Analyse grondmonsters kavel 1

Vergelijkbare documenten
Analyse grondmonsters kavel 2

Bemestingsonderzoek Akker-/tuinbouw perceel 5

Bemestingsonderzoek Mais continuteelt perc 5

5 Voederbieten. November

Bemestingsonderzoek Grasland voor paarden voor de sloot

Bemestingsonderzoek Grasland kavelblok 2

3.3 Maïs: Fosfaat Advies voor optimale gewasproductie

2.2 Grasland met klaver

Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand.

Structuur tot de bodem uitgezocht. Gjalt Jan Feersma Hoekstra Christiaan Bondt

Grondsoorten Zand, dalgrond, veen. Klei < 10% org. stof, rivierklei

ANALYSERAPPORT SPURWAY TOTAAL VOORBEELD

Bijlage A. Stikstofgebruiksnormen behorende bij artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Bemestingsonderzoek Grasland voor paarden voorste deel Postbus 115

Bemestingsonderzoek Akker-/tuinbouw perceel 5

S plant beschikbaar kg S/ha 14 S-totale bodemvoorraad mg S/kg 360 C/S-ratio S-leverend vermogen kg S/ha

S-totale bodemvoorraad mg S/kg 220 C/S-ratio S-leverend vermogen kg S/ha

3.3 Maïs: Fosfaat Advies voor optimale gewasproductie

S plant beschikbaar kg S/ha 5 S-totale bodemvoorraad mg S/kg 690 C/S-ratio S-leverend vermogen kg S/ha

Starten met een moestuin

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting

Basiscursus Ecologisch tuinieren

AGRICHEM PIRIMICARB W1 TOELATINGSNUMMER

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Teelthandleiding. 4.5 kaliumbemesting

Wat gaan we vanavond doen?

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting

VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Beheerovereenkomst water: bemestingsnormen en drempelwaarden

Voorbeelden Combinatie - Wisselteelt

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Tabel 1 Stikstofgebruiksnormen

inagro Code van goede praktijk bodembescherming advies organische koolstofgehalte en zuurtegraad ONDERZOEK & ADVIES IN LAND- & TUINBOUW

De organische stofbalans: Kengetallen

Toestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid in België

Zaai-, plant-, poot- en oogstkalender

Zaai-, plant-, poot- en oogstkalender

Bleekselderij zomer 30 x 35 centimeter

Teelthandleiding. 4.8 kalkbemesting

januari Z M D W D V Fruit: Appelen, Bananen, Citroen, Mandarijnen, Mango, Peren, Sinaasappelen Dit is een product van SaskiaVanOmmen.

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Effluenten van de biologische mestverwerking

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Bodemmonster Bodemmonster

Evenwicht in de volkstuin? april 1, 2014 DLV Plant

Terra Agribussiness BV Postbus AC Ootmarsum T E W

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

LIJST WAT KAN EN WAT TE VERMIJDEN

Veris persmoment. Inhoud. Contactpersonen BDB Inleiding Situering Veris-dienstverlening Optimaal bekalken Intraperceelsadvisering in praktijk

BEMESTINGSADVIES. Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen

Eiwitgewassen. Voordelen luzerne. Nadelen luzerne 1/14/2016. Luzerne Rode klaver Lupine Veldbonen Soja. Eiwitrijke gewassen

CSPE GL minitoets bij opdracht 9

Bemestingsonderzoek Akker-/tuinbouw perceel 6

Bemestingsonderzoek Grasland kavelblok 2

Basiscursus Ecologische Moestuin. Families in de moestuin

CODE VAN GOEDE PRAKTIJK BODEMBESCHERMING

VERGROENING GEWASDIVERSIFICATIE - BIJLAGE /

Toestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid in België en noordelijk Frankrijk

Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud

2.1.6 Grasland zonder klaver: Natrium

Land- en Tuinbouw in de Scheldemond-provincies

Bemesting. Bodemvruchtbaarheid

6.5. Werkstuk door een scholier 1097 woorden 2 maart keer beoordeeld. Keuzeopdracht; Hoofdstuk 6.4, opdracht B; Bron

SCHIJNBARE CHAOS DEEL 5

Uitleg bij de Kosmoskalender

Trends in bodemvruchtbaarheid in Nederlandse landbouwgronden

Vanaf heden kan u op fytoweb de maximale residulimieten (MRL s) ook per gewas opzoeken.

Technische notitie betreffende kortingen op fosfaatgebruiksnormen rekenvariant NP scherp in het kader van de Evaluatie van de Meststoffenwet 2016

A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Adviesbasis bemesting grasland en voedergewassen

Rijenbemesting met drijfmest bij snijmaïs. Inleiding. Rijenbemesting. Plaatsing van meststoffen. Effect van plaatsing

Kanzi&appels& Gelderland,&2013& Resultaten)

VERTEERB. KOOLHYDRATEN TRANSVETZUREN CHOLESTEROL LINOLZUUR ZETMEEL VEZELS SUIKERS

Werken aan bodem is werken aan:

N- en P-afvoer akkerbouw- en vollegrondsgroentegewassen. 1. Inleiding. 2. Opzet van het onderzoek. J.R van der Schoot en W.

Genieten van zelfgekweekte groenten, fruit en kruiden is het einde! Alleen komen die verse tomaten, knapperige sla, pittige rucola, zoete appels,

Organisatie van de moestuin

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Hoofdbestemming A MOB VLI VER BIO. 856 x x 7 x - - x x - x - x - x S - A P2

Mycorrhizae 3. Test met Micosat 3. Testen in het veld 5. Resultaten 6. Conclusie 7. Proefveld Noord-Brabant 1 8. Proefveld Noord-Brabant 2 10

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT

Resultaat Eenheid Resultaat Streeftraject laag vrij laag goed vrij hoog hoog

Teelthandleiding wettelijke regels

Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw

SKB-Showcase. Praktijkdemo s met ondernemers uit de akker- en tuinbouw. Slotbijeenkomst SKB Showcase Biezenmortel 11 december 2014

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT. verrijkt met borium organische meststof toepasbaar in derogatiebedrijf

Nieuw kali-advies mais

Lössgrond. ph-kcl ph-water

Aardappelen. Toepassing van spuiwater in aardappelen: wat is het en wat is het waard? Wendy Odeurs, Jan Bries Bodemkundige Dienst van België vzw

De bodem is de basis voor gewasbescherming!

Bemesting en Kringloopwijzer Gerrit Bossink Dier / Bodem / Bemesting /Gewas / Teelt. 2. Grondmonster analyse: Grasland / Bouwland

Fosfaat- en kalibemesting van bladspinazie en stamslabonen op landbouwgronden

Groen Agro Control Laboratoriumonderzoek en advies Distributieweg 1, 2645 EG Delfgauw, tel , fax RICHTLIJNEN MONSTERNAME

Basiscursus moestuinieren

ZWAVEL (= S) : STEEDS BELANGRIJKER IN DE BEMESTING

Bemesting aardappelen2017

VRUCHTWISSELING OP KINDERTUINEN BIJ SCHOOL EN BIJ HUIS

Gebruik Bokashi in de akkerbouw. 26 maart 2015, Gerard Meuffels

Transcriptie:

Analyse grondmonsters kavel 1 Bovenstaande afbeelding geeft globaal de onderzoeksgebieden weer waar diverse grondmonsters zijn genomen. De aanduiding van de onderzoeksgebieden corresponderen met de navolgende onderzoeksresultaten per perceel.

ANALYSERAPPORT Provincie Zuid-Holland T.a.v. Concern A Akkerbouw (WGVD AB2) Postbus 90602 perceel noord 6 2509 LP Den Haag Klantnummer: 300976 Monster en Onderzoek Opdrachtnummer: 170222-008-06C Monstername door: Peter van Pelt, Dumea Rapportnummer: 201700002431 Grondsoort: Zeeklei d.d. monstername: 13 februari 2017 Bemonsteringsdiepte: 25 cm d.d. verslag: 9 maart 2017 Oppervlakte perceel: 3.92 Ha Status verslag: Definitief Bemonsteringsmethode: Gestratificeerd Eenheid Resultaat Streeftraject Hoofdelementen Totaal stikstof mg N/kg 1570 N-Leverend vermogen kg N/ha 86 93-147 Organisch koolstof % C 1,9 Waardering Laag Goed Hoog C/N verhouding 12 13-17 Totaal zwavel mg S/kg 271 Zwavel plant beschikbaar mg S/kg 6,7 S-Leverend vermogen kg S/Ha 32 20-30 C/S verhouding 68 50-75 Fosfaat, P-AL mg P 2 O 5 /100 g 42 Fosfaat, Pw mg P 2 O 5 /l 29 Fosfor plant beschikbaar mg P/kg < 1 1-2,4 Kalium, K-HCL mg K 2 O/100 g 33 K-getal 30 Kalium plant beschikbaar mg K/kg 55 70-110 Magnesium plant beschikbaar mg Mg/kg 81 50-85 Natrium plant beschikbaar mg Na/kg 42 35-50 Fysisch Zuurgraad (ph) 7,2 >6,9 Organische stof % 3,2 Lutum % 30 Koolzure kalk % 10 Resultaat is in droge grond Pagina 1 van 4 Rapportnummer: 201700002431

perceel noord 6 Fosfaat Advies Gewasspecifieke bemesting (in kg P 2 O 5 /ha) Andijvie (incl. krulandijvie), augurk (teelt-aan-touw), bleekselderij, Chinese kool, consumptieraap, paksoi, pastinaak, peen, peterselie, sla, snijbiet, spinazie en venkel¹ Aardappel (consumptie-, zetmeel-, industriële verwerking), augurk (vlakvelds), bonen², erwten, knoflook, koolrabi, knolselderij, peul, rammenas, spruitkool en uien Suikerbieten, voederbieten, zaadbieten, vlas, karwij, raapsteel, radicchio en radijs Bloembollen, klaver, wikken, gerst en 1- en 2-jarig grasland (2 sneden), peen, pastinaak en witlof Adviezen zijn gebasseerd op het halen van een landbouwkundige optimale opbrengst op perceelsniveau. Vanuit wetgeving gelden er gebruiksnormen op bedrijfsniveau. De gebruiksnormen mogen op bedrijfsniveau niet overschreden worden. Granen (behalve gerst), graszaad, koolzaad, aardbei, asperge (wit en groen), bieslook, bloemkool (witte, groene, romanesco), boerenkool, broccoli, courgette, koolraap, kroot, pompoen, prei, rabarber, schorseneer, sluitkool (groene, rode, savooie, witte, spits) Adviesgift bij een gemeten Pw van 29 245 120 Fosfaat (P 2 O 5 ) Adviesgift bij "toestand handhaven" 245 135 80 95 25 45 0 0 Advies in de rij Basisgift volvelds Maïs in continuteelt en vruchtwisseling Bemesting volvelds en in de rij Bemesting in de rij 1 Toelichting fosfaat advies ¹ ² ³ Kali Door de meststof te plaatsen (bovenin het zaaibed, op plantdiepte of als rijenbemesting) kan worden volstaan met 50-75% van de adviesgift. De besparing is groter naarmate de groeiduur korter, de rijafstand ruimer, de beworteling ondieper, de dagelijkse vraag naar fosfaat en totale fosfaatopname hoger en de fosfaattoestand lager is. Dit geldt voor een Pw > 45 voor zandgrond, rivierklei en löss en een Pw > 40 op zeeklei en zeezand. Bij lagere waarden is de besparing door plaatsing al opgenomen in het advies. Bij rijenbemesting op kleigrond moet 75% van de geadviseerde fosfaatgift worden gegeven. Bij rijenbemesting op zandgrond moet de geadviseerde fosfaatgift worden gegeven, bij breedwerpige bemesting de dubbele hoeveelheid geven. Opvullen tot ontrekking (75 kg P2O5/ha bij 16,5 ton ds/ha) i.v.m. handhaving bodemvruchtbaarheid Granen met een ondervrucht klaver hebben iets meer fosfaat nodig dan granen alleen. 17 22 60 - Gewasspecifieke bemesting (in kg K 2 O/ha) Consumptieaardappelen, uien, wortelen, waspeen, kroten, prei, knolselderij, rode kool, witte kool, augurken, schorseneren, aardbeien en overige groentengewassen. Fabrieksaardappelen, aardappelen voor industriële verwerking, voederbieten, conservenerwten, landbouwerwten, stamslabonen, tuinbonen, veldbonen, bruine bonen, klaver, wikken, luzerne, witlof, bloemkool, spruitkool, kunstweide (2x maaien) en bloembollen. Granen, maïs, blauwmaanzaad, graszaad, spinaziezaad, kanariezaad en andere zaadgewassen. 2e jaar 3e jaar 4e jaar Gewasgericht advies maïs in continuteelt 0 0 300 300 Gewasgerich advies voor maïs in vruchtwisseling 0 0 300 300 Toelichting kali advies Magnesium 130 240 Suikerbieten, zaadbieten, vlas, karwij en asperge. 0 160 Bladspinazie. Op zee- en rivierklei wordt voor beperking van de kans op blauw geadviseerd om een groot deel van de hoeveelheid kali in een bouwplan aan de aardappelen te geven. Hierbij is het aan te bevelen een deel van de kali in de late winter of vroege voorjaar toe te dienen. Alleen wanneer het derde gewas na aardappelen een sterk kalibehoeftig gewas is (bijvoorbeeld uien of spinazie) moet dit gewas ook worden bemest. Op kalifixerende gronden is het eveneens gewenst een groot deel van de kali aan de aardappelen te geven, maar de andere gewassen dienen op deze gronden ook nog enige kali te ontvangen. in kg MgO per Ha 1e jaar 2e jaar 3e jaar 4e jaar Magnesiumbemesting maïs continuteelt - - - - 1e jaar Adviesgift bij een K-Getal van 29,7069712132771 40 Kali (K2O) Adviesgift bij "toestand handhaven" 170 0 80 150 390 Op zand- en dalgrond heeft het verhogen van het kaligetal tot het streefgetal geen effect op de opbrengst, maar heeft het tot doel om in het voorjaar niet volledig afhankelijk te zijn van een verse kaligift. Pootaardappelen kunnen zwaarder met kali bemest worden dan consumptieaardappelen. Op kleigronden en alluviaal zand heeft een bemesting met magnesium weinig effect. Gebreksverschijnselen kunnen daar het beste bestreden worden door bespuitingen met magnesiummeststoffen. Op basis van het MgO-gehalte van de grond kan de kans op een magnesium gebrek worden ingeschat. Het streeftraject loopt van 60 tot 120 mg MgO/kg grond. Beneden 60 mg/kg neemt met name op de lichtere kalkrijke kleigronden de kans op gebreksverschijnselen toe. Pagina 2 van 4 Rapportnummer: 201700002431

