Detectie van ziektesymptomen met behulp van fluorescentiebeelden.

Vergelijkbare documenten
Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement.

Onderzoek naar de oorzaak van wortelbederf bij de teelt van Zantedeschia op potten

Bestrijding van de champignonvlieg met behulp van entomopathogene schimmels; nader onderzoek

Aantasting van Alliumbollen door Fusarium

Mogelijkheden om vroeg tijdig bladrandproblemen te signaleren met MIPS bij Hortensia

Houdbaarheid Hydrangea

Burkholderia in gladiolen

Primair diagnostisch onderzoek aan een onbekende wortelrot bij de bollenteelt van lelies op dekzandgronden

Is het invriezen van narcissen cv. Tête-à-Tête op potjes tijdens of na de koeling risicovol?

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink

Bedrijfseconomische evaluatie van de toepassing van warmwaterbehandeling

Bloemdetectie aardbeiplanten voor plaatsspecifiek spuiten tegen Botrytis

Intrinsieke plantkwaliteit Anthurium

Curatieve en eradicatieve (stop) werking van fungiciden tegen Phytophthora 2009

Microflora en dekaarde: sleutel tot hergebruik en duurzaam telen

Het voorkomen van Pseudo-kurkstip in tulpen

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

Proefveld tulpenstengelaal (waardplanten) onderzoek. Robert Dees, Joop van Doorn

Effect methyljasmonaat op Botrytis bij roos en Lisianthus

De invloed van raskeuze en teeltcondities op het ontdooiverlies van champignons. P.C.C. van Loon

Spirit en Mirage Plus tegen roest - Consultancy

Knelpuntenrapportage nieuwe teelten

Vroege bloemverdroging bij narcis cultivar Bridal Crown

Penicillium in lelie. Effect van terugdrogen na het spoelen op Penicilliumaantasting tijdens de bewaring van lelie. Hans Kok

PROJECTVERSLAG 2005 NAAR EEN OPLOSSING VOOR ONBEKEND WORTELROT IN LELIE

Consultancy duurzaam gebruik van meeldauwmiddelen

Bladvlekken bij belichte potplanten

Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector glastuinbouw

Bestrijding van trips in aubergine met roofmijten

Rekenen Groep 6-2e helft schooljaar.

Erwinia chrysanthemi in Amaryllidaceae

Smaakonderzoek komkommer aan Nederlands en Spaans product

Bestrijding van koolvlieg in radijs

Bemesting van tulp in de broeierij

Onderzoek naar de gebruikswaarde van door bollenmijten beschadigde gladiolenknollen in de bloementeelt

Het effect van inundatie op sclerotiën van de schimmel Sclerotium rolfsii

Bossigheid in Zantedeschia

Rekenen Groep 6-1e helft schooljaar.

Inventarisatie van slakken in Alstroemeria. A. Hazendonk PPO Glastuinbouw A. Ester PPO AGV

Invloed van CO 2 -doseren op de productie en kwaliteit bij Alstroemeria

Onderzoek naar risico van bollenmijt in Zantedeschia

Rassentest van Stropharia paddenstoelen

Vaste planten waardplant voor PlAMV?

Antwoorden Rekenen Groep 5-1e helft schooljaar

DORMANCY BEPALING AARDBEI

Verbranding bladranden Hortensia

Papierblad in lelie. Naoogst fase. Hans Kok en Hans van Aanholt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Bloembollen juni 2004 PPO nr.

Californische trips in lelie

Rekenen Groep 4-1e helft schooljaar.

Knelpuntenrapportage nieuwe teelten Rapportage van de Afzet- en Teeltknelpunten bij a) rucola, b) aardpeer, b) pastinaak c) Aziatische bladgewassen.

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 4-2e helft schooljaar.

Brunelleschi. De Dom van Florence

Kan het wortellesieaaltje Pratylenchus penetrans wortels van Zantedeschia aantasten?

