Bezoekadres Plein 40 45 1 1064 SW Amsterdam Postbus 2003 1000 CA Amsterdam Telefoon 14020 Nieuwwest.amsterdam.nl Besluit Dagelijks Bestuur Datum 9 februari 2016 Decosnummer Onderwerp Beslissing op het bezwaarschrift van mevrouw E.M. Wit-Peeters, d.d. 9 september 2015 ontvangen, gericht tegen het besluit tot afwijzing ontheffing blauwe zone, d.d. 28 augustus 2015. Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West, namens hen, het dagelijks bestuur van de bestuurscommissie Besluit 1. Het bezwaar van mevrouw E.M. Wit-Peeters, d.d. 9 september 2015 ontvangen, gericht tegen het besluit tot afwijzing ontheffing blauwe zone, d.d. 28 augustus 2015, met kenmerk Z/15/013329-47498, ontvankelijk te verklaren; 2. Onder verwijzing naar onderstaande overwegingen af te wijken van het advies van de bezwaarschriftencommissie van 14 januari 2016; 3. Het bestreden besluit van 28 augustus 2015, met kenmerk Z/15/013329-47498, in stand te laten, onder herstel van de motivering, zoals hieronder vermeld; 4. Indien tegen dit besluit beroep wordt ingesteld bij de rechtbank, alsdan verweer te voeren. Overwegingen In 2012 heeft het stadsdeel het Parkeerbeleidsplan vastgesteld. In het Parkeerbeleidsplan is het instrument blauwe zone geïntroduceerd voor de aanpak van parkeeroverlast in woonwijken. Op basis van het Parkeerbeleidsplan is in 2012 (onder andere) in de omgeving waar mevrouw Wit- Peeters (hierna: bezwaarmaker) woonachtig is (J. de Koostraat) een blauwe zone ingevoerd. Ingevolge artikel 25, eerste lid, van het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels 1990 (hierna: het RVV 1990) is het verboden om in een parkeerschijfzone (blauwe zone) te parkeren, behalve op plaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangegeven of plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep. Artikel 25, tweede lid, van het RVV 1990 bepaalt dat op plaatsen die zijn voorzien van een blauwe streep het parkeren van een motorvoertuig op meer dan twee wielen slechts is toegestaan indien het motorvoertuig, overeenkomstig het bij ministeriële regeling bepaalde, is voorzien van een duidelijk zichtbare parkeerschijf. Indien het motorvoertuig is voorzien van een voorruit, wordt de parkeerschijf achter de voorruit geplaatst.
Pagina 2 van 5 Het algemeen bestuur van de bestuurscommissie van stadsdeel Nieuw-West is op grond van artikel 87 van het RVV 1990 bevoegd om ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 25, tweede lid, van het RVV 1990 waarbij toestemming wordt verleend voor het parkeren in een blauwe zone zonder een parkeerschijf. Voor het verlenen van een ontheffing zijn op 11 februari 2014 de beleidsregels voor ontheffingen ten behoeve van parkeren in de blauwe zone Nieuw-West 2014 (hierna: de beleidsregels) vastgesteld, d.d. 20 februari 2014 in werking getreden. Artikel 4, onder a, van de beleidsregels bepaalt dat het aantal te verlenen bewoners- en bedrijfsontheffingen verminderd wordt met het aantal bij de woning/het bedrijf behorende of zich op het grondgebied van de woning/bedrijf bevindende stallingsplaatsen en/of belanghebbendenparkeerplaatsen, waaronder inbegrepen een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken. Artikel 4, onder b, van de beleidsregels bepaalt dat indien een bewoner/bedrijf een stallingsplaats niet als zodanig in gebruik heeft of niet als zodanig heeft gerealiseerd dit voor eigen risico komt. Men komt dan niet in aanmerking voor een parkeerontheffing. Op grond van artikel 4, onder c, van de beleidsregels kan ontheffing van het parkeerverbod worden verleend indien een stallingsplaats met toestemming van het stadsdeel voor andere doeleinden in gebruik is, conform de Notitie garages en blauwe zones van 27 augustus 2013 (hierna: de notitie garages). Op grond van de notitie garages kan een parkeerontheffing worden verleend nadat de voorgevel van de garagebox of inpandige garage/berging daadwerkelijk op legale wijze ten behoeve van andere doeleinden is verbouwd. Hiervoor moet de garagedeur verwijderd worden. De stallingsruimte komt daarmee te vervallen. Voor zover ter plaatse mogelijk mag in plaats van de garagedeur ook de uitritconstructie verwijderd worden. Het is vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) dat een beleidsregel wordt geacht in algemene zin het resultaat te zijn van een