diepte gehouden. Beroepsvisserij: In het waterlichaam wordt beroepsmatig gevist op paling. Bodemdaling: Als gevolg van de winning van aardgas in het gebied treedt bodemdaling op. De bodemdaling voor het waterlichaam Van Starkenborghkanaal is relatief beperkt. 3.4 Onomkeerbare ingrepen Voor het waterlichaam Van Starkenborghkanaal worden de volgende ingrepen als onomkeerbaar geacht: Oeververdediging: Het is niet mogelijk op alle plaatsen de oeververdediging weg te halen. Op bepaalde plaatsen zou dit leiden tot het inzakken van dijken en kaden waardoor de veiligheid in het geding zou komen. Dijken en kaden: Deze zijn aangebracht om het achterliggende gebied te beschermen tegen overstroming. Door het weghalen ervan zou de veiligheid in het geding komen. Peilbeheer: Door het gevoerde peilbeheer is land bewoonbaar en te bewerken. Volledig stoppen met peilbeheer zou betekenen dat de huidige functies zoals bebouwing en landbouw in het geding zouden komen. Stuwen, sluizen en gemalen: Deze kunstwerken zijn nodig ten behoeve van het peilbeheer. Door het verwijderen van alle kunstwerken zou het niet meer mogelijk zijn een peilbeheer te voeren in overeenstemming met de huidige functies. Waterlichaam Van Starkenborghkanaal 11 van 23

Bodemdaling: Als gevolg van de winning van aardgas in het gebied treedt bodemdaling op. De winning van aardgas zal de komende jaren blijven bestaan. Bebouwing en infrastructuur: Langs een groot deel van de oevers is bebouwing of infrastructuur aanwezig. Dit wordt als onomkeerbaar beschouwd. Veenoxidatie- en inklinking: Door de geschiedenis heen is een groot deel van de oorspronkelijke veenbodem verdwenen. Herstel hiervan kan niet plaatsvinden binnen de KRW-termijnen. 12 van 23 Waterlichaam Van Starkenborghkanaal

4 Huidige waterkwaliteit 4.1 Inleiding 4.2 Chemie De chemische waterkwaliteit en de hydromorfologie bepalen samen voor een groot gedeelte de ecologische toestand van het water. Daarom worden eerst de chemische waterkwaliteit en de morfologie beschreven. Vervolgens wordt de ecologische waterkwaliteit beschreven. In onderstaande paragrafen wordt getoetst op de voorlopige KRW-normen en vigerende MTR-normen. De waterkwaliteit van de waterlichamen is een resultante van alle wateren die op dit waterlichaam afwateren. De toestand van de waterlichamen zegt dus iets over de toestand van het gehele oppervlaktewatersysteem. De chemie, zoals opgenomen in de KRW, wordt in drie groepen beschreven: prioritaire stoffen; overige verontreinigende stoffen; ecologie-ondersteunende stoffen. Prioritaire stoffen zijn chemische stoffen die een aanzienlijk risico veroorzaken voor de levensgemeenschap in het oppervlaktewater. De ecologie-ondersteunende stoffen zijn stoffen (bijvoorbeeld stikstof en fosfaat) die beperkend kunnen werken voor het bereiken van het ecologische doel. De huidige chemische toestand kan als volgt worden omschreven: Prioritaire stoffen (voor zover binnen het cluster geanalyseerd): Van de zware metalen voldoen nikkel, kwik, cadmium en lood aan de KRW-norm. PAK s vormen geen probleem. Ze worden meestal niet in detecteerbare concentraties aangetroffen. Bij de bestrijdingsmiddelen overschrijdt geen enkele stof de KRW-norm. Overige verontreinigende stoffen: Zink wordt de laatste jaren enkele keren boven de MTR-norm aangetroffen. Koperwaarden worden regelmatig boven de MTR aangetroffen. Ecologie-ondersteunende stoffen: In dit cluster zijn de gehalten aan totaal-stikstof en totaal-fosfaat relatief laag, maar de MTR-normen worden nog niet gehaald. Deze worden voor de beide nutriënten overschreden met een factor 1,5. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de uit- en afspoeling van nutriënten. Daarnaast is in dit cluster ook de invloed van RWZI s van belang. Van de algemene parameters voldoen het chloridegehalte, de temperatuur, de ph (zuurgraad) en ook zuurstof aan MTR-normen. Het chlorofylgehalte voldoet ruimschoots aan de norm voor het zomergemiddelde. Het doorzicht voldoet regelmatig niet aan de MTR-norm. Waterlichaam Van Starkenborghkanaal 13 van 23