Natrium Bij voeder- en suikerbieten op zeezand-, dekzand-, dal- en veengrond naast de geadviseerde kaligift nog 200 kg Na2O/ha toedienen. Bekalkingsadvies Kalkgift (in kg nw/ha) 1e jaar 0 2e jaar 450 3e jaar 450 4e jaar 450 Kalkgift voor bouwvoordiepte Toelichting bekalkingsadvies Het verdient aanbeveling bekalking uit te voeren voorafgaand aan een gewas dat positief reageert op ph-verhoging. In alle gevallen dat zeeklei-, zeezand-, rivierklei en lössgronden meer dan 2% koolzure kalk bevat, wordt geen kalkgift geadviseerd. Indien op zeeklei, ijsselmeergrond of rivierklei koolgewassen worden verbouwd, dient de geadviseerde kalkgift met 500 kg zbw/ha te worden verhoogd. Is op deze gronden de ph-kcl-waardering 'goed' en het CaCO3-gehalte < 2%, dan wordt een kalkgift van 500 kg zbw/ha geadviseerd.op zand- en dalgronden is de gewenste zuurtegraad (ph-kcl) van de grond afhankelijk van het aantal aardappelen en bieten in het bouwplan. De bekalking dient bij voorkeur te gebeuren in het jaar voorafgaande aan het meest kalkbehoeftige gewas. Methode Totaal stikstof Eigen methode spectrofotometrie (WI-513) Kalium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) N-Leverend vermogen Afgeleide waarde Magnesium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Organisch koolstof Afgeleide waarde Natrium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) C/N verhouding Afgeleide waarde Borium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Totaal zwavel Eigen methode ICP-OES (WI-517) Kobalt plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Zwavel, plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Koper plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) S-Leverend vermogen Afgeleide waarde Mangaan plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) C/S verhouding Afgeleide waarde Zink plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Q Fosfaat, P-AL (analyse in duplo) Extractie conform NEN 5793 (WI-508) IJzer plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Q Fosfaat, Pw (analyse in duplo) Extractie conform meststoffenwet(wi-509) Molybdeen plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Fosfor plant beschikbaar Eigen methode spectrofotometrie (WI-521) Selenium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Kalium, K-HCL Eigen methode ICP-OES (WI-519) Zuurgraad (ph) Gelijkwaardig aan ISO 10390 (WI-510) K-getal Afgeleide waarde Organische stof Klei-humuscomplex CEC Lutum Koolzure kalk Q Eigen methode gloeiverlies (WI-511) Afgeleide waarde Eigen methode gravimetrie (WI-512) Eigen methode gravimetrie (WI-518) Methode geaccrediteerd door RvA Het gerapporteerde fosforpentoxide-gehalte is berekend door het bepaalde fosforgehalte te vermenigvuldigen met 2.29. Het kaliumoxide gehalte is berekend door het bepaalde kaliumgehalte te vermenigvuldigen met 1.205. Analyses die onder accreditatie worden uitgevoerd zijn aangegeven met een Q. Analyses die uitbesteed zijn bij een ander laboratorium zijn aangegeven met een U. Dit rapport is opgesteld onder verantwoording van Dumea Agro advies. Dumea Agro Advies is een samenwerkingsverband tussen Terra Agribusiness BV en Dumea BV. Op dit certificaat zijn de Algemene Voorwaarden van Terra Agribusiness BV van toepassing. De monsterneming wordt uitgevoerd onder de NEN-EN-ISO 17025 accreditatie van Dumea BV. De laboratoriumanalyses zijn uitgevoerd door Dumea BV. Dumea BV is ingeschreven in het RVA register voor testlaboratoria onder nr. L610 Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gekopieerd zonder toestemming van Terra Agribusiness BV Pagina 3 van 4 Rapportnummer: 201700002431

ANALYSERAPPORT Rapportnummer 201700002431 perceel noord 6 MONSTERNAME Grafische voorstelling van het bemonsterde perceel en de perceelslocatie Beschrijving perceelsomtrek (RD-coördinaten) ( 1 ; 89378 ; 429377 ) ( 2 ; 89381 ; 429430 ) ( 3 ; 89391 ; 429540 ) ( 4 ; 89230 ; 429544 ) ( 5 ; 89187 ; 429541 ) ( 6 ; 89146 ; 429540 ) ( 7 ; 89148 ; 429534 ) ( 8 ; 89150 ; 429534 ) ( 9 ; 89165 ; 429496 ) ( 10 ; 89184 ; 429446 ) ( 11 ; 89185 ; 429444 ) ( 12 ; 89194 ; 429419 ) ( 13 ; 89222 ; 429349 ) ( 14 ; 89220 ; 429347 ) ( 15 ; 89222 ; 429343 ) ( 16 ; 89309 ; 429343 ) ( 17 ; 89381 ; 429342 ) Beschrijving monsterpunten (RD-coördinaten) ( 18 ; 89202 ; 429447 ) ( 19 ; 89236 ; 429534 ) ( 20 ; 89382 ; 429469 ) ( 21 ; 89356 ; 429452 ) ( 22 ; 89366 ; 429384 ) ( 23 ; 89239 ; 429346 ) ( 24 ; 89323 ; 429419 ) ( 25 ; 89272 ; 429473 ) ( 26 ; 89219 ; 429540 ) ( 27 ; 89361 ; 429355 ) ( 28 ; 89283 ; 429350 ) ( 29 ; 89308 ; 429501 ) ( 30 ; 89302 ; 429538 ) ( 31 ; 89213 ; 429503 ) ( 32 ; 89299 ; 429439 ) ( 33 ; 89188 ; 429515 ) ( 34 ; 89223 ; 429530 ) ( 35 ; 89208 ; 429541 ) ( 36 ; 89211 ; 429414 ) De resultaten hebben betrekking op het bemonsterde object dat door middel van gps-apparatuur is vastgelegd door de monsternemer. Pagina 4 van 4

ANALYSERAPPORT Provincie Zuid-Holland T.a.v. Concern A Akkerbouw (WGVD AB2) Postbus 90602 perceel midden 4 2509 LP Den Haag Klantnummer: 300976 Monster en Onderzoek Opdrachtnummer: 170222-008-10C Monstername door: Peter van Pelt, Dumea Rapportnummer: 201700002435 Grondsoort: Zeeklei d.d. monstername: 13 februari 2017 Bemonsteringsdiepte: 25 cm d.d. verslag: 9 maart 2017 Oppervlakte perceel: 4.82 Ha Status verslag: Definitief Bemonsteringsmethode: Gestratificeerd Eenheid Resultaat Streeftraject Hoofdelementen Totaal stikstof mg N/kg 1480 N-Leverend vermogen kg N/ha 83 93-147 Organisch koolstof % C 1,3 Waardering Laag Goed Hoog C/N verhouding 9 13-17 Totaal zwavel mg S/kg 304 Zwavel plant beschikbaar mg S/kg 5,6 S-Leverend vermogen kg S/Ha 36 20-30 C/S verhouding 42 50-75 Fosfaat, P-AL mg P 2 O 5 /100 g 35 Fosfaat, Pw mg P 2 O 5 /l 22 Fosfor plant beschikbaar mg P/kg < 1 1-2,4 Kalium, K-HCL mg K 2 O/100 g 29 K-getal 27 Kalium plant beschikbaar mg K/kg 48 70-110 Magnesium plant beschikbaar mg Mg/kg 67 50-85 Natrium plant beschikbaar mg Na/kg 12 35-50 Fysisch Zuurgraad (ph) 7,3 >6,8 Organische stof % 2,2 Lutum % 27 Koolzure kalk % 10 Resultaat is in droge grond Pagina 1 van 4 Rapportnummer: 201700002435

perceel midden 4 Fosfaat Advies Gewasspecifieke bemesting (in kg P 2 O 5 /ha) Andijvie (incl. krulandijvie), augurk (teelt-aan-touw), bleekselderij, Chinese kool, consumptieraap, paksoi, pastinaak, peen, peterselie, sla, snijbiet, spinazie en venkel¹ Aardappel (consumptie-, zetmeel-, industriële verwerking), augurk (vlakvelds), bonen², erwten, knoflook, koolrabi, knolselderij, peul, rammenas, spruitkool en uien Suikerbieten, voederbieten, zaadbieten, vlas, karwij, raapsteel, radicchio en radijs Bloembollen, klaver, wikken, gerst en 1- en 2-jarig grasland (2 sneden), peen, pastinaak en witlof Adviezen zijn gebasseerd op het halen van een landbouwkundige optimale opbrengst op perceelsniveau. Vanuit wetgeving gelden er gebruiksnormen op bedrijfsniveau. De gebruiksnormen mogen op bedrijfsniveau niet overschreden worden. Granen (behalve gerst), graszaad, koolzaad, aardbei, asperge (wit en groen), bieslook, bloemkool (witte, groene, romanesco), boerenkool, broccoli, courgette, koolraap, kroot, pompoen, prei, rabarber, schorseneer, sluitkool (groene, rode, savooie, witte, spits) Adviesgift bij een gemeten Pw van 22 0 145 Fosfaat (P 2 O 5 ) Adviesgift bij "toestand handhaven" 245 135 105 95 55 45 10 0 Advies in de rij Basisgift volvelds Maïs in continuteelt en vruchtwisseling Bemesting volvelds en in de rij Bemesting in de rij 1 Toelichting fosfaat advies ¹ ² ³ Kali Door de meststof te plaatsen (bovenin het zaaibed, op plantdiepte of als rijenbemesting) kan worden volstaan met 50-75% van de adviesgift. De besparing is groter naarmate de groeiduur korter, de rijafstand ruimer, de beworteling ondieper, de dagelijkse vraag naar fosfaat en totale fosfaatopname hoger en de fosfaattoestand lager is. Dit geldt voor een Pw > 45 voor zandgrond, rivierklei en löss en een Pw > 40 op zeeklei en zeezand. Bij lagere waarden is de besparing door plaatsing al opgenomen in het advies. Bij rijenbemesting op kleigrond moet 75% van de geadviseerde fosfaatgift worden gegeven. Bij rijenbemesting op zandgrond moet de geadviseerde fosfaatgift worden gegeven, bij breedwerpige bemesting de dubbele hoeveelheid geven. Opvullen tot ontrekking (75 kg P2O5/ha bij 16,5 ton ds/ha) i.v.m. handhaving bodemvruchtbaarheid Granen met een ondervrucht klaver hebben iets meer fosfaat nodig dan granen alleen. 17 22 60 - Gewasspecifieke bemesting (in kg K 2 O/ha) Consumptieaardappelen, uien, wortelen, waspeen, kroten, prei, knolselderij, rode kool, witte kool, augurken, schorseneren, aardbeien en overige groentengewassen. Fabrieksaardappelen, aardappelen voor industriële verwerking, voederbieten, conservenerwten, landbouwerwten, stamslabonen, tuinbonen, veldbonen, bruine bonen, klaver, wikken, luzerne, witlof, bloemkool, spruitkool, kunstweide (2x maaien) en bloembollen. Granen, maïs, blauwmaanzaad, graszaad, spinaziezaad, kanariezaad en andere zaadgewassen. 2e jaar 3e jaar 4e jaar Gewasgericht advies maïs in continuteelt 0 0 300 300 Gewasgerich advies voor maïs in vruchtwisseling 0 0 300 300 Toelichting kali advies Magnesium 140 240 Suikerbieten, zaadbieten, vlas, karwij en asperge. 0 160 Bladspinazie. Op zee- en rivierklei wordt voor beperking van de kans op blauw geadviseerd om een groot deel van de hoeveelheid kali in een bouwplan aan de aardappelen te geven. Hierbij is het aan te bevelen een deel van de kali in de late winter of vroege voorjaar toe te dienen. Alleen wanneer het derde gewas na aardappelen een sterk kalibehoeftig gewas is (bijvoorbeeld uien of spinazie) moet dit gewas ook worden bemest. Op kalifixerende gronden is het eveneens gewenst een groot deel van de kali aan de aardappelen te geven, maar de andere gewassen dienen op deze gronden ook nog enige kali te ontvangen. in kg MgO per Ha 1e jaar 2e jaar 3e jaar 4e jaar Magnesiumbemesting maïs continuteelt - - - - 1e jaar Adviesgift bij een K-Getal van 26,8381711966248 50 Kali (K2O) Adviesgift bij "toestand handhaven" 170 0 80 180 390 Op zand- en dalgrond heeft het verhogen van het kaligetal tot het streefgetal geen effect op de opbrengst, maar heeft het tot doel om in het voorjaar niet volledig afhankelijk te zijn van een verse kaligift. Pootaardappelen kunnen zwaarder met kali bemest worden dan consumptieaardappelen. Op kleigronden en alluviaal zand heeft een bemesting met magnesium weinig effect. Gebreksverschijnselen kunnen daar het beste bestreden worden door bespuitingen met magnesiummeststoffen. Op basis van het MgO-gehalte van de grond kan de kans op een magnesium gebrek worden ingeschat. Het streeftraject loopt van 60 tot 120 mg MgO/kg grond. Beneden 60 mg/kg neemt met name op de lichtere kalkrijke kleigronden de kans op gebreksverschijnselen toe. Pagina 2 van 4 Rapportnummer: 201700002435

