Begrote gemeentelijke uitgaven aan openbare bibliotheken

Vergelijkbare documenten
Gemeenten en de spreiding van opdrachten voor schilderwerk

Stand van zaken gemeentelijke woonvisies

Persoonlijke gegevens raadsleden

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten eindmeting, januari 2006

Persoonlijke gegevens van wethouders

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/ /2012

Klanttevredenheid Informatiepunt Duurzaam Veilig Verkeer

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Persoonlijke achtergrondgegevens burgemeesters

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

De aanvullende tandzorgverzekering Samenvatting Bijna iedereen heeft een aanvullende verzekering Aanvullend verzekerd voor:

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

Uitstroommonitor praktijkonderwijs

Persoonlijke gegevens raadsleden

Financiering in het MKB

Tabellenrapportage Quickscan leerlingendaling VO. schoolbesturen, gemeenten en provincies

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2016 vs 2015

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Samenvatting van de monitor en de volgmodules najaar 2013

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Inkopen en aanbesteden. De stand van zaken bij de Nederlandse gemeenten

Persbericht. Werkloosheid in alle provincies gedaald

Rapport tevredenheid burgers Wmo Gemeente Oss

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Bekendheid Overijsselse regio s. Rapportage meting 4 (december 2012)

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof AA Den Haag

Persbericht. Gevoelens van onveiligheid iets verminderd. Centraal Bureau voor de Statistiek

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Leenonderzoek Verbouwingen De cijfers 2017 vs 2016

Monitor Impuls brede school, sport en cultuur, rapportage 1-meting. Stand per en verwachting per Samenvatting

KENGETALLEN MOBILITEITSBRANCHE

Kengetallen mobiliteitsbranche

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies

Quickscan leerlingendaling PO en VO Schoolbesturen, gemeenten, provincies

Jeugdzorg Plus. Plaatsings- en uitstroomgegevens Vijf zorggebieden. Leeswijzer. 1 Zorggebied Noord-West: de provincies Noord-Holland en Utrecht

Hondenbeleid Deventer Eindmeting

Tabellenrapportage quickscan leerlingendaling. schoolbesturen en gemeenten

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Ontwikkeling leerlingaantallen

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen

Woningmarktcijfers Nederland derde kwartaal 2008

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsmarkt: verschil tussen Utrecht en Noorden van het land blijft groot

Factsheet Schorsingen en Verwijderingen Trends, analyses en wetenswaardigheden

Bekendheid Overijsselse regio s

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

KvK-Bedrijvendynamiek

Inhoudsopgave. 1 Voorwoord 3. 2 Achtergrond onderzoek 4. 3 Onderzoeksopzet 5. 4 Resultaten 7. 5 Bijlagen 16. Verdeling respons 16

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet

ICT in het basis- en voortgezet onderwijs. Schooljaar

Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld

Vergelijking resultaten

Onderzoek Ondernemers 2017

rapportage Advisering over duurzamere alternatieven voor de cv-ketel april 2018

Inspectieresultaten Rookvrije Horeca; juli t/m november 2008

Persoonlijke gegevens van Wethouders

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering

Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis?

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Graydon Kwartaalmonitor

CIJFERS UIT DE REGISTRATIE VAN FYSIOTHERAPEUTEN Peiling 2003

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

Diversiteit in de Provinciale Staten

Monitor naleving rookvrije werkplek 2006

Nieuwsflits Arbeidsmarkt juli 2013

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

De woningmarkt in Goirle ; jongeren die terug willen keren. Woonbehoefte van jongeren die terug willen verhuizen naar de gemeente Goirle

Onderwijs in Kaart 2018 Cijfermatige onderwijsontwikkelingen in Noord-Brabant HBO

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

Provinciale ambtsdragers Inleiding en werkwijze

Stadspanel: Oud en nieuw 2018

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor

Kengetallen Mobiliteitsbranche

Graydon Kwartaal Monitor. Kwartaal

Bekendheid Overijsselse regio s

Resultaten enquête gemeenten en openbare oplaadpunten

Nationaal Leenonderzoek Analyse van tienduizenden leningaanvragen uit 2016

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Graydon Kwartaalmonitor

Graydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4

Resultaten BTO. Belanghebbenden Tevredenheids Onderzoek. BRZO inspectiejaar Dit rapport is opgesteld door de werkgroep Monitoring

