Juridische Afdeling CO 1363

Vergelijkbare documenten
De administrateur-generaal

VADE-MECUM BETREFFENDE HET AFZIEN VAN TERUGVORDERING (Versie januari 2004)

Het recht op een forfaitaire bijslag moet onderzocht worden per kind.

Juridische Afdeling. Betreft: Programmawet van 20 juli 2006 Onverschuldigde betalingen: nieuwe verjaringstermijnen

Departement Controle

De administrateur-generaal

De administrateur-generaal. Betreft: Handvest van de sociaal verzekerde - Informatie- en motiveringsplicht

Bijlage 2: vragen - antwoorden

Juridische afdeling Departement Controle CO 1356

De administrateur-generaal

MAANDELIJKSE FINANCIËLE AANGIFTE - Februari 2015

Departement Controle. Betreft: Eenoudergezinnen - Verhoging van de maandelijkse toeslag - Verhoging van de inkomensgrens

De administrateur-generaal

Juridisch bulletin.

De administrateur-generaal

De administrateur-generaal,

Graag had ik cijfers verkregen betreffende de terugvordering van uitgekeerde kinderbijslag met uitsplitsing van de gegevens per jaar.


De administrateur-generaal

Recht op kinderbijslag voor jongeren die hun studies buiten het Belgische grondgebied voortzetten

De administrateur-generaal

Juridisch bulletin. Wetgeving

De administrateur-generaal

De administrateur-generaal

A. Verduidelijkingen over het begin van de toekenningsperiode als werkzoekende

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid. Domein Regelgeving Kinderbijslag. Ministeriële Omzendbrief nr.

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Juridisch bulletin. Dienstvoorschriften

Juridisch bulletin. Dienstvoorschriften

Toepassing van CO 1393 op het gebied van de sociale controle

Business-rules: Wanneer en welke gegevens over betaling van kraamgeld, adoptiepremie en kinderbijslag in het Kadaster inbrengen?

Juridisch bulletin. Dienstvoorschriften

Informatie over de nieuwe procedure voor het beheer en de verwerking van de thuiscontroles via de toepassing FAMICONTROL

Juridische Afdeling Departement Controle CO 1369

Juridisch bulletin.

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 2 juli 2007;

De administrateur-generaal

Het recht op deze toeslag wordt gecontroleerd aan de hand van de gegevens over uw inkomsten, die we opvragen bij de FOD Financiën.

Juridisch bulletin.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de Bijzondere Wet van 9 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen, artikel 20;

VR DOC.0395/2BIS

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 13 januari 2003;

De administrateur-generaal

VR DOC.0557/4

Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

De administrateur-generaal

VR DOC.0557/5

1. BEPALING VAN DE WERKLOZEN DIE HET RECHT OP EEN INSCHAKELINGSUITKERING NA 36 MAANDEN VERLIEZEN

Hof van Cassatie van België

de Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de minister-president en de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

De administrateur-generaal

Juridische Afdeling. Betreft: Verordeningen 883/2004 en 987/2009: nieuwe Europese socialezekerheidsverordening van toepassing vanaf 1 mei 2010

Betekenis vakken BTW-aangifte KADER II : UITGAANDE HANDELINGEN

Hof van Cassatie van België

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER 1996

Uitbreiding leeftijdscategorie in het raam van de nieuwe evaluatieregeling.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

(Inwerking getreden op 1 augustus 2009 Belgisch Staatsblad: 4 augustus 2009)

De administrateur-generaal

FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID. Directie-generaal Sociaal Beleid Domein Regelgeving. Kinderbijslag. Omz. Nr 600

Rolnummer Arrest nr. 162/2009 van 20 oktober 2009 A R R E S T

Rubriek 404 Werkgevers, L/R bijdragen en premies voor beroepsziekten.

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Federale Overheidsdienst FINANCIEN

De administrateur-generaal

Rolnummer Arrest nr. 86/2004 van 12 mei 2004 A R R E S T

De administrateur-generaal

De administrateur-generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire Rijksbrede handelwijze bij terugvordering

GESCHILLENCOMMISSIE BESLISSING NR. 2019/ MEI 2019 REPERTORIUMNR. GC/19/A0009

2. Bijslag ingehouden ter aanzuivering vd eigen deb. 0,00 0,00 0,00 volgens werkelijke. 2. Niet-Verschuldigde bijdragen 0,00 0,00 0,00

De administrateur-generaal

Op deze vergadering werden vele vragen gesteld door de kinderbijslaginstellingen, en daarna ook per . Met deze dienstbrief willen we dan ook:

Betreft: Toepassing van artikel 44bis KBW ingeval van plaatsing van het kind met een beschermd recht

AANHEF. Overwegende de noodzaak om de acties van die entiteiten met name na de overgangsperiode te coördineren;

/ALGEMEEN [llieheers(çomite

BIJLAGE IIIa bij CO 1386/2017 FICHE. DE STUDENT en de WERKZOEKENDE SCHOOLVERLATER in de BEROEPSINSCHAKELINGSTIJD. + Schema in bijlage

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Hof van Cassatie van België

De administrateur-generaal

WET VAN 29 MAART betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976)

Hof van Cassatie van België


De HZIV voert dit type opzoekingen ook uit voor zorgverstrekkers, voornamelijk voor grote ziekenhuiscentra.