Natrium Bij voeder- en suikerbieten op zeezand-, dekzand-, dal- en veengrond naast de geadviseerde kaligift nog 200 kg Na2O/ha toedienen. Bekalkingsadvies Kalkgift (in kg nw/ha) 1e jaar 0 2e jaar 380 3e jaar 380 4e jaar 380 Kalkgift voor bouwvoordiepte Toelichting bekalkingsadvies Het verdient aanbeveling bekalking uit te voeren voorafgaand aan een gewas dat positief reageert op ph-verhoging. In alle gevallen dat zeeklei-, zeezand-, rivierklei en lössgronden meer dan 2% koolzure kalk bevat, wordt geen kalkgift geadviseerd. Indien op zeeklei, ijsselmeergrond of rivierklei koolgewassen worden verbouwd, dient de geadviseerde kalkgift met 500 kg zbw/ha te worden verhoogd. Is op deze gronden de ph-kcl-waardering 'goed' en het CaCO3-gehalte < 2%, dan wordt een kalkgift van 500 kg zbw/ha geadviseerd.op zand- en dalgronden is de gewenste zuurtegraad (ph-kcl) van de grond afhankelijk van het aantal aardappelen en bieten in het bouwplan. De bekalking dient bij voorkeur te gebeuren in het jaar voorafgaande aan het meest kalkbehoeftige gewas. Methode Totaal stikstof Eigen methode spectrofotometrie (WI-513) Kalium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) N-Leverend vermogen Afgeleide waarde Magnesium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Organisch koolstof Afgeleide waarde Natrium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) C/N verhouding Afgeleide waarde Borium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Totaal zwavel Eigen methode ICP-OES (WI-517) Kobalt plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Zwavel, plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Koper plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) S-Leverend vermogen Afgeleide waarde Mangaan plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) C/S verhouding Afgeleide waarde Zink plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Q Fosfaat, P-AL (analyse in duplo) Extractie conform NEN 5793 (WI-508) IJzer plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Q Fosfaat, Pw (analyse in duplo) Extractie conform meststoffenwet(wi-509) Molybdeen plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Fosfor plant beschikbaar Eigen methode spectrofotometrie (WI-521) Selenium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Kalium, K-HCL Eigen methode ICP-OES (WI-519) Zuurgraad (ph) Gelijkwaardig aan ISO 10390 (WI-510) K-getal Afgeleide waarde Organische stof Klei-humuscomplex CEC Lutum Koolzure kalk Q Eigen methode gloeiverlies (WI-511) Afgeleide waarde Eigen methode gravimetrie (WI-512) Eigen methode gravimetrie (WI-518) Methode geaccrediteerd door RvA Het gerapporteerde fosforpentoxide-gehalte is berekend door het bepaalde fosforgehalte te vermenigvuldigen met 2.29. Het kaliumoxide gehalte is berekend door het bepaalde kaliumgehalte te vermenigvuldigen met 1.205. Analyses die onder accreditatie worden uitgevoerd zijn aangegeven met een Q. Analyses die uitbesteed zijn bij een ander laboratorium zijn aangegeven met een U. Dit rapport is opgesteld onder verantwoording van Dumea Agro advies. Dumea Agro Advies is een samenwerkingsverband tussen Terra Agribusiness BV en Dumea BV. Op dit certificaat zijn de Algemene Voorwaarden van Terra Agribusiness BV van toepassing. De monsterneming wordt uitgevoerd onder de NEN-EN-ISO 17025 accreditatie van Dumea BV. De laboratoriumanalyses zijn uitgevoerd door Dumea BV. Dumea BV is ingeschreven in het RVA register voor testlaboratoria onder nr. L610 Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gekopieerd zonder toestemming van Terra Agribusiness BV Pagina 3 van 4 Rapportnummer: 201700002435

ANALYSERAPPORT Rapportnummer 201700002435 perceel midden 4 MONSTERNAME Grafische voorstelling van het bemonsterde perceel en de perceelslocatie Beschrijving perceelsomtrek (RD-coördinaten) ( 1 ; 89393 ; 429195 ) ( 2 ; 89376 ; 429340 ) ( 3 ; 89305 ; 429340 ) ( 4 ; 89259 ; 429340 ) ( 5 ; 89219 ; 429340 ) ( 6 ; 89221 ; 429304 ) ( 7 ; 89224 ; 429250 ) ( 8 ; 89230 ; 429179 ) ( 9 ; 89234 ; 429122 ) ( 10 ; 89240 ; 429040 ) ( 11 ; 89241 ; 429033 ) ( 12 ; 89281 ; 429039 ) ( 13 ; 89325 ; 429045 ) ( 14 ; 89354 ; 429048 ) ( 15 ; 89405 ; 429051 ) Beschrijving monsterpunten (RD-coördinaten) ( 16 ; 89274 ; 429336 ) ( 17 ; 89382 ; 429054 ) ( 18 ; 89341 ; 429275 ) ( 19 ; 89337 ; 429331 ) ( 20 ; 89235 ; 429169 ) ( 21 ; 89269 ; 429280 ) ( 22 ; 89262 ; 429308 ) ( 23 ; 89262 ; 429193 ) ( 24 ; 89287 ; 429324 ) ( 25 ; 89380 ; 429201 ) ( 26 ; 89386 ; 429097 ) ( 27 ; 89289 ; 429040 ) ( 28 ; 89352 ; 429150 ) ( 29 ; 89315 ; 429232 ) ( 30 ; 89336 ; 429182 ) ( 31 ; 89251 ; 429296 ) ( 32 ; 89278 ; 429319 ) ( 33 ; 89266 ; 429336 ) ( 34 ; 89268 ; 429142 ) ( 35 ; 89339 ; 429055 ) De resultaten hebben betrekking op het bemonsterde object dat door middel van gps-apparatuur is vastgelegd door de monsternemer. Pagina 4 van 4

ANALYSERAPPORT Provincie Zuid-Holland T.a.v. Concern A Akkerbouw (WGVD AB2) Postbus 90602 perceel midden 5 2509 LP Den Haag Klantnummer: 300976 Monster en Onderzoek Opdrachtnummer: 170222-008-11C Monstername door: Peter van Pelt, Dumea Rapportnummer: 201700002436 Grondsoort: Zeeklei d.d. monstername: 13 februari 2017 Bemonsteringsdiepte: 25 cm d.d. verslag: 9 maart 2017 Oppervlakte perceel: 4,00 Ha Status verslag: Definitief Bemonsteringsmethode: Gestratificeerd Eenheid Resultaat Streeftraject Hoofdelementen Totaal stikstof mg N/kg 2550 N-Leverend vermogen kg N/ha 120 93-147 Organisch koolstof % C 2,5 Waardering Laag Goed Hoog C/N verhouding 10 13-17 Totaal zwavel mg S/kg 392 Zwavel plant beschikbaar mg S/kg 8,1 S-Leverend vermogen kg S/Ha 44 20-30 C/S verhouding 64 50-75 Fosfaat, P-AL mg P 2 O 5 /100 g 36 Fosfaat, Pw mg P 2 O 5 /l 19 Fosfor plant beschikbaar mg P/kg < 1 1-2,4 Kalium, K-HCL mg K 2 O/100 g 31 K-getal 29 Kalium plant beschikbaar mg K/kg 43 70-110 Magnesium plant beschikbaar mg Mg/kg 75 50-85 Natrium plant beschikbaar mg Na/kg 19 35-50 Fysisch Zuurgraad (ph) 7,3 >6,6 Organische stof % 4,3 Lutum % 26 Koolzure kalk % 10 Resultaat is in droge grond Pagina 1 van 4 Rapportnummer: 201700002436

