omgevingsdienst HAAGLANDEN ONTHEFFING PMV Ons Kenmerk ODH-2Q Zaaknummer

Vergelijkbare documenten
omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN ONTHEFFING PMV Ons Kenmerk ODH Zaaknummer

omgevingsdienst HAAGLANDEN ONTHEFFING PMV Ons Kenmerk ODH Zaaknummer

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN ONTHEFFING PMV Uw Kenmerk Afdeling Toetsing & Vergunningverlening Miiieu

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN ONTHEFFING PMV Ons Kenmerk ODH Zaaknummer

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN ONTHEFFING PMV Uw Kenmerk Afdeling Toetsing & Vergunningverlening Milieu

omgevingsdienst HAAGLANDEN ONTHEFFING PMV Ons Kenmerk ODH Zaaknummer

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT BESLUIT Ambtshalve wijziging vergunning (artikel 2.31 lid 2b Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

De aanvraag wordt afgehandeld met toepassing van de titel 4.1 procedure van de Algemene wet bestuursrecht.

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

De aanvraag wordt afgehandeld met toepassing van de titel 4.1 procedure van de Algemene wet bestuursrecht.

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

WATERVERGUNNING D /

omgevingsdienst HAAGLANDEN

De aanvraag wordt afgehandeld met toepassing van de titel 4.1 procedure van de Algemene wet bestuursrecht.

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hilversum De heer H. van Marsbergen Postbus GM HILVERSUM. 13 mei /BHZ_BDM_BS-44750

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

WATERVERGUNNING D /

BESCHIKKING. Milieuneutrale omgevingsvergunning

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Besluit op aanvraag om wijziging van de vergunning als bedoeld in artikel 6.26, tweede lid Waterwet van:

[Geanonimiseerd] Verlening van de gevraagde omgevingsvergunning voor Javastraat 147. Geachte mevrouw,

(ONTWERP) VERGUNNING VOOR GRONDWATERONTTREKKING OP GROND VAN DE WATERWET

Bijlage 3b Aanwijzing van categorieën van gevallen, beperkingen en

Omgevingsvergunning. De overwegingen om te komen tot dit besluit staan in de bijlage welke een onderdeel is van dit besluit.

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

omgevingsdienst HAAGLANDEN

voor het onttrekken van grondwater op de locatie Eerste Helmersstraat 130 in Amsterdam.

omgevingsdienst HAAGLANDEN

[Geanonimiseerd] Geachte mijnheer,

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Omgevingsvergunning. De overwegingen om te komen tot dit besluit staan in de bijlage welke een onderdeel is van dit besluit.

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

OMGEVINGSVERGUNNING. : het wijzigen van de grens van een inrichting bedoeld voor de zuivering van rioolwater

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Artikel 45 Woningwet en artikel 3.22 Wet ruimtelijke ordening

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

verlening van de gevraagde omgevingsvergunning voor Kiekendiefstraat 1

Het college van de gemeente Zuidplas, In het kader van het gebruiken van gronden in strijd met het bestemmingsplan

Verlening van de gevraagde omgevingsvergunning voor Paulus Buijsstraat 18

Onderwerp van de aanvraag Op 10 april 2008 ontvingen wij een evaluatierapport met het verzoek om hiermee in te stemmen.

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Voor het onttrekken van grondwater tijdens funderingsherstel ter hoogte van De Lairessestraat 15 in Amsterdam.

verlening van de gevraagde omgevingsvergunning voor Wouwermanstraat 9 en 11

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

verlening van de gevraagde omgevingsvergunning voor Laan van Meerdervoort 744

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Gezien het advies van de Provinciale adviescommissie leefomgevingskwaliteit d.d. 8 juni 2009;

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

Verlening van de gevraagde omgevingsvergunning voor Pompstationsweg 32

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

Documentenlijst Besluit (P) (GG)

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

verlening van de gevraagde omgevingsvergunning voor Nieuwe Parklaan 248

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Omgevingsvergunning. De overwegingen om te komen tot dit besluit staan in de bijlage welke een onderdeel is van dit besluit.

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Uw aanvraag omvat de activiteiten Bouwen en Reclame APV waarop de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is.

