Concept-aanwijzingsbesluiten Natura2000-gebieden in Overijssel. Samenvattingen zienswijzen. Auteurs: Martijn Schuit. Martijn Bunskoek.

Vergelijkbare documenten
Inspraakwijzer beheerplannen Natura 2000 Drenthe

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem

Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: de plattegrondtekening van de aangevraagde situatie d.d. 10 november 2010.

Ontwerp-BESLUIT. Besluit van Provinciale Staten van de Provincie Noord-Brabant van ( ), met kenmerk ( )

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe


Doorkiesnummer: Datum: 21 februari 2013 Referentie: MM.ph Faxnummer:

Procedurewijzer. Voor het ontwerpwijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen

Procedurewijzer Voor het ontwerpaanwijzingsbesluit Natura 2000-gebied #114. Krammer-Volkerak

Procedurewijzer. Voor het ontwerpwijzigingsbesluit Waddenzee. #1 Waddenzee

Procedurewijzer Voor het ontwerpaanwijzingsbesluit Natura 2000-gebied #120. Zoommeer

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld

De Staatssecretaris van Economische Zaken

Natura 2000 Botshol. Fleur Smout. Indeling van de avond. Stand van zaken beheerplan Presentatie Natuurmonumenten Terugkoppeling en vragenronde

website - 47-RO ab.doc Pagina 1

Het volgende stuk maakt onderdeel van de vergunning uit: De technische tekening van de aangevraagde situatie, d.d. 15 januari 2004.

Nota van Beantwoording en Wijziging

Nota van Zienswijzen en kennisgeving. Oktober Kernen Ankum, Hoonhorst en Oudleusen

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

Provinciale Staten van Overijssel. Onderwerp Wet ammoniak en veehouderij: aanmerken kwetsbare gebieden.

Procedurewijzer. Voor het ontwerpaanwijzigingsbesluit Noordhollands Duinreservaat. #87 Noordhollands Duinreservaat

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Toetsingskader ammoniak rondom Natura 2000 gebieden

Impact van het PAS-arrest: oplossingenrichtingen voor de praktijk

Inspraakwijzer. Ontwerpbesluiten voor drie mariene gebieden. Ministerie van Economische Zaken Postbus ek Den Haag

Bestemmingsplan buitengebied Baarle-Nassau

Nota zienswijzen en commentaar plan-mer buitengebied Delfzijl

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Criteria. voor het. aanwijzen van. sterlocaties

Provinciale Staten van Overijssel Provincie Overijssel Postbus GB Zwolle

Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

1 e Wijziging Legmeerpolder, Omzetting bedrijfswoningen naar burgerwoningen (Voorontwerp)

Toelichting Beleidsnotie voor bedrijvigheid aan huis Pekela 2013

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Reactie ingediende zienswijze. inzake het bestemmingsplan Hoeveplan Rollestraat 24 te Wapse

Ter bescherming van de aanwezige natuurwaarden en natuurschoon verbinden wij aan deze vergunning de volgende voorschriften:

Bijlage 1 Wettelijk kader

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

VOOROVERLEGNOTITIE 150 KV-VERBINDING DINTELOORD-ROOSENDAAL

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN HARLINGEN - LUDINGA

Opdrachtgever: Gemeente Hilvarenbeek projectnummer:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikelen 19d en 19e

Doorkiesnummer: Datum: 19 februari 2007 Referentie: HB/lh Faxnummer:

Nota inspraak Beheersverordening De Haar Oost

Reactienota zienswijzen Startdocument planm.e.r. bestemmingsplan buitengebied 2014 Someren

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Waddenzee. #1 Waddenzee

Bewonersvereniging Noordwest

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Procedurewijzer. Voor de (ontwerp)wijzigingsbesluiten van de Natura 2000-gebieden Rijntakken en Veluwe. #038 Rijntakken (ontwerpwijziging)

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein. Informerende Commissie. Bespreken.

Begrenzing van het Natuurnetwerk en de Natura 2000-gebieden

Toelichting op het bestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Werkendam

Besluit. De heer L.L.M. Kortier Kortenroelefsweg PP HAAKSBERGEN. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning. Geachte heer Kortier,

Procedureel De aanvraag voor de onderhavige vergunning werd gedaan bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (hierna: EL&I).

Drainage en beregening rondom Natura 2000 gebieden

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen

VEEL GESTELDE VRAGEN NATURA 2000

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN "CORRECTIEVE HERZIENING OP HERZIENING 4 - GEBIED TEN ZUIDEN VAN OOSTEIND (GOOTHOOGTE GLASTUINBOUW)"

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Bijlage B Provincie Fryslân Toepassing Bro, art , onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016

Notitie gevolgen inrichting natuur en landschap voor agrarische bedrijfsvoering

Bestemmingsplannen en PAS

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b

Natuurtoets omgevingsvergunning bouw woning Horsterweg 217 Ermelo

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

Het volgende stuk maakt onderdeel uit van de vergunning: plattegrondtekening d.d behorende bij de melding verplaatsen inrichting.

Oplegnotitie (Vaststelling bestemmingsplan Landgoed Brunssheim.) Gemeenteblad nr. 2010/71

Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Nb-wet POV-dag 'het delen-durven-doen'festival donderdag 5 januari 2017

Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Steenakker, herzieing diverse locaties Gageldonkseweg'

Nota vooroverleg bestemmingsplan Tramlijn Vlaanderen Maastricht

Nota vooroverleg bestemmingsplan Tramlijn Vlaanderen Maastricht

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek

2. H. Spoelstra, Goorseweg 37, 7468 SH te Enter

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Veehouderij Epe

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ECLI:NL:RVS:2007:BB9957

Drainage en beregening rondom Natura 2000 gebieden

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo)

6 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Directoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Bezoekadres Postadres Factuuradres Overheidsidentificatienr Behandeld door Besluit

Voorstel aan de commissie Integraal Waterbeheer van 30 november 2011:

Toelichting Ontwerp correctieve herziening bestemmingsplan Landelijk Gebied NL.IMRO.0342.CHLG juni 2014 Toelichting correctieve

*Z E79* Registratienummer: Z / 46235

De Stichting Oostflank Sint Pieter (hierna: SOS) tekent bij deze bezwaar aan tegen de omgevingsvergunning met kenmerk WB d.d

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Besluit. Maatschap Schutte t.a.v. M.A.M. Schutte Beekzijdeweg RV VASSE. Natuurbeschermingswet: aanvraag vergunning

Wij wijzigen uw vergunning van 27 februari 2013 (kenmerk 2013/ ), zoals u heeft aangevraagd.

Transcriptie:

Concept-aanwijzingsbesluiten Natura2000-gebieden in Overijssel Samenvattingen zienswijzen Auteurs: Martijn Schuit Martijn Bunskoek Ytzen Faber Hans Pohlmann (projectleider) Provinciale begeleiding: Gerben Mensink (projectleider) Frans Suurmond