Tabel 4.1 Huidige chemische situatie Prioritaire stoffen Zware metalen (kwik, cadmium, lood) Goed PAK s Goed Bestrijdingsmiddelen Goed Overige prioritaire stoffen Goed Overige verontreinigende stoffen Zware metalen (nikkel, koper) Slecht Ecologie-ondersteunende stoffen Fosfaat Ontoereikend Stikstof Ontoereikend Doorzicht, Zuurstof Matig Chloride, Temperatuur, Zuurgraad Goed Chlorophyl Goed 4.3 Hydromorfologie De wateren in het geclusterde waterlichaam Van Starkenborghkanaal vervullen een boezemfunctie en liggen in de 3e schil Electraboezem. Ze staan onderling direct in verbinding met elkaar. Alle wateren hebben een streefpeil van NAP -0,93 m. De kanalen hebben geen natuurlijke afwateringsfunctie. De belangrijkste functie van het Van Starkenborghkanaal is de scheepvaart. Het Van Starkenborghkanaal is geschikt voor zeewaardige schepen. Het Hoendiep en Aduarderdiep is geschikt voor categorie B en C. Hierbij wordt een vaardiepte aangehouden van minimaal 1,40 m. Daarnaast wordt het kanaal tijdens perioden van watertekort gebruikt als wateraanvoer vanuit het IJsselmeer naar het beheergebied van waterschap Hunze en Aa s. De kanalen Hoendiep, Aduarderdiep en Van Starkenborghkanaal zijn voor het overgrote deel voorzien van een oeververdediging in de vorm van beschoeiingen of damwanden. In het algemeen kan worden gezegd dat de vorm van de bestaande oevers weinig gelegenheid biedt voor de ontwikkeling van een natuurlijke oevervegetatie. Zo geldt ook dat het onder- houd van het natte profiel en de oevers van negatieve invloed is op de ontwikkeling van zowel de ondergedoken planten alsook de oevervegetatie en daarbij verstorend werkt op alles wat in het watermilieu leeft. Dit wordt verslechterd door de beroepsen recreatievaart die opwerveling van bodemmateriaal met zich meebrengt, waardoor het water vertroebelt. Tabel 4.2 Hydromorfologische kenmerken Waterloop Bodembreedte (m) Waterdiepte (m) Talud Van Starkenborghkanaal 30 4,5 Noord 1:4; Zuid 1:3 Aduarderdiep 12-16 2 1:1,5 Hoendiep 11 1,6-2 1:3 4.4 Ecologie Voor een kanaal dienen een aantal ecologische kwaliteitselementen beschreven te worden (vis, waterplanten, algen en waterinsecten). De huidige ecologische kwaliteit van het cluster van waterlichamen Van Starkenborghkanaal wordt middels de KRW-methodiek beoordeeld als ontoereikend tot matig. Vanwege het grotendeels ontbreken van waterplanten en oevervegetatie is de maatlat waterinsecten niet meegenomen. 14 van 23 Waterlichaam Van Starkenborghkanaal

Tabel 4.3 Huidige ecologische situatie waterlichaam Algen Waterplanten Waterinsecten Vissen Ontoereikend Ontoereikend Slecht Ontoereikend In het algemeen is de structuur en de diversiteit van vegetatie onvoldoende. Dit is logisch in een groot scheepvaartkanaal. Er is weinig onderwatervegetatie en vaak nauwelijks oevervegetatie. Vanwege het grotendeels ontbreken van waterplanten en oevervegetatie is de maatlat waterinsecten niet meegenomen. De visstand bestaat uit generalistische vissoorten zoals brasem, blankvoorn, snoekbaars, pos en paling. Wel vormen de kanalen een belangrijke doorsnijding en/of verbinding met het voor- en achterland (Waddenzee versus beken). Waterlichaam Van Starkenborghkanaal 15 van 23