Kennisgevingsprocedure voor de instellingen voor collectieve belegging naar Belgisch recht die voldoen aan de voorwaarden van Richtlijn 2009/65/EG

II/C/996/126/IN - Familierechtbank - Bijlage 1 Voorbeelden Casus Principes Oplossing Vonnis in toepassing van artikel 69, 1, 5 lid AKBW: aanduiding va

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 143

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 TER VAN 27 NOVEMBER 1981 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN SOCIALE VOORDELEN TEN LASTE

Hof van Cassatie van België

Federale Overheidsdienst Justitie ---

Hof van Cassatie van België

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

2. Hoe de begindatum van de toekenningsperiode vaststellen? Wat is de precieze betekenis van de notie nieuwe studies in het koninklijk besluit?

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 augustus 2000;

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 24 juni 2005; A. SITUERING, ONDERWERP EN RECHTVAARDIGING VAN DE AANVRAAG

Juridisch bulletin. Wetgeving

[KONINKLIJK BESLUIT VAN 18 NOVEMBER houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen.]

Betreft: Recht op kinderbijslag voor uw zoon/dochter XXXX - School-/academiejaar en later

Raadpleging van de gegevens betreffende niet-vergoede werklozen flux L035 (P063 in de terminologie van het Kadaster)

TITEL I Algemene bepalingen

Transcriptie:

Trierstraat 70 B-1000 Brussel Juridische Afdeling CO 1363 datum 15.03.2007 III/06/CO 1363/DIM onze ref. uw ref. contact Koen De Fyn attaché telefoon 02-237 21 10 02-237 21 12 Betreft Afzien van terugvordering van onverschuldigde bijslag als de schuldenaar in het buitenland woont Wijziging van het vademecum gevoegd bij CO 1346 van 15 december 2003 Mevrouw, Mijnheer, 1. Inleiding Artikel 4 van het koninklijk besluit van 26 juni 1987 tot uitvoering van artikel 119bis 1 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders is gewijzigd door het koninklijk besluit van 5 augustus 2006, dat verscheen in het Belgisch Staatsblad van 22 september 2006 (zie bijlage). Dat artikel behandelt de mogelijkheid om af te zien van terugvordering van debetten als de schuldenaar buiten België woont. Volgens de nieuwe bepaling kan voortaan afgezien worden van zowel gerechtelijke vervolging als gedwongen uitvoering ten aanzien van debiteurs die in het buitenland wonen en geen voor beslag vatbare goederen bezitten in België. Door de voorwaarden te versoepelen voor de fondsen om af te zien van de terugvordering van ten onrechte betaalde kinderbijslag als de debiteur in het buitenland woont, kunnen de problemen vermeden worden die verbonden zijn aan het verkrijgen van betrouwbare informatie over eventuele voor beslag vatbare goederen van de debiteur en aan het verkrijgen van een vonnis dat in het buitenland uitgevoerd moet worden. Hierna volgende de administratieve richtlijnen voor de uitvoering van het nieuwe artikel 4 van het genoemde koninklijk besluit, en daarnaast de wijzigingen aan het vademecum gevoegd bij CO 1346 van 15 december 2006, dat voortaan in de nieuwe versie toegepast moet worden bij de afhandeling van dossiers betreffende afzien van terugvordering. Het aangepaste vademecum in beschikbaar in Famidoc. 1 Wettelijke basis voor het afzien van terugvordering