Inleiding Tot en met 19 februari 2007 hebben de Ontwerpbesluiten Aanwijzing Natura2000-gebieden ter inzage gelegen. In de Provincie Overijssel zijn 19 gebieden in procedure gegaan. Als reactie op deze aanwijzingsbesluiten zijn in totaal 1.250 zienswijzen bij het Inspraakpunt binnengekomen. Deze analyses vormen de basis voor de beschouwing, die de Provincie in reactie op de zienswijzen, aan de Minister van LNV heeft gestuurd. De zienswijzen zijn afkomstig van diverse maatschappelijke (overheids)instanties, organisaties en particulieren. Voor het tot stand komen van dit rapport is gebruik gemaakt van 750 reacties, deze geven een goede doorsnede van de zienswijzen in de Provincie Overijssel. De beantwoording van deze 750 zienswijzen plus de ongeveer 500 andere zienswijzen die betrekking hebben op de aanwijzing van gebieden in de Provincie Overijssel zal gebeuren door het ministerie van LNV. Elke zienswijze is samengevat en al gelang de inhoud van de reactie, in diverse paragrafen ondergebracht. Om de zienswijzen zoveel mogelijk recht te doen, is gekozen om zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tekst aan te sluiten. Elke (behandelde) individuele inspreker kan aan de hand van het persoonlijke inspraaknummer achterhalen, in welke paragrafen zijn/haar reactie is ondergebracht. In het eerste hoofdstuk worden de zienswijzen samengevat die betrekking hebben op het Nederlandse Natura2000-beleid. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen proces, procedure en beheerplannen. Tussen deze drie paragrafen zit overlap doordat de inhoud van de zienswijzen vaak betrekking heeft op zowel het proces, de procudure en de inhoud en vaststelling van de beheerplannen. De (deel)zienswijzen zijn gerubriceerd naar onderwerp, hierbij heeft waar mogelijk opsplitsing van deelzienswijzen naar één bepaalde paragraaf plaats gevonden. Deze werkwijze is voor de rubricering van alle zienswijzen in het rapport gevolgd. Hoewel de inhoud van de zienswijzen vaak nauw samenhangt is er gekozen om per paragraaf iedere (deel)zienswijze één keer te noemen. Het tweede hoofdstuk gaat in op de relatie van het Natura2000-beleid met ander beleid. Hierbij zijn zienswijzen samengevat waarin een relatie wordt gelegd met beleid dat van invloed is of zou moeten zijn op het Natura2000-beleid. Hierbij wordt het meest voorkomende beleid in aparte paragrafen ingedeeld. Het derde hoofdstuk gaat in op de gevolgen van de aanwijzingsbesluiten voor de algemene functies van de gebieden. Hoofdstuk vier is ook gerelateerd aan gevolgen maar gaat specfiek over (plan) schade en flankerend beleid om schade te voorkomen. Het vijfde hoofdstuk bevat zienswijzen die specifiek over de begrenzing of een ecologisch doel van een gebied gaan. Dit is ook het belangrijkste onderscheid met hoofdstuk 3, in hoofdstuk 5 zijn ook zienswijzen opgenomen die over gevolgen gaan maar dan specifiek over de begrenzing of over een ecologisch doel.

In het hoofdstuk 6 zijn de overige reacties opgenomen. In hoofstuk 7 is de lijst van insprekers opgenomen met daarbij een verwijzing naar de paragrafen door middel van een paginanummer.

Samenvatting ingediende zienswijzen 1 Overzicht zienswijzen algemeen Natura2000-beleid...2 1.1 Proces... 2 1.2 Procedure... 4 1.3 Beheerplannen... 9 2 Overzicht zienswijzen relatie met beleid... 14 2.1 Algemeen... 14 2.2 KRW... 16 2.3 Reconstructie... 16 2.4 Nationale Landschappen... 17 2.5 Strategisch Groenproject Noord-west Overijssel... 17 2.6 Wet Ammoniak en Veehouderij... 17 2.7 WCL... 18 2.8 Nieuwe natuur/ecologische Hoofdstructuur... 19 2.9 Relatie met instandhoudingsdoelstellingen Natura2000... 21 3 Overzicht zienswijzen gevolgen van aanwijzingsbesluiten... 26 3.1 Algemeen... 26 3.2 Landbouw... 27 3.3 Recreatie... 35 3.4 Jacht... 37 3.5 Overig... 37 4 Overzicht zienswijzen schade en flankerend beleid... 40 4.1 (Plan) Schade... 40 4.2 Flankerend beleid... 44 5 Overzicht zienswijzen gebiedsspecifieke onderwerpen... 46 5.1 Gebied 34 Weerribben... 46 5.1.1 Algemeen... 46 5.1.2 Ecologische doelen... 47 5.1.3 Begrenzing... 50 5.2 Gebied 35 Wieden... 51 5.2.1 Algemeen... 51 5.2.2 Ecologische doelen... 51 5.2.3 Begrenzing... 56 5.3 Gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht... 57 5.3.1 Algemeen... 57 5.3.2 Ecologische doelen... 58 5.3.3 Begrenzing... 59 5.4 Gebied 39 Vecht- en Beneden Reggegebied... 60

5.4.1 Algemeen... 60 5.4.2 Ecologische doelen... 61 5.4.3 Begrenzing... 62 5.5 Gebied 40 Engbertsdijksvenen... 65 5.5.1 Algemeen... 65 5.5.2 Ecologische doelen... 65 5.5.3 Begrenzing... 66 5.6 Gebied 41 Boetelerveld... 68 5.6.1 Algemeen... 68 5.6.2 Ecologische doelen... 68 5.6.3 Begrenzing... 69 5.7 Gebied 42 Sallandse heuvelrug... 69 5.7.1 Algemeen... 69 5.7.2 Ecologische doelen... 69 5.7.3 Begrenzing... 71 5.8 Gebied 43 Wierdense Veld... 72 5.8.1 Algemeen... 72 5.8.2 Ecologische doelen... 75 5.8.3 Begrenzing... 78 5.9 Gebied 44 Borkeld... 79 5.9.1 Algemeen... 79 5.9.2 Ecologische doelen... 79 5.9.3 Begrenzing... 80 5.10 Gebied 45 Springendal & Dal van de Mosbeek... 80 5.10.1 Algemeen... 80 5.10.2 Ecologische doelen... 80 5.10.3 Begrenzing... 81 5.11 Gebied 46 Bergvennen & Brecklenkampse Veld... 83 5.11.1 Algemeen... 83 5.11.2 Ecologische doelen... 84 5.11.3 Begrenzing... 85 5.12 Gebied 47 Achter de Voort, Agelerbroek en Voltherbroek... 86 5.12.1 Algemeen... 86 5.12.2 Ecologische doelen... 86 5.12.3 Begrenzing... 87 5.13 Gebied 48 Lemselermaten... 88 5.13.1 Algemeen... 88 5.13.2 Ecologische doelen... 88

5.13.3 Begrenzing... 89 5.14 Gebied 49 Dinkelland... 89 5.14.1 Algemeen... 89 5.14.2 Ecologische doelen... 90 5.14.3 Begrenzing... 91 5.15 Gebied 50 Landgoederen Oldenzaal... 92 5.15.1 Algemeen... 92 5.15.2 Ecologische doelen... 92 5.15.3 Begrenzing... 93 5.16 Gebied 51 Lonnekermeer... 93 5.16.1 Algemeen... 93 5.16.2 Ecologische doelen... 94 5.16.3 Begrenzing... 95 5.17 Gebied 52 Boddenbroek... 95 5.17.1 Algemeen... 95 5.17.2 Ecologische doelen... 96 5.17.3 Begrenzing... 96 5.18 Gebied 53 Buurserzand & Haaksbergerveen... 97 5.18.1 Algemeen... 97 5.18.2 Ecologische doelen... 97 5.18.3 Begrenzing... 98 5.19 Gebied 54 Witte Veen (NOG NIET IN PROCEDURE)... 99 5.20 Gebied 55 Aamsveen... 99 5.20.1 Algemeen... 99 5.20.2 Ecologische doelen... 99 5.20.3 Begrenzing... 101 5.21 Gebied 74 Zwarte Meer ( IN PROCEDURE IN FLEVOLAND)... 101 5.21.1 Ecologische doelen... 101 5.21.2 Begrenzing... 101 6 Overzicht zienswijzen overig... 103 6.1 Tekstuele aanpassingen... 103 6.2 Grensoverschrijdende gebieden... 104 6.3 Overig... 104 7 Lijst van insprekers... 105 7.1 Op nummer... 105 7.2 Op plaatsnaam... 105