5 Maatregelen 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt bij de maatregelen die uitgevoerd moeten worden voor het waterlichaam Van Starkenborghkanaal eerst ingegaan op de onomkeerbare ingrepen. Vervolgens wordt gekeken met welke maatregelen de negatieve gevolgen voor het watermilieu van de onomkeerbare ingrepen gecompenseerd kunnen worden. Hierop aansluitend worden deze maatregelen verder uitgewerkt en zoveel mogelijk in een uitvoeringstraject geplaatst. Voor de maatregelen gelden drie pakketten: pakket Huidig beleid pakket Beleidsdoelstelling pakket GEP In het pakket Huidig beleid zitten de maatregelen die in het huidige beleid van de partijen in het gebied zijn opgenomen. Met de maatregelen uit het pakket GEP kan het goede ecologische potentieel worden behaald. De maatregelen in het pakket Beleidsdoelstelling vormen een tussenpakket. De doelen liggen lager dan het GEP, maar zijn aanvullend op de maatregelen uit het huidige beleid. 5.2 Maatregelen die significante schade opleveren In onderstaande tabel 5.1 is weergegeven welke maatregelen significante schade opleveren. Hiervoor zijn allereerst alleen relevante maatregelen voor het waterlichaam Van Starkenborghkanaal geselecteerd. De maatregelen die significante schade opleveren voor een bepaalde functie zijn in tabel 5.1 rood weergegeven. Deze maatregelen worden niet geselecteerd. De overige (in groen weergegeven) maatregelen worden wel geselecteerd. Tabel 5.1 Mogelijke maatregelen en significante schade Code Mogelijke maatregel Significante schade aan Selectie A Brongerichte maatregelen A1 Reductie inlaat gebiedsvreemd water Ja A3 Reductie bodembelasting meststoffen Landbouw Nee Bufferstroken Ja B Waterkwaliteit, procesgericht B8 Aanpassingen RWZI Ja B16 Teeltverandering Landbouw Nee D Ecologische kwaliteit, waterbeheer D6 Dynamisch peilbeheer Ja E Ecologische kwaliteit, inrichting E3 Inrichting oevers Ja E7 Verwijderen stuwen Ja F Ecologische kwaliteit, beheer F3 Natuurvr. schonen/gedifferentieerd onderhoud Ja F7 Afstemming gemaalbediening op visintrek Ja F9 Beperken recreatie Recreatie Nee F10 Beperken scheepvaart Scheepvaart Nee G Grondwaterkwantiteit G3 Peilopzet Ja 16 van 23 Waterlichaam Van Starkenborghkanaal

Om de volgende redenen worden enkele van in tabel 5.1 genoemde maatregelen beschouwd als maatregelen die significante schade tot gevolg: A3 Reductie bodembelasting meststoffen: Extra reductie van bemestingsniveau bovenop het huidige beleid (evenwichtsbemesting in 2015) zal leiden tot schade voor de landbouw. B16 Teeltverandering: Het verplichten van teeltverandering zal significante schade opleveren voor de landbouwfunctie van het gebied. Op basis van eigen initiatief of vrijwilligheid zijn hier uiteraard wel mogelijkheden voor. F9 Beperken recreatievaart: Het beperken van de recreatieve mogelijkheden levert significante schade op voor de functie recreatie. F10 Beperken beroepsvaart: Het beperken van de beroepsvaart levert significante schade op voor de functie scheepvaart. 