Geen fabriekswerk. Roeien met de wind mee en de stroom tegen. Jac Willekens

De invloed van het gebruik van Asulox tijdens de bollenteelt en het tijdstip van rooien op de beworteling van Muscaribollen in de broeierij

Invloed UV-licht op bol blad bij chrysant PT projectnummer:

De werking van Contans tegen sclerotievormende schimmels

KWR april 2005

Duurzame energietechniek

Warmwaterbehandeling van Allium tegen krokusknolaaltje

Voortijdig slap worden van Campanula medium na de oogst. Casper Slootweg, Marco ten Hoope, Nollie Marissen en Filip van Noort

INTERN VERSLAG. Bemonstering Fusarium foetens in water en teeltsysteem. Uitgevoerd door: DLV Facet

Onderzoek naar de vroege bloemaanleg bij de tulpencultivar Strong Gold

Effect van geselecteerde Bacillus stammen op bacterievlekken door Pseudomonas spp. bij de champignon

Warmwaterbehandeling lelie

Effecten van Disappyr op bruinverkleuring en beworteling van stek van sierheesters. M.P.M. Derkx

Ontwikkelen van een praktische toets op Erwinia bij Dahlia (ploffers)

Inventarisatie van de ernst van de bloedingziekte in paardenkastanjebomen in Den Haag

Oriënterend onderzoek naar effectiviteit en toepasbaarheid van een tweetal desinfectiemiddelen

Invloed van ventilatie-instellingen op vochtverliezen en kwaliteit in zand aardappelen

Invloed van stikstofniveau en -deling op eiwitgehalte en opbrengst van zetmeelaardappelen.

Virusbeelden Vaste planten

Consultancy: inventarisatie Diaphania perspectalis

Onderzoek naar het effect van schommelingen in luchtvochtigheid op het optreden van Pseudomonas cattlyea in Phalaenopsis

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Voorkomen wateroverlast Teelt de grond uit bloembollen. Casper Slootweg en Henk Gude

Bladval in Prunus - Consultancy

Slakken in Anthurium. A. Hazendonk PPO Glastuinbouw

Tussentijdse rapportage bastknobbelonderzoek 2007 in Alphen aan den Rijn 20 mei 2007

UVc-licht tegen pathogene schimmels van de champignon

Alternaria in Zantedeschia

Precisieplant tulp. Basis voor precisielandbouw. A.H.M.C. Baltissen, H. Gude, A. van der Lans, A. Haaster

Voorstudie ultrasone geluidsgolven tegen zuur in tulp

Praktijktoepassingen voor calciumchloride (CaCl2) in de champignonteelt.

De rol van Phytophthora bij scheut- en stengelrot in pioenroos

Bestrijding van slakken in graszaad, 2004

Kuubskist met golfbodem

Spruitbeschadiging bij hyacinten door de schimmel Fusarium culmorum

Detectie van mijten Snellere detectie van mijten door middel van fluorescentietechniek. 25 maart 2019 Aron Boerefijn

A HECHTINGSPROEFKIT (HPK)

Onderzoek naar een onbekende bladafwijking in gladiool

Consultancy-onderzoek naar de veroorzaker van een onbekende verwelking in komkommer

Gebruikershandleiding Simulatiemodel lichtuitstoot. G.L.A.M. Swinkels

Inventarisatie bestrijdingsmogelijkheden roestbruine bladsprietkever, Serica brunnea, in trekheesters. Consultancy. Chantal Bloemhard Arca Kromwijk

Samenvatting Gevolgen essentaksterfte Utrecht in beeld Onderzoek en beheerstrategie

Hygiëneprotocol Dahlia PSTVd. P.J. van Leeuwen

Biologische bestrijding van echte meeldauw in zomerbloemen. biokennis

Atlas van de parodontale diagnostiek

Bruikbaarheid vacuümtoets bij hyacinten

Transcriptie:

Detectie van ziektesymptomen met behulp van fluorescentiebeelden. Een verkennend onderzoek. P.C.C. van Loon Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Paddestoelen PPO nr. 2004-26 December 2004