Samenvatting ingediende zienswijzen Zienswijzen Algemeen Natura2000-beleid Diverse insprekers zijn van mening dat van een degelijke belangenafweging bij het aanwijzen van de Natura 2000 gebieden in veel gevallen geen sprake is. Daarnaast vinden veel insprekers dat zij weinig mogelijkheden tot inspreken hebben gehad. Sommige insprekers zijn van mening dat het ambitieniveau van het Nederlandse Natura 2000 beleid te hoog is. Daarnaast wordt opgemerkt dat de Natura 2000 doelen sturend worden voor het lokale milieu- en omgevingsbeleid, zoals bestemmingsplannen. Een groot aantal insprekers heeft aangegeven dat de informatie in de ontwerp-aanwijzingsbesluiten niet voor iedereen duidelijk is. Vooral de wijze waarop onderzoek is verricht blijft voor veel mensen onduidelijk (zie ook onder relatie met instandhoudings-doelstellingen ). Daarnaast blijkt er bij de insprekers veel onduidelijkheid te bestaan over de reden waarom bepaalde habitattypen en soorten in de betreffende gebieden zijn opgenomen. In de zienswijzen uit de agrarische sector wordt zeer vaak gewezen op de onzorgvuldige procedure die doorlopen is om tot de aanwijzingsbesluiten te komen. Gebieden zijn alleen op basis van ecologische criteria aangewezen en de externe werking van de aanwijzing is niet meegenomen. Men is van mening dat voorafgaand aan de aanwijzing het toetsingskader Natura 2000 en ammoniak gereed had moeten zijn, zodat de impact van de aanwijzing op de landbouwbedrijven rond de gebieden bekend was. Insprekers geven aan dat de natuurdoelen voorop zijn gesteld en de landbouw volgend is, zonder dat de consequenties bekend zijn. Zienswijzen relatie met beleid Veel zienswijzen bleken betrekking te hebben op de relatie met de Kaderrichtlijn Water (KRW), de Wet Ammoniak en Veehouderij (WAV), de Reconstructiewet en de Ecologische Hoofdstructuur. In deze zienswijzen wordt vooral frictie tussen lopende processen en de ontwerp-aanwijzingsbesluiten geconstateerd. Het voornaamste bezwaar is dat door de aanwijzing eerder gemaakte afspraken in het geding komen. Voor agrariërs is het moeilijk om de effecten van de aanwijzingsbesluiten in relatie tot deze afspraken en wetgeving zoals de Reconstructiewet en de Wet Ammoniak en Veehouderij te beoordelen. Een voorbeeld dat wordt aangehaald van frictie die kan ontstaan is de situatie bij Strategische Groenproject Noordwest Overijssel. In het hiertoe opgestelde gebiedsperspectief is vastgelegd dat in een beperkt gebied1500 hectare nieuwe natuur wordt gerealiseerd in samenhang met andere functies. Insprekers geven aan dat deze gebiedsafspraken door de aanwijzing van de Natura 2000 gebieden in het gedrang kunnen komen, vooral waar het nieuwbouwlocaties voor landbouwbedrijven betreft. Vanuit de landbouw wordt aangegeven dat dit tot gevolg kan hebben dat nieuwe natuurgebieden niet vrijgemaakt kunnen worden van landbouwkundige

activiteiten, waardoor inrichting achterwege blijft. Men geeft aan dat hiermee de totale gebiedsafspraken ter discussie kunnen worden gesteld. Kaderrichtlijn Water (KRW) Met betrekking tot de KRW wordt in de zienswijzen aangegeven dat de KRW doelen en de Natura 2000 doelen elkaar dienen aan te vullen. Over hoe dit dient plaats te vinden verschillen de meningen. Enerzijds wordt gesteld dat de Natura 2000 doelen maatgevend dienen te zijn voor de KRW doelen. Anderzijds stelt het Waterschap Rijn en IJssel juist dat in de KRW stroomgebiedsbeheerplannen alleen doelstellingen voor Natura 2000 worden opgenomen als op het moment van vaststellen duidelijk is dat deze doelstellingen haalbaar en betaalbaar zijn. Met de huidige stand van zaken zal het volgens insprekers niet lukken om de Natura 2000 doelen te integreren in de KRW stroomgebiedsbeheerplannen. Reconstructie Insprekers hebben moeite met het feit dat afspraken die na vaak lange processen in reconstructieplannen zijn vastgelegd door de aanwijzing van Natura 2000 gebieden teniet dreigen te worden gedaan. Tijdens het reconstructieproces is na uitgebreide discussie de buffer rond natuurgebieden op 250 m gesteld. Ook de Natura 2000 gebieden zijn toen in deze discussie betrokken. De insprekers zijn van mening dat door de huidige ontwikkelingen deze afspraken wordt achterhaald. Insprekers geven aan dat de invloedsfeer van de Natura 2000 gebieden zich op enkele plekken uitstrekt tot in de landbouwontwikkelingsgebieden (LOG s). Het zijn vooral bestaande intensieve veehouderijen die in hun zienswijze aangeven dat ze (ondanks dat ze in een LOG zitten) te maken krijgen met beperkingen in hun bedrijfsvoering. Ook is naar de mening van insprekers een deel van de LOG s hierdoor ongeschikt voor de vestiging van nieuwe intensieve veehouderijen. Wet Ammoniak en Veehouderij Veel insprekers verzoeken de plannen voor Natura 2000 in lijn te brengen met Wet ammoniak en veehouderij. Tevens wordt door insprekers gesteld dat ammoniak voldoende wordt geregeld via de Wet ammoniak en veehouderij en niet nog eens meegenomen hoeft te worden via Natura 2000. Nieuwe Natuur/ Ecologische Hoofdstructuur Uit de ontwerpaanwijzingsbesluiten blijkt dat bij een groot aantal gebieden delen zijn begrensd die binnen de EHS zijn opgenomen als nieuwe natuur. De zienswijzen omtrent dit thema kunnen als volgt worden samenvat: Nieuwe natuur mag niet worden meenomen binnen de begrenzing van Natura 2000 gebieden. Het begrenzen van nieuwe natuur impliceert dat het verwerven van gronden voor natuur niet meer op vrijwillige basis gebeurt. De EHS moet worden opgenomen in de aanwijzingsbesluiten als noodzakelijke schakels in het Natura 2000 netwerk. Nieuwe natuur moet voortvarend worden ontwikkeld door flankerend beleid.

Insprekers geven in hun zienswijzen aan zich zorgen te maken over landbouwgrond die opgenomen wordt in Natura 2000 gebieden, terwijl de natuurwaarden op basis waarvan deze gebieden worden aangewezen op de betreffende percelen niet aanwezig zijn. Sommige insprekers wijzen erop dat deze gronden in enkele gevallen in het verleden aan de landbouw toebedeeld in een ruilverkaveling. Ook het opnemen van gebieden die zijn aangewezen als nieuwe natuur geeft bij insprekers reden tot zorg. Zij zijn van mening dat de externe werking door deze aanwijzing wordt vergroot. De aanwijzing van zeer kleine gebieden (genoemd wordt bijvoorbeeld het Boddenbroek van 5 ha) en uitstulpingen in de begrenzing hebben volgens insprekers een zeer grote impact op de omliggende landbouwbedrijven door de externe werking van Natura 2000. Overige beleidsstukken Enkele insprekers geven aan dat er onduidelijkheden zijn over de doorwerking van het Natura 2000 beleid in ander beleid zoals vastgelegd in bestemmingsplannen en streekplannen. Relatie met instandhoudingsdoelstellingen Natura2000 Uit zienswijzen komt naar voren dat er veel onduidelijkheid bestaat met betrekking tot de achterliggende onderzoeken en feiten die ten grondslag liggen aan de geformuleerde instandhoudingsdoelen en de invloed van externe factoren op deze doelstellingen (zie ook onder procedure ). Enerzijds zijn een aantal insprekers van mening dat de doelstellingen op een aantal punten tekort schiet (onder andere weidevogels) en anderzijds zijn er insprekers die vinden dat de doelstellingen te ambitieus zijn (bijvoorbeeld Korhoen). Enkele insprekers twijfelen aan de daadwerkelijke aanwezigheid van de verschillende habitats en soorten in de aan te wijzen gebieden. Enkele insprekers zijn van mening dat de begrenzing en de doelstellingen van de Natura 2000 gebieden beter ecologisch onderbouwd moeten worden. Zienswijzen gevolgen van aanwijzingsbesluiten Onzekerheid over de gevolgen voor bedrijvigheid Veel insprekers zijn ondernemers met een agrarisch- of recreatiebedrijf. Zij zijn bezorgd over de gevolgen van de aanwijzing van de Natura 2000 gebieden. De gevolgen van de aanwijzing komen pas in de beheerplannen tot uiting zodat de gevolgen van de aanwijzing op dit moment voor insprekers nog erg moeilijk zijn in te schatten. Hierdoor ontstaat bij insprekers een groot gevoel van onzekerheid over het ontwikkelingsperspectief en daarmee de toekomstmogelijkheden voor hun bedrijf. Dit heeft veel onrust bij deze insprekers tot gevolg. Ook zienswijzen vanuit de jachtsector en overige sectoren wordt deze vrees voor beperkingen aangehaald. Landbouw Aanvullend op bovengenoemde zienswijzen komen hebben veel agrariërs specifieke zienswijzen ingediend over de relatie met ammoniak gelegd. Insprekers geven aan dat een goede afstemming ontbreekt doordat de aanwijzingen vooruit lopen op het vaststellen van het landelijk toetsingskader ammoniak. Melkrundveehouders geven daarbij nog aan dat het toetsingskader voor hen te weinig mogelijkheden biedt, aangezien zij beperkte