Bekendheid Overijsselse regio s

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

Jeugdzorg Plus plaatsingsgegevens

De Staten na de verkiezingen van 2015

Uitstroommonitor praktijkonderwijs Samenvatting van de monitor en de volgmodules najaar 2014

Nederlands bedrijfsleven. Graydon Barometer Betaalgedrag

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg

Woonwagenstandplaatsen in Nederland. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 10 oktober Eindrapportage

Transcriptie:

Begrote gemeentelijke uitgaven aan openbare bibliotheken 2004-2005 Maart 2005

Colofon Samenstelling drs. K.A.P.W. (Karianne) Smeets Vormgeving binnenwerk V. Loppies Druk Sector Document Processing, VNG SGBO Onderzoeks- en Adviesbureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten Postbus 30435 2500 GK Den Haag SGBO 3643/443 Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van SGBO. Aan de totstandkoming van deze publicatie is de grootst mogelijke zorg besteed. SGBO kan echter niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.

Inhoudsopgave blz. 1 1 Inleiding 1 1.1 Vraagstelling 1 1.2 Randvoorwaarden onderzoek 2 1.3 Resultaat van het onderzoek 2 1.4 Leeswijzer 3 2 2 Onderzoeksmethode 4 2.1 Veldwerk 4 2.2 Analyse en rapportage 4 3 3 Onderzoeksresultaten 5 3.1 Inleiding 5 3.2 Respons 5 3.3 Gemeentelijke uitgaven aan bibliotheken 6 3.4 Achtergronden van wijzigingen in uitgaven aan bibliotheken 8 4 4 Samenvatting en conclusies 10

1 Inleiding Het Procesbureau Bibliotheekvernieuwing heeft als taak de bibliotheekvernieuwing te stimuleren, faciliteren en regisseren. Het procesbureau doet dit in nauw overleg met gemeenten, provincies, rijksoverheid en de bibliotheekbranche. Ten behoeve van een goede uitvoering van zijn werkzaamheden heeft het Procesbureau Bibliotheekvernieuwing behoefte aan een feitelijk inzicht in de begrote uitgaven van gemeenten aan bibliotheken. In opdracht van het procesbureau heeft SGBO, het onderzoeks- en adviesbureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in de eerste helft van 2004 de begrote gemeentelijke uitgaven aan bibliotheken volgens de begrotingen 2003 en 2004 in kaart gebracht en de redenen van wijzigingen tussen beide jaren geanalyseerd. Het procesbureau was toen al voornemens dergelijke gegevens regelmatig te gaan verzamelen om de ontwikkeling in het begrote uitgavenpatroon van gemeenten te kunnen volgen. Dit is de reden dat het Procesbureau Bibliotheekvernieuwing SGBO wederom heeft verzocht een meting uit te voeren, ditmaal gericht op de begrotingsjaren 2004 en 2005. In dit rapport wordt verslag gedaan van dit onderzoek. 1.1 Vraagstelling De vraagstelling van het onderzoek is als volgt: Breng de begrote uitgaven van gemeenten aan bibliotheken in de begrotingsjaren 2004 en 2005 in kaart en inventariseer welke overwegingen gemeenten hebben gehad bij eventuele begrotingswijzigingen in die twee jaren. De eerste meting van begin 2004 was wat breder van opzet dan dit onderzoek. Naast vragen over de begrote uitgaven van gemeenten aan bibliotheken zijn in de eerste meting ook vragen gesteld die betrekking hebben op enkele achtergrondgegevens van het bibliotheekbeleid in de gemeente en met name het proces van bibliotheekvernieuwing dat in 2001 in gang is gezet. Omdat de eerste meting nog niet zolang geleden heeft plaatsgevonden en de opdrachtgever de gemeenten nu niet weer wilde lastigvallen met een omvangrijke vragenlijst, heeft het procesbureau ervoor gekozen dit onderzoek specifiek te richten op de vraagstelling zoals hierboven geformuleerd. De volgende onderzoeksvragen moesten door middel van het onderzoek beantwoord worden: 1. a. Wat zijn de begrote gemeentelijke uitgaven aan bibliotheken in het begrotingsjaar 2004? b. Wat zijn de begrote gemeentelijke uitgaven aan bibliotheken in het begrotingsjaar 2005? Indien er sprake is van een daling in de begrote uitgaven: 2. Wat is de reden (of zijn de redenen) dat de totale uitgaven aan bibliotheken op de begroting van 2005 zijn gedaald ten opzichte van 2004? 3. Om welke soort bezuinigen gaat het? 1