2004 Wageningen, Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. is niet aansprakelijk voor eventuele schadelijke gevolgen die kunnen ontstaan bij gebruik van gegevens uit deze uitgave. Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Productschap Tuinbouw, Louis Pasteurlaan 6, 2719 EE, Zoetermeer. Tel.079-3470707 Projectnummer PPO: 620197 Projectnummer PT: 11896 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Paddestoelen Adres : Peelheideweg 1, Wageningen : Postbus 6042, 5960 AA Horst Tel. : 077 464 7575 Fax : 077 464 1567 E-mail : infopaddestoelen@ppo.wur.nl Internet : www.ppo.wur.nl Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 2

Inhoudsopgave SAMENVATTING... 4 1 INLEIDING... 5 2 PROEFOPZET EN UITVOERING... 6 3 RESULTATEN... 7 3.1 Fluorescentie bij gekleurde paddestoelen... 7 3.2 Fluorescentie bij witte champignons... 8 3.3 Verticillium fungicola (Droge mol)... 9 3.4 Pseudomonas tolaasii (Bacterievlek)... 10 3.5 Trichoderma harzianum (Groene schimmel)... 12 4 DISCUSSIE... 13 5 CONCLUSIES... 14 6 SUGGESTIES VOOR VERDER ONDERZOEK... 15 7 LITERATUUR... 15 Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 3

Samenvatting Om uitbraken van ziekten, zoals Droge mollen (Verticillium fungicola), Bacterievlekken (Pseudomonas tolaasii) en Groene schimmels (Trichoderma harzianum) terug te dringen is het noodzakelijk dat er snelle detectiemethoden ter beschikking komen. PPO-Paddestoelen heeft met PRI in Wageningen een samenwerking opgezet om de mogelijkheden van fluorescentietechnologie te onderzoeken. PRI heeft een technologie ontwikkeld (MIPS) om bij planten op basis van chlorofyl-fluorescentiepatronen vroegtijdig en geautomatiseerd infecties op te sporen. In dit project is gekeken of met een vergelijkbare technologie vroegtijdig infecties bij paddestoelen opgespoord kunnen worden. Vruchtlichamen van paddestoelen zijn in dit onderzoek geïnfecteerd met diverse pathogenen. Van deze vruchtlichamen zijn gedurende enige tijd zowel kleurenopnames als fluorescentieopnames gemaakt. Uit deze opnames blijkt dat bij gezonde witte champignons een egale fluorescentie optreedt. Bij aantasting door pathogenen ontstaan er donkere vlekken. Het vlekkenpatroon is vergelijkbaar met het beeld dat in de kleurenopnames zichtbaar is. Het moment waarop de vlekken verschijnen is bij de fluorescentieopnames niet eerder dan bij de kleurenopnames. Dit betekent dat door fluorescentiebeelden de aantastingen door pathogenen niet vroegtijdig zichtbaar gemaakt kunnen worden. Ook door de fluorescentiebeelden met de kleurenbeelden door middel van beeldanalysetechnieken te combineren, kan hierin geen verbetering aanbrengen. Soms treedt er binnen de plek van een aantasting, een versterkt fluorescentie op. Dit is echter niet specifiek voor aangetast weefsel omdat het ook regelmatig bij gezonde stelen voorkomt. Op basis van de resultaten in dit onderzoek wordt geen vervolgproject voorgesteld om fluorescentietechnieken te gebruiken voor het vroegtijdig herkennen van ziekten. Gezien het belang van deze vroegtijdige herkenning is het nodig om te blijven zoeken naar andere of nieuwe technieken die hier in wel een rol kunnen spelen. Momenteel loopt er bij PPO-Paddestoelen een onderzoek naar moleculaire detectietechnieken om vroegtijdig pathogenen op te sporen. Dit jaar zal de techniek geoptimaliseerd worden en tot implementatie worden overgegaan. In de toekomst zullen beeldanalysesystemen meer en meer toegepast gaan worden in de paddestoelenteelt. Op basis van kleurenbeelden kan dan mogelijk een waarschuwingssysteem ontwikkeld worden waarmee aantastingen snel opgespoord kunnen worden. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 4