mogelijkheden hebben om hun ammoniakemissie te beperken. En insprekers zijn bang dat met het toetsingskader voor de korte termijn wel duidelijkheid wordt geboden maar dat men vreest dat in het beheerplan weer andere afwegingen zullen worden gemaakt waardoor de ontwikkelingsmogelijkheden alsnog zullen worden beperkt. Daarnaast blijkt uit de zienswijzen dat veel agrarische ondernemers vrezen dat voor het behalen van natuurdoelen verhogen van waterpeilen noodzakelijk is. Dit heeft consequenties voor de bedrijfsvoering (beweiding, bewerkbaarheid van percelen en minder productie). Daarnaast is men bang voor extra eisen aan de waterkwaliteit. Haalbaarheid en betaalbaarheid Insprekers geven aan dat gebieden al worden aangewezen terwijl er over de haalbaarheid en betaalbaarheid van de instandhoudingsdoelen nog veel onduidelijk is. Zij vinden dit geen juiste werkwijze, mede gezien de onzekere perspectieven voor omliggende bedrijven. Zienswijzen schade en flankerend beleid (Plan) Schade Onder de insprekers zijn het vooral de agrariërs die aangeven op veel verschillende manieren schade te ondervinden door de aanwijzing van de Natura 2000 gebieden. Dit o.a. door: - beperking van de noodzakelijke groei om te kunnen concurreren (inkomstenderving) - waardedaling van grond en gebouwen (vermogensderving) - extra kosten om emissiebeperkende maatregelen te nemen Insprekers zijn vaak verontwaardigd over de schaarse informatie die wordt geboden betreffende schadevergoedingen en/of compensaties ten aanzien van eventuele nadelige gevolgen omtrent de aanwijzing van Natura 2000 gebieden. Flankerend beleid Naast de zienswijzen over (het ontbreken van) financiële regelingen is de vraag naar degelijk flankerend beleid groot. Voornamelijk agrarische en recreatiebedrijven geven in hun zienswijzen aan meer te willen weten over flankerend beleid. Daarbij wordt vermeld dat doordat de gevolgen van de aanwijzing op dit moment nog niet duidelijk zijn er ook geen inzicht is in de verschillende knelpunten die zullen ontstaan. Zienswijzen gebiedsspecifieke onderwerpen Algemeen Veel zienswijzen van de verschillende insprekers zijn gebiedspecifiek en kennen een hoog detailniveau. Wij hebben er voor gekozen om deze gebiedsspecifieke zaken niet in onze beschouwingen te betrekken. Deze punten achten wij bij uitstek een bevoegdheid van de minister van LNV

1 Overzicht zienswijzen algemeen Natura2000-beleid 1.1 Proces a) Natuurbelangen komen centraal te staan. Andere belangen worden ondergeschikt gesteld aan het natuurbelang. Het is onredelijk dat de Natura2000 gebieden worden aangewezen zonder dat andere belangen vooraf in beeld worden gebracht. Van een afweging van belangen zoals die bij een zorgvuldige beleidsvorming hoort is geen sprake. Het ligt dan ook in de rede om met de concrete aanwijzing te wachten totdat alle consequenties inzichtelijk zijn. (standaardbrief a: 207, 242, 243, 244, 265, 295, 512, 604, 614, 618, 1473, 1496, 1502, 1522, 1526, 1529, 1532, 1555, 1556, 1559, 1566, 1567, 1572, 1583, 1589, 1590, 1592, 1595, 1600, 1605, 1607, 1612, 1614, 1621, 1634, 1638, 1639, 1642, 1643, 1648, 1657, 1659, 1660, 1661, 1662, 1663, 1665, 1671, 1676, 1677, 1680, 1681, 1682, 1687, 1689, 1692, 1693, 1694, 1695, 1698, 1699, 1700, 1702, 1703, 1705, 1707, 1708, 1717, 1718, 1720, 1724, 1726, 1728, 1729, 1730, 1731, 1732, 1733, 1734, 1735, 1736, 1737, 1740, 1741, 1742, 1744, 1746, 1747, 1748, 1749, 1751, 1752, 1753, 1755, 1756, 1759, 1761, 1763, 1764, 1765, 1766, 1769, 1770, 1771, 1775, 1776, 1777, 1779, 1783, 1786, 1788, 1789, 1792, 1795, 1796, 1797, 1798, 1799, 1800, 1801, 1802, 1803, 1804, 1806, 1807, 1808, 1809, 1810, 1811, 1813, 1815, 1816, 1817, 1819, 1820, 1821, 1822, 1824, 1825, 1826, 1828, 1831, 1832, 1833, 1834, 1835, 1836, 1837, 1839, 1840, 1841, 1842, 1843, 1844, 1845, 1846, 1847, 1849, 1850, 1851, 1852, 1854, 1855, 1856, 1857, 1858, 1859, 1860, 1867, 1870, 1871, 1873, 1875, 1876, 1877, 1879, 1880, 1883, 1887, 1889, 1893, 1901, 1909, 1913, 1915, 1916, 1917, 1918, 1920, 1922, 1923, 1925, 1926, 1932, 1935, 1937, 1938, 1939, 1942, 1944, 1947, 1949, 1950, 1956, 1961, 1962, 1963, 1967, 1968, 1972, 1973, 1975, 1980, 1982, 1983, 1985, 1986, 1987, 1988, 1990, 1991, 1996, 1997, 1998, 2000, 2001, 2002, 2004, 2005, 2006, 2008, 2010, 2014, 2015, 2016, 2018, 2019, 2020, 2024, 2025, 2026, 2027, 2028, 2030, 2031, 2032, 2034, 2035, 2036, 2038, 2039, 2041, 2042, 2044, 2045, 2048, 2050, 2051, 2055, 2057, 2059, 2060, 2062, 2063, 2064, 2068, 2069, 2070, 2073, 2074, 2076, 2078, 2079, 2081, 2083, 2084, 2087, 2088, 2090, 2091, 2092, 2095, 2097, 2100, 2102, 2104, 2105, 2109, 2121, 2136, 2143, 2166, 2168, 2170, 2175, 2193, 2195, 2208, 2216, 2220, 2231, 2232, 2235, 2242, 2245, 2249, 2254, 2256, 2257, 2258, 2260, 2264, 2274, 2275, 2280, 2592, 2768, 2741, 2858, 3602, 3680, 3682, 3633, 4228, 3781, 4051, 4263, 4270, 4271, 4292, 4351, 4367, 4372, 4435, 4474, 4491, 4500, 4506, 4712, 4723, 4731, 4757, 4759, 4859, 4865, 4866, 4903) b) Het (water-) recreatie en toerisme belang en de beschikbare ontwikkelingsruimte dienen opgenomen te worden in de toelichting van het aanwijzingsbesluit. Zo wordt voorkomen dat deze belangen ondergeschikt gemaakt worden aan het natuurbelang. (standaardbrief b: 253, 263, 1117, 1138, 1139, 1147, 2601, 2623, 1656, 1754, 2124, 3038, 4462, 4463) c) Bij de planvorming mag er op worden vertrouwd dat er een belangenafweging plaatsvindt tussen enerzijds de natuurbelangen en anderzijds de belangen van de bedrijven nabij het natuurgebied. Uit de plannen blijkt niet dat met de belangen van de agrarische bedrijven rekening is gehouden en dat is nagegaan op welke wijze de begrenzing van de natuurgebieden tot stand is gekomen. (3463, 4128, - 2 -