Zaaknummer Maastricht 5 februari 2015

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Transcriptie:

ONTHEFFING PMV Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Datum 1 2 iunl 2017 Uw Brief 28 februari 2017 Ons Kenmerk ODH-2Q17-00040923 Afdeling Toetsing & Vergunningverlening Milieu Contactpersoon A.J.M. van der Burg Bijlage(n) Uw Kenmerk Zaaknummer 00476806 Team Telefoonnummer T&V Bodem, Grondwater & 06 528 84 418 Ontgronding Onderwerp Op 28 februari 2017 hebben wij van Vlassak Verhulst nv te 's-gravenwezel, Belgie, namens de heer J.H. Buis te Zoeterwoude, een aanvraag ontvangen. De aanvraag, laatstelijk aangevuld op 26 april 2017, betreft een verzoek om ontheffing van de verbodsbepalingen zoals genoemd onder bepaling 3.2.1, eerste lid, onder e, L i, en j van bijlage 10, onderdeel B, van de Provinciale milieuverordening Zuid-Holland (hierna: PMV), voor het bouwen van een nieuwe eengezinswoning op een locatie gelegen aan VIeysmanlaan 5 te Wassenaar, kadastraal bekend gemeente Wassenaar, sectie B, perceelnummer 8294. Besluit Wij besluiten de gevraagde ontheffing te verienen en daaraan de voorschriften 1 t/m 34 te verbinden. Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen. ing. L. Ho Hoofd Toewsing & Vergunningveriening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden

Bezwaar Bent u het niet eens met dit besluit? En bent u belanghebbende? Dan kunt u een bezwaarschrift indienen. Stuur uw bezwaarschrift uiteriijk binnen 6 weken na de dag van bekendmaking naar Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag. In het bezwaarschrift moet het volgende staan: de naam en het adres van de indiener; de datum en handtekening; een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (maak een kopie of noem het kenmerk); de argumenten voor het bezwaar. Om uw bezwaar zo snel mogelijk af te kunnen handelen, verzoeken wij u ook uw telefoonnummer te vermelden. Bij spoedeisend belang is het mogelijk een vooriopige voorziening te vragen bij de voorzieningenrechter van de Sector Bestuursrecht van de Rechtbank 's-gravenhage, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. In dat geval moet u griffierecht betalen. U moet wel eerst een bezwaarschrift hebben ingediend. Voor nadere informatie over de bezwaarschriftenprocedure verwijzen wij u naar de website: www.zuidholland.nl Wij verzoeken u een kopie van uw bezwaarschrift/verzoek om vooriopige voorziening op te sturen naar de Omgevingsdienst Haaglanden, afdeling Toetsing & Vergunningveriening Milieu, Postbus 14060, 2501 GB Den Haag of per e-mail (vergunningen@odh.nl).

VOORSCHRIFTEN Algemeen 1. De uitvoering van de werkzaamheden dient te geschieden overeenkomstig het verzoek om ontheffing, inclusief de daarbij behorende tekening en bemalingsadvies, dat onderdeel uitmaakt van dit besluit. 2. De houder van de ontheffing dient degenen die in zijn opdracht handelingen en/of activiteiten verrichten, op de hoogte te brengen van de aanwezigheid van het milieubeschermingsgebied voor grondwater (grondwaterbeschermingsgebied) en van de in de ontheffing opgenomen voorschriften. 3. De houder van de ontheffing is gehouden te doen en na te laten wat redelijkenwijs kan worden gevergd om verontreiniging van de bodem en het grondwater te voorkomen of te beperken. 4. De ontheffing geldt voor degene aan wie zij is verleend en voor zijn rechtsopvolgers, conform het bepaalde in artikel 7.5, lid 1, van de PMV. Algemene werkzaamheden 5. Tijdens de opslag van materieel dient de bodem ter plaatse afgedekt te worden met folie ter voorkoming van verontreiniging van de bodem. 6. Het binnen het milieubeschermingsgebied voor grondwater in bedrijf zijnde materieel moet zodanig uitgerust zijn, dat de kans op olie- en/of brandstofverontreiniging van de bodem en/of het zich daarin bevindende grondwater zo gering mogelijk is. 7. Indien tijdens de werkzaamheden gebruik wordt gemaakt van aardolieproducten ten behoeve van het bouwmaterieel, moet het opslaan, overslaan, bijvullen en verversen van deze producten zorgvuldig en zonder morsen geschieden. 8. Eventueel gemorste schadelijke stoffen moeten meteen worden verzameld in een vioeistofdichte verpakking en naar een hiertoe geschikte verwerkingseenheid worden gebracht. 9. Indien als gevolg van lekkage, morsen of anderszins de bodem en/of het zich daarin bevindende grondwater wordt verontreinigd of gevaar voor verontreiniging dreigt, stelt de zakelijk gerechtigde, onderhoudsplichtige of degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten meteen het bevoegd gezag en de directeur van het drinkwaterbedrijf hiervan in kennis. 10. Het tijdens de werkzaamheden toe te passen water moet van drinkwaterkwaliteit zijn. Verrichten van aanleg- en bouwwerkzaamheden 11. De op of onder het maaiveld toe te passen bouwstoffen moeten voldoen aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit, met dien verstande dat geen IBC-bouwstoffen mogen worden toegepast. 12. Op het bouwterrein mogen geen schadelijke stoffen zoals minerale olie, verf en toebehoren, epoxycoatings, bitumen en brandstoffen, worden opgeslagen. 13. Het is niet toegestaan gebruik te maken van chemische stoffen voor onder meer funderingsversterking en het waterdicht maken van bouwputbodems. Onder deze chemische stoffen verstaan wij onder meer waterglas