1 Inleiding In de paddestoelenteelt komen nog steeds ziekten voor die tot aanzienlijke inkomstenderving kunnen leiden. In de champignonteelt wordt de jaarlijkse schade ten gevolge van alleen al Droge mollen (Verticillium fungicola) geschat op 10 miljoen euro. Ook kunnen Bacterievlekken (Pseudomonas tolaasii) in de champignonteelt en Groene schimmel (Trichoderma spp.) in de Oesterzwammenteelt aanzienlijke inkomstenderving veroorzaken. Om uitbraken van ziekten, zoals Droge mollen, Bacterievlekken en Groene schimmels terug te dringen is het noodzakelijk dat er snelle detectiemethoden ter beschikking zijn. Door het steeds verder inkrimpen van het aantal toegelaten chemische bestrijdingsmiddelen is er een situatie ontstaan die zorgelijk is. Tegen bijvoorbeeld Droge mollen kan nog slechts één middel (Prochloraz) worden ingezet. Dit brengt ook het gevaar op resistentieontwikkeling snel naderbij. De dreiging van een uitbraak van ziekten is een reëel gevaar. Daarbij zijn de ter beschikking staande curatieve middelen onvoldoende. Gezien de geringe hoeveelheid middelen die momenteel beschikbaar zijn is het noodzakelijk om infecties snel op te sporen en hiervoor snelle detectiemethoden te ontwikkelen. PPO-Paddestoelen heeft met PRI in Wageningen een samenwerking opgezet om de mogelijkheden van fluorescentietechnologie te onderzoeken. PRI heeft een technologie ontwikkeld (MIPS) om bij planten op basis van chlorofyl-fluorescentiepatronen infecties op te sporen (Jalink, 1999). In dit project is gekeken of met een vergelijkbare technologie infecties bij paddestoelen opgespoord kunnen worden. PPO-Paddestoelen heeft samen met PRI een voorstudie gedaan met nieuw ontwikkelde apparatuur voor het meten van fluorescentiepatronen in niet chlorofylhoudend materiaal. Hieruit is gebleken dat er verschillen bestaan in het fluorescentiepatroon van zieke en gezonde paddestoelen. Deze techniek lijkt daarom veelbelovend om vroegtijdig infecties bij paddestoelen op te sporen. Het is echter nog onbekend op welke tijdstippen na infectie en bij welke pathogenen deze verschillen ontstaan. Daarnaast is ook nog onbekend of met fluorescentie technieken infecties sneller opgespoord kunnen worden dan met normale kleurenbeelden. Door het tijdig opsporen van infecties kan de teler curatieve maatregelen nemen om verdere verspreiding te voorkomen. Vroegtijdige detectie van infecties bij paddestoelen zal de infectiedruk van het pathogeen sterk verminderen. De teler kan dan namelijk curatieve maatregelen nemen om verdere verspreiding te voorkomen. Mocht deze techniek in staat zijn om vroegtijdig ziektes op te sporen dan kan deze techniek gebruikt worden om apparatuur te ontwikkelen waarmee in de cel geïnfecteerde paddestoelen opgespoord kunnen worden. Ook kan de techniek geïntegreerd worden met toekomstige Vision technieken tijdens het oogsten of monitoren van de groei van paddestoelen. Bij planten is een vergelijkbare techniek succesvol gebleken (MIPS). Het doel van dit onderzoek is het verkennen van de mogelijkheden om fluorescentietechnieken te gebruiken voor het vroegtijdig opsporen van pathogenen in de paddestoelenteelt. Het project is uitgevoerd door PPO-Paddestoelen in samenwerking met Dr J. Jalink en R. van der Schoor van de afdeling Bioscience van PRI te Wageningen. Het uitgevoerde onderzoek is gefinancierd door het Productschap Tuinbouw (PT). Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 5