4835, 4846, 4848, 4813, 4814, 4816) d) Er is geen sprake van een afgewogen integrale afweging. Voor het verkrijgen van voldoende draagkracht is zo n afweging zeer gewenst. (202, 391) e) Insprekers zijn van mening dat voordat tot aanwijzing van de gebieden wordt overgegaan er meer inzicht moet zijn in de sociale en economische gevolgen. Een afweging van het natuurbelang ten opzichte van het economische en sociale belang dient gemaakt te worden. (704) f) Naast deze economische tegenslag prevaleren hier eenduidig de natuurbelangen, zonder dat de agrarische belangen zelfs maar meegnomen worden. (3724) g) Het conceptbesluit is onvoldoende gemotiveerd en tevens onzorgvuldig tot stand is gekomen. Het is voor niet mogelijk een goed beeld te vormen van de belangenafweging die aan de besluitvorming ten grondslag heeft gelegen. (4048, 624) h) De aanwijzing van de gebieden staat haaks op de belangen van de melkveehouders (4556) i) Het is niet duidelijk wat de gevolgen zijn van de instandhoudingsdoelstellingen. Er heeft geen onderzoek plaatsgevonden naar de gevolgen voor de omliggende bedrijven. Er heeft geen goede belangenafweging plaatsgevonden. Het rechtszekerheidsbeginsel is in het geding aangezien de gevolgen niet inzichtelijk zijn. (3505) j) De belangenafweging tussen de ecologische belangen enerzijds en de sociale en economische belangen anderzijds heeft niet plaats gevonden. Dit is geen goede belangenafweging. (3505) k) Er is op geen enkele manier rekening gehouden met de belangen van de landbouw, alles is eenzijdig belicht. (3646, 3893) l) Op geen enkele wijze is er rekening gehouden met de economische belangen van landbouwbedrijven die door uw handelen worden getroffen. (3652) m) Ook sociale en economische belangen spelen dienen een rol te spelen. (3659) n) Er wordt geen rekening gehouden met andere functies. (3676) o) De aanmelding staat volgens de inspreker in geen redelijke verhouding tot de belangen die hij met zijn bedrijf nabij het Natura2000 gebied heeft. (3677) p) Een integrale benadering bij de aanwijzing ontbreekt. Natuurontwikkeling is een eenzijdige kijk op het geheel. (3684) q) De aanwijzing raakt rechtstreeks mijn belangen en de inspreker acht het niet wenselijk dat de aanwijzing, inclusief de door mij aangewezen percelen, nu plaats vindt. mijn belangen zijn niet in beeld gebracht. Er is geen sprake van een zorgvuldige afweging. De inspreker dringt er op aan dat de aanwijzing word uitgesteld tot een moment waarop de consequenties in beeld zijn gebracht. (618, 637, 3336, 3350, 4270) r) De aanwijzing is teveel gericht op natuurdoelen, terwijl het de bedoeling moet zijn om een integrale gebiedsafweging te maken om meerdere doelen te behalen en daarbij de nodige creativiteit in te zetten. (3310) s) Er is geen enkele rekening gehouden met de belangen van andere functies, zoals landbouw. (3358) t) Met de aanwijzing wordt voorbij gegaan aan de cultuurhistorische waarden van het gebied, met daarin - 3 -

de eeuwenoude boerenerven. (2193) u) Insprekers zijn van mening dat voordat tot aanwijzing van de gebieden wordt overgegaan er meer inzicht moet zijn in de economische gevolgen. Een afweging van het natuurbelang ten opzichte van het economische en sociale belang dient gemaakt te worden. (704, 708) v) Ten eerste wil de inspreker de minister van LNV er op wijzen dat het zeer moeilijk is om zijn/haar zienswijze kenbaar te maken op duidelijke feiten, omdat het ontwerpbesluit aanwijzing Natura2000 nog vol zit met allerlei nog in te vullen zaken. (standaardbrief geen lid LTO: 2627, 2631, 2632, 2632, 2633, 2637, 2642, 2646, 2653, 2662, 2663, 2666, 2670, 2674, 2678, 2680, 2681, 2689, 2691) w) De Uitwerkingscommissie betreurt het dat het zo moeizaam verkregen draagvlak voor het uitwerkingsplan wordt ondermijnd door de aanwijzingen van de Natura2000-gebieden. Goede communicatie omtrent Natura2000 wordt dan ook dringend noodzakelijk geacht. (885) x) Bij het doorlezen van de beschrijvingen van de verschillende gebieden viel op dat daar steeds de indicatorsoort bij genoemd wordt. Dit zijn juist de soorten die altijd worden genoemd als boosdoener in publiciteit over vogel- of habitatrichtlijn gebieden. En dat is juist wat mensen niet begrijpen, die denken dat het om dat enen beestje of plantje gaat. LNV moet daarom duidelijk maken dat het gaat om een hele biotoop, om een belangrijk onvervangbaar stuk natuur. Dit draagvlak kan worden gecreëerd door meer te publiceren over deze materie. Uiteindelijk staat of valt het succes van natuurbehoud met draagvlak, niet alleen onder landbouwers, maar bij alle burgers. (3479) y) Er is geen enkel vooroverleg of vormen van draagvlak creatie geweest. (3676) z) Overheden (zowel LNV als de Provincie Overijssel) moeten met dezelfde mond spreken. (3684) 1.2 Procedure a) De instandhoudingsdoelstellingen en de begrenzing zijn eenzijdig en onzorgvuldig vastgesteld. Genoemde soorten en natuurdoeltypen zijn vaak niet of in beperkte mate aanwezig. Verwacht wordt dat deze gronden buiten de begrenzing worden gehouden. (standaardbrief a: 207, 242, 243, 244, 265, 295, 512, 604, 614, 618, 1473, 1496, 1502, 1522, 1526, 1529, 1532, 1555, 1556, 1566, 1567, 1583, 1589, 1590, 1592, 1595, 1600, 1605, 1607, 1612, 1614, 1621, 1634, 1638, 1639, 1642, 1643, 1648, 1657, 1659, 1660, 1661, 1662, 1663, 1665, 1676, 1677, 1680, 1681, 1682, 1687, 1689, 1692, 1693, 1694, 1695, 1698, 1699, 1700, 1702, 1703, 1705, 1707, 1708, 1717, 1718, 1720, 1724, 1726, 1728, 1729, 1730, 1731, 1732, 1733, 1734, 1735, 1736, 1737, 1740, 1741, 1742, 1744, 1746, 1747, 1748, 1749, 1751, 1752, 1753, 1755, 1756, 1759, 1761, 1763, 1764, 1765, 1766, 1769, 1770, 1771, 1775, 1776, 1777, 1779, 1783, 1786, 1788, 1789, 1792, 1795, 1796, 1797, 1798, 1799, 1800, 1801, 1802, 1803, 1804, 1806, 1807, 1808, 1809, 1810, 1811, 1813, 1815, 1816, 1817, 1819, 1820, 1821, 1822, 1824, 1825, 1826, 1828, 1831, 1832, 1833, 1834, 1835, 1836, 1837, 1839, 1840, 1841, 1842, 1843, 1844, 1845, 1846, 1847, 1849, 1850, 1851, 1852, 1854, 1855, 1856, 1857, 1858, 1859, 1860, 1867, 1870, 1871, 1873, 1875, 1876, 1877, 1879, 1880, 1883, 1887, 1889, 1893, 1901, 1909, 1913, 1915, 1916, 1917, 1918, 1920, 1922, 1923, 1925, 1926, 1932, 1935, 1937, 1938, 1939, 1942, 1944, 1947, 1949, 1950, 1956, 1961, 1962, 1963, 1967, 1968, 1972, 1973, 1975, 1980, 1982, 1983, 1985, 1986, 1987, 1988, 1990, 1991, 1996, 1997, 1998, 2000, 2001, 2002, 2004, 2005, 2006, 2008, 2010, 2014, - 4 -