perceel midden 5 Fosfaat Advies Gewasspecifieke bemesting (in kg P 2 O 5 /ha) Andijvie (incl. krulandijvie), augurk (teelt-aan-touw), bleekselderij, Chinese kool, consumptieraap, paksoi, pastinaak, peen, peterselie, sla, snijbiet, spinazie en venkel¹ Aardappel (consumptie-, zetmeel-, industriële verwerking), augurk (vlakvelds), bonen², erwten, knoflook, koolrabi, knolselderij, peul, rammenas, spruitkool en uien Suikerbieten, voederbieten, zaadbieten, vlas, karwij, raapsteel, radicchio en radijs Bloembollen, klaver, wikken, gerst en 1- en 2-jarig grasland (2 sneden), peen, pastinaak en witlof Adviezen zijn gebasseerd op het halen van een landbouwkundige optimale opbrengst op perceelsniveau. Vanuit wetgeving gelden er gebruiksnormen op bedrijfsniveau. De gebruiksnormen mogen op bedrijfsniveau niet overschreden worden. Granen (behalve gerst), graszaad, koolzaad, aardbei, asperge (wit en groen), bieslook, bloemkool (witte, groene, romanesco), boerenkool, broccoli, courgette, koolraap, kroot, pompoen, prei, rabarber, schorseneer, sluitkool (groene, rode, savooie, witte, spits) Adviesgift bij een gemeten Pw van 19 0 155 Fosfaat (P 2 O 5 ) Adviesgift bij "toestand handhaven" 245 135 115 95 70 45 25 0 Advies in de rij Basisgift volvelds Maïs in continuteelt en vruchtwisseling Bemesting volvelds en in de rij Bemesting in de rij 1 Toelichting fosfaat advies ¹ ² ³ Kali Door de meststof te plaatsen (bovenin het zaaibed, op plantdiepte of als rijenbemesting) kan worden volstaan met 50-75% van de adviesgift. De besparing is groter naarmate de groeiduur korter, de rijafstand ruimer, de beworteling ondieper, de dagelijkse vraag naar fosfaat en totale fosfaatopname hoger en de fosfaattoestand lager is. Dit geldt voor een Pw > 45 voor zandgrond, rivierklei en löss en een Pw > 40 op zeeklei en zeezand. Bij lagere waarden is de besparing door plaatsing al opgenomen in het advies. Bij rijenbemesting op kleigrond moet 75% van de geadviseerde fosfaatgift worden gegeven. Bij rijenbemesting op zandgrond moet de geadviseerde fosfaatgift worden gegeven, bij breedwerpige bemesting de dubbele hoeveelheid geven. Opvullen tot ontrekking (75 kg P2O5/ha bij 16,5 ton ds/ha) i.v.m. handhaving bodemvruchtbaarheid Granen met een ondervrucht klaver hebben iets meer fosfaat nodig dan granen alleen. 17 22 60 - Gewasspecifieke bemesting (in kg K 2 O/ha) Consumptieaardappelen, uien, wortelen, waspeen, kroten, prei, knolselderij, rode kool, witte kool, augurken, schorseneren, aardbeien en overige groentengewassen. Fabrieksaardappelen, aardappelen voor industriële verwerking, voederbieten, conservenerwten, landbouwerwten, stamslabonen, tuinbonen, veldbonen, bruine bonen, klaver, wikken, luzerne, witlof, bloemkool, spruitkool, kunstweide (2x maaien) en bloembollen. Granen, maïs, blauwmaanzaad, graszaad, spinaziezaad, kanariezaad en andere zaadgewassen. 2e jaar 3e jaar 4e jaar Gewasgericht advies maïs in continuteelt 0 0 300 300 Gewasgerich advies voor maïs in vruchtwisseling 0 0 300 300 Toelichting kali advies Magnesium 130 240 Suikerbieten, zaadbieten, vlas, karwij en asperge. 0 160 Bladspinazie. Op zee- en rivierklei wordt voor beperking van de kans op blauw geadviseerd om een groot deel van de hoeveelheid kali in een bouwplan aan de aardappelen te geven. Hierbij is het aan te bevelen een deel van de kali in de late winter of vroege voorjaar toe te dienen. Alleen wanneer het derde gewas na aardappelen een sterk kalibehoeftig gewas is (bijvoorbeeld uien of spinazie) moet dit gewas ook worden bemest. Op kalifixerende gronden is het eveneens gewenst een groot deel van de kali aan de aardappelen te geven, maar de andere gewassen dienen op deze gronden ook nog enige kali te ontvangen. in kg MgO per Ha 1e jaar 2e jaar 3e jaar 4e jaar Magnesiumbemesting maïs continuteelt - - - - 1e jaar Adviesgift bij een K-Getal van 29,3470498265676 40 Kali (K2O) Adviesgift bij "toestand handhaven" 170 0 80 150 390 Op zand- en dalgrond heeft het verhogen van het kaligetal tot het streefgetal geen effect op de opbrengst, maar heeft het tot doel om in het voorjaar niet volledig afhankelijk te zijn van een verse kaligift. Pootaardappelen kunnen zwaarder met kali bemest worden dan consumptieaardappelen. Op kleigronden en alluviaal zand heeft een bemesting met magnesium weinig effect. Gebreksverschijnselen kunnen daar het beste bestreden worden door bespuitingen met magnesiummeststoffen. Op basis van het MgO-gehalte van de grond kan de kans op een magnesium gebrek worden ingeschat. Het streeftraject loopt van 60 tot 120 mg MgO/kg grond. Beneden 60 mg/kg neemt met name op de lichtere kalkrijke kleigronden de kans op gebreksverschijnselen toe. Pagina 2 van 4 Rapportnummer: 201700002436

Natrium Bij voeder- en suikerbieten op zeezand-, dekzand-, dal- en veengrond naast de geadviseerde kaligift nog 200 kg Na2O/ha toedienen. Bekalkingsadvies Kalkgift (in kg nw/ha) 1e jaar 0 2e jaar 410 3e jaar 410 4e jaar 410 Kalkgift voor bouwvoordiepte Toelichting bekalkingsadvies Het verdient aanbeveling bekalking uit te voeren voorafgaand aan een gewas dat positief reageert op ph-verhoging. In alle gevallen dat zeeklei-, zeezand-, rivierklei en lössgronden meer dan 2% koolzure kalk bevat, wordt geen kalkgift geadviseerd. Indien op zeeklei, ijsselmeergrond of rivierklei koolgewassen worden verbouwd, dient de geadviseerde kalkgift met 500 kg zbw/ha te worden verhoogd. Is op deze gronden de ph-kcl-waardering 'goed' en het CaCO3-gehalte < 2%, dan wordt een kalkgift van 500 kg zbw/ha geadviseerd.op zand- en dalgronden is de gewenste zuurtegraad (ph-kcl) van de grond afhankelijk van het aantal aardappelen en bieten in het bouwplan. De bekalking dient bij voorkeur te gebeuren in het jaar voorafgaande aan het meest kalkbehoeftige gewas. Methode Totaal stikstof Eigen methode spectrofotometrie (WI-513) Kalium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) N-Leverend vermogen Afgeleide waarde Magnesium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Organisch koolstof Afgeleide waarde Natrium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) C/N verhouding Afgeleide waarde Borium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Totaal zwavel Eigen methode ICP-OES (WI-517) Kobalt plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Zwavel, plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Koper plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) S-Leverend vermogen Afgeleide waarde Mangaan plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) C/S verhouding Afgeleide waarde Zink plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Q Fosfaat, P-AL (analyse in duplo) Extractie conform NEN 5793 (WI-508) IJzer plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Q Fosfaat, Pw (analyse in duplo) Extractie conform meststoffenwet(wi-509) Molybdeen plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Fosfor plant beschikbaar Eigen methode spectrofotometrie (WI-521) Selenium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Kalium, K-HCL Eigen methode ICP-OES (WI-519) Zuurgraad (ph) Gelijkwaardig aan ISO 10390 (WI-510) K-getal Afgeleide waarde Organische stof Klei-humuscomplex CEC Lutum Koolzure kalk Q Eigen methode gloeiverlies (WI-511) Afgeleide waarde Eigen methode gravimetrie (WI-512) Eigen methode gravimetrie (WI-518) Methode geaccrediteerd door RvA Het gerapporteerde fosforpentoxide-gehalte is berekend door het bepaalde fosforgehalte te vermenigvuldigen met 2.29. Het kaliumoxide gehalte is berekend door het bepaalde kaliumgehalte te vermenigvuldigen met 1.205. Analyses die onder accreditatie worden uitgevoerd zijn aangegeven met een Q. Analyses die uitbesteed zijn bij een ander laboratorium zijn aangegeven met een U. Dit rapport is opgesteld onder verantwoording van Dumea Agro advies. Dumea Agro Advies is een samenwerkingsverband tussen Terra Agribusiness BV en Dumea BV. Op dit certificaat zijn de Algemene Voorwaarden van Terra Agribusiness BV van toepassing. De monsterneming wordt uitgevoerd onder de NEN-EN-ISO 17025 accreditatie van Dumea BV. De laboratoriumanalyses zijn uitgevoerd door Dumea BV. Dumea BV is ingeschreven in het RVA register voor testlaboratoria onder nr. L610 Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gekopieerd zonder toestemming van Terra Agribusiness BV Pagina 3 van 4 Rapportnummer: 201700002436

ANALYSERAPPORT Rapportnummer 201700002436 perceel midden 5 MONSTERNAME Grafische voorstelling van het bemonsterde perceel en de perceelslocatie Beschrijving perceelsomtrek (RD-coördinaten) ( 1 ; 89461 ; 429328 ) ( 2 ; 89451 ; 429333 ) ( 3 ; 89442 ; 429340 ) ( 4 ; 89430 ; 429349 ) ( 5 ; 89423 ; 429353 ) ( 6 ; 89415 ; 429357 ) ( 7 ; 89408 ; 429358 ) ( 8 ; 89398 ; 429356 ) ( 9 ; 89391 ; 429354 ) ( 10 ; 89389 ; 429352 ) ( 11 ; 89395 ; 429276 ) ( 12 ; 89401 ; 429206 ) ( 13 ; 89408 ; 429118 ) ( 14 ; 89415 ; 429048 ) ( 15 ; 89453 ; 429049 ) ( 16 ; 89494 ; 429052 ) ( 17 ; 89516 ; 429055 ) ( 18 ; 89527 ; 429055 ) ( 19 ; 89545 ; 429052 ) ( 20 ; 89558 ; 429050 ) ( 21 ; 89555 ; 429084 ) ( 22 ; 89547 ; 429153 ) ( 23 ; 89539 ; 429229 ) ( 24 ; 89532 ; 429291 ) ( 25 ; 89530 ; 429320 ) ( 26 ; 89532 ; 429322 ) ( 27 ; 89530 ; 429326 ) ( 28 ; 89527 ; 429325 ) ( 29 ; 89514 ; 429325 ) ( 30 ; 89494 ; 429325 ) ( 31 ; 89471 ; 429326 ) Beschrijving monsterpunten (RD-coördinaten) ( 32 ; 89498 ; 429070 ) ( 33 ; 89452 ; 429115 ) ( 34 ; 89515 ; 429157 ) ( 35 ; 89451 ; 429176 ) ( 36 ; 89427 ; 429327 ) ( 37 ; 89428 ; 429208 ) ( 38 ; 89535 ; 429217 ) ( 39 ; 89541 ; 429113 ) ( 40 ; 89453 ; 429055 ) ( 41 ; 89510 ; 429167 ) ( 42 ; 89476 ; 429248 ) ( 43 ; 89537 ; 429069 ) ( 44 ; 89484 ; 429060 ) ( 45 ; 89500 ; 429293 ) ( 46 ; 89404 ; 429187 ) ( 47 ; 89435 ; 429296 ) ( 48 ; 89418 ; 429314 ) ( 49 ; 89443 ; 429337 ) ( 50 ; 89433 ; 429159 ) De resultaten hebben betrekking op het bemonsterde object dat door middel van gps-apparatuur is vastgelegd door de monsternemer. Pagina 4 van 4

ANALYSERAPPORT Provincie Zuid-Holland T.a.v. Concern A Akkerbouw (WGVD AB2) Postbus 90602 perceel midden 6 2509 LP Den Haag Klantnummer: 300976 Monster en Onderzoek Opdrachtnummer: 170222-008-12C Monstername door: Peter van Pelt, Dumea Rapportnummer: 201700002437 Grondsoort: Zeeklei d.d. monstername: 13 februari 2017 Bemonsteringsdiepte: 25 cm d.d. verslag: 9 maart 2017 Oppervlakte perceel: 5.62 Ha Status verslag: Definitief Bemonsteringsmethode: Gestratificeerd Eenheid Resultaat Streeftraject Hoofdelementen Totaal stikstof mg N/kg 1450 N-Leverend vermogen kg N/ha 82 93-147 Organisch koolstof % C 1,9 Waardering Laag Goed Hoog C/N verhouding 13 13-17 Totaal zwavel mg S/kg 288 Zwavel plant beschikbaar mg S/kg 3,8 S-Leverend vermogen kg S/Ha 34 20-30 C/S verhouding 66 50-75 Fosfaat, P-AL mg P 2 O 5 /100 g 38 Fosfaat, Pw mg P 2 O 5 /l 35 Fosfor plant beschikbaar mg P/kg < 1 1-2,4 Kalium, K-HCL mg K 2 O/100 g 36 K-getal 33 Kalium plant beschikbaar mg K/kg 57 70-110 Magnesium plant beschikbaar mg Mg/kg 73 50-85 Natrium plant beschikbaar mg Na/kg 12 35-50 Fysisch Zuurgraad (ph) 7,3 >6,6 Organische stof % 3,3 Lutum % 29 Koolzure kalk % 10 Resultaat is in droge grond Pagina 1 van 4 Rapportnummer: 201700002437