Indien er sprake is van een stijging in de begrote uitgaven: 4. Wat is de reden (of zijn de redenen) dat de totale uitgaven aan bibliotheken op de begroting van 2005 zijn gestegen ten opzichte van 2004? 5. Zijn de begrote uitgaven aan bibliotheken in de begroting van 2005 ondergebracht bij meer verschillende programma s dan in de begroting van 2004? De laatste vraag is gesteld om te kijken in hoeverre gemeenten de openbare bibliotheek inzetten als instrument van integraal gemeentelijk beleid waarbij verbindingen worden gelegd met meer beleidsterreinen. 1.2 Randvoorwaarden onderzoek Aan de doelstelling van het onderzoek zijn dezelfde randvoorwaarden verbonden als aan de eerste meting. Het betreft de volgende randvoorwaarden: 1. Het onderzoek dient nadrukkelijk in te gaan op de begrote gemeentelijke uitgaven en niet op de werkelijke uitgaven. De reden hiervoor is de wens van de opdrachtgever om te beschikken over de meest actuele gegevens. In dit onderzoek gaat het om de gemeentelijke begrotingen van 2004 en 2005. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met het feit dat begrote uitgaven geen werkelijke uitgaven zijn. Een vergelijking tussen beide begrotingen kan bijvoorbeeld een stijging laten zien, maar het komt voor dat een gemeente vervolgens besluit tot een bezuiniging. Dit komt in dit onderzoek alleen aan het licht wanneer gemeenten hierover een opmerking hebben geplaatst. 2. Een tweede voorwaarde is een zo hoog mogelijke respons. 3. Tot slot wil de opdrachtgever graag beschikken over een afzonderlijk overzicht van de begrote uitgaven aan bibliotheken per gemeente. Gemeenten zijn tijdens het onderzoek gewezen op het feit dat de opdrachtgever na afloop zal beschikken over de begrote uitgaven op gemeenteniveau, maar dat dit overzicht alleen voor intern gebruik is. 1.3 Resultaat van het onderzoek Dit rapport vormt de rapportage van het onderzoek naar de begrote gemeentelijke uitgaven aan openbare bibliotheken. Het is een beknopte rapportage, die vooral cijfermatig van aard is (in de vorm van tabellen met toelichting), en die geen uitgebreide beleidsmatige analyses bevat. De uitkomsten van het onderzoek bieden inzicht in de begrote gemeentelijke uitgaven aan bibliotheken in 2004 en 2005 en in de achtergronden van wijzigingen daarin. Dit inzicht kan het procesbureau gebruiken in de verdere uitvoering en ondersteuning van het proces van bibliotheekvernieuwing. 2

1.4 Leeswijzer Dit rapport is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de gehanteerde methode van onderzoek. Daarna volgt in hoofdstuk 3 een overzicht van de onderzoeksresultaten. De bevindingen zijn geanonimiseerd weergegeven. Op sommige punten zijn nadere uitsplitsingen naar gemeentegrootteklasse gemaakt. In hoofdstuk 4 volgen tot slot de belangrijkste conclusies uit het onderzoek. 3

2 Onderzoeksmethode In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de wijze waarop het onderzoek is uitgevoerd. Het onderzoek richt zich op alle 467 gemeenten in Nederland. Er is gekozen voor een schriftelijke enquête omdat respondenten de tijd moeten hebben om de cijfermatige gegevens op te zoeken. 2.1 Veldwerk Vragenlijst Voor het opstellen van de vragenlijst is gebruikgemaakt van de vragenlijst van de eerste meting. Die vragenlijst is indertijd in overleg met de VNG, het Procesbureau Bibliotheekvernieuwing en de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB) opgesteld. Op basis van de ervaringen van de eerste meting en in overleg met de opdrachtgever zijn vragen en antwoordcategorieën iets aangepast en is er een vraag toegevoegd (de laatstgenoemde vraag in paragraaf 1.1). Verspreiding en rappel De vragenlijst is op 14 januari 2005 met een begeleidende brief naar alle Nederlandse gemeenten gestuurd. Om een zo hoog mogelijke respons te realiseren, is het noodzakelijk dat gemeenten het belang van het onderzoek inzien. Hierin is deels voorzien door in de begeleidende brief te vermelden dat het eindrapport op de website van het Procesbureau Bibliotheekvernieuwing zal verschijnen. Daarnaast heeft het Procesbureau Bibliotheekvernieuwing op haar website melding van het onderzoek gedaan. De respondenten konden de vragenlijst kosteloos retourneren aan SGBO in de bijgevoegde antwoordenvelop. Zij kregen hiervoor tot 5 februari de tijd. Op 7 februari is een herinneringsbrief gestuurd naar gemeenten die niet binnen de gestelde termijn gereageerd hadden. Zij kregen tot 21 februari de tijd alsnog de vragenlijst in te vullen en te retourneren. 2.2 Analyse en rapportage De ontvangen vragenlijsten zijn door SGBO in een statistisch programma ingevoerd en geanalyseerd. Naast een overzicht van de antwoorden op de vragen (rechte tellingen), zijn enkele nadere uitsplitsingen gemaakt naar gemeentegrootteklasse. 4