2015, 2016, 2018, 2019, 2020, 2024, 2025, 2026, 2027, 2028, 2030, 2031, 2032, 2034, 2035, 2036, 2038, 2039, 2041, 2042, 2044, 2045, 2050, 2051, 2055, 2057, 2059, 2060, 2062, 2063, 2064, 2068, 2069, 2070, 2073, 2074, 2076, 2078, 2079, 2081, 2083, 2084, 2087, 2088, 2090, 2091, 2092, 2095, 2097, 2100, 2102, 2104, 2105, 2109, 2121, 2136, 2143, 2166, 2168, 2170, 2175, 2193, 2195, 2208, 2216, 2220, 2231, 2232, 2235, 2242, 2245, 2249, 2254, 2256, 2257, 2258, 2260, 2264, 2274, 2275, 2280, 2592, 2768, 2741, 2858, 3606, 3633, 3680, 3682, 3781, 3827, 4051) 4228, 4263, 4270, 3781, 4051, 4351, 4367, 4372, 4435, 4474, 4491, 4500, 4506, 4712, 4723, 4731, 4757, 4759, 4859, 4865, 4866, 4903, b) Inspreker maak hierbij bezwaar tegen de gang van zaken. Consequenties zijn niet duidelijk. Daarom is het wenselijk dat de besluitvorming in de huidige aanwijzingsprocedure wordt opgeschort en pas wordt voortgezet nadat via de beheerplannen duidelijkheid is geboden. (standaardbrief c: 33, 529, 863, 1316, 1319, 1322, 1323, 1325, 1326, 1328, 1337, 1338, 1340, 1341, 1344, 1348, 1352, 1356, 1358, 1365, 1366, 1367, 1376, 1379, 1380, 1381, 1383, 1384, 1385, 1386, 1387, 1388, 1391, 1395, 1397, 1398, 1402, 1404, 1406, 1407, 1408, 1409, 1411, 1413, 1415, 1416, 1417, 1421, 1422, 1423, 1425, 1426, 1433, 1435, 1438, 1439, 1441, 1442, 1445, 1446, 1455, 1456, 1457, 1458, 1462, 1464, 1465, 1467, 1468, 1469, 1471, 1472, 1475, 1476, 1477, 1479, 1484, 1754, 3309, 3312, 3734, 3750, 4283, 4284, 4283, 4284, 4438, 4465, 4525, 4573, 4578, 4603, 4655, 4705). c) Een besluit dient te berusten op deugdelijke motivering zoals staat in het Algemene Wet Bestuursrecht (AWB) artikel 3.26. Mijns inziens ligt het in de rede om concrete aanwijzing (inclusief) ambitieniveau uit te stellen tot een moment waarop alle consequenties in beeld gebracht zijn. (standaardbrief geen lid LTO: 2627, 2631, 2632, 2632, 2633, 2637, 2642, 2646, 2653, 2662, 2663, 2666, 2670, 2674, 2678, 2680, 2681, 2689, 2691) d) Het is onmogelijk om af te leiden wat de gevolgen zijn voor de huidige bedrijfsvoering en toekomstmogelijkheden. Deze gevolgen worden pas zichtbaar in de beheerplannen. Door deze volgorde is het pas op dat moment mogelijk om te beoordelen of de instandshoudingsdoelstellingen tot onevenredig nadeel zal leiden. Hierdoor ontstaat grote onzekerheid en beperkt de minister van LNV het recht tot inspraak. (standaardbrief b: 253, 263, 1117, 1138, 1139, 1147, 2601, 2623, 1656, 1754, 2124, 3038, 4462, 4463) e) De aanwijzingsbesluiten zijn in strijd met de beginselen van behoorlijk openbaar bestuur (3358) f) De term aanwijzingsbesluiten doet vermoeden dat LNV gebruik maakt van zijn aanwijzingsbevoegdheid en dat dus in het geheel geen bezwaar mogelijk is. (3310) g) In de inspraakwijzer wordt de wetswijziging aangekondigd waarbij het de opzet is om vergunningplicht op te heffen totdat het eerste beheerplan voor een gebied is vastgesteld. Inspreker volstaat hier met te stellen dat hij/zij het niet eens is met het wetsontwerp omdat hiermee bestaand gebruik kan worden gesanctioneerd dat de natuurdoelen negatief beïnvloedt en dat wellicht al lang niet als bestaande gebruik zou mogen worden betiteld. (788) h) Insprekers concluderen dat het verbinden van termijnen aan geformuleerde Natura2000-opgaven en instandhoudingsdoelen om meerdere redenen noodzakelijk is en verzoeken de minister van LNV - 5 -

daarom dergelijke termijnen alsnog in de aanwijzingsbesluiten op te nemen. (1032) i) Aan de zuidzijde van het gebied, daar waar de gemeentegrens wordt overschreden, bestaan er verschillende begrenzingen van het gebied. De begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur komt niet overeen met de HR-grens. Daarnaast bevinden de kwetsbare gebieden in het kader van de WAV zich weer op een andere plaats. Nu voor dit gebied nog niet duidelijk is hoe de bescherming in het beheerplan is geregeld, kan niet worden beoordeeld wat de gevolgen zijn van de aanwijzing van dit gebied als HR-gebied. Inspreker dringt er op aan niet eerder tot uitbreiding van het te beschermen gebied over te gaan tot het moment dat de instandhoudingsdoelstellingen en ontwikkelingsdoelen middels een beheerplan haalbaar en betaalbaar blijken te zijn. (724) j) Insprekers verzoeken het aanwijzingsbesluit te heroverwegen, althans het ontwerpbesluit zodanig aan te passen dat hun bezwaren worden ondervangen. (624) k) Voor zowel de Habitat- als de Vogelrichtlijn dienen de bij de selectie en begrenzing gebruikte gegevens gebaseerd te zijn op wetenschappelijk onderzoek, c.q. criteria. Cliënt betwijfelt of bij de vaststelling van de selectie en begrenzing de meest recente en actuele gegevens zijn gebruikt. Hiernaast bestaat het vermoeden dat er meer te beschermen flora en fauna is aangewezen dan strikt vanuit Europese regelgeving noodzakelijk is. Cliënt merkt wel alvast op dat een aantal habitatsoorten en vogels worden aangegeven in het ontwerp aanwijzingsbesluit die volgens cliënt hier niet of nauwelijks voorkomen. (4848) l) Bij de beschrijving van de habitat wordt niet aangegeven op welke locaties in het gebied een beschreven soort voorkomt, in welke aantallen en wat de ontwikkeling van deze soorten over de laatste 10 jaar is geweest. Informatie over het belang van de habitat soort in Nederlands respectievelijk Europees perspectief ontbreekt. Daarbij wordt niet aangegeven voor welke externe effecten deze soorten gevoelig zijn. Insprekers vinden dat deze informatie in de aanwijzingsbesluiten behoort. (704, 708,3358) m) Uit het besluit blijkt niet dan wel onvoldoende op welke wijze onderzoek is gedaan en op welke onderzoekgegevens het is gebaseerd. Het ontwerpbesluit met bijbehorende nota van toelichting voldoen niet aan de motiveringsvereisten. De openbare beschikbaarheid van gegevens is beperkt. (4048, 624) n) De door de minister van LNV ter inzage gelegde informatie is niet volledig. De indeling binnen de Natura2000 gebieden 53 en 59 in type natuur is niet aangegeven. Omdat de toegestane depositiewaarde op ieder type natuur verschillend is, is het noodzakelijk de indeling in typen natuur binnen een Natura2000 gebied onderdeel te laten zijn van de in deze procedure ter inzage gelegde informatie. Insprekers maken bezwaar tegen deze onvolledigheid van de ter inzage gelegde informatie. (742) o) In het aanwijzingsbesluit is het bestaande gebruik niet beschreven. Insprekers zijn van mening dat dit een tekortkoming is omdat dan ook niet gereageerd kan worden op bestaand medegebruik. (391) p) De instandhoudingsdoelen van Natura2000 zijn sterk bepaald door historische of actueel aanwezige waarden. De ontwikkelingen van de terreinen moeten gevolgd en geëvalueerde worden zodat de mate - 6 -