perceel midden 6 Fosfaat Advies Gewasspecifieke bemesting (in kg P 2 O 5 /ha) Andijvie (incl. krulandijvie), augurk (teelt-aan-touw), bleekselderij, Chinese kool, consumptieraap, paksoi, pastinaak, peen, peterselie, sla, snijbiet, spinazie en venkel¹ Aardappel (consumptie-, zetmeel-, industriële verwerking), augurk (vlakvelds), bonen², erwten, knoflook, koolrabi, knolselderij, peul, rammenas, spruitkool en uien Suikerbieten, voederbieten, zaadbieten, vlas, karwij, raapsteel, radicchio en radijs Bloembollen, klaver, wikken, gerst en 1- en 2-jarig grasland (2 sneden), peen, pastinaak en witlof Adviezen zijn gebasseerd op het halen van een landbouwkundige optimale opbrengst op perceelsniveau. Vanuit wetgeving gelden er gebruiksnormen op bedrijfsniveau. De gebruiksnormen mogen op bedrijfsniveau niet overschreden worden. Granen (behalve gerst), graszaad, koolzaad, aardbei, asperge (wit en groen), bieslook, bloemkool (witte, groene, romanesco), boerenkool, broccoli, courgette, koolraap, kroot, pompoen, prei, rabarber, schorseneer, sluitkool (groene, rode, savooie, witte, spits) Adviesgift bij een gemeten Pw van 35 130 105 Fosfaat (P 2 O 5 ) Adviesgift bij "toestand handhaven" 245 135 55 95 0 45 0 0 Advies in de rij Basisgift volvelds Maïs in continuteelt en vruchtwisseling Bemesting volvelds en in de rij Bemesting in de rij 1 Toelichting fosfaat advies ¹ ² ³ Kali Door de meststof te plaatsen (bovenin het zaaibed, op plantdiepte of als rijenbemesting) kan worden volstaan met 50-75% van de adviesgift. De besparing is groter naarmate de groeiduur korter, de rijafstand ruimer, de beworteling ondieper, de dagelijkse vraag naar fosfaat en totale fosfaatopname hoger en de fosfaattoestand lager is. Dit geldt voor een Pw > 45 voor zandgrond, rivierklei en löss en een Pw > 40 op zeeklei en zeezand. Bij lagere waarden is de besparing door plaatsing al opgenomen in het advies. Bij rijenbemesting op kleigrond moet 75% van de geadviseerde fosfaatgift worden gegeven. Bij rijenbemesting op zandgrond moet de geadviseerde fosfaatgift worden gegeven, bij breedwerpige bemesting de dubbele hoeveelheid geven. Opvullen tot ontrekking (75 kg P2O5/ha bij 16,5 ton ds/ha) i.v.m. handhaving bodemvruchtbaarheid Granen met een ondervrucht klaver hebben iets meer fosfaat nodig dan granen alleen. 17 22 60 - Gewasspecifieke bemesting (in kg K 2 O/ha) Consumptieaardappelen, uien, wortelen, waspeen, kroten, prei, knolselderij, rode kool, witte kool, augurken, schorseneren, aardbeien en overige groentengewassen. Fabrieksaardappelen, aardappelen voor industriële verwerking, voederbieten, conservenerwten, landbouwerwten, stamslabonen, tuinbonen, veldbonen, bruine bonen, klaver, wikken, luzerne, witlof, bloemkool, spruitkool, kunstweide (2x maaien) en bloembollen. Granen, maïs, blauwmaanzaad, graszaad, spinaziezaad, kanariezaad en andere zaadgewassen. 2e jaar 3e jaar 4e jaar Gewasgericht advies maïs in continuteelt 0 0 300 300 Gewasgerich advies voor maïs in vruchtwisseling 0 0 300 300 Toelichting kali advies Magnesium 100 240 Suikerbieten, zaadbieten, vlas, karwij en asperge. 0 160 Bladspinazie. Op zee- en rivierklei wordt voor beperking van de kans op blauw geadviseerd om een groot deel van de hoeveelheid kali in een bouwplan aan de aardappelen te geven. Hierbij is het aan te bevelen een deel van de kali in de late winter of vroege voorjaar toe te dienen. Alleen wanneer het derde gewas na aardappelen een sterk kalibehoeftig gewas is (bijvoorbeeld uien of spinazie) moet dit gewas ook worden bemest. Op kalifixerende gronden is het eveneens gewenst een groot deel van de kali aan de aardappelen te geven, maar de andere gewassen dienen op deze gronden ook nog enige kali te ontvangen. in kg MgO per Ha 1e jaar 2e jaar 3e jaar 4e jaar Magnesiumbemesting maïs continuteelt - - - - 1e jaar Adviesgift bij een K-Getal van 33,3158584738438 0 Kali (K2O) Adviesgift bij "toestand handhaven" 170 0 80 120 390 Op zand- en dalgrond heeft het verhogen van het kaligetal tot het streefgetal geen effect op de opbrengst, maar heeft het tot doel om in het voorjaar niet volledig afhankelijk te zijn van een verse kaligift. Pootaardappelen kunnen zwaarder met kali bemest worden dan consumptieaardappelen. Op kleigronden en alluviaal zand heeft een bemesting met magnesium weinig effect. Gebreksverschijnselen kunnen daar het beste bestreden worden door bespuitingen met magnesiummeststoffen. Op basis van het MgO-gehalte van de grond kan de kans op een magnesium gebrek worden ingeschat. Het streeftraject loopt van 60 tot 120 mg MgO/kg grond. Beneden 60 mg/kg neemt met name op de lichtere kalkrijke kleigronden de kans op gebreksverschijnselen toe. Pagina 2 van 4 Rapportnummer: 201700002437

Natrium Bij voeder- en suikerbieten op zeezand-, dekzand-, dal- en veengrond naast de geadviseerde kaligift nog 200 kg Na2O/ha toedienen. Bekalkingsadvies Kalkgift (in kg nw/ha) 1e jaar 0 2e jaar 440 3e jaar 440 4e jaar 440 Kalkgift voor bouwvoordiepte Toelichting bekalkingsadvies Het verdient aanbeveling bekalking uit te voeren voorafgaand aan een gewas dat positief reageert op ph-verhoging. In alle gevallen dat zeeklei-, zeezand-, rivierklei en lössgronden meer dan 2% koolzure kalk bevat, wordt geen kalkgift geadviseerd. Indien op zeeklei, ijsselmeergrond of rivierklei koolgewassen worden verbouwd, dient de geadviseerde kalkgift met 500 kg zbw/ha te worden verhoogd. Is op deze gronden de ph-kcl-waardering 'goed' en het CaCO3-gehalte < 2%, dan wordt een kalkgift van 500 kg zbw/ha geadviseerd.op zand- en dalgronden is de gewenste zuurtegraad (ph-kcl) van de grond afhankelijk van het aantal aardappelen en bieten in het bouwplan. De bekalking dient bij voorkeur te gebeuren in het jaar voorafgaande aan het meest kalkbehoeftige gewas. Methode Totaal stikstof Eigen methode spectrofotometrie (WI-513) Kalium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) N-Leverend vermogen Afgeleide waarde Magnesium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Organisch koolstof Afgeleide waarde Natrium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) C/N verhouding Afgeleide waarde Borium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Totaal zwavel Eigen methode ICP-OES (WI-517) Kobalt plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Zwavel, plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Koper plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) S-Leverend vermogen Afgeleide waarde Mangaan plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) C/S verhouding Afgeleide waarde Zink plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Q Fosfaat, P-AL (analyse in duplo) Extractie conform NEN 5793 (WI-508) IJzer plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Q Fosfaat, Pw (analyse in duplo) Extractie conform meststoffenwet(wi-509) Molybdeen plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Fosfor plant beschikbaar Eigen methode spectrofotometrie (WI-521) Selenium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Kalium, K-HCL Eigen methode ICP-OES (WI-519) Zuurgraad (ph) Gelijkwaardig aan ISO 10390 (WI-510) K-getal Afgeleide waarde Organische stof Klei-humuscomplex CEC Lutum Koolzure kalk Q Eigen methode gloeiverlies (WI-511) Afgeleide waarde Eigen methode gravimetrie (WI-512) Eigen methode gravimetrie (WI-518) Methode geaccrediteerd door RvA Het gerapporteerde fosforpentoxide-gehalte is berekend door het bepaalde fosforgehalte te vermenigvuldigen met 2.29. Het kaliumoxide gehalte is berekend door het bepaalde kaliumgehalte te vermenigvuldigen met 1.205. Analyses die onder accreditatie worden uitgevoerd zijn aangegeven met een Q. Analyses die uitbesteed zijn bij een ander laboratorium zijn aangegeven met een U. Dit rapport is opgesteld onder verantwoording van Dumea Agro advies. Dumea Agro Advies is een samenwerkingsverband tussen Terra Agribusiness BV en Dumea BV. Op dit certificaat zijn de Algemene Voorwaarden van Terra Agribusiness BV van toepassing. De monsterneming wordt uitgevoerd onder de NEN-EN-ISO 17025 accreditatie van Dumea BV. De laboratoriumanalyses zijn uitgevoerd door Dumea BV. Dumea BV is ingeschreven in het RVA register voor testlaboratoria onder nr. L610 Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gekopieerd zonder toestemming van Terra Agribusiness BV Pagina 3 van 4 Rapportnummer: 201700002437

ANALYSERAPPORT Rapportnummer 201700002437 perceel midden 6 MONSTERNAME Grafische voorstelling van het bemonsterde perceel en de perceelslocatie Beschrijving perceelsomtrek (RD-coördinaten) ( 1 ; 89809 ; 429318 ) ( 2 ; 89798 ; 429321 ) ( 3 ; 89789 ; 429325 ) ( 4 ; 89782 ; 429329 ) ( 5 ; 89779 ; 429330 ) ( 6 ; 89750 ; 429329 ) ( 7 ; 89685 ; 429324 ) ( 8 ; 89685 ; 429324 ) ( 9 ; 89685 ; 429324 ) ( 10 ; 89686 ; 429313 ) ( 11 ; 89686 ; 429311 ) ( 12 ; 89689 ; 429252 ) ( 13 ; 89695 ; 429165 ) ( 14 ; 89700 ; 429098 ) ( 15 ; 89703 ; 429060 ) ( 16 ; 89713 ; 429062 ) ( 17 ; 89734 ; 429062 ) ( 18 ; 89824 ; 429060 ) ( 19 ; 89916 ; 429057 ) ( 20 ; 89916 ; 429076 ) ( 21 ; 89912 ; 429139 ) ( 22 ; 89908 ; 429224 ) ( 23 ; 89906 ; 429273 ) ( 24 ; 89903 ; 429316 ) ( 25 ; 89879 ; 429313 ) ( 26 ; 89855 ; 429313 ) ( 27 ; 89829 ; 429315 ) Beschrijving monsterpunten (RD-coördinaten) ( 28 ; 89851 ; 429162 ) ( 29 ; 89803 ; 429233 ) ( 30 ; 89753 ; 429326 ) ( 31 ; 89889 ; 429074 ) ( 32 ; 89814 ; 429067 ) ( 33 ; 89837 ; 429273 ) ( 34 ; 89705 ; 429178 ) ( 35 ; 89737 ; 429199 ) ( 36 ; 89771 ; 429316 ) ( 37 ; 89907 ; 429228 ) ( 38 ; 89883 ; 429206 ) ( 39 ; 89894 ; 429113 ) ( 40 ; 89772 ; 429064 ) ( 41 ; 89748 ; 429276 ) ( 42 ; 89830 ; 429190 ) ( 43 ; 89726 ; 429290 ) ( 44 ; 89758 ; 429312 ) ( 45 ; 89743 ; 429326 ) ( 46 ; 89747 ; 429154 ) ( 47 ; 89835 ; 429077 ) De resultaten hebben betrekking op het bemonsterde object dat door middel van gps-apparatuur is vastgelegd door de monsternemer. Pagina 4 van 4

ANALYSERAPPORT Provincie Zuid-Holland T.a.v. Concern A Akkerbouw (WGVD AB2) Postbus 90602 perceel zuid 3 2509 LP Den Haag Klantnummer: 300976 Monster en Onderzoek Opdrachtnummer: 170222-008-15C Monstername door: Peter van Pelt, Dumea Rapportnummer: 201700002440 Grondsoort: Zeeklei d.d. monstername: 13 februari 2017 Bemonsteringsdiepte: 25 cm d.d. verslag: 9 maart 2017 Oppervlakte perceel: 4.35 Ha Status verslag: Definitief Bemonsteringsmethode: Gestratificeerd Eenheid Resultaat Streeftraject Hoofdelementen Totaal stikstof mg N/kg 2180 N-Leverend vermogen kg N/ha 108 93-147 Organisch koolstof % C 3,0 Waardering Laag Goed Hoog C/N verhouding 14 13-17 Totaal zwavel mg S/kg 371 Zwavel plant beschikbaar mg S/kg 5,2 S-Leverend vermogen kg S/Ha 41 20-30 C/S verhouding 81 50-75 Fosfaat, P-AL mg P 2 O 5 /100 g 49 Fosfaat, Pw mg P 2 O 5 /l 27 Fosfor plant beschikbaar mg P/kg < 1 1-2,4 Kalium, K-HCL mg K 2 O/100 g 48 K-getal 51 Kalium plant beschikbaar mg K/kg 100 70-110 Magnesium plant beschikbaar mg Mg/kg 94 50-85 Natrium plant beschikbaar mg Na/kg 16 35-50 Fysisch Zuurgraad (ph) 7,3 >6,1 Organische stof % 5,2 Lutum % 20 Koolzure kalk % 10 Resultaat is in droge grond Pagina 1 van 4 Rapportnummer: 201700002440