3 Onderzoeksresultaten 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek gepresenteerd. In paragraaf 3.2 wordt kort ingegaan op de respons. Paragraaf 3.3 beschrijft de bevindingen ten aanzien van de begrote gemeentelijke uitgaven aan bibliotheken in de jaren 2004 en 2005. Tot slot wordt in paragraaf 3.4 ingegaan op de achtergronden van wijzigingen in de begrote uitgaven. 3.2 Respons 297 van de in totaal 467 gemeenten hebben de enquête ingevuld geretourneerd (63,6%). Dit is het resultaat na eenmaal rappelleren. In tabel 1 is de respons naar gemeentegrootteklasse afgezet tegen het totaalaantal gemeenten in Nederland. Tabel 1 Respons naar gemeentegrootteklasse (N=297) Gemeentegrootteklasse Respons (absoluut) Respons (%) Totaalaantal gemeenten in Nederland (absoluut) Totaalaantal gemeenten in Nederland (%) < 30.000 215 72,4 322 69,0 30.000-60.000 48 16,2 89 19,1 60.000-90.000 15 5,1 23 4,9 90.000 en > 19 6,4 33 7,1 Totaal 297 100 467 100 In de tabel is te zien dat de responsgemeenten een min of meer zelfde verdeling over de gemeentegrootteklassen laten zien als het totaal aantal gemeenten in Nederland (zie de kolommen met de percentages): de responsgemeenten in de gemeentegrootteklassen <30.000 en 60.000-90.000 zijn iets meer vertegenwoordigd, terwijl de beide andere grootteklassen iets minder vertegenwoordigd zijn. Dit betekent dat de respons naar gemeentegrootteklasse een goede afspiegeling is van de verdeling van alle Nederlandse gemeenten over deze klassen. Daarmee zijn de resultaten van het onderzoek representatief te noemen voor alle gemeenten. Verder is gekeken naar de respons per provincie ten opzichte van het totaalaantal gemeenten per provincie. De respons blijkt ook een goede afspiegeling van het aantal gemeenten per provincie. Zie tabel 2 (de kolommen met de percentages). 5

Tabel 2 Respons naar provincie (N=297) Provincie Respons (absoluut) Respons (%) Totaalaantal gemeenten in Nederland (absoluut) Totaalaantal gemeenten in Nederland (%) Drenthe 7 2,4 12 2,6 Flevoland 3 1,0 6 1,3 Friesland 24 8,1 31 6,6 Gelderland 31 10,4 56 12,0 Groningen 16 5,4 25 5,4 Limburg 29 9,8 47 10,1 Noord-Brabant 44 14,8 68 14,6 Noord-Holland 45 15,2 64 13,7 Overijssel 19 6,4 25 5,4 Utrecht 21 7,1 34 7,3 Zeeland 5 1,7 13 2,8 Zuid-Holland 53 17,8 86 18,4 Totaal 297 100 467 100 3.3 Gemeentelijke uitgaven aan bibliotheken In deze paragraaf komen de begrote gemeentelijke uitgaven aan bibliotheken aan bod. Het gaat om uitgaven volgens de begrotingen van 2004 en 2005. In tabel 3 zijn de gemiddelde totale begrote uitgaven aan bibliotheken per gemeentegrootteklasse te zien. Uit deze gegevens blijkt dat de begrote uitgaven zijn toegenomen, behalve in de categorie gemeenten van 30.000-60.000 inwoners. Deze categorie laat een gemiddelde afname zien van 0,2%. In de eerste meting liet deze gemeentegrootteklasse juist de grootste toename zien, namelijk 4,3%. Vergeleken met de eerste meting is de toename in de andere gemeentegrootteklassen minder groot. Tabel 3 Gemiddelde totale begrote uitgaven aan bibliotheken per gemeentegrootteklasse in euro's (N=297) Gemeentegrootteklasse 2004 2005 Toe-/afname in % (afgerond op 1 decimaal) < 30.000 297.719 301.368 1,2 30.000-60.000 863.710 862.012-0,2 60.000-90.000 1.607.168 1.615.157 0,5 90.000 en > 4.973.802 5.119.829 2,9 In de vragenlijst zijn op de plaats waar gemeenten de begrote uitgaven voor beide jaren konden aangeven, diverse begrotingsprogramma s genoemd waarvan denkbaar is dat daarin uitgaven aan bibliotheken opgenomen zijn. Per begrotingsprogramma kon de gemeente eventuele 6