14. Ophoog- of aanvullingsmaterialen moeten schoon zijn en voldoen aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit. Grond die tijdens de werkzaamheden wordt toegepast dient minimaal van de categorie 'wonen' te zijn. 15 Het verwijderen van aanwezige funderingspalen is niet toegestaan. 16. Indien bij het aanbrengen van funderingspalen gebruik wordt gemaakt van beton en grout, dan moet dit materiaal zijn voorzien van het Kiwa NL BSB productcertificaat. 17. Vrijkomend bouwafval dient dagelijks te worden afgevoerd naar een erkende verwerker. Het onttrekken en retourneren van grondwater 18. De toe te passen bemaling mag niet leiden tot het aantrekken en/of verspreiden van verontreinigingen in de bodem. 19. De filters voor de bemaling mogen niet worden gespoten; deze moeten mechanisch worden geboord. 20. De onderkant van de filters mag niet dieper worden geplaatst dan -0,5 m NAP. 21. De onttrokken hoeveelheden grondwater mogen geen aanleiding zijn tot blijvende veranderingen in de plaatselijke waterhuishouding met betrekking tot de bodem- en grondwaterbescherming. 22. Na het beeindigen van de bemaling en de retournering moeten de boorgaten worden opgevuld met gegloeid zand en ter plaatse van de voor water slecht dooriatende bodemlagen met speciale kleischerven, kleibrokken of bentonietkorrels, zodat de voor water slecht dooriatende bodemlagen die zijn doorboord weer afsluitend en/of weerstandbiedend worden gemaakt. De hiervoor genoemde opvulmaterialen dienen gecertificeerd te zijn. 23. De wijze van aanbrengen van het in het vorige voorschrift bedoelde opvulmateriaal moet twee weken voordat met de werkzaamheden wordt aangevangen aan het bevoegd gezag worden bekend gemaakt. 24. Het aanbrengen van het opvulmateriaal moet geschieden in aanwezigheid van het bevoegd gezag of een daartoe door hem aangewezen ambtenaar. Uitvoeringswerken 25. De afvoer van rioolwater van een bouwkeet geschiedt via een vioeistofdicht te maken en te onderhouden stelsel van buisleidingen naar het openbaar riool. 26. Indien een aansluiting op het riool niet mogelijk is, moet de afvoer van het rioolwater van de bouwkeet als volgt geschieden: - De afvoer van de toiletten vindt plaats via een stelsel van buisleidingen waarin een vioeistofdichte septic tank is opgenomen of er dient gebruik gemaakt te worden van een mobiel toilet dat regelmatig geleegd wordt. - De afvoer van het keukenafvalwater vindt plaats via een stelsel van buisleidingen waarin een bezinkput is opgenomen.