perceel zuid 3 Fosfaat Advies Gewasspecifieke bemesting (in kg P 2 O 5 /ha) Andijvie (incl. krulandijvie), augurk (teelt-aan-touw), bleekselderij, Chinese kool, consumptieraap, paksoi, pastinaak, peen, peterselie, sla, snijbiet, spinazie en venkel¹ Aardappel (consumptie-, zetmeel-, industriële verwerking), augurk (vlakvelds), bonen², erwten, knoflook, koolrabi, knolselderij, peul, rammenas, spruitkool en uien Suikerbieten, voederbieten, zaadbieten, vlas, karwij, raapsteel, radicchio en radijs Bloembollen, klaver, wikken, gerst en 1- en 2-jarig grasland (2 sneden), peen, pastinaak en witlof Adviezen zijn gebasseerd op het halen van een landbouwkundige optimale opbrengst op perceelsniveau. Vanuit wetgeving gelden er gebruiksnormen op bedrijfsniveau. De gebruiksnormen mogen op bedrijfsniveau niet overschreden worden. Granen (behalve gerst), graszaad, koolzaad, aardbei, asperge (wit en groen), bieslook, bloemkool (witte, groene, romanesco), boerenkool, broccoli, courgette, koolraap, kroot, pompoen, prei, rabarber, schorseneer, sluitkool (groene, rode, savooie, witte, spits) Adviesgift bij een gemeten Pw van 27 245 130 Fosfaat (P 2 O 5 ) Adviesgift bij "toestand handhaven" 245 135 85 95 35 45 0 0 Advies in de rij Basisgift volvelds Maïs in continuteelt en vruchtwisseling Bemesting volvelds en in de rij Bemesting in de rij 1 Toelichting fosfaat advies ¹ ² ³ Kali Door de meststof te plaatsen (bovenin het zaaibed, op plantdiepte of als rijenbemesting) kan worden volstaan met 50-75% van de adviesgift. De besparing is groter naarmate de groeiduur korter, de rijafstand ruimer, de beworteling ondieper, de dagelijkse vraag naar fosfaat en totale fosfaatopname hoger en de fosfaattoestand lager is. Dit geldt voor een Pw > 45 voor zandgrond, rivierklei en löss en een Pw > 40 op zeeklei en zeezand. Bij lagere waarden is de besparing door plaatsing al opgenomen in het advies. Bij rijenbemesting op kleigrond moet 75% van de geadviseerde fosfaatgift worden gegeven. Bij rijenbemesting op zandgrond moet de geadviseerde fosfaatgift worden gegeven, bij breedwerpige bemesting de dubbele hoeveelheid geven. Opvullen tot ontrekking (75 kg P2O5/ha bij 16,5 ton ds/ha) i.v.m. handhaving bodemvruchtbaarheid Granen met een ondervrucht klaver hebben iets meer fosfaat nodig dan granen alleen. 17 22 60 - Gewasspecifieke bemesting (in kg K 2 O/ha) Consumptieaardappelen, uien, wortelen, waspeen, kroten, prei, knolselderij, rode kool, witte kool, augurken, schorseneren, aardbeien en overige groentengewassen. Fabrieksaardappelen, aardappelen voor industriële verwerking, voederbieten, conservenerwten, landbouwerwten, stamslabonen, tuinbonen, veldbonen, bruine bonen, klaver, wikken, luzerne, witlof, bloemkool, spruitkool, kunstweide (2x maaien) en bloembollen. Granen, maïs, blauwmaanzaad, graszaad, spinaziezaad, kanariezaad en andere zaadgewassen. 2e jaar 3e jaar 4e jaar Gewasgericht advies maïs in continuteelt 0 0 300 300 Gewasgerich advies voor maïs in vruchtwisseling 0 0 300 300 Toelichting kali advies Magnesium 0 240 Suikerbieten, zaadbieten, vlas, karwij en asperge. 0 160 Bladspinazie. Op zee- en rivierklei wordt voor beperking van de kans op blauw geadviseerd om een groot deel van de hoeveelheid kali in een bouwplan aan de aardappelen te geven. Hierbij is het aan te bevelen een deel van de kali in de late winter of vroege voorjaar toe te dienen. Alleen wanneer het derde gewas na aardappelen een sterk kalibehoeftig gewas is (bijvoorbeeld uien of spinazie) moet dit gewas ook worden bemest. Op kalifixerende gronden is het eveneens gewenst een groot deel van de kali aan de aardappelen te geven, maar de andere gewassen dienen op deze gronden ook nog enige kali te ontvangen. in kg MgO per Ha 1e jaar 2e jaar 3e jaar 4e jaar Magnesiumbemesting maïs continuteelt - - - - 1e jaar Adviesgift bij een K-Getal van 50,5363093199629 0 Kali (K2O) Adviesgift bij "toestand handhaven" 170 0 80 0 390 Op zand- en dalgrond heeft het verhogen van het kaligetal tot het streefgetal geen effect op de opbrengst, maar heeft het tot doel om in het voorjaar niet volledig afhankelijk te zijn van een verse kaligift. Pootaardappelen kunnen zwaarder met kali bemest worden dan consumptieaardappelen. Op kleigronden en alluviaal zand heeft een bemesting met magnesium weinig effect. Gebreksverschijnselen kunnen daar het beste bestreden worden door bespuitingen met magnesiummeststoffen. Op basis van het MgO-gehalte van de grond kan de kans op een magnesium gebrek worden ingeschat. Het streeftraject loopt van 60 tot 120 mg MgO/kg grond. Beneden 60 mg/kg neemt met name op de lichtere kalkrijke kleigronden de kans op gebreksverschijnselen toe. Pagina 2 van 4 Rapportnummer: 201700002440

Natrium Bij voeder- en suikerbieten op zeezand-, dekzand-, dal- en veengrond naast de geadviseerde kaligift nog 200 kg Na2O/ha toedienen. Bekalkingsadvies Kalkgift (in kg nw/ha) 1e jaar 0 2e jaar 300 3e jaar 300 4e jaar 300 Kalkgift voor bouwvoordiepte Toelichting bekalkingsadvies Het verdient aanbeveling bekalking uit te voeren voorafgaand aan een gewas dat positief reageert op ph-verhoging. In alle gevallen dat zeeklei-, zeezand-, rivierklei en lössgronden meer dan 2% koolzure kalk bevat, wordt geen kalkgift geadviseerd. Indien op zeeklei, ijsselmeergrond of rivierklei koolgewassen worden verbouwd, dient de geadviseerde kalkgift met 500 kg zbw/ha te worden verhoogd. Is op deze gronden de ph-kcl-waardering 'goed' en het CaCO3-gehalte < 2%, dan wordt een kalkgift van 500 kg zbw/ha geadviseerd.op zand- en dalgronden is de gewenste zuurtegraad (ph-kcl) van de grond afhankelijk van het aantal aardappelen en bieten in het bouwplan. De bekalking dient bij voorkeur te gebeuren in het jaar voorafgaande aan het meest kalkbehoeftige gewas. Methode Totaal stikstof Eigen methode spectrofotometrie (WI-513) Kalium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) N-Leverend vermogen Afgeleide waarde Magnesium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Organisch koolstof Afgeleide waarde Natrium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) C/N verhouding Afgeleide waarde Borium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Totaal zwavel Eigen methode ICP-OES (WI-517) Kobalt plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Zwavel, plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Koper plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) S-Leverend vermogen Afgeleide waarde Mangaan plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) C/S verhouding Afgeleide waarde Zink plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Q Fosfaat, P-AL (analyse in duplo) Extractie conform NEN 5793 (WI-508) IJzer plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Q Fosfaat, Pw (analyse in duplo) Extractie conform meststoffenwet(wi-509) Molybdeen plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Fosfor plant beschikbaar Eigen methode spectrofotometrie (WI-521) Selenium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Kalium, K-HCL Eigen methode ICP-OES (WI-519) Zuurgraad (ph) Gelijkwaardig aan ISO 10390 (WI-510) K-getal Afgeleide waarde Organische stof Klei-humuscomplex CEC Lutum Koolzure kalk Q Eigen methode gloeiverlies (WI-511) Afgeleide waarde Eigen methode gravimetrie (WI-512) Eigen methode gravimetrie (WI-518) Methode geaccrediteerd door RvA Het gerapporteerde fosforpentoxide-gehalte is berekend door het bepaalde fosforgehalte te vermenigvuldigen met 2.29. Het kaliumoxide gehalte is berekend door het bepaalde kaliumgehalte te vermenigvuldigen met 1.205. Analyses die onder accreditatie worden uitgevoerd zijn aangegeven met een Q. Analyses die uitbesteed zijn bij een ander laboratorium zijn aangegeven met een U. Dit rapport is opgesteld onder verantwoording van Dumea Agro advies. Dumea Agro Advies is een samenwerkingsverband tussen Terra Agribusiness BV en Dumea BV. Op dit certificaat zijn de Algemene Voorwaarden van Terra Agribusiness BV van toepassing. De monsterneming wordt uitgevoerd onder de NEN-EN-ISO 17025 accreditatie van Dumea BV. De laboratoriumanalyses zijn uitgevoerd door Dumea BV. Dumea BV is ingeschreven in het RVA register voor testlaboratoria onder nr. L610 Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gekopieerd zonder toestemming van Terra Agribusiness BV Pagina 3 van 4 Rapportnummer: 201700002440

ANALYSERAPPORT Rapportnummer 201700002440 perceel zuid 3 MONSTERNAME Grafische voorstelling van het bemonsterde perceel en de perceelslocatie Beschrijving perceelsomtrek (RD-coördinaten) ( 1 ; 89415 ; 429042 ) ( 2 ; 89479 ; 429047 ) ( 3 ; 89510 ; 429045 ) ( 4 ; 89535 ; 429047 ) ( 5 ; 89557 ; 429040 ) ( 6 ; 89562 ; 429034 ) ( 7 ; 89570 ; 428964 ) ( 8 ; 89582 ; 428861 ) ( 9 ; 89593 ; 428783 ) ( 10 ; 89595 ; 428728 ) ( 11 ; 89489 ; 428765 ) ( 12 ; 89436 ; 428782 ) Beschrijving monsterpunten (RD-coördinaten) ( 13 ; 89532 ; 428750 ) ( 14 ; 89462 ; 428842 ) ( 15 ; 89460 ; 429042 ) ( 16 ; 89472 ; 429026 ) ( 17 ; 89447 ; 429001 ) ( 18 ; 89528 ; 428882 ) ( 19 ; 89464 ; 428983 ) ( 20 ; 89430 ; 428871 ) ( 21 ; 89529 ; 429038 ) ( 22 ; 89533 ; 428980 ) ( 23 ; 89573 ; 428748 ) ( 24 ; 89468 ; 429042 ) ( 25 ; 89508 ; 428934 ) ( 26 ; 89544 ; 428851 ) ( 27 ; 89578 ; 428794 ) ( 28 ; 89569 ; 428902 ) ( 29 ; 89481 ; 429031 ) ( 30 ; 89456 ; 428894 ) ( 31 ; 89456 ; 429014 ) ( 32 ; 89482 ; 428858 ) De resultaten hebben betrekking op het bemonsterde object dat door middel van gps-apparatuur is vastgelegd door de monsternemer. Pagina 4 van 4

ANALYSERAPPORT Provincie Zuid-Holland T.a.v. Concern A Akkerbouw (WGVD AB2) Postbus 90602 perceel zuid 4 2509 LP Den Haag Klantnummer: 300976 Monster en Onderzoek Opdrachtnummer: 170222-008-16C Monstername door: Peter van Pelt, Dumea Rapportnummer: 201700002441 Grondsoort: Zeeklei d.d. monstername: 13 februari 2017 Bemonsteringsdiepte: 25 cm d.d. verslag: 9 maart 2017 Oppervlakte perceel: 3.86 Ha Status verslag: Definitief Bemonsteringsmethode: Gestratificeerd Eenheid Resultaat Streeftraject Hoofdelementen Totaal stikstof mg N/kg 2770 N-Leverend vermogen kg N/ha 128 93-147 Organisch koolstof % C 3,7 Waardering Laag Goed Hoog C/N verhouding 13 13-17 Totaal zwavel mg S/kg 483 Zwavel plant beschikbaar mg S/kg 8,9 S-Leverend vermogen kg S/Ha 52 20-30 C/S verhouding 77 50-75 Fosfaat, P-AL mg P 2 O 5 /100 g 59 Fosfaat, Pw mg P 2 O 5 /l 44 Fosfor plant beschikbaar mg P/kg 1,1 1-2,4 Kalium, K-HCL mg K 2 O/100 g 54 K-getal 54 Kalium plant beschikbaar mg K/kg 100 70-110 Magnesium plant beschikbaar mg Mg/kg 110 50-85 Natrium plant beschikbaar mg Na/kg 22 35-50 Fysisch Zuurgraad (ph) 7,2 >6,1 Organische stof % 6,4 Lutum % 24 Koolzure kalk % 9 Resultaat is in droge grond Pagina 1 van 4 Rapportnummer: 201700002441