waarin doelen gehaald zijn bepaald kan worden. Duidelijkheid over de momenten van landelijke evaluatie en eventuele bijstelling van de Natura2000-doelen is noodzakelijk zodat interne planning en evaluatiemomenten hierop afgestemd kunnen worden. (391) q) Inspreker behoudt zich het recht voor de zienswijze in een later stadium aan te vullen. (386) r) Uit de ter inzage gelegde stukken is niet af te leiden of de instandhoudingsdoelstellingen en de begrenzing correct en redelijk zijn vastgesteld. (3392, 3398) s) Uit de rechtspraktijk en jurisprudentie blijkt dat nog steeds onduidelijk is wanneer een vergunning vereist is en tevens onder welke voorwaarden een vergunning kan worden verleend. Mede gelet op het feit dat zoveel waarde wordt toegekend aan de bescherming van de natuurgebieden zal het vrijwel onmogelijk zijn om aan te tonen dat bedrijfsactiviteiten zeker geen significante negatieve gevolgen hebben. Het is daarom in ieders belang dat er een nulsituatie wordt vastgelegd en dat alle activiteiten op een bepaald moment vergund worden, althans dat daarvan wordt gesteld dat hiervoor wordt geacht een vergunning te zijn verleend. (4835, 4848, 4846, 4813, 4814, 4816) t) Verzoek tot heroverwegen van het aanwijzingsbesluit. Of aanpassing van het ontwerpbesluit zodanig zodat verschillende bezwaren worden ondervangen. (624, 4048) u) Het besluit tot vaststelling van de lijst van communautaire gebieden door de Europese Commissie wordt gebruikt om bepalingen van de Nederlandse Natuurbeschermingswet vervroegd van kracht te verklaren. Dit terwijl deze wet een onjuiste en een veel verdergaande implementatie bevat van de onderhavige richtlijnen. (278) v) Het is nu voor bedrijven en verenigingen onmogelijk te bepalen wat de consequenties van de instandhoudingsdoelstellingen zijn op bedrijfs- en verenigingsniveau. Er is derhalve sprake van een transparante besluitvorming als het definitief vaststellen van de instandhoudingsdoelstellingen wordt opgeschort totdat vaststaat wat de gevolgen zijn voor de bedrijven en verenigingen en aan de hen de mogelijkheid is geboden om op dat moment bezwaar te maken. Immers pas als de gevolgen vaststaan, kan men pas beoordelen of de instandhoudingsdoelstellingen tot onevenredig nadeel (kunnen) leiden. Inspreker weet dus niet of hij/zij om inhoudelijke redenen bezwaar moet indienen. (863) w) Ik dring er op aan niet eerder tot uitbreiding van het te beschermen gebied over te gaan tot het moment dat de instandhoudingsdoelstellingen en ontwikkelingdoelen middels een beheerplan haalbaar en betaalbaar blijken te zijn. Voorts verzoekt de inspreker duidelijk in de kaart bij het aanwijzingsbesluit meenemen welke gedeelten binnen het gebied de status van voor verzuring kwetsbaar gebied hebben. Nu gaat deze informatie verloren. (724, 3781) x) Ook heeft de inspreker problemen met de gevolgde procedure. (3824) y) Hiermee raakt de aanwijzing van het gebied direct aan mijn belangen acht de inspreker het niet wenselijk dat vaststelling van de begrenzing en de natuurdoelstellingen nu plaatsvindt. (3827) z) Het voorgaande wordt gesterkt door het feit dat de minister van LNV eerste de doelstellingen heeft geformuleerd en pas in een volgende fase middels de beheerplannen gaat vaststellende hoe de doelstellingen gerealiseerd kunnen worden (4113) aa) Ik stel voor dat de minister van LNV thans gepubliceerde ontwerp-aanwijzingsbesluiten intrekt en - 7 -

aansluitend overgaat tot het zoeken naar haalbare instandhoudingsdoelstellingen. Insprekers adviseren de minister van LNV daarbij tegelijkertijd inhoud te geven aan de betreffende beheerplannen, zodanig dat de instandhoudingsdoelstellingen en beheerplannen op een zinvolle wijze op elkaar afgestemd zijn. (4113) bb) Insprekers doen dan ook een dringend beroep op uw wijsheid door het besluit in te trekken, en af te wachten tot de beheerplannen een beeld geven van de gevolgen die ontstaan rondom de door de minister van LNV aangewezen gebieden. (4138, 3961) cc) Waarom zijn belangrijke Haaksbergse natuurgebieden niet aangewezen, zoals het Lankheet, delen van Landgoed Twickel (b.v. Stepelerveld) en het Witte Veen. Dit zou naar onze mening alsnog moeten. (4508) dd) Verzoek om de aanwijzingsbesluiten in te trekken. Laat eerst concept beheerplannen opstellen waarin; zowel een goede ecologische onderbouwing wordt opgenomen, als de gevolgen voor de landbouw en andere functies in beeld worden gebracht. Wordt aangegeven hoe de overheid omgaat met compensatie voor de landbouw inzake waardedaling van betrokken bedrijven en gronden. (4536) ee) Inspreker verzoekt LNV daarom de aanwijzingsbesluiten in te trekken. Stel eerst de conceptbeheerplannen op met daarin een goede ecologische onderbouwing en de te nemen maatregelen. (4750) ff) Nog geen aanwijzing als Natura2000 gebied, consequenties moeten eerst beter in beeld worden gebracht. (4893) gg) Er is bepaald dat alleen diegenen die bezwaar aantekenen tegen de begrenzingen en instandhoudingsdoelstellingen van de 111 aan te wijzen Natura2000-gebieden later ook mogen inspreken op de concept-beheerplannen. Anderen niet. Er wordt bezwaar aangetekend tegen deze ondemocratische gang van zaken(4284). hh) Het betrekken van de omliggende bedrijven bij de voorbereiding van de aanwijzingsbesluiten voorkomt tegenwerking (4370). ii) Bij tellingen van de kamsalamander treedt een vertekening van de werkelijkheid op. Dit legt wel te grondslag voor het ontwerp-aanwijzingsbesluit. Dit getuigt van een onzorgvuldige motivering. (3505) jj) De instandhoudingsdoelstellingen zijn niet voldoende gemotiveerd. Het bevat een summiere toelichting op de doelen. Dit is geen behoorlijk bestuur. (3505) kk) Het is nu nog niet duidelijk voor welke werkzaamheden een vergunning aangevraagd dient te worden. (3532) ll) Inspreker behoudt zich het recht om later bezwaren toe te voegen. (3631) mm) Het denken eerst bestemmen en daarna beschrijven wat er aanwezig is (beheerplannen) betekend dat het gebied ruimtelijk wordt vastgelegd met de eveneens aanwezige landbouwgronden langs de rand. Deze randen kunnen, mocht blijken bij het opstellen van de beheerplannen, niet meer worden omgezet naar de oorspronkelijke situatie. (3652) nn) Gebieden zijn ecologisch onvoldoende onderbouwd. Analyse van de ontwikkeling van habitat en omgevingseisen van verschillende habitat soorten sporen niet met elkaar. (3652) - 8 -

oo) Ondergetekende tekent bezwaar aan tegen het Ontwerp aanwijzingsbesluit Natura2000 gebied 42 zolang niet duidelijk is welke gevolgen dit heeft voor het gebruik, de ontwikkeling en de bestemming van ons eigendom. (3675) pp) Met de door het ministerie genoemde documenten is niet herleiden hoe onderzoek is uitgevoerd en wat de precieze uitkomsten waren. (3684) qq) De Natura2000-gebieden zijn geïnventariseerd op de aanwezigheid van bepaalde planten- en diersoorten. Uit deze inventarisaties zullen te zijner tijd beheersmaatregelen voortvloeien. Zolang deze maatregelen niet bekend zijn, heeft het geen zin om concrete bezwaren in te dienen. Ter veiligstelling van rechten wordt er daarom nu een zienswijze ingediend. (610) rr) Inspreker vraagt om de daadwerkelijke aanwijzing uit te stellen tot alle consequenties van de aanwijzing bekend zijn. (3592) ss) Gelet op de afwezigheid van actuele waarden, wordt verwacht dat de gronden waar de waarden niet aanwezig zijn, uit de begrenzing worden gehaald (3350, 4270) tt) Op dit moment zijn veel gevolgen voor de land- en tuinbouw onduidelijk. Het zou van zorgvuldig overheidshandelen getuigen wanneer de aanwijzing en de begrenzing van de gebieden eerst plaatsvindt nadat alle consequenties van de aanwijzing in beeld zijn, zodat dan door de belanghebbenden een integrale zienswijze gegeven kan worden. (841) uu) Om de Natura2000-gebieden in stand te houden en te ontwikkelen moet er nog veel werk verzet worden. Met de huidige snelheid van uitvoering is dit voor een aantal kritische soorten te laat (4370) vv) De zienswijzen dienen nader te worden betrokken bij de verdere planvorming. (3310) 1.3 Beheerplannen a) Op dit moment loopt de procedure tot aanwijzing van de begrenzing en de instandhouding voor Natura2000-gebieden. Na de vaststelling van deze begrenzing en doelen zal per gebied in een beheerplan worden uitgewerkt welke maatregelen nodig zijn om het beoogde eindbeeld te kunnen realiseren. (standaardbrief c: 33, 863, 1316, 1319, 1322, 1323, 1325, 1326, 1328, 1337, 1338, 1340, 1341, 1344, 1348, 1352, 1356, 1358, 1365, 1366, 1367, 1376, 1379, 1380, 1381, 1383, 1384, 1385, 1386, 1387, 1388, 1391, 1395, 1397, 1398, 1402, 1404, 1406, 1407, 1408, 1409, 1411, 1413, 1415, 1416, 1417, 1421, 1422, 1423, 1425, 1426, 1433, 1435, 1438, 1439, 1441, 1442, 1445, 1446, 1455, 1456, 1457, 1458, 1462, 1464, 1465, 1467, 1468, 1469, 1471, 1472, 1475, 1476, 1477, 1479, 1484, 1754, 3309, 3312, 3734, 3750, 4283, 4284, 4438, 4525, 4573, 4578, 4603, 4655, 4705) b) Het bedrijf valt binnen de invloedsfeer van het Natura2000-gebied x. tot heden is het de inspreker niet duidelijk wat de consequenties zijn van die aanwijzing voor het bedrijf, de bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijf. Vragen daarover worden doorverwezen naar (procedure bij vaststelling van) het beheerplan. En dat kan nog drie jaar duren. (standaardbrief c: 33, 529, 863, 1316, 1319, 1322, 1323, 1325, 1326, 1328, 1337, 1338, 1340, 1341, 1344, 1348, 1352, 1356, 1358, 1365, 1366, 1367, 1376, 1379, 1380, 1381, 1383, 1384, 1385, 1386, 1387, 1388, 1391, 1395, 1397, 1398, 1402, 1404, 1406, 1407, 1408, 1409, 1411, 1413, 1415, 1416, 1417, 1421, 1422, 1423, 1425, - 9 -