2 Proefopzet en uitvoering Bij diverse soorten paddestoelen is gekeken naar het effect van de kleur op het fluorescentiebeeld. Bij de witte champignon zijn vruchtlichamen blootgesteld aan diverse pathogenen (Tabel 1) waarna met een fluorescentie- en een kleurencamera, het infectieverloop is vastgelegd (Figuur 1). Paddestoelen zijn opgekweekt in plastic potjes met substraat. Na een periode van myceliumgroei zijn de cultures tot knopvorming gebracht. Hierna zijn de cultures in een kunststof box met hoge RV (90-100%) ondergebracht van waaruit de fluorescentie- en kleurenbeelden gemaakt konden worden. Tabel 1. Weergave van diverse screenings waarbij de invloed van de hoedkleur en de aantasting door pathogenen op het fluorescentiebeeld is vastgesteld. Paddestoelsoort Invloed hoedkleur Ps. tolaasii 1 V. fungicola 2 Tr. harzianum 3 Witte champignon X X X X Bruine champignon X - - - Oesterzwam X - - - Shii-take X - - - 1 Bacteriesuspensie op de uitgroeiende knopjes 2 Sporensuspensie na afdekken over de dekaarde en/of op de uitgroeiende knopjes 3 Sporensuspensie in broed en/of op de uitgroeiende knopjes Laser Camera Figuur 1. Schematische weergave van de fluorescentieopstelling. Een speciale laser tast het gehele vruchtlichaam af terwijl de camera dit in een beeld vastlegt. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 6

3 Resultaten De resultaten die in dit rapport besproken worden, zijn een representatieve selectie uit de diverse screening sessies. De fluorescentiebeelden zijn soms blauw, soms rood weergegeven. Dit zegt niets over het werkelijke fluorescentiebeeld dat in grijstinten met een camera wordt opgenomen. Deze rode of blauwe kleur wordt achteraf slechts aangebracht voor visuele doeleinden. 3.1 Fluorescentie bij gekleurde paddestoelen Bij gekleurde paddestoelen is het fluorescentie sterk afhankelijk door de kleur. Alleen de lichtgekleurde delen lichten op. Bij bruine champignons (Figuur 2) en Shii-take (Figuur 3) komt hierdoor het schubbenpatroon duidelijk naar voren. Indien de paddestoel geheel bruin is dan treedt er vrijwel geen fluorescentie op (Figuur 2, rechter champignon). Ook bij de oesterzwam wordt de fluorescentie door de kleur bepaald. Bij een egaal gekleurd vruchtlichaam is ook de fluorescentie egaal. Indien het midden van de hoed donkerder is dan is hier de fluorescentie ook veel minder (Figuur 4). Kleurenbeeld Fluorescentiebeeld Figuur 2. Twee vruchtlichamen van de bruine champignon zonder aantastingen. Kleurenbeeld Fluorescentiebeeld Figuur 3. Twee vruchtlichamen van Shii-take zonder aantastingen. Kleurenbeeld Fluorescentiebeeld Kleurenbeeld Fluorescentiebeeld Figuur 4. Twee vruchtlichamen van de Oesterzwam zonder aantastingen. Links een egaal gekleurd vruchtlichaam en rechts een vruchtlichaam met een donkerder gekleurd midden van de hoed. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 7

3.2 Fluorescentie bij witte champignons Uit de fluorescentiebeelden blijkt dat gezonde witte champignons een egaal licht fluorescentiebeeld geven. Op de plekken die door pathogenen zijn aangetast treedt vrijwel altijd een verzwakking van het fluorescentie op (Figuur 5). Dit betekent dat de kleur hier donkerder is dan op niet aangetaste plekken. De aantasting is meestal zichtbaar als een zwarte vlek. Aan de randen van de hoeden is de kleur donkerder door schaduwwerking zoals dat bij een normaal kleurenbeeld ook optreedt. In sommige gevallen wordt het echter versterkt. Dit is zichtbaar als een opvallend lichtere kleur dan de rest van de champignon. Dit verschijnsel kan optreden bij aantastingen (Figuur 6), bij niet geïnfecteerde delen (Figuur 5) of gezonde paddestoelen (Figuur 7). Het versterkt komt het vaakst voor bij stelen. Infectie Pseudomonas tolaasii Verzwakt Versterkt Figuur 5. Versterking en verzwakking van het fluorescentie bij champignons geïnfecteerd met Pseudomonas tolaasii.. Links wordt het kleurenbeeld en rechts het fluorescentiebeeld weergegeven. Versterkt Versterkt Verzwakt Figuur 6. Versterking en verzwakking van het fluorescentie bij champignons geïnfecteerd met Verticillium fungicola. Links wordt het kleurenbeeld en rechts het fluorescentiebeeld weergegeven. Versterkt Figuur 7. Versterking van het fluorescentie bij champignon zonder infectie (controle). Links wordt het Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 8