uitgaven aan bibliotheken aangeven. Omdat er sinds enige tijd geen vaste voorgeschreven (functionele) indeling van de begroting meer is en gemeenten vrij zijn in de indeling en keuze van de programma s, kon het voorkomen dat de in de vragenlijst genoemde programma s niet helemaal overeenkwamen met de door de gemeente gehanteerde programma s. Was de programmanaam iets anders maar de inhoud min of meer gelijk, dan dienden ze de bedragen in te vullen bij de door ons geformuleerde programmanamen. Indien de inhoud van het door de gemeente gehanteerde programma afweek, dan konden het programma en de bedragen ingevuld worden bij: een ander programma, namelijk Uit de resultaten blijkt dat niet alle gemeenten de totale begrote uitgaven op één plaats in de begroting hebben opgenomen. In sommige gemeenten zijn in meerdere begrotingsprogramma s uitgaven aan bibliotheken te vinden. Veruit de meeste gemeenten hebben de uitgaven aan bibliotheken in het programma Cultuur en Recreatie opgenomen onder het begrotingsproduct Openbaar Bibliotheekwerk. In tabel 4 zijn de gemiddelde begrote uitgaven in dit programma per gemeentegrootteklasse weergegeven. Tabel 4 Gemiddelde begrote uitgaven aan bibliotheken in het programma Cultuur en Recreatie per gemeentegrootteklasse in euro's (2004: N=262) (2005: N=261) Gemeentegrootteklasse 2004 2005 Toe-/afname in % (afgerond op 1 decimaal) < 30.000 305.305 320.317 4,9% 30.000-60.000 856.783 854.006-0,3% 60.000-90.000 1.592.626 1.604.623 0,8% 90.000 en > 4.137.318 4.173.076 0,9% Er zijn ook gemeenten die uitgaven aan bibliotheken hebben opgenomen in het begrotingsprogramma Onderwijs (10%) in het kader van het Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid (GOA), Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en leesbevordering/boekenpret. 3% van de gemeenten heeft uitgaven opgenomen in het programma Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening. De in deze programma s gemiddelde begrote uitgaven per gemeentegrootteklasse zijn niet in tabellen opgenomen omdat er vanwege het zeer kleine aantal gemeenten per gemeentegrootteklasse geen harde, representatieve uitspraken gedaan kunnen worden. Diverse gemeenten hebben zelf ook andere begrotingsprogramma s opgevoerd waarin uitgaven voor bibliotheken zijn opgenomen. Het betrof programma s met namen als de openbare bibliotheek, welzijn, en accommodaties. Slechts negen van de 295 gemeenten die de vraag beantwoord hebben (3%), hebben aangegeven dat de begrote uitgaven aan bibliotheken in de begroting van 2005 ondergebracht zijn bij meer verschillende programma s dan in de begroting van 2004. Twee gemeenten geven aan dat de reden hiervoor is dat de gemeente nu actief bevordert dat de openbare bibliotheek wordt ingezet als instrument van integraal gemeentelijk beleid waarbij verbindingen worden gelegd met meer beleidsterreinen en dat dat zichtbaar is in de begroting van 2005. De overige 7