5.3 Maatregelen om ecologisch doel te halen In onderstaande tabel 5.2 staan alle relevante maatregelen opgenomen die geen significante schade veroorzaken. Deze volgen uit tabel 5.1. Dit is het maatregelenpakket dat maximaal haalbaar wordt geacht (pakket GEP ). Voor de hoogte van het ecologisch doel zijn van de maatregelen uit tabel 5.2 alleen de maatregelen van belang die gericht zijn op hydromorfologische omstandigheden. Wat emissiereductie betreft, wordt er, conform de KRW, bij de hoogte van het MEP van uitgegaan dat er geen negatieve belastingen aanwezig zijn. De mogelijke maatregelen zijn in een aantal soorten maatregelen op te delen: ecologische maatregelen (bijv. natuurvriendelijk schonen); morfologische maatregelen (bijv. aanleg natuurvriendelijke oevers); emissiereducerende maatregelen (bijv. minder uitspoeling van stoffen uit de landbouw). Tabel 5.2 Kosten, effect en effectiviteit van maatregelen Code Maatregel Kosten Effect Effectiviteit A Brongerichte maatregelen A1 Reductie inlaat gebiedsvreemd water Laag (1) Matig (2) 2 A11 Beperking bestrijdingsmiddelen stedelijk gebied Matig (2) Matig (2) 1 Bufferstroken Laag (1) Matig (2) 2 B Waterkwaliteit, procesgericht B8 Aanpassingen RWZI Hoog (3) Matig (2) 1,5 D Ecologische kwaliteit, waterbeheer D6 Dynamisch peilbeheer? Matig (2)? E Ecologische kwaliteit, inrichting E3 Inrichting oevers Matig (2) Hoog (3) 1,5 E7 Verwijderen stuwen Matig (2) Hoog (3) 1,5 F Ecologische kwaliteit, beheer F3 Natuurvr. schonen/gedifferentieerd onderhoud Laag (1) Matig (2) 2 F7 Afstemmen gemaalbediening op vistrek Laag (1) Matig (2) 2 G Grondwaterkwantiteit G3 Peilopzet? Matig (2)? Waterlichaam Van Starkenborghkanaal 17 van 23

In tabel 5.2 staat per maatregel de kosteneffectiviteit. De kosteneffectiviteit kan fungeren als een graadmeter voor het inzetten van bepaalde maatregelen. Deze kosteneffectiviteit wordt berekend door de kosten van een maatregel te delen op het effect (de baten) van die maatregel. Om de inschatting eenvoudig te houden is gebruik gemaakt van de ranges: hoog (3), matig (2) en laag (1). Hieronder volgt per maatregel een uitleg: A1 Reductie inlaat gebiedsvreemd water: In perioden van watertekort wordt het gebied Van Starkenborghkanaal gevoed met water uit Friesland. Het waterschap Hunze en Aa s laat bij Dorkwerd bijna evenveel water in vanuit het waterschap Noorderzijlvest. Dit zal grotendeels bestaan uit beekwater vanuit Drenthe. Het is onduidelijk of een beperking van het door te voeren water naar waterschap Hunze en Aa s tot significante schade leidt. Bufferstroken: Het aanleggen van bufferstroken rondom hoofdwatergangen grenzend aan landbouwpercelen beperkt de af- en uitspoeling van meststoffen richting de watergangen. De kosten hiervan zijn laag en het effect is matig. B8 Aanpassing RWZI: Het effluent van een RWZI zorgt voor een nutriëntenbelasting op het waterlichaam. Verdere optimalisering of aanpassing kan leiden tot een reductie van deze belasting. De kosten van het aanpassen van een RWZI zijn hoog (indien het een extra zuiveringstrap betreft) en het effect zal matig zijn. Aanpassen kan bijvoorbeeld door het zuiveringsproces bij te stellen of door het effluent door een helofytenfilter te sturen voordat het op het oppervlaktewater geloosd wordt. D6 Dynamisch peilbeheer: Dit houdt in iets hogere waterstanden in de winter die in de zomer licht uitzakken. De ordegrootte waarin dit kan is nog niet duidelijk. Nader onderzoek naar de mogelijkheden van natuurvriendelijker peilbeheer is noodzakelijk. In combinatie met een natuurvriendelijke oever kan dit peilbeheer een groot positief effect hebben op de ecologische kwaliteit. E3 Inrichting natuurvriendelijke oevers: De aanleg van een natuurvriendelijke oever bestaat uit het aanleggen van een flauw talud en/of een plasberm. Door het flauwer talud ontstaat een bredere zone waarin oevervegetatie