- De afvoer van de toiletten, de afvoer van het keukenafvalwater en de afvoer van het overige afvalwater worden gescheiden gehouden. - Het effluent mag niet in de bodem worden geloosd. - Het stelsel van buisleidingen voor deze drie afvoersystemen wordt vioeistofdicht gemaakt en onderhouden. - De septic tank en bezinkput worden zo vaak als voor een goede werking ervan nodig is, geleegd waarbij de specie wordt afgevoerd naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie of een ontvangput van het openbaar riool; de bewijsstukken van lediging en afvoer moeten worden bewaard. 27. Een bouwkeet wordt uitsluitend verwarmd middels een gasgestookte of elektrische verwarming. 28. Na beeindiging van de uitvoeringswerken zijn de bouwkeet en het bijbehorende rioleringsstelsel met putten zodanig geamoveerd dat het vrijgekomen terrein in de oorspronkelijke staat is teruggebracht. Riolering 29. De afvoer van hemel- en rioolwater van het gebouw dient te geschieden via een vioeistofdicht te maken en te onderhouden buizenstelsel naar een ontvangput van het openbare riool. 30. De aanleg van de riolering moet voldoen aan de richtlijnen zoals deze zijn opgesteld in de NEN-EN 1610: 2015 (Buitenriolering - Aanleg en beproeving van leidingsystemen. 31. Alvorens met de aanleg kan worden begonnen, moet het bepaalde in de voorgaande twee voorschriften door het bevoegd gezag zijn beoordeeld en goedgekeurd. 32. De riolering mag niet anders worden gebruikt dan waarvoor deze is bestemd. Stoffen, die de toegepaste materialen kunnen aantasten, mogen niet worden getransporteerd via het rioleringsstelsel. 33. Septic tanks, en/of zakputten, die buiten gebruik worden gesteld, moeten worden geleegd en daarna worden verwijderd of met zand worden gevuld. Aanvang werken 34. Ten minste veertien dagen voor de aanvang van de werkzaamheden geeft de houder van de ontheffing daarvan kennis aan het bevoegd gezag.

OVERWEGINGEN 1 PROCEDURELE ASPECTEN 1.1 Gegevens aanvraag Op 28 februari 2017, laatstelijk aangevuld op 26 april 2017 via de onderstaande correspondentie, is een verzoek ingekomen van Vlassak Verhulst nv te 's-gravenwezel, Belgie, namens de heer J.H. Buis te Zoeterwoude, om ontheffing van de verbodsbepalingen zoals genoemd onder bepaling 3.2.1, eerste lid, onder e, L i, en j van bijlage 10, onderdeel B, van de PMV, voor het bouwen van een nieuwe eengezinswoning op een locatie gelegen aan VIeysmanlaan 5 te Wassenaar, kadastraal bekend gemeente Wassenaar, sectie B, perceelnummer 8294. Bij het verzoek is gevoegd een bemalingsadvies: 'nieuwbouw woning aan de VIeysmanlaan 5 te Wassenaar', d.d. 22 december 2016, van Fugro B.V. Naar aanleiding van de bij ons op 14 april 2017 ingekomen vergunning in het kader van de Waterwet, afgegeven door het Hoogheemraadschap van Rijniand, onder nummer Reg.nr. V64660, d.d. 13 april 2017, waarbij vergunning wordt afgegeven voor het deels retourneren en deels lozen van het onttrokken grondwater op het oppervlaktewater, hebben wij op 19 april 2017 per e-mail met ondenwerp: 'verzoek om ontheffing PMV woning VIeysmanlaan 5 te Wassenaar', aan Vlassak Verhulst nv verzocht om toezending van het in de watervergunning genoemde bemalingsadvies van Fugro B.V., versie 2, d.d. 28 maart 2017. Op 20 april 2017 is per e-mail van Vlassak Verhulst nv met ondenwerp: 'RE: verzoek om ontheffing PMV woning VIeysmanlaan 5 te Wassenaar', het bovenbedoelde bemalingsadvies ontvangen. In het bemalingsadvies blijkt geen informatie opgenomen over de retournering van het onttrokken grondwater, maar wel over het gebruik van avegaarfunderingspalen. Op 24 april 2017 is door de heer A.J.M. van der Burg van de Omgevingsdienst Haaglanden telefonisch gesproken met mevrouw M. Loens van Vlassak Verhulst nv en is verzocht om informatie over de retournering van het grondwater, aanvulling van het bemalingsadvies van Fugro N.V. en informatie over de avegaarfunderingspalen (aantal, certificering Kiwa van het bij de palen te gebruiken materiaal). Aansluitend is daarover een e-mail gezonden met ondenwerp: 'RE: Verzoek om ontheffing PMV VIeysmanlaan 5 te Wassenaar'. Op dezelfde datum is door Vlassak Verhulst nv een e-mail gezonden met het eerdergenoemde onderwerp. Daarin wordt meegedeeld dat schroefinjectiepalen worden toegepast in plaats van avegaarpalen en worden Kiwa-certificaten, een palenplan en een overzicht van de te gebruiken palen toegezonden. Op 26 april 2017 is per e-mail met het meergenoemde onderwerp door Vlassak Verhulst nv aan ons toegezonden versie 3 van het bemalingsadvies van Fugro B.V. d.d. 26 april 2017, met omschrijving: 'Toepassing retourbemaling n.a.v. verstrekte watervergunning Hoogheemraadschap'. Tevens is daarbij toegezonden een Kiwa-certificaat van de betoncentrale die het beton en grout gaat leveren voor de funderingspalen. Wij hebben ons besluit op de aanvraag om ontheffing gebaseerd op de volgende ontvangen documenten: - Aanvraag om ontheffing PMV d.d. 24 februari 2017 met ODH-kenmerk: ODH-2017-00023721; - Volmacht dhr. en mevr. Buis d.d. 3 augustus 2016 met ODH-kenmerk: ODH-2017-00023723; - Tekening bouwaanvraag VIeysmanlaan 5, algemeen plan, van Vlassak Verhulst, d.d. 24 februari 2017, met ODH-kenmerk: 2017-00023726; - Watervergunning van Hoogheemraadschap van Rijniand met Regnr. V64660, d.d. 13 april 2017 met ODH-kenmerk: ODH-2017-00042966;