perceel zuid 4 Fosfaat Advies Gewasspecifieke bemesting (in kg P 2 O 5 /ha) Andijvie (incl. krulandijvie), augurk (teelt-aan-touw), bleekselderij, Chinese kool, consumptieraap, paksoi, pastinaak, peen, peterselie, sla, snijbiet, spinazie en venkel¹ Aardappel (consumptie-, zetmeel-, industriële verwerking), augurk (vlakvelds), bonen², erwten, knoflook, koolrabi, knolselderij, peul, rammenas, spruitkool en uien Suikerbieten, voederbieten, zaadbieten, vlas, karwij, raapsteel, radicchio en radijs Bloembollen, klaver, wikken, gerst en 1- en 2-jarig grasland (2 sneden), peen, pastinaak en witlof Adviezen zijn gebasseerd op het halen van een landbouwkundige optimale opbrengst op perceelsniveau. Vanuit wetgeving gelden er gebruiksnormen op bedrijfsniveau. De gebruiksnormen mogen op bedrijfsniveau niet overschreden worden. Granen (behalve gerst), graszaad, koolzaad, aardbei, asperge (wit en groen), bieslook, bloemkool (witte, groene, romanesco), boerenkool, broccoli, courgette, koolraap, kroot, pompoen, prei, rabarber, schorseneer, sluitkool (groene, rode, savooie, witte, spits) Adviesgift bij een gemeten Pw van 44 85 75 Fosfaat (P 2 O 5 ) Adviesgift bij "toestand handhaven" 245 135 25 95 0 45 0 0 Advies in de rij Basisgift volvelds Maïs in continuteelt en vruchtwisseling Bemesting volvelds en in de rij Bemesting in de rij 1 Toelichting fosfaat advies ¹ ² ³ Kali Door de meststof te plaatsen (bovenin het zaaibed, op plantdiepte of als rijenbemesting) kan worden volstaan met 50-75% van de adviesgift. De besparing is groter naarmate de groeiduur korter, de rijafstand ruimer, de beworteling ondieper, de dagelijkse vraag naar fosfaat en totale fosfaatopname hoger en de fosfaattoestand lager is. Dit geldt voor een Pw > 45 voor zandgrond, rivierklei en löss en een Pw > 40 op zeeklei en zeezand. Bij lagere waarden is de besparing door plaatsing al opgenomen in het advies. Bij rijenbemesting op kleigrond moet 75% van de geadviseerde fosfaatgift worden gegeven. Bij rijenbemesting op zandgrond moet de geadviseerde fosfaatgift worden gegeven, bij breedwerpige bemesting de dubbele hoeveelheid geven. Opvullen tot ontrekking (75 kg P2O5/ha bij 16,5 ton ds/ha) i.v.m. handhaving bodemvruchtbaarheid Granen met een ondervrucht klaver hebben iets meer fosfaat nodig dan granen alleen. 17 22 60 - Gewasspecifieke bemesting (in kg K 2 O/ha) Consumptieaardappelen, uien, wortelen, waspeen, kroten, prei, knolselderij, rode kool, witte kool, augurken, schorseneren, aardbeien en overige groentengewassen. Fabrieksaardappelen, aardappelen voor industriële verwerking, voederbieten, conservenerwten, landbouwerwten, stamslabonen, tuinbonen, veldbonen, bruine bonen, klaver, wikken, luzerne, witlof, bloemkool, spruitkool, kunstweide (2x maaien) en bloembollen. Granen, maïs, blauwmaanzaad, graszaad, spinaziezaad, kanariezaad en andere zaadgewassen. 2e jaar 3e jaar 4e jaar Gewasgericht advies maïs in continuteelt 0 0 300 300 Gewasgerich advies voor maïs in vruchtwisseling 0 0 300 300 Toelichting kali advies Magnesium 0 240 Suikerbieten, zaadbieten, vlas, karwij en asperge. 0 160 Bladspinazie. Op zee- en rivierklei wordt voor beperking van de kans op blauw geadviseerd om een groot deel van de hoeveelheid kali in een bouwplan aan de aardappelen te geven. Hierbij is het aan te bevelen een deel van de kali in de late winter of vroege voorjaar toe te dienen. Alleen wanneer het derde gewas na aardappelen een sterk kalibehoeftig gewas is (bijvoorbeeld uien of spinazie) moet dit gewas ook worden bemest. Op kalifixerende gronden is het eveneens gewenst een groot deel van de kali aan de aardappelen te geven, maar de andere gewassen dienen op deze gronden ook nog enige kali te ontvangen. in kg MgO per Ha 1e jaar 2e jaar 3e jaar 4e jaar Magnesiumbemesting maïs continuteelt - - - - 1e jaar Adviesgift bij een K-Getal van 54,0674095550317 0 Kali (K2O) Adviesgift bij "toestand handhaven" 170 0 80 0 390 Op zand- en dalgrond heeft het verhogen van het kaligetal tot het streefgetal geen effect op de opbrengst, maar heeft het tot doel om in het voorjaar niet volledig afhankelijk te zijn van een verse kaligift. Pootaardappelen kunnen zwaarder met kali bemest worden dan consumptieaardappelen. Op kleigronden en alluviaal zand heeft een bemesting met magnesium weinig effect. Gebreksverschijnselen kunnen daar het beste bestreden worden door bespuitingen met magnesiummeststoffen. Op basis van het MgO-gehalte van de grond kan de kans op een magnesium gebrek worden ingeschat. Het streeftraject loopt van 60 tot 120 mg MgO/kg grond. Beneden 60 mg/kg neemt met name op de lichtere kalkrijke kleigronden de kans op gebreksverschijnselen toe. Pagina 2 van 4 Rapportnummer: 201700002441

Natrium Bij voeder- en suikerbieten op zeezand-, dekzand-, dal- en veengrond naast de geadviseerde kaligift nog 200 kg Na2O/ha toedienen. Bekalkingsadvies Kalkgift (in kg nw/ha) 1e jaar 0 2e jaar 350 3e jaar 350 4e jaar 350 Kalkgift voor bouwvoordiepte Toelichting bekalkingsadvies Het verdient aanbeveling bekalking uit te voeren voorafgaand aan een gewas dat positief reageert op ph-verhoging. In alle gevallen dat zeeklei-, zeezand-, rivierklei en lössgronden meer dan 2% koolzure kalk bevat, wordt geen kalkgift geadviseerd. Indien op zeeklei, ijsselmeergrond of rivierklei koolgewassen worden verbouwd, dient de geadviseerde kalkgift met 500 kg zbw/ha te worden verhoogd. Is op deze gronden de ph-kcl-waardering 'goed' en het CaCO3-gehalte < 2%, dan wordt een kalkgift van 500 kg zbw/ha geadviseerd.op zand- en dalgronden is de gewenste zuurtegraad (ph-kcl) van de grond afhankelijk van het aantal aardappelen en bieten in het bouwplan. De bekalking dient bij voorkeur te gebeuren in het jaar voorafgaande aan het meest kalkbehoeftige gewas. Methode Totaal stikstof Eigen methode spectrofotometrie (WI-513) Kalium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) N-Leverend vermogen Afgeleide waarde Magnesium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Organisch koolstof Afgeleide waarde Natrium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) C/N verhouding Afgeleide waarde Borium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Totaal zwavel Eigen methode ICP-OES (WI-517) Kobalt plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Zwavel, plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Koper plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) S-Leverend vermogen Afgeleide waarde Mangaan plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) C/S verhouding Afgeleide waarde Zink plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Q Fosfaat, P-AL (analyse in duplo) Extractie conform NEN 5793 (WI-508) IJzer plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Q Fosfaat, Pw (analyse in duplo) Extractie conform meststoffenwet(wi-509) Molybdeen plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Fosfor plant beschikbaar Eigen methode spectrofotometrie (WI-521) Selenium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Kalium, K-HCL Eigen methode ICP-OES (WI-519) Zuurgraad (ph) Gelijkwaardig aan ISO 10390 (WI-510) K-getal Afgeleide waarde Organische stof Klei-humuscomplex CEC Lutum Koolzure kalk Q Eigen methode gloeiverlies (WI-511) Afgeleide waarde Eigen methode gravimetrie (WI-512) Eigen methode gravimetrie (WI-518) Methode geaccrediteerd door RvA Het gerapporteerde fosforpentoxide-gehalte is berekend door het bepaalde fosforgehalte te vermenigvuldigen met 2.29. Het kaliumoxide gehalte is berekend door het bepaalde kaliumgehalte te vermenigvuldigen met 1.205. Analyses die onder accreditatie worden uitgevoerd zijn aangegeven met een Q. Analyses die uitbesteed zijn bij een ander laboratorium zijn aangegeven met een U. Dit rapport is opgesteld onder verantwoording van Dumea Agro advies. Dumea Agro Advies is een samenwerkingsverband tussen Terra Agribusiness BV en Dumea BV. Op dit certificaat zijn de Algemene Voorwaarden van Terra Agribusiness BV van toepassing. De monsterneming wordt uitgevoerd onder de NEN-EN-ISO 17025 accreditatie van Dumea BV. De laboratoriumanalyses zijn uitgevoerd door Dumea BV. Dumea BV is ingeschreven in het RVA register voor testlaboratoria onder nr. L610 Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gekopieerd zonder toestemming van Terra Agribusiness BV Pagina 3 van 4 Rapportnummer: 201700002441

ANALYSERAPPORT Rapportnummer 201700002441 perceel zuid 4 MONSTERNAME Grafische voorstelling van het bemonsterde perceel en de perceelslocatie Beschrijving perceelsomtrek (RD-coördinaten) ( 1 ; 89617 ; 429043 ) ( 2 ; 89602 ; 429042 ) ( 3 ; 89590 ; 429040 ) ( 4 ; 89583 ; 429039 ) ( 5 ; 89571 ; 429039 ) ( 6 ; 89564 ; 429041 ) ( 7 ; 89565 ; 429032 ) ( 8 ; 89570 ; 428991 ) ( 9 ; 89578 ; 428918 ) ( 10 ; 89586 ; 428852 ) ( 11 ; 89599 ; 428732 ) ( 12 ; 89602 ; 428730 ) ( 13 ; 89631 ; 428720 ) ( 14 ; 89711 ; 428689 ) ( 15 ; 89713 ; 428690 ) ( 16 ; 89708 ; 428755 ) ( 17 ; 89704 ; 428812 ) ( 18 ; 89700 ; 428877 ) ( 19 ; 89696 ; 428938 ) ( 20 ; 89693 ; 428993 ) ( 21 ; 89690 ; 429038 ) ( 22 ; 89688 ; 429038 ) ( 23 ; 89687 ; 429037 ) ( 24 ; 89687 ; 429037 ) ( 25 ; 89687 ; 429033 ) ( 26 ; 89683 ; 429033 ) ( 27 ; 89683 ; 429037 ) ( 28 ; 89681 ; 429037 ) ( 29 ; 89672 ; 429039 ) ( 30 ; 89640 ; 429042 ) Beschrijving monsterpunten (RD-coördinaten) ( 31 ; 89660 ; 428715 ) ( 32 ; 89603 ; 428816 ) ( 33 ; 89601 ; 429038 ) ( 34 ; 89610 ; 429019 ) ( 35 ; 89589 ; 428992 ) ( 36 ; 89657 ; 428861 ) ( 37 ; 89603 ; 428973 ) ( 38 ; 89659 ; 429034 ) ( 39 ; 89662 ; 428969 ) ( 40 ; 89695 ; 428712 ) ( 41 ; 89607 ; 429038 ) ( 42 ; 89640 ; 428919 ) ( 43 ; 89671 ; 428825 ) ( 44 ; 89699 ; 428763 ) ( 45 ; 89693 ; 428882 ) ( 46 ; 89619 ; 429025 ) ( 47 ; 89597 ; 428873 ) ( 48 ; 89598 ; 429007 ) ( 49 ; 89620 ; 428835 ) ( 50 ; 89674 ; 428814 ) De resultaten hebben betrekking op het bemonsterde object dat door middel van gps-apparatuur is vastgelegd door de monsternemer. Pagina 4 van 4