zeven gemeenten geven andere redenen op, waaronder aandacht voor nieuwe huisvesting of onderhoud van het bibliotheekgebouw in 2005. Een andere gemeente heeft beheer en beleid in 2005 gescheiden op de begroting. De meeste gemeenten hebben de financiering via één begrotingsprogramma lopen. Dit betekent niet dat ze geen integraal beleid voeren. Een gemeente merkt op dat haar bibliotheek in 2000 een beleidsplan heeft opgesteld waarin zij al streefde naar zo veel mogelijk samenwerking met terreinen als onderwijs, sociaal beleid, welzijn en cultuur. De financiering blijft echter via cultuur lopen. 3.4 Achtergronden van wijzigingen in uitgaven aan bibliotheken Op basis van de bevindingen uit de vorige paragraaf, wordt in deze paragraaf ingegaan op de achtergronden van eventuele wijzigingen in begrote uitgaven aan bibliotheken. Uit tabel 5 blijkt dat de meeste gemeenten hebben aangegeven dat de uitgaven op de begroting van 2005 zijn gestegen ten opzichte van de begroting van 2004 (160 gemeenten= 54%). Hierbij dient opgemerkt te worden dat van deze groep 104 gemeenten als enige reden voor de stijging van de begrote uitgaven de jaarlijkse indexering(en) noemen. Eigenlijk is in dit geval geen sprake van een daadwerkelijke stijging van de begrote uitgaven. Wanneer we deze gemeenten overhevelen naar de groep die heeft aangegeven dat de begrote uitgaven ongeveer gelijk gebleven zijn, krijgen we een heel ander beeld te zien (zie tabel 5, rechter kolom). In de helft van de gevallen blijken de begrote uitgaven min of meer gelijk te zijn gebleven, terwijl het aandeel gemeenten dat heeft aangegeven dat de begrote uitgaven zijn gestegen 19% is. Dit laatste was in de eerste meting nog 38%. De meest genoemde reden voor een stijging van de totale uitgaven aan bibliotheken op de begroting van 2005 ten opzichte van 2004 is een gemeentelijke beleidsimpuls en extra middelen voor de bibliotheken (51%). Daarnaast heeft 16% aangegeven dat er eenmalige kosten in 2005 zijn die in 2004 niet voorkwamen en 11% dat er sprake is van onderhoud en nieuwbouw. 8

Tabel 5 Zijn de totale gemeentelijke uitgaven aan bibliotheken tussen de begrotingen van 2004 en 2005 gestegen, gedaald of gelijk gebleven? (N=297) De uitgaven op de begroting van 2005 zijn gedaald ten opzichte van de begroting van 2004 De uitgaven op de begroting van 2005 zijn gestegen ten opzichte van de begroting van 2004 De uitgaven op de begroting van 2005 zijn (ongeveer) gelijk gebleven ten opzichte van de begroting van 2004 Aantal in % 28,6 28,6 53,9 18,9 17,5 52,5 Totaal 100 100 Aantal in % na correctie In 29% van de gemeenten is sprake van een daling van de gemeentelijke begrote uitgaven tussen 2004 en 2005. Dit percentage lag tijdens de eerste meting een stuk lager. Van de gemeenten die hebben aangegeven dat er sprake is van een daling, geeft bijna driekwart (72%) aan dat bezuinigingen hiervan de oorzaak zijn. Het gaat hierbij in nagenoeg alle gevallen 87% (53 gemeenten) om een algehele bezuiniging/taakstelling van de gemeente en dus ook voor uitgaven aan bibliotheken. Zeven gemeenten geven aan dat het om een specifieke bezuiniging alleen op uitgaven aan bibliotheken gaat. Naast bezuinigingen, is een andere genoemde oorzaak van een daling van de begrote uitgaven dat er eenmalige kosten in 2004 waren die in 2005 niet meer voorkomen (door 17 gemeenten genoemd). Andere, minder vaak genoemde oorzaken van een daling zijn: lagere huisvestingslasten, minder kapitaallasten en minder ambtelijke ureninzet nodig. Sommige gemeenten geven hierbij aan dat de subsidie aan de bibliotheken echter niet gedaald is. 9