- E-mail Vlassak Verhulst m.b.t. gebruik schroefinjectiepalen, met ODH-kenmerk: ODH-2017-00044711; - Kiwa KOMO productcertificaat betonmortel levering op samenstelling, met ODH-kenmerk: ODH- 2017-00044712; - Kiwa KOMO productcertificaat betonmortel in de sterkte klassen CI 2/15 t/m C555/67, met ODHkenmerk: ODH-2017-00044713; - Palenplan, gewijzigd d.d. 1 maart 2017, met ODH-kenmerk: ODH-2017-00044714; - Overzicht palen, met ODH-kenmerk: ODH-2017-00044715; - Kiwa NL BSB productcertificaat cement gebonden mortel, met ODH-kenmerk: ODH-2017-00046506; - Bemalingsadvies van Fugro B.V., versie 3, d.d. 26 april 2017, met ODH-kenmerk: ODH-2017-00046507. Ten aanzien van het bouwplan geldt dat het bouwpeil is vastgesteld op 5,23 m+nap en dat het maaiveldniveau gemiddeld op circa 5,0 m+nap ligt. De ontgraving ten behoeve van de te realiseren kelder zal plaatsvinden tot een diepte van ca.1,55 m+nap (= ca. 3,45 m beneden het maaiveld). Ten behoeve van de pompput zal de ontgraving tot een diepte van ca. 1,05 m+nap (= ca. 3,95 m beneden het maaiveld) plaatsvinden. Het vorengenoemde perceel is gelegen in een milieubeschermingsgebied voor grondwater, zone grondwaterbeschermingsgebied' van Dunea. 1.2 Procedure Op de procedure is op grond van bepaling 3.2.3, tweede lid van bijlage 10, onderdeel B, van de PMV, titel 4.1 van de Awb van toepassing. Ingevolge artikel 7.11, tweede lid, van de PMV, geven wij uiteriijk vier maanden na ontvangst van de aanvraag een beschikking op de aanvraag om ontheffing. 1.3 Adviezen Gelet op artikel 3:5 van de Awb en artikel 7.11, eerste lid, van de PMV zijn de volgende adviseurs in de gelegenheid gesteld te reageren op het verzoek: Burgemeester en wethouders van de gemeente Wassenaar; Rijkswaterstaat West-Nederiand Zuid; Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Rijniand; Dunea. Naar aanleiding van het verzoek is een advies uitgebracht door het Hoogheemraadschap van Rijniand. De reactie, ingediend per e-mail op 15 maart 2017 met onderwerp: Squit 00476806 ODH-2017-00025376 adviesverzoek VIeysmanlaan 5 te Wassenaar', luidt als volgt: 'Ik kan instemmen met uw voornemen om de omgevingsvergunning te verstrekken. Een aanvraag voor een watervergunning is bij het hoogheemraadschap van Rijniand reeds ingediend'. Wij hebben deze reactie voor kennisgeving aangenomen.