page 2 2. Behandeling van dossiers van debiteuren die in het buitenland wonen Het invoeren en naleven van een procedure na afloop waarvan het fonds kan beslissen of het al dan niet afziet van een debet ten aanzien van een in het buitenland wonende debiteur, zorgt voor een homogene behandeling van de dossiers in de hele kinderbijslagregeling. In de praktijk herbegint een fonds dat verneemt dat zijn debiteur naar het buitenland vertrokken is, de behandeling van het debet ab initio 2. Het behandelt dit debet dus zoals de andere debetten en stuurt de debiteur een vraag om terugbetaling en daarna een (of meer) rappel(s). Als de debiteur in een land van de EU of de EER of in Zwitserland woont, contacteert het fonds het bevoegde verbindingsorgaan om na te gaan of het debet niet teruggevorderd kan worden via inhoudingen op socialezekerheidsuitkeringen verschuldigd in het nieuwe woonland. Bij gebrek aan een positieve reactie vanwege de debiteur, d.w.z. als hij een maand na de laatste rappel nog niet terugbetaald heeft of zelfs niet geantwoord heeft, gaat het fonds na of hij bezittingen heeft in België. Als daarbij blijkt dat de debiteur goederen bezit in België, worden die te gelde gemaakt nadat zonodig een vonnis is verkregen en voor zover de verkoop voldoende zal kunnen opbrengen om de kosten te dragen. Bij gebrek aan verkoopbare goederen of als de waarde daarvan onvoldoende is, blijft de debiteur na de laatste ingebrekestelling die hem toegestuurd is, geïntegreerd in het kadaster 3 gedurende de verjaringstermijn bepaald in artikel 120 KBW, namelijk 3 jaar, tenzij het debet te wijten is aan een fout van het fonds (1 jaar), of aan kwade trouw van de debiteur (5 jaar). Het fonds blijft dan informatie ontvangen over eventuele wijzigingen aan de wettelijke en socioprofessionele gegevens betreffende de debiteur. Als de debiteur in die periode terugkomt naar België is (en zich in een gemeente laat inschrijven) of opnieuw Belgische socialezekerheidsuitkeringen ontvangt, verneemt het fonds dat onmiddellijk en neemt het opnieuw contact op met hem. Het is pas nadat de termijn bepaald in artikel 120bis KBW verlopen is, dat het kinderbijslagfonds het debet ten laste van zijn reservefonds mag boeken. Die boeking steunt dan op artikel 4 van het koninklijk besluit van 26 juni 1987. 2 Of de debiteur voor of na het verkrijgen van het vonnis naar het buienland vertrekt, heeft geen belang. Als de debiteur vertrekt in de loop van een procedure, moet het fonds die echter voortzetten alvorens de in de CO bepaalde regeling toe te passen. 3 Technisch gezien blijft het dossier 'actief in beraad' zodat de fonds verder de elektronische gegevens ontvangt.

page 3 3. Weerslag Met het oog op een gelijke behandeling van alle sociaal verzekerden, wordt voor debiteuren die spoorloos verdwenen zijn deels dezelfde procedure toegepast als voor debiteuren die naar het buitenland vertrokken zijn. Zodra een fonds verneemt dat een van zijn debiteuren verdwenen is, gaat het na of hij nog voor beslag vatbare goederen bezit in België. Als de debiteur voldoende goederen bezit, worden die te gelde gemaakt. Anders, dus als er geen of onvoldoende goederen zijn, blijft de verdwenen debiteur geïntegreerd in het kadaster gedurende een periode die overeenstemt met de verjaringstermijn bepaald in artikel 120bis KBW. Die termijn begin te lopen vanaf de laatste ingebrekestelling in het dossier en varieert naar gelang van de oorzaak van het debet. Na afloop van de termijn wordt het debet afgeboekt van het reservefonds als technisch onmogelijk terug te vorderen (art. 91, 4, 4 of 106, 5 KBW). 4. Bijwerking van het vademecum gevoegd bij CO 1346 van 15 december 2003 wijzigingen In punt IV.1.2.1. van het vademecum, "De debiteur is verdwenen" wordt de eerste alinea vervangen door de volgende tekst. "Als een kinderbijslagfonds verneemt dat een debiteur spoorloos verdwenen is, gaat het na of hij nog voor beslag vatbare goederen bezit in België 4. Als de debiteur voldoende goederen bezit die te gelde gemaakt kunnen worden, wordt daartoe overgegaan. Bij gebrek aan verkoopbare goederen of als de waarde daarvan onvoldoende is, blijft de debiteur geïntegreerd in het kadaster zolang de verjaringstermijn loopt bepaald in artikel 120 KBW, namelijk 3 jaar na de laatste ingebrekestelling in het dossier 5, tenzij het debet te wijten is aan een fout van het fonds (1 jaar), of aan kwade trouw van de debiteur (5 jaar). Daardoor blijft het fonds informatie ontvangen over eventuele wijzigingen aan de wettelijke en socioprofessionele gegevens van de debiteur. Als het fonds in die periode verneemt dat de debiteur opnieuw in België is of Belgische socialezekerheidsuitkeringen ontvangt, neemt het opnieuw contact op met hem. Na afloop van de termijn boekt het kinderbijslagfonds het debet af van zijn reservefonds, als technisch onmogelijke terugvordering ( art. 91, 4, 4 of 106, 5 KBW)." 4 Zoals voorgeschreven onder b ) van punt IV 2.3.2.1.3. van het vademecum 5 Voor de berekening van de verjaringstermijn moet CO 1360 van 1 augustus 2006 toegepast worden.