4 Samenvatting en conclusies In dit hoofdstuk worden de belangrijkste bevindingen van het onderzoek op een rijtje gezet. Gemeentelijke uitgaven aan bibliotheken De gemiddelde begrote uitgaven aan bibliotheken zijn toegenomen in alle gemeentegrootteklasse, behalve in de categorie gemeenten van 30.000-60.000 inwoners. Deze categorie laat een gemiddelde afname zien van 0,2%. De gemiddelde toename in de andere gemeentegrootteklassen loopt uiteen van 0,5 tot 2,9%. Vergeleken met de eerste meting is de toename minder groot (deze liep uiteen van 2 tot 4,3%). Hoewel er gemeenten zijn die in meerdere programma s uitgaven aan bibliotheken hebben opgenomen, hebben de meeste gemeenten de financiering via één begrotingsprogramma lopen. De begrote gemeentelijke uitgaven aan bibliotheken zijn voor het overgrote deel van de gemeenten geplaatst onder het product Openbaar Bibliotheekwerk in het programma Cultuur en Recreatie 1. Een klein aantal gemeenten heeft de begrote uitgaven in de begroting van 2005 ondergebracht bij meer verschillende programma s dan in de begroting van 2004. Een minderheid hiervan gaf als reden hiervoor aan dat de gemeente nu actief bevordert dat de openbare bibliotheek wordt ingezet als instrument van integraal gemeentelijk beleid waarbij verbindingen worden gelegd met meer beleidsterreinen. Dit is zichtbaar in de begroting van 2005. Redenen stijging of daling van begrote uitgaven aan bibliotheken De helft van de gemeenten heeft aangegeven dat de uitgaven op de begroting van 2005 (ongeveer) gelijk zijn gebleven ten opzichte van de begroting van 2004. Hierin zijn ook de gemeenten meegenomen die in eerste instantie hadden aangegeven dat de uitgaven gestegen waren als gevolg van jaarlijkse indexeringen. 19% van de gemeenten heeft aangegeven dat de uitgaven op de begroting van 2005 zijn gestegen ten opzichte van de begroting van 2004. Dit was tijdens de eerste meting 38%. De meest genoemde reden van de stijging is, net als in de eerste meting een gemeentelijke beleidsimpuls en extra middelen voor de bibliotheken. Daarnaast heeft 29% van de gemeenten aangegeven dat de begrote uitgaven zijn gedaald (tijdens de eerste meting was dit 13%). Dit is vooral vanwege bezuinigingen. Het gaat hierbij in nagenoeg alle gevallen om een algehele bezuiniging/taakstelling van de gemeente en dus ook voor uitgaven aan bibliotheken. Zeven gemeenten geven aan dat het om een specifieke bezuiniging alleen op uitgaven aan bibliotheken gaat. 1 Hierbij dient opgemerkt te worden dat er sinds enige tijd geen vaste voorgeschreven (functionele) indeling van de begroting meer is en gemeenten vrij zijn in de indeling en keuze van de programma s. 10

Conclusie De resultaten laten een toename in de gemiddelde begrote uitgaven zien. De toename is minder groot dan tijdens de eerste meting. Meer gemeenten hebben aangegeven dat ze te maken hebben met een daling van de begrote uitgaven. Dit percentage is verdubbeld ten opzichte van de eerste meting. Enkele kanttekeningen Bij de interpretatie van de resultaten is een aantal kanttekeningen op zijn plaats. In paragraaf 1.2 is al de opmerking gemaakt dat begrote uitgaven nog geen werkelijke uitgaven zijn. Een stijging of daling van begrote uitgaven betekent niet automatisch een stijging of daling van de werkelijke uitgaven. Een vergelijking tussen beide begrotingsjaren kan bijvoorbeeld een stijging laten zien, maar het komt voor dat een gemeente vervolgens besluit tot een bezuiniging. Ook de omgekeerde situatie kan voorkomen. Dit komt in dit onderzoek alleen aan het licht wanneer gemeenten hierover een opmerking hebben geplaatst. Sommige gemeenten hebben in de vragenlijst aangegeven dat de begroting van 2005 nog voorlopig is vastgesteld en de gemeenteraad nog een definitieve beslissing moet nemen. Een andere constatering is dat sommige gemeenten alleen de begrote subsidiebedragen hebben opgegeven, terwijl andere gemeenten een bedrag hebben opgevoerd waarin ook andere posten zitten, zoals onderhoud gebouwen, kapitaallasten, ambtelijke uren, verzekeringen etc. Een paar gemeenten waar het laatste het geval is, geven aan dat er sprake is van een daling van de totale begrote uitgaven, maar dat de subsidie aan de bibliotheek juist is toegenomen. Ook een gelijk blijven van bedragen kan een daling betekenen wanneer de indexering niet wordt toegepast. Een enkele gemeente heeft dit expliciet aangegeven. 11