2 TOETSINGSKADER 2.1 Motivering besluit Wetgeving en beleid Op 9 juli 2014 hebben Provinciale Staten van Zuid-Holland de Visie Ruimte en Mobiliteit vastgesteld, waarin het beleid ten aanzien van de drinkwatervoorziening in Zuid-Holland is vastgelegd. Deze visie werkt door naar de provinciale besluitvorming op het terrein van milieu en water. Dit beleid vindt zijn weerslag in de PMV. Het beleid is erop gericht de waterwinning voor de drinkwaterproductie te waarborgen door de gebieden waarbinnen waterwinning plaatsvindt te beschermen. Als gevolg van artikel 1.2 van de Wet milieubeheer zijn regels ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater met het oog op de waten/vinning op 1 januari 2015 door Provinciale Staten van Zuid-Holland (negende tranche PMV) vastgelegd. In de PMV zijn voor een aantal activiteiten verbodsbepalingen opgenomen ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater met het oog op de watenwinning. Onder voorwaarden kunnen Gedeputeerde Staten van een aantal verbodsbepalingen ontheffing verienen. Met betrekking tot het grondwater wordt hiermee bereikt dat nu en in de toekomst grondwater kan worden gebruikt voor de productie van drinkwater. Overwegingen Op grond van bepaling 3.2.1, eerste lid, onder e, van bijlage 10, onderdeel B, van de PMV, is het verboden in een grondwaterbeschermingsgebied buiten inrichtingen boorputten op te richten, in exploitatie te nemen of te hebben. Daarnaast is het op grond van bepaling 3.2.1, eerste lid, onder L van bijlage 10, onderdeel B, van de PMV verboden in een grondwaterbeschermingsgebied buiten inrichtingen de grond dieper te roeren dan 2,5 m beneden het maaiveld of anderszins werken op of in de bodem uit te voeren of te doen uitvoeren, waarbij ingrepen worden verricht of stoffen worden gebruikt die de beschermende werking van de slecht dooriatende bodemlagen kunnen aantasten; onder deze werken worden in elk geval verstaan bodemstabiliseringswerken, grond- en funderingswerken en het plaatsen en verwijderen van damwanden en heipalen. Voorts is het op grond van bepaling 3.2.1, eerste lid, onder i, van bijlage 10, onderdeel B, van de PMV, verboden in een grondwaterbeschermingsgebied buiten inrichtingen een gebouw in de zin van de Woningwet tot stand te brengen. Tenslotte is het op grond van bepaling 3.2.1, eerste lid, onder j, van bijlage 10, onderdeel B, van de PMV, verboden in een grondwaterbeschermingsgebied buiten inrichtingen een lozing in de bodem uit te voeren. Van de genoemde verboden kan ons college ontheffing verienen op grond van bepaling 3.2.3, eerste lid, onder a en b, van bijlage 10, onderdeel B, van de PMV. Ontheffing van de genoemde verboden is alleen mogelijk, indien de activiteiten op zodanige wijze worden uitgevoerd dat de bescherming van de bodem en de kwaliteit van het zich daarin bevindende grondwater voldoende zijn gewaarborgd.