1426, 1433, 1435, 1438, 1439, 1441, 1442, 1445, 1446, 1455, 1456, 1457, 1458, 1462, 1464, 1465, 1467, 1468, 1469, 1471, 1472, 1475, 1476, 1477, 1479, 1484, 1754, 3309, 3312, 3734, 3750, 4283, 4284, 4283, 4284, 4438, 4465, 4525, 4573, 4578, 4603, 4655, 4705) c) De leden gaan ervan uit dat de activiteiten op normale wijze kunnen doorgaan. Ook na de opgestelde beheerplannen dienen de activiteiten door te gaan zonder dat apart voor vergunningen op grond van de Nb-wet getoetst moet worden (303, 2965, 2971, 2972, 2980, 2989, 3003, 4518) d) Cliënt wil de mogelijkheid behouden om zijn bedrijf in de nabije toekomst uit te breiden. Er moet nu worden ingesproken op de aanwijzing van de natuurgebieden terwijl nog niet duidelijk is welke consequenties c.q. rechtsgevolgen dit aanwijzingsbesluit heeft. Er zullen immers later beheerplannen opgesteld worden, waarmee een concrete invulling zal plaatsvinden van de instandhoudingsdoelstellingen. Kortom, hoewel de gelegenheid wordt geboden om in te spreken op het ontwerp-besluit zijn de (rechts)gevolgen van het besluit nog niet bekend en moet maar van bepaalde aannames worden uitgegaan. (3463, 4128 4835, 4846, 4848, 4813, 4814, 4816) e) De vereniging ziet Natura2000 als een verbetering van de mogelijkheden van biodiversiteit. De vereniging wil daarom graag betrokken blijven bij de opstelling van de beheerplannen. (3831, 3882, 4062) f) Het Landgoed Het Waarrecht kijkt er naar uit om met de andere betrokkenen een constructief en haalbaar beheerplan op te stellen. (850) g) Er wordt verzocht om de procedure stop te zetten totdat de beheerplannen in concept zijn opgesteld. (883) h) Na het vaststellen van de aanwijzingsbesluiten ontstaat een overbruggingsperiode van maximaal drie jaar tot de beheerplannen zijn vastgesteld. Er is nog geen duidelijk toetsingskader voor alle ingrepen bekend. Daardoor is er sprake van onvoldoende inzicht in de gevolgen van de aanwijzingsbesluiten. Het ontbreken van toetsingskaders kan problemen geven in het toetsen en beoordelen van effecten van ontwikkelingen en het vaststellen van plannen, vergunningen en ontheffingen. (709) i) De verschillende statussen van de aanwijzingen, de verschillende afstanden en hun specifieke beschermingsdoelstellingen laten zich straks nauwelijks in een begrijpelijke considerans voor een milieuvergunning vatten. Inspreker gaat er hierbij van uit dat de noodzakelijke beschermingsmaatregelen elkaar niet tegenwerken. Ook hier pleiten de inspreker ervoor te wachten met de vaststelling van de aanwijzingsbesluiten tot het moment dat de beheerplannen onherroepelijk zijn en dus ook duidelijk is wat haalbaar en betaalbaar is. Inspreker dringt er op aan de grenzen zodanig vast te stellen dat het invloedgebied niet groter wordt (724) j) In het ontwerp-aanwijzingsbesluit worden zogenoemde instandhoudingsdoelstellingen vastgelegd. Hierover bestaat pas meer duidelijkheid op het moment dat er beheerplannen worden opgesteld. Deze fase is echter pas aan de orde na de definitieve aanwijzing. Hierdoor ontstaat een volstrekt onwerkbare situatie. Het conceptbesluit is op dit punt in strijd met de zorgvuldigheidseisen. Immers, op dit moment is volstrekt onduidelijk wat de concrete gevolgen op bedrijfsniveau zullen zijn van het voorgenomen besluit. (624, 4048) - 10 -

k) De feitelijke gevolgen voor de omgeving zullen pas in de beheerplannen duidelijk worden. Dat roept de vraag op of er wel sprake is van een juiste volgtijdigheid. Indien de minister van LNV vasthoudt aan deze volgorde is het van belang vast te stellen dat zonodig een reparatiemoment nodig is als de aanwijzing in de praktijk zodanig gevolgen heeft dat die maatschappelijk ongewenst zijn. (709) l) Voor de bepaling van de eventuele verstoring van dieren door waterrecreanten bestaan helaas geen door alle partijen gedragen afspraak. Inspreker verwacht daardoor bij het opstellen van de beheerplannen en de daarop volgende vaststellingsprocedure problemen gaan ontstaan. Daarom dringt de inspreker erop aan dat er op korte terrmijn zulke afspraken tot stand zullen komen en verzoekt LNV dit streven te ondersteunen. (391) m) Inspreker willen bij de totstandkoming van de beheerplannen worden betrokken om een goede afweging met alle belanghebbenden te kunnen maken en het bestaande en gewenste gebruik op een juiste wijze te kunnen afstemmen. (391) n) Inspreker willen de minister van LNV erop wijzen dat het voor onze organisatie niet acceptabel zal zijn als door de maatregelen in de toekomstige beheerplannen gebieden beperkt toegankelijk of zelfs geheel afgesloten zullen worden. (391) o) Er bestaat nog steeds geen eenduidig en helder inzicht in de ruimtelijke en planologische consequenties van de aanwijzing. Dit wreekt zich bijvoorbeeld met het opstellen van nieuwe bestemmingsplannen en hierdoor kunnen kleinschalige ontwikkelingen worden geremd. Ook staat het huidige gebruik en de bouwmogelijkheden welke zijn toegestaan op basis van het vigerende bestemmingsplan ter discussie. Een belangrijk aspect in het kader van toetsing blijft achtergronddepositie. Er dient snel duidelijkheid te komen over hoe om te gaan met de reeds aanwezige achtergronddepositie. De gemeente Zwartewaterland hoopt op meer duidelijkheid bij het opstellen van de beheerplannen. (753) p) Zolang de beheerplannen nog ontbreken blijft er onzekerheid bestaan over de gevolgen. Daarom moet prioriteit worden gegeven aan het opstellen van de beheerplannen voor de gebieden met voldoende ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw en financiële middelen ter compensatie van negatieve economische gevolgen. (708) q) De ondernemers zullen moeten afwachten of voor hen plaats is in het beheerplan. Dit betekent concreet dat de ondernemers 3 jaar (of wellicht nog langer) in onzekerheid zullen leven. (704) r) Inspreker gaat ervan uit dat bij het opstellen van de beheerplannen alle belanghebbenden in het gebied worden betrokken en dat belangen evenwichtig worden afgewogen. (709) s) Inspreker is van mening dat de ontwikkeling van de waterrecreatie en de natuurontwikkeling jarenlang goed hebben kunnen samengaan en dat de natuur voor veel waterrecreanten juist een belangrijke factor is voor genieten op en om het water. Daarom is de mening dat dit moet kunnen blijven bestaan en dat de beheerplannen deze beleving op en rond het water niet mogen belemmeren. (391) t) Insprekers lijden schade ten gevolge het aanwijzingsbesluit. Het is op dit moment nog niet aan te geven in welke mate deze zich zal voordoen. Hierbij is van belang dat dit mede afhankelijk is van het voornemen tot een bedrijfsuitbreiding en of een gevraagde vergunning hiervoor zal worden verleend, - 11 -