1. Doelgroep, type opleiding en ideale grootte van de groep Manschappen, bevelvoerders en officieren die operationeel inzetbaar zijn met ademluchtbescherming. Theoretische - en praktische oefening. Het aangewezen aantal deelnemers is 4 deelnemers (2 x een duo). 2. Beginsituatie Kennis van de werking van het ademluchttoestel en -masker. Handelingen kunnen uitvoeren tijdens het dragen van ademlucht. Blindlooptechnieken en -procedures kunnen uitvoeren. Weten welke PBM s zijn nodig zijn bij interventies. 3. Doelstellingen: algemeen De kandidaat kan de werking van het ademluchttoestel en masker toelichten. De kandidaat kan het adembeschermingstoestel omhangen volgens de aankleedprocedure. De kandidaat kan een fysieke inspanning leveren met adembescherming op zonder dat zich een ademcrisis voordoet. De kandidaat kan zonder zicht zijn weg zoeken in het labyrint. 4. Doelstellingen: specifiek De kandidaat kan toelichten welk type ademluchttoestel hij heeft. De kandidaat kan de eerste trap en tweede trap van het ademluchttoestel toelichten en kent de drukverschillen en waarden van hogedrukkamer, midden- en lagedruk bij een aangesloten toestel met een opengedraaide ademluchtfles van 300 bar. De kandidaat kent het fenomeen ademcrisis en de te nemen maatregelen bij het voordoen ervan. De kandidaat kent het doel van het binnenmasker en het in- en uitademventiel dient. Versie:28/01/2015 1
De kandidaat weet welke aanduidingen er minimaal vereist zijn op een vizier. De kandidaat kan de controle punten van een draagstel, longautomaat en masker aanduiden. De kandidaat kan de manometer en het fluitsignaal nader verklaren. De kandidaat kan een ademluchtfles op correcte manier monteren en demonteren. De kandidaat kan de riemen fitten en de 1-minuuttest (dichtheidstest) van het ademluchttoestel uitvoeren. De kandidaten kunnen hun Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM s) in chronologische volgorde aantrekken. De kandidaat kan het toestel omhangen volgens de aankleedprocedure. De kandidaat kan de volgende testen correct uitvoeren: de manometer druk aflezen, de overdruk- en de dichtheidstest van het masker. 5. Aandachtspunten bij voorbereiding als instructeur De instructeur zorgt dat iedere kandidaat een ademluchttoestel en een masker heeft en er een reservetoestel en masker aanwezig is. De instructeur kent de instructie. De instructeur zorgt dat het oefenlokaal toegankelijk is door verschaffen van een sleutel of onder begeleiding van een persoon in het bezit van een sleutel (deze kan verkregen worden via sergeant van dag). Het gebruik van een balpen en een rekenmachine is aan te bevelen. Voorbereiding bij aankomst in het lokaal : o Stekkers van polar station en polar zenders inpluggen o PC opstarten en monitors aanzetten (één aan de PC en één aan de steps tegen de muur) o De blindloopmaskers testen. 6. Hulpmiddelen ter beschikking Oefenkelder. Ademluchttoestel, masker en PBMs, hartslagmeterband en hartslagmeter voor elke kandidaat. Versie:28/01/2015 2
Kar voor toestellen en kledij. Blindeermaskers en studentunits om te bevestigen op het ademluchttoestel. Instructie. Vragenlijst. Handleiding van het PC-programma (ligt bij de computer). 7. Veiligheidsaspecten/veiligheidsbriefing De instructeur let erop dat de kandidaat PBM s draagt. In het lokaal is er een telefoon aanwezig. Enkel de instructeurs en de aangeduide kandidaten mogen achter de witte wand en de desk komen. Enkel de instructeurs mogen rond het labyrint gaan. Nooduitgangen bevinden zich bij buitenkomen uit het lokaal: o Links: komt uit in keldergarage die men kan verlaten via de in- en uitrit van de wagens o Rechts op het einde van de gang Ter hoogte van de nooduitgang rechts bevindt zich een gewapende muurhaspel met daarnaast drukknop voor brandalarm, eronder een schuimblustoestel. 8. Verloop Voorafgaand aan de praktijkoefening licht de instructeur mondeling kort de oefendoelen die tijdens de oefening aan bod komen en het verloop van de oefening (10 min) toe. Oefening (2x 50 min per duo): zie voor uitgebreide uitleg in de instructie: o Interventiekledij aandoen en hartslagmeter o Theoretische bevraging aan de hand van vragenlijst o 2 minuten rust om rusthartslag te meten o 5 min opwarmen op fiets zonder persluchttoestel o Aankleedprocedure o 5 min inspanningsoefening op step o 2 min recuperatie Versie:28/01/2015 3
o Parcours afleggen per twee. In het midden van het parcours wordt er een sein gegeven door de instructeur om te wisselen. Kandidaat 1 wordt 2 en kandidaat 2 wordt 1 o 5 min losfietsen met masker o 5 min losfietsen zonder masker De twee andere kandidaten houden zich klaar en pas wanneer het eerste duo het parcours heeft afgelegd, starten zij het parcours. 9. Aandachtspunten bij opruiming Afval wordt in de vuilnisbakken gedeponeerd. Hartslagmeterbanden worden terug aan de instructeurs gegeven en de instructeur reinigt deze met lauw water. PC en schermen worden correct afgesloten, polarstation en steps worden uitgeschakeld. Blindloopmaskers en studentunits worden ingeplugd. Eventuele geleende kar en ander materiaal terug brengen. Lichten doven. Deur afsluiten. Registratie in zoneforce. 10. Evaluatie De instructeur geeft de kandidaten eerst de gelegenheid zich te ontdoen van toestellen, PBMs en hartslagmeter zodat de evaluatie in comfortabele omstandigheden kan plaatsvinden. De instructeur peilt door bevraging (zie vragenlijst) van de kandidaten naar hun inzicht in nut en uitvoering van deze oefening. De kandidaten kunnen hun bevindingen doorgeven aan de instructeur en medekandidaten op interactieve, constructieve wijze (beperkt in de tijd). 11. Debriefing De instructeur overloopt de gepresteerde test in chronologische volgorde. Versie:28/01/2015 4
De instructeur licht hierbij kort de aandachtspunten (pluspunten en verbeterpunten) toe (wat, waar, wanneer). De instructeur zal na de debriefing van het parcours ook een debriefing geven over de grafiek op de PC. De instructeur rondt na eventuele slotbemerkingen de oefening af. Versie:28/01/2015 5