In verband met de gemiddeld hoogste grondwaterstand van 3,6 m+nap (= ca. 1,40 m-mv) is een bemalingsadvies opgesteld. Dit advies voorziet in een tijdelijke plaatselijke veriaging van de grondwaterstand tot 1,05 m+nap (ontgraving kelder) en tot 0,75 m+nap (ontgraving pompput) door bemaling middels verticale filters die reiken tot een diepte van 0,5 m-nap (= ca. 5,50 m-mv) met een geperforeerd deel van de filters tussen circa 1,5 m+nap en 0,5 m-nap. Door de filters niet dieper te plaatsen dan 0,5 m-nap wordt de veenlaag die aanwezig is vanaf ca. 0,8 m-nap - 1,0 m-nap intact gehouden. Er zal maximaal gedurende 1,5 maand worden bemalen met een debiet van 25 m^/uur. Het advies voorziet er in dat het bemalingswater deels zal worden geretoumeerd in de ondergrond in het noordwestelijk deel van de locatie middels een infiltratiedrain met een lengte van 20 tot 25 meter die tot een diepte van ca. 0,3 m beneden het maaiveld wordt ingegraven en deels zal worden afgevoerd via een leiding naar een ten noorden van de locatie gelegen oppervlaktewater. Op basis van het advies wordt aangenomen dat het bemalingswater niet is verontreinigd, zodat retournering daarvan in de ondergrond kan worden toegestaan. Als funderingspalen zullen schroefinjectiepalen worden toegepast. Volgens het toegezonden overzicht zullen er 27 palen in de grond worden gebracht tot een maximale diepte van 7,0 m-nap (= ca. 12,0 m-mv). Bij het gebruik van deze in de grond gevormde palen zal beton en grout worden toegepast. Uit de ontvangen Kiwacertificaten: KOMO productcertificaat, nummer 51-16-BG, uitgegeven d.d. 1 januari 2016, KOMO productcertificaat, nummer 51-16-BS, uitgegeven d.d. 1 januari 2016 en NL BSB productcertificaat, nummer 51-16-BBK, uitgegeven 1 maart 2017, blijkt dat de betonmortel voldoet aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit. Door gebruik van de aangegeven betonmortel zal kunnen worden voldaan aan de aan de ontheffing te verbinden voorschriften. Risico's De mate waarin de bouwactiviteiten een risico voor bodem en grondwater vormen, hangt samen met de omvang en de duur van deze activiteiten. Niet in alle gevallen is er sprake van een wezenlijk risico. Ten behoeve van het uitvoeren van werken wordt gebruik gemaakt van tijdelijke verblijven en machines. Het voorhanden hebben van schadelijke stoffen en het afvoeren van afvalwater op de bouwplaats is een bedreiging voor de kwaliteit van bodem en grondwater. Eveneens zijn activiteiten zoals het aanleggen van riolering, het graven van een bouwput en het plaatsen van een bronbemaling van invloed. Ook het toepassen van bepaalde bouwstoffen kan een bedreiging zijn voor de kwaliteit van bodem en grondwater. Met name in kwetsbare gebieden zoals waterwin- en grondwaterbeschermingsgebieden dienen ophoogmaterialen zoals grond, zand en bouwmaterialen voor woningbouw gecontroleerd te worden op kwaliteit voordat ze worden toegepast. Toe te passen materialen mogen niet uitlogen naar de bodem en het zich daarin bevindende grondwater. De kans op verontreiniging van het te winnen grondwater wordt groter naarmate de (mechanische) ingreep reikt tot de laag waaruit het grondwater gewonnen wordt. Bij een freatische winning is het risico van verontreiniging groter dan bij een winning uit een watervoerend pakket op grotere diepte die bovendien is afgedekt door een weerstandbiedende laag. Mechanische ingrepen kunnen op drie manieren de grondwaterkwaliteit aantasten: 1. Het watervoerend pakket waaruit drinkwater wordt gewonnen wordt toegankelijk gemaakt voor verontreinigende stoffen. Het risico voor aantasting van de grondwaterkwaliteit neemt toe naarmate dek- of weerstandbiedende lagen worden aangetast, de oppervlakte waarover de ingreep plaatsvindt groter is of de tijdsduur waarover de ingreep plaatsvindt groter is. 2. Het gebruik van chemische stoffen voor onder andere funderingsversterking en het waterdicht maken van bouwputbodems.