ANALYSERAPPORT Provincie Zuid-Holland T.a.v. Concern A Akkerbouw (WGVD AB2) Postbus 90602 perceel zuid 5 2509 LP Den Haag Klantnummer: 300976 Monster en Onderzoek Opdrachtnummer: 170222-008-17C Monstername door: Peter van Pelt, Dumea Rapportnummer: 201700002442 Grondsoort: Zeeklei d.d. monstername: 13 februari 2017 Bemonsteringsdiepte: 25 cm d.d. verslag: 9 maart 2017 Oppervlakte perceel: 4.89 Ha Status verslag: Definitief Bemonsteringsmethode: Gestratificeerd Eenheid Resultaat Streeftraject Hoofdelementen Totaal stikstof mg N/kg 1860 N-Leverend vermogen kg N/ha 96 93-147 Organisch koolstof % C 2,3 Waardering Laag Goed Hoog C/N verhouding 12 13-17 Totaal zwavel mg S/kg 356 Zwavel plant beschikbaar mg S/kg 5,4 S-Leverend vermogen kg S/Ha 42 20-30 C/S verhouding 65 50-75 Fosfaat, P-AL mg P 2 O 5 /100 g 56 Fosfaat, Pw mg P 2 O 5 /l 56 Fosfor plant beschikbaar mg P/kg < 1 1-2,4 Kalium, K-HCL mg K 2 O/100 g 61 K-getal 58 Kalium plant beschikbaar mg K/kg 68 70-110 Magnesium plant beschikbaar mg Mg/kg 54 50-85 Natrium plant beschikbaar mg Na/kg 14 35-50 Fysisch Zuurgraad (ph) 7,3 >6,6 Organische stof % 4 Lutum % 26 Koolzure kalk % 11 Resultaat is in droge grond Pagina 1 van 4 Rapportnummer: 201700002442

perceel zuid 5 Fosfaat Advies Gewasspecifieke bemesting (in kg P 2 O 5 /ha) Andijvie (incl. krulandijvie), augurk (teelt-aan-touw), bleekselderij, Chinese kool, consumptieraap, paksoi, pastinaak, peen, peterselie, sla, snijbiet, spinazie en venkel¹ Aardappel (consumptie-, zetmeel-, industriële verwerking), augurk (vlakvelds), bonen², erwten, knoflook, koolrabi, knolselderij, peul, rammenas, spruitkool en uien Suikerbieten, voederbieten, zaadbieten, vlas, karwij, raapsteel, radicchio en radijs Bloembollen, klaver, wikken, gerst en 1- en 2-jarig grasland (2 sneden), peen, pastinaak en witlof Adviezen zijn gebasseerd op het halen van een landbouwkundige optimale opbrengst op perceelsniveau. Vanuit wetgeving gelden er gebruiksnormen op bedrijfsniveau. De gebruiksnormen mogen op bedrijfsniveau niet overschreden worden. Granen (behalve gerst), graszaad, koolzaad, aardbei, asperge (wit en groen), bieslook, bloemkool (witte, groene, romanesco), boerenkool, broccoli, courgette, koolraap, kroot, pompoen, prei, rabarber, schorseneer, sluitkool (groene, rode, savooie, witte, spits) Adviesgift bij een gemeten Pw van 56 35 35 Fosfaat (P 2 O 5 ) Adviesgift bij "toestand handhaven" 245 135 0 95 0 45 0 0 Advies in de rij Basisgift volvelds Maïs in continuteelt en vruchtwisseling Bemesting volvelds en in de rij Bemesting in de rij 1 Toelichting fosfaat advies ¹ ² ³ Kali Door de meststof te plaatsen (bovenin het zaaibed, op plantdiepte of als rijenbemesting) kan worden volstaan met 50-75% van de adviesgift. De besparing is groter naarmate de groeiduur korter, de rijafstand ruimer, de beworteling ondieper, de dagelijkse vraag naar fosfaat en totale fosfaatopname hoger en de fosfaattoestand lager is. Dit geldt voor een Pw > 45 voor zandgrond, rivierklei en löss en een Pw > 40 op zeeklei en zeezand. Bij lagere waarden is de besparing door plaatsing al opgenomen in het advies. Bij rijenbemesting op kleigrond moet 75% van de geadviseerde fosfaatgift worden gegeven. Bij rijenbemesting op zandgrond moet de geadviseerde fosfaatgift worden gegeven, bij breedwerpige bemesting de dubbele hoeveelheid geven. Opvullen tot ontrekking (75 kg P2O5/ha bij 16,5 ton ds/ha) i.v.m. handhaving bodemvruchtbaarheid Granen met een ondervrucht klaver hebben iets meer fosfaat nodig dan granen alleen. 17 22 60 - Gewasspecifieke bemesting (in kg K 2 O/ha) Consumptieaardappelen, uien, wortelen, waspeen, kroten, prei, knolselderij, rode kool, witte kool, augurken, schorseneren, aardbeien en overige groentengewassen. Fabrieksaardappelen, aardappelen voor industriële verwerking, voederbieten, conservenerwten, landbouwerwten, stamslabonen, tuinbonen, veldbonen, bruine bonen, klaver, wikken, luzerne, witlof, bloemkool, spruitkool, kunstweide (2x maaien) en bloembollen. Granen, maïs, blauwmaanzaad, graszaad, spinaziezaad, kanariezaad en andere zaadgewassen. 2e jaar 3e jaar 4e jaar Gewasgericht advies maïs in continuteelt 0 0 300 300 Gewasgerich advies voor maïs in vruchtwisseling 0 0 300 300 Toelichting kali advies Magnesium 0 240 Suikerbieten, zaadbieten, vlas, karwij en asperge. 0 160 Bladspinazie. Op zee- en rivierklei wordt voor beperking van de kans op blauw geadviseerd om een groot deel van de hoeveelheid kali in een bouwplan aan de aardappelen te geven. Hierbij is het aan te bevelen een deel van de kali in de late winter of vroege voorjaar toe te dienen. Alleen wanneer het derde gewas na aardappelen een sterk kalibehoeftig gewas is (bijvoorbeeld uien of spinazie) moet dit gewas ook worden bemest. Op kalifixerende gronden is het eveneens gewenst een groot deel van de kali aan de aardappelen te geven, maar de andere gewassen dienen op deze gronden ook nog enige kali te ontvangen. in kg MgO per Ha 1e jaar 2e jaar 3e jaar 4e jaar Magnesiumbemesting maïs continuteelt - - - - 1e jaar Adviesgift bij een K-Getal van 57,7474206264717 0 Kali (K2O) Adviesgift bij "toestand handhaven" 170 0 80 0 390 Op zand- en dalgrond heeft het verhogen van het kaligetal tot het streefgetal geen effect op de opbrengst, maar heeft het tot doel om in het voorjaar niet volledig afhankelijk te zijn van een verse kaligift. Pootaardappelen kunnen zwaarder met kali bemest worden dan consumptieaardappelen. Op kleigronden en alluviaal zand heeft een bemesting met magnesium weinig effect. Gebreksverschijnselen kunnen daar het beste bestreden worden door bespuitingen met magnesiummeststoffen. Op basis van het MgO-gehalte van de grond kan de kans op een magnesium gebrek worden ingeschat. Het streeftraject loopt van 60 tot 120 mg MgO/kg grond. Beneden 60 mg/kg neemt met name op de lichtere kalkrijke kleigronden de kans op gebreksverschijnselen toe. Pagina 2 van 4 Rapportnummer: 201700002442

Natrium Bij voeder- en suikerbieten op zeezand-, dekzand-, dal- en veengrond naast de geadviseerde kaligift nog 200 kg Na2O/ha toedienen. Bekalkingsadvies Kalkgift (in kg nw/ha) 1e jaar 0 2e jaar 430 3e jaar 430 4e jaar 430 Kalkgift voor bouwvoordiepte Toelichting bekalkingsadvies Het verdient aanbeveling bekalking uit te voeren voorafgaand aan een gewas dat positief reageert op ph-verhoging. In alle gevallen dat zeeklei-, zeezand-, rivierklei en lössgronden meer dan 2% koolzure kalk bevat, wordt geen kalkgift geadviseerd. Indien op zeeklei, ijsselmeergrond of rivierklei koolgewassen worden verbouwd, dient de geadviseerde kalkgift met 500 kg zbw/ha te worden verhoogd. Is op deze gronden de ph-kcl-waardering 'goed' en het CaCO3-gehalte < 2%, dan wordt een kalkgift van 500 kg zbw/ha geadviseerd.op zand- en dalgronden is de gewenste zuurtegraad (ph-kcl) van de grond afhankelijk van het aantal aardappelen en bieten in het bouwplan. De bekalking dient bij voorkeur te gebeuren in het jaar voorafgaande aan het meest kalkbehoeftige gewas. Methode Totaal stikstof Eigen methode spectrofotometrie (WI-513) Kalium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) N-Leverend vermogen Afgeleide waarde Magnesium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Organisch koolstof Afgeleide waarde Natrium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) C/N verhouding Afgeleide waarde Borium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Totaal zwavel Eigen methode ICP-OES (WI-517) Kobalt plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Zwavel, plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Koper plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) S-Leverend vermogen Afgeleide waarde Mangaan plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) C/S verhouding Afgeleide waarde Zink plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Q Fosfaat, P-AL (analyse in duplo) Extractie conform NEN 5793 (WI-508) IJzer plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Q Fosfaat, Pw (analyse in duplo) Extractie conform meststoffenwet(wi-509) Molybdeen plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Fosfor plant beschikbaar Eigen methode spectrofotometrie (WI-521) Selenium plant beschikbaar Eigen methode ICP-OES (WI-515) Kalium, K-HCL Eigen methode ICP-OES (WI-519) Zuurgraad (ph) Gelijkwaardig aan ISO 10390 (WI-510) K-getal Afgeleide waarde Organische stof Klei-humuscomplex CEC Lutum Koolzure kalk Q Eigen methode gloeiverlies (WI-511) Afgeleide waarde Eigen methode gravimetrie (WI-512) Eigen methode gravimetrie (WI-518) Methode geaccrediteerd door RvA Het gerapporteerde fosforpentoxide-gehalte is berekend door het bepaalde fosforgehalte te vermenigvuldigen met 2.29. Het kaliumoxide gehalte is berekend door het bepaalde kaliumgehalte te vermenigvuldigen met 1.205. Analyses die onder accreditatie worden uitgevoerd zijn aangegeven met een Q. Analyses die uitbesteed zijn bij een ander laboratorium zijn aangegeven met een U. Dit rapport is opgesteld onder verantwoording van Dumea Agro advies. Dumea Agro Advies is een samenwerkingsverband tussen Terra Agribusiness BV en Dumea BV. Op dit certificaat zijn de Algemene Voorwaarden van Terra Agribusiness BV van toepassing. De monsterneming wordt uitgevoerd onder de NEN-EN-ISO 17025 accreditatie van Dumea BV. De laboratoriumanalyses zijn uitgevoerd door Dumea BV. Dumea BV is ingeschreven in het RVA register voor testlaboratoria onder nr. L610 Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gekopieerd zonder toestemming van Terra Agribusiness BV Pagina 3 van 4 Rapportnummer: 201700002442

ANALYSERAPPORT Rapportnummer 201700002442 perceel zuid 5 MONSTERNAME Grafische voorstelling van het bemonsterde perceel en de perceelslocatie Beschrijving perceelsomtrek (RD-coördinaten) ( 1 ; 89944 ; 428683 ) ( 2 ; 89940 ; 428739 ) ( 3 ; 89938 ; 428797 ) ( 4 ; 89935 ; 428852 ) ( 5 ; 89933 ; 428897 ) ( 6 ; 89930 ; 428952 ) ( 7 ; 89928 ; 428998 ) ( 8 ; 89925 ; 429039 ) ( 9 ; 89904 ; 429040 ) ( 10 ; 89869 ; 429041 ) ( 11 ; 89836 ; 429042 ) ( 12 ; 89810 ; 429042 ) ( 13 ; 89811 ; 429005 ) ( 14 ; 89814 ; 428935 ) ( 15 ; 89815 ; 428879 ) ( 16 ; 89818 ; 428800 ) ( 17 ; 89821 ; 428722 ) ( 18 ; 89824 ; 428646 ) ( 19 ; 89844 ; 428640 ) ( 20 ; 89900 ; 428624 ) ( 21 ; 89947 ; 428610 ) ( 22 ; 89946 ; 428623 ) Beschrijving monsterpunten (RD-coördinaten) ( 23 ; 89898 ; 428642 ) ( 24 ; 89847 ; 428764 ) ( 25 ; 89844 ; 429035 ) ( 26 ; 89853 ; 429014 ) ( 27 ; 89833 ; 428981 ) ( 28 ; 89895 ; 428819 ) ( 29 ; 89846 ; 428957 ) ( 30 ; 89822 ; 428803 ) ( 31 ; 89897 ; 429031 ) ( 32 ; 89901 ; 428952 ) ( 33 ; 89930 ; 428638 ) ( 34 ; 89849 ; 429036 ) ( 35 ; 89880 ; 428889 ) ( 36 ; 89908 ; 428775 ) ( 37 ; 89933 ; 428699 ) ( 38 ; 89928 ; 428845 ) ( 39 ; 89860 ; 429020 ) ( 40 ; 89840 ; 428834 ) ( 41 ; 89841 ; 428998 ) ( 42 ; 89860 ; 428787 ) De resultaten hebben betrekking op het bemonsterde object dat door middel van gps-apparatuur is vastgelegd door de monsternemer. Pagina 4 van 4