zich kan ontwikkelen. Een watergang met een goed ontwikkelde oeverzone herbergt veel macrofauna- en vissoorten. Daarnaast functioneert een natuurvriendelijke oever als paaiplaats voor vis. Het positieve effect van een natuurvriendelijke oever op de ecologische kwaliteit is hoog. De kosten zijn, indien de ruimte aanwezig is, relatief laag. E7 Verwijderen stuwen en gemalen: Het verwijderen van stuwen en gemalen levert direct een positief effect op voor vismigratie. Daarnaast leidt dit tot een vergroting van het boezemsysteem. Het boezemsysteem heeft een grotere waterstandsdynamiek dan een poldersysteem. De kosten zijn laag omdat het de verwijdering van objecten betekent. Het effect is direct en positief. F3 Natuurvriendelijk schonen: Voor het waterlichaam Van Starkenborghkanaal geldt dat natuurvriendelijk schonen/gedifferentieerd onderhoud alleen een positief effect heeft in combinatie met de aanleg van een natuurvriendelijke oever. Het totale effect voor het Van Starkenborghkanaal is matig omdat het waterlichaam voornamelijk bestaat uit grote scheepvaartkanalen waar natuurvriendelijk schonen niet aan de orde is. De kosten zijn laag. F7 Afstemmen gemaalbediening op vistrek: Vistrek vindt met name in het voor- en najaar plaats. Wanneer de gemaalcapaciteit gedurende een bepaalde periode wordt verlaagd of in tijd gefaseerd, zal dit een matig positief effect hebben op de visstand. De kosten zijn laag. 18 van 23 Waterlichaam Van Starkenborghkanaal

G3 Peilopzet: Door het dempen of verondiepen van sloten in gebieden waar dit geen negatieve gevolgen heeft voor aanwezige functies, wordt de grondwaterstand verhoogd. In hoeverre deze maatregel uitgevoerd kan worden moet uit onderzoek blijken. 5.4 Maatregelenpakketten Op basis van de hierboven beschreven maatregelen worden de maatregelenpakketten Huidig beleid, Beleidsdoelstelling 2015 en GEP opgesteld. Daarnaast worden de reeds uitgevoerde maatregelen kort beschreven. Reeds uitgevoerde maatregelen: maatregelen voor het behalen van de basisinspanning; aansluiten van ongerioleerde percelen op een IBA; diverse afkoppelprojecten in het kader van herstructureringen; nieuw maaibeleid waterschap Noorderzijlvest (F3) voor hoofdwatergangen in het gebied, uitgezonderd de scheepvaartkanalen. Pakket Huidig beleid In dit pakket zijn het generieke (landelijke) beleid en de maatregelen die al gepland staan voor het jaar 2015 opgenomen. Onder generiek beleid wordt verstaan: realiseren basisinspanning; uitvoeren nitraatrichtlijn; beperken lozingen bedrijven; maatregelen lozingenbesluit. Overige maatregelen die zijn opgenomen in het huidige beleid zijn: Renovatie en centralisatie RWZI Gaarkeuken (B8): RWZI Gaarkeuken wordt gerenoveerd waardoor deze zal voldoen aan eisen uit het Lozingenbesluit Stedelijk Afvalwater (75% stikstofreductie). Verwijdering RWZI Hoogkerk en Feerwerd (B8): Het verwijderen van de RWZI s Hoogkerk en Feerwerd leidt tot een directe reductie van emissies op het waterlichaam Van Starkenborghkanaal. RWZI Feerwerd wordt aangesloten op de RWZI Winsum. RWZI Hoogkerk wordt aangesloten op RWZI Garmerwolde. Aanbrengen vispassage (E6): bij het gemaal Van der Horst (KGM 184) wordt conform de visie Vismigratie een vispassage aangebracht. Pakket Beleidsdoelstelling 2015 Inrichtingsplan Leegkerk-Dorkwerd (E3): natuurvriendelijke oever op de rechteroever (10 m breed) van het Aduarderdiep over een lengte van circa 2,5 km. Onderzoek verwijderen van stuwen en gemalen (E7): er wordt een onderzoek opgestart om te kijken of de Polder Kriegsman, de Fransumerpolder en het stuwgebied Zuidertocht aangekoppeld kunnen worden op de boezem. Waterlichaam Van Starkenborghkanaal 19 van 23