kleurenbeeld en rechts het fluorescentiebeeld weergegeven. 3.3 Verticillium fungicola (Droge mol) De kleurenopnames (Figuur 8) laten verschillende fasen van een infectie zien. In het kleurenbeeld zijn op t=0 sommige aantastingen (A en B) reeds duidelijk zichtbaar. In het fluorescentiebeeld (Figuur 9) is op dat tijdstip bij A doving van het zichtbaar als zwarte vlekken. Op tijdstip t=24 is bij infectie A een kleine versterking van de fluorescentie zichtbaar die op t=48 weer gedoofd is. Bij B is de doving zo sterk dat de champignon in de achtergrond verdwijnt. Aantasting C is op tijdstip t=0 in het kleurenbeeld moeilijk zichtbaar. In het fluorescentiebeeld is deze helemaal niet zichtbaar. De eerste fluorescentie doving is pas op tijdstip t=24 zichtbaar. t=0 t=7 t=24 t=48 A B C C C C Figuur 8. Vier kleurenbeelden van witte champignons na het aanbrengen van Verticillium fungicola. De weergegeven tijd (t) is het aantal verstreken uren tussen de eerste en de volgende opnames. t=0 t=7 t=24 t=48 A A B C C C Versterkt C A Figuur 9. Vier fluorescentiebeelden van witte champignons na het aanbrengen van Verticillium fungicola. De weergegeven tijd (t) is het aantal verstreken uren tussen de eerste en de volgende opnames. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 9

3.4 Pseudomonas tolaasii (Bacterievlek) De kleurenopnames laten zien dat al na vier uur, de infectie met het blote oog zichtbaar wordt (Figuur 10). Bij de fluorescentiebeelden is op dat moment nog geen infectie te zien (Figuur 11). Pas tussen 6 en 23 uur verschijnt er een donkere plek op de plaats van de infectie. Op basis van de opnames op tijdstip t=6, is met behulp van beeldanalyse technieken getracht om de aantasting te verduidelijken. Het gebruik van de kleurinformatie levert betere resultaten op (Figuur 12) dan de combinatie van kleur- en fluorescentiebeelden (Figuur 13). t=0 t=4 t=6 t=23 Figuur 10. Vier kleurenbeelden van een witte champignon na het aanbrengen van Pseudomonas tolaasii. De weergegeven tijd (t) is het aantal verstreken uren tussen de infectie en de opname. t=0 t=4 t=6 t=23 Figuur 11. Vier fluorescentiebeelden van een witte champignon na het aanbrengen van Pseudomonas tolaasii. De weergegeven tijd (t) is het aantal verstreken uren tussen de infectie en de opname. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 10

A B C Figuur 12. Drie verschillende beelden met technieken om de aantasting te verduidelijken op basis van de kleurenopname op tijdstip t=6. A B C Figuur 13. Drie verschillende beelden met technieken om de aantasting te verduidelijken op basis van de kleuren- en fluorescentieopname op tijdstip t=6. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 11

3.5 Trichoderma harzianum (Groene schimmel) De kleurenopnames laten verschillende fasen van een infectie zien. In het kleurenbeeld zijn op t=0 sommige aantastingen (A en B) reeds duidelijk zichtbaar (Figuur 14). In het fluorescentiebeeld is op dat tijdstip bij A een versterkt zichtbaar (Figuur 15). Later verdwijnt dit weer en is er alleen doving van de fluorescentie zichtbaar. De aantastingen C en D zijn pas op t=17 respectievelijk t=41 zichtbaar. Het maakt hierbij niet uit of hierbij naar het kleurenbeeld of fluorescentiebeeld gekeken wordt. t=0 t=17 t=24 t=41 A C C D D B Figuur 14. Vier kleurenbeelden van witte champignons met infecties van Trichoderma harzianum. De weergegeven tijd (t) is het aantal verstreken uren tussen de eerste en de volgende opnames. t=0 t=17 t=24 t=41 A Versterkt C C D D B Figuur 15. Vier fluorescentiebeelden van witte champignons met infecties van Trichoderma harzianum. De weergegeven tijd (t) is het aantal verstreken uren tussen de eerste en de volgende opnames. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 12