3. Het gebruik van werktuigen en bouwstoffen waardoor verontreiniging voor bodem en grondwater kan ontstaan. Beschouwingen ten aanzien van te nemen maatregelen Om de risico's van de bouwactiviteiten zoveel mogelijk af te dekken zijn aan deze ontheffing voorschriften verbonden met betrekking tot het plaatsen van een eventueel aanwezige bouwkeet en het gebruik van (graaf)machines. Om verontreinigingen naar de bodem te voorkomen dient gebruik gemaakt te worden van een bodemafdichting met folie. Daarnaast worden op grond van deze ontheffing eisen gesteld aan toe te passen bouwmaterialen. Zo wordt het voorschrift opgenomen dat bouwstoffen voldoen aan het Besluit bodemkwaliteit. Voorts is het niet toegestaan gebruik te maken van chemische stoffen voor onder andere funderingsversterking en het waterdicht maken van bouwputbodems. Hieronder verstaan wij onder meer waterglas. Aan de te verienen ontheffing zijn voorschriften verbonden die de risico's voor verontreiniging van de bodem en het grondwater, tijdens en na het uitvoeren van de werkzaamheden, zoveel mogelijk moeten reduceren. Gelet op de maatregelen die genomen worden om bodem- en grondwaterverontreiniging te voorkomen, wordt voldaan aan het 'stand still'-beginsel. 2.2 Conclusie Gelet op vorenstaande overwegingen bestaat er voor ons geen aanleiding de gevraagde ontheffing in het belang van de bescherming van het milieu te weigeren, mits wordt voldaan aan de door ons aan de ontheffing te verbinden voorschriften, die nodig zijn ter bescherming van de kwaliteit van de bodem en het grondwater. Begrippen In dit besluit wordt verstaan onder: grondwaterbeschermingsgebied: het gebied van Dunea dat als zodanig is aangewezen in bijlage 6 van de PMV en is aangegeven op de daarvan deel uitmakende kaart 2; bodem: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Wet bodembescherming; schadelijke stoffen: stoffen of combinaties van stoffen, in welke vorm ook, waarvan hetzij in het algemeen, hetzij in het gegeven geval kan worden verwacht dat zij - op of in de bodem gerakend - de bodem met het zich daarin bevindende grondwater verontreinigen of kunnen verontreinigen; hieronder worden in elk geval verstaan de stoffen of combinaties van stoffen, die voorkomen op een door ons vastgestelde lijst; het drinkwaterbedrijf: Dunea NV, Postbus 756, 2700 AT Zoetermeer; het bevoegd gezag: het hoofd van de afdeling Toezicht en Handhaving van de Omgevingsdienst Haaglanden, Postbus 14060, 2501 GB Den Haag; Milieutelefoon: telefoonnummer 0888 333 555, dag en nacht bereikbaar voor het melden van calamiteiten. 10

Aandachtspunten Wij wijzen de houder van de ontheffing erop, dat door het verienen van de onderhavige ontheffing niet wordt vooruitgelopen op enig andere door het provinciaal bestuur krachtens wet of verordening, dan wel krachtens eigendomsrecht van de provincie, met betrekking tot de onderhavige activiteit eventueel te nemen beslissing. Wij zijn bevoegd de ontheffing in te trekken indien de voorschriften, die aan de ontheffing zijn verbonden, niet worden nageleefd. Wij zijn daartoe ook bevoegd, indien de belangen, die door deze verordening worden beschermd dat nodig maken en andere maatregelen daarvoor geen opiossing bieden. Deze andere maatregelen zijn: a. het wijzigen van de voorschriften die aan de ontheffing zijn verbonden; b. het verbinden van nadere voorschriften aan deze ontheffing. Voor de realisering van de aangevraagde activiteit kunnen naast de PMV andere wettelijke regelingen van toepassing zijn. Afschrift aan: Burgemeester en wethouders van de gemeente Wassenaar, qemeente(a)wassenaar.nl; RWS West-Nederiand Zuid, wnz-informatiemanagement(s)rws.nl; Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Rijniand, post(a)riinland.net; Het hoofd van de afdeling Toezicht en Handhaving van de Omgevingsdienst Haaglanden, toezicht(5)odh.nl: Dunea, Postbus 756, 2700 AT Zoetermeer; Vlassak Verhulst nv, ter attentie van mevrouw M. Loens, Moerstraat 53, B 2970 s-gravenwezel, Belgie. 11