Bufferstroken (vrijwillig): In het waterlichaam ligt 225 km hoofdwatergang waarlangs een bufferstrook van 5 m kan worden aangelegd aan weerszijden. Dit is een vrij-willige maatregel. De kosten betreffen de opbrengstderving in de landbouw. Deze verschilt per type landbouw (akkerbouw, grasland). Bij de berekening van de kosten is ervan uitgegaan dat langs circa 1/3 van bovengenoemde lengte watergang een bufferstrook kan worden aangelegd. Aanleg natuurvriendelijke oevers (E3): Aanleg van natuurvriendelijke oevers langs de waterlichamen. In totaal is het mogelijk langs circa 58 km natuurvriendelijke oevers aan te leggen. In verband met de grondverwerving wordt ingeschat dat het mogelijk is in deze periode 1/3 van deze lengte te realiseren. Dit betekent 19 km. Deze oevers liggen zowel binnen als buiten de EHS Natuurvriendelijk schonen (F3): De aan te leggen natuurvriendelijke oevers worden natuurvriendelijk geschoond (aangepast onderhoud). Onderzoek verbetering doorstroming Dwarsdiep-Selwerderdiep: Pakket GEP Natuurvriendelijke oevers (E3): Aanleg van natuurvriendelijke oevers langs de waterlichamen. In totaal is het mogelijk langs circa 58 km natuurvriendelijke oevers aan te leggen. In verband met de grondverwerving wordt ingeschat dat het mogelijk is in deze periode 1/3 van deze lengte te realiseren. Dit betekent 19 km. Natuurvriendelijk schonen (F3): De aan te leggen natuurvriendelijke oevers worden natuurvriendelijk geschoond (aangepast onderhoud). Bufferstroken (vrijwillig): In het waterlichaam ligt 225 km hoofdwatergang waarlangs een bufferstrook van 5 m kan worden aangelegd aan weerszijden. Dit is een vrijwillige maatregel. De kosten betreffen de opbrengstderving in de landbouw. Deze verschilt per type landbouw (akkerbouw, grasland). Bij de berekening van de kosten is ervan uitgegaan dat langs circa 1/3 van bovengenoemde lengte watergang een bufferstrook kan worden aangelegd. 20 van 23 Waterlichaam Van Starkenborghkanaal

Europese Kaderrichtlijn Water 6 Waterkwaliteitsdoelen 6.1 Beschrijving gewenste ecologische toestand De gewenste ecologische toestand wordt vastgelegd als het GEP (Goed Ecologisch Potentieel). Bij het GEP horen ook chemische normen en hydromorfologische kenmerken. De huidige kwaliteit van dit waterlichaam is beschreven in hoofdstuk 4 als slecht tot ontoereikend. De chemische en ecologische normen staan nader beschreven in bijlage 5 van het hoofddocument. Beschrijving Goed Ecologisch Potentieel In dit cluster zijn weinig tot geen ondergedoken waterplanten of oevervegetatie aanwezig. De aanwezigheid van waterinsecten is grotendeels afhankelijk van de aan- of afwezigheid van waterplanten. Derhalve zijn is deze groep organismen niet of nauwelijks vertegenwoordigd. Het ecologische doel voor deze maatlat is dan ook laag. De visstand wordt gedomineerd door brasem. De visstand zal zich ontwikkelen richting brasem-blankvoorntype. In onderstaande foto is een impressie van het doel weergegeven. Met het uitvoeren van maatregelen die bij de pakketten horen, zullen verschuivingen plaatsvinden in de Ecologische Kwaliteitsratio s van 3 kwaliteitselementen waterinsecten, waterplanten vis (zie tabel 6.1) Tabel 6.1 Samengevat ecologische situatie varianten Huidige situatie Huidig beleid Beleidsdoelstelling GEP Algen Ontoereikend Ontoereikend Matig Goed Waterplanten Ontoereikend Ontoereikend Matig Goed Waterinsecten Slecht Slecht Slecht Goed Vissen Ontoereikend Ontoereikend Ontoereikend Goed In principe is het GEP nodig voor het bereiken van een goede ecologische toestand in 2015. De uitvoering van maatregelen zou echter nog gefaseerd kunnen worden door het pakket Beleidsdoelstelling voor 2015 te kiezen en het pakket GEP als te bereiken doel in 2021. Waterlichaam Van Starkenborghkanaal 21 van 23