4 Discussie Uit het onderzoek komt naar voren dat bij gezonde paddestoelen altijd een lichte fluorescentie optreedt. Deze fluorescentie kan door een aantal factoren beïnvloed worden. Indien de paddestoel donkerder is, donkere delen vertoont of er door afronding schaduwwerking optreedt, dan is ook het fluorescentie zwakker. Hiermee vertoont het fluorescentiebeeld sterke gelijkenis met het normale kleurenbeeld. Bij aantasting van licht gekleurde paddestoelen door pathogenen neemt de fluorescentie op de aangetaste delen sterk af. Dit patroon is niet wezenlijk anders dan hetgeen in de kleurenbeelden zichtbaar is. Vaak zijn de aantastingen in het kleurenbeeld al eerder zichtbaar dan in het fluorescentiebeeld. Dit betekent dat het met fluorescentiebeelden niet mogelijk is om aantastingen door pathogenen vroegtijdig aan te tonen. Ook de combinatie van fluorescentie met kleurenbeelden levert geen verbetering op. Wel is het mogelijk om door gebruik te maken van de kleurinformatie in het kleurenbeeld de aantastingen wat duidelijker zichtbaar te maken. Hierdoor is het mogelijk om bij toekomstige vision systemen een waarschuwingssysteem te ontwikkelen waarbij aantastingen snel weergegeven kunnen worden. Momenteel loopt er bij PPO-Paddestoelen een onderzoek naar moleculaire detectietechnieken om vroegtijdig pathogenen op te sporen. Dit jaar zal de techniek geoptimaliseerd worden en tot implementatie worden overgegaan. In enkele gevallen treedt er een opvallend sterke fluorescentie op, op plaatsen waar sterke aantastingen zijn. Dit verschijnsel treedt echter niet alleen op bij aantastingen maar het komt ook regelmatig in de steel voor. Ook bij gezonde exemplaren treedt het op. Het is daarom niet een specifiek fenomeen voor aantastingen en kan hierdoor niet gebruikt worden voor het opsporen van ziekten. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 13

5 Conclusies Uit dit onderzoek komt het volgende naar voren: Met de hier gebruikte nieuwe fluorescentietechniek is het mogelijk hoge resolutiebeelden te verkrijgen van paddestoelen zonder storende achtergrond (van vergelijkbare kleuren). Gezonde paddestoelen leveren een zeer egaal/homogeen beeld. Het fluorescentie wordt sterk beïnvloed door de kleur van de paddestoel. Naarmate de kleur van de hoed donkerder is, is het zwakker. Het fluorescentiebeeld is niet in staat om aantastingen door pathogenen sneller aan te tonen dan een kleurenbeeld. Incidenteel voorkomende versterkingen van het fluorescentie zijn niet specifiek gekoppeld aan aantasting door pathogenen. Ook bij gezonde delen van de paddestoel komt versterking van het fluorescentie voor. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 14

6 Suggesties voor verder onderzoek Op basis van de resultaten in dit verkennend onderzoek wordt geen vervolgproject voorgesteld om fluorescentietechnieken te gebruiken voor het vroegtijdig herkennen van ziekten. In de toekomst kunnen vision systemen mogelijk wel geschikt gemaakt worden om op basis van kleurinformatie te waarschuwen voor mogelijke infecties. Hiervoor dienen speciale beeldanalyse algoritmes ontwikkeld te worden. Uit verkennende experimenten blijkt dat het fluorescentiebeeld zeer gevoelig is voor de waterstatus, ook in gesneden paddestoelen. Dit biedt mogelijkheden voor een selectie op versheid. 7 Literatuur Jalink, H., R. van der Schoor, Y.E. Birnbaum & R.J. Bino (1999). Seed chlorophyll content as an indicator for seed maturity and seed quality. Proc. of the sixth symposium on stand establishment and ISHS seed symposium. ISS 504, 219-227. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. 15