page 4 Punt IV 2.3.2.1.3. "De debiteur woont in het buitenland" wordt als volgt gewijzigd: "Het koninklijk besluit van 26 juni 1987 (artikel 4) bepaalt dat de kinderbijslaginstellingen kunnen afzien van gerechtelijke vervolging en van de gedwongen uitvoering van een vonnis ten opzichte van een debiteur die in het buitenland woont en geen voor beslag vatbare goederen bezit in België. Voor debiteurs die in het buitenland wonen en geen voor beslag vatbare goederen bezitten in België, kan het fonds dus zowel de gerechtelijke vervolging als de gedwongen uitvoering achterwege laten. De terugvordering in het buitenland wordt ambtshalve als te onzeker of te duur beschouwd om ze in te zetten ten opzichte van een debiteur die buiten België woon.," In de praktijk moeten dossiers van in het buitenland wonende debiteuren als volgt behandeld worden: a) Voorafgaande fase Het fonds behandelt het debet op de gewone manier, dus het dossier wordt behandeld zoals de overige debetdossiers: er wordt een vraag om terugbetaling verzonden, gevolgd door een (of meer) rappel(s). Als de debiteur in een land van de EU of de EER of in Zwitserland 6 woont,moet het fonds echter ook nagaan bij het verbindingsorgaan om na te gaan of het debet niet teruggevorderd kan worden via inhoudingen op socialezekerheidsuitkeringen verschuldigd in het nieuwe woonland. b) Eventuele voor beslag vatbare goederen in België Als de eerste fase geen resultaat oplevert, d.w.z. als de debiteur een maand 7 na de laatste rappel nog niet terugbetaald heeft of zelfs niet geantwoord heeft, gaat het fonds na of hij bezittingen heeft in België. Daartoe volstaat het dat het fonds via de elektronische gegevensstromen nagaat of de debiteur socialezekerheidsuitkeringen ontvangt in België en bij de bevoegde directie 8 van de Registratie en Domeinen of van het Kadaster informatie inwint over eventuele onroerende goederen van de debiteur in België. c) uitvoering Als blijkt dat de debiteur voor beslag vatbare goederen bezit in België, worden die te gelde gemaakt nadat zonodig een vonnis is verkregen, weliswaar voor zover de verkoop voldoende zal kunnen opbrengen om de kosten te dragen. 6 Die procedure is alleen mogelijk ten opzichte van de lidstaten van die organisatie en ten opzichte van Zwitserland. Op grond van artikel 111.2 van verordening 1408/71 zijn die landen namelijk verplicht tot onderlinge administratieve hulp binnen Europa. 7 Als een beroep gedaan wordt op het verbindingsorgaan wacht het fonds een redelijke termijn alvorens de procedure voort te zetten. 8 Naargelang van de laatst bekende woonplaats van de debiteur

page 5 d) Periode waarin de debiteur geïntegreerd blijft in het kadaster Bij gebrek aan verkoopbare goederen of als de waarde daarvan onvoldoende is, blijft de debiteur geïntegreerd in het kadaster zolang de verjaringstermijn loopt bepaald is in artikel 120 KBW, namelijk 3 jaar, tenzij het debet te wijten is aan een fout van het fonds (1 jaar), of aan kwade trouw van de debiteur (5 jaar). Daardoor blijft het fonds informatie ontvangen over eventuele wijzigingen aan de wettelijke en socioprofessionele gegevens van de debiteur. Als het fonds in die periode verneemt dat de debiteur opnieuw in België is of Belgische socialezekerheidsuitkeringen ontvangt, neemt het opnieuw contact op met hem. e) Afzien van de terugvordering Het pas na afloop van de 4 e fase, dus nadat de termijn bepaald in artikel 120bis KBW verlopen is, dat het kinderbijslagfonds het debet ten laste van zijn reservefonds mag boeken. Die boeking steunt dan uitsluitend op artikel 4 van het koninklijk besluit van 26 juni 1987 (in het buitenland gevestigde debiteur)." 5. Inwerkingtreding Aangezien het koninklijk besluit van 5 augustus 2006 in werking getreden is op 1 oktober ll, is deze procedure onmiddellijk van toepassing voor dossiers waarvoor onderzocht wordt of afgezien kan worden van terugvordering. Ik dank u voor uw medewerking Hoogachtend Johan Verstraeten (g.) administrateur-generaal