6.2 Gewenste chemische toestand In tabel 6.2 is ook de voorlopige KRW-norm (werknorm) weergegeven. De voorlopige KRW-normen hebben betrekking op natuurlijke wateren en het betreft een landelijk voorstel. Tabel 6.2 Chemische parameters Huidige situatie 2015 MTR Concept werknormen Maatregelen nodig N (mg/l; z) 3,3 3,06 2,5 4 Nee P (mg/l; z) 0,36 0,34 0,15 0,2 Ja Doorzicht (cm; z) 0,38 0,40 0,60 Ja Chloride (mg/l; 90-perc.) 92 200 200 Nee Zuurstof (mg/l; 10-perc.) 5,72 5 6-9 Nee Gelet op het bovenstaande wordt geconcludeerd dat er nog een KRW-opgave ligt om het eutrofiëringsprobleem te verminderen. Hoewel de belasting met fosfaat en stikstof nog te hoog is, moet het bij de huidige concentraties wel mogelijk zijn om in een aantal gevallen de ecologische kwaliteit te verbeteren door vooral de inrichting en het beheer van oppervlaktewateren te optimaliseren. 6.3 Knelpunten Op basis van voorgaande beschrijving kunnen de volgende grootste knelpunten worden vastgesteld: hoge concentraties voedingsstoffen; inrichting oevers; peilbeheer; versnippering door stuwen en gemalen. 22 van 23 Waterlichaam Van Starkenborghkanaal

7 Kosten van maatregelen Tabel 7.1 Maatregelen en kosten Van Starkenborghkanaal Maatregelen & Kosten Bron Maatregel Uitvoering Trekker Eenheid Hoeveelheid Eenheidsprijs x mln Totale kosten x mln Uitgevoerde maatregelen Project Westerkwartier Schoon Aansluiting percelen op riolering 2004-2006 Gemeente stuks 67 0,008 0,536 Project Westerkwartier Schoon Aansluiting percelen op IBA 2004-2006 Gemeente stuks 111 0,012 1,332 Riolering buitengebied Winsum Aansluiting percelen op IBA 2005 Gemeente stuks 4 0,012 0,048 Riolering buitengebied Groningen Aansluiting op riolering 2006 Gemeente stuks 1 0,000 Riolering buitengebied Groningen Aansluiting op IBA 2006 Gemeente stuks 37 0,012 0,444 Totaal 2,360 Huidig beleid Visie vismigratie Aanbrengen vispassage gemaal Van der Horst < 2015 Waterschap stuks 1 0,020 0,020 Perpectiefnota Noorderzijlvest Aansluiting RWZI Feerwerd op RWZI Winsum < 2015 Waterschap stuks 1 1,590 1,590 Perpectiefnota Noorderzijlvest RWZI Gaarkeuken renovatie en centralisatie < 2015 Waterschap stuks 1 8,623 8,623 Perpectiefnota Noorderzijlvest Aansluiting RWZI Hoogkerk op RWZI Garmerwolde < 2015 Waterschap stuks 1 0,300 0,300 Totaal 10,533 Pakket beleidsdoelstelling 2015 Aanleg natuurvriendelijke oevers binnen EHS < 2015 Waterschap ha 27 0,050 1,350 Aanleg natuurvriendelijke oevers buiten EHS < 2015 Waterschap ha 10 0,050 0,487 Plan Leegkerk Dorkwerd Aduarderdiep oostoever natuurvriendelijk < 2015 Waterschap km 2,7-4,800 Onderzoek verwijderen stuwen en gemalen < 2015 Waterschap stuks 1 0,050 0,050 Onderzoek verbeteren doorstroming Dwarsdiep-Selwerderdiep < 2015 Waterschap stuks 1 0,100 0,100 Natuurvriendelijk schonen < 2015 Waterschap ha 37 0,001 0,220 Totaal 7,008 Pakket GEP Aanleg natuurvriendelijke oevers buiten EHS > 2015 Waterschap ha 19 0,050 0,937 Natuurvriendelijk schonen > 2015 Waterschap ha 55 0,001 0,333 Totaal 1,270 Totale kosten voor 2015 (Pakketten HB & BD2015) Totale kosten na 2015 (GEP) Totale kosten alle pakketten 17,541 1,270 18,811 Waterlichaam Van Starkenborghkanaal 23 van 23