belangenafweging, als bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, van de Awb. Op grond van artikel 4:84 van de Awb handelt een bestuursorgaan in beginsel overeenkomstig de beleidsregel. De beleidsregel draagt bij aan de rechtszekerheid. Burgers zullen er in beginsel op mogen vertrouwen dat overeenkomstig de beleidsregel zal worden gehandeld. Dat is slechts anders indien dit voor een belanghebbende gevolgen zou hebben die wegens bijzondere (niet in de beleidsregel verdisconteerde) omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Allereerst moet worden opgemerkt dat in het bestreden besluit, d.d. 28 augustus 2015, staat dat de aanvraag om ontheffing van bezwaarmaker is afgewezen wegens strijd met de beleidsregels om de reden dat bezwaarmaker niet over een tweede kenteken beschikt. Dit is echter niet juist. De aanvraag is in strijd met de beleidsregels, omdat bezwaarmaker feitelijk over een garage beschikt. Op grond van artikel 4, onder a, van de beleidsregels wordt het aantal bewonersontheffingen verminderd met het aantal bij de woning bevindende stallingsplaatsen 2
Pagina 3 van 5 en/of belanghebbendenparkeerplaatsen, waaronder begrepen een gehandicaptenparkeerplaats op kenteken. Daarnaast is in het bestreden besluit slechts verwezen naar de beleidsregels en is niet ingegaan op de omstandigheden die bezwaarmaker in haar aanvraag heeft vermeld. De omstandigheden die bezwaarmaker in haar aanvraag heeft vermeld, zijn overigens vrijwel gelijk aan de omstandigheden die bezwaarmaker in haar bezwaarschrift heeft aangevoerd. Wij kunnen de bezwaarschriftencommissie niet volgen in haar opvatting dat de gezondheid van bezwaarmaker, die volgens bezwaarmaker verslechtert, de gezondheid van haar kleinzoon, haar leeftijd en het jaren lang gebruiken van de inpandige garage als wasruimte/studio, tezamen individuele omstandigheden zijn met een uitzonderlijk karakter op grond waarvan afgeweken moet worden van de beleidsregels. Met de door bezwaarmaker aangevoerde omstandigheden (de volgens haar verslechterde gezondheid, gezondheid van haar kleinzoon en haar leeftijd) wat daar van zij, verschilt zij niet van andere mensen die hun stallingsruimte niet conform de Notitie garages en blauwe zones hebben verbouwd en aan wie evenmin een ontheffing wordt verleend. Bezwaarmaker had ook geen ontheffing gekregen als zij deze omstandigheden niet zou hebben. Het betreft geen omstandigheden waarvan moet worden aangenomen dat daar bij de vaststelling van het beleid geen rekening mee is gehouden. Daarnaast is in artikel 4, onder b van de beleidsregels verdisconteerd dat het niet gebruiken van de garage, waarvoor deze is bedoeld, voor het eigen risico van bezwaarmaker is. Ook het feit dat er hoge kosten gemaakt moet worden wanneer bezwaarmaker de voorgevel van haar inpandige garage wil aanpassen (verwijderen garagedeur), overeenkomstig de "Notitie garages en blauwe zones", d.d. 27 augustus 2013, zodat met toepassing van artikel 4, onder c van de beleidsregels, een ontheffing kan worden verleend, betreft eveneens geen bijzondere omstandigheid. Dat er kosten gemaakt moeten worden om de garagedeur te verwijderen (ter plaatse is het verwijderen van de uitritconstructie niet mogelijk), is evident en hiermee is bij het vaststellen van de beleidsregels rekening gehouden. Om bewoners de tijd te geven om hun stallingsruimte te verbouwen, zodat van een stallingsruimte geen sprake meer is, is reeds in 2012 een overgangsperiode van één jaar geboden. Voorwaarde hiervoor was dat de aanvrager door middel van een schriftelijke intentieverklaring zou aangeven bereid te zijn om de stallingsruimte middels een omgevingsvergunning te verbouwen. Deze termijn is in 2013 nog een keer met één jaar verlengd. Het is vreemd dat bezwaarmaker nu bezwaar maakt tegen de weigering om een ontheffing te verlenen. Bezwaarmaker heeft immers op 20 november 2012 zelf per e-mail verklaard de intentie te hebben om haar inpandige garage te verbouwen. Op basis van deze intentieverklaring is bij besluit van 20 november 2012, d.d. 22 november 2012 verzonden, aan bezwaarmaker een ontheffing blauwe zone verleend gedurende een overgangsperiode van één jaar. Deze termijn is in mei 2013 nog met elf dagen verlengd en vervolgens bij besluit van 22 november 2013 nog eens met één jaar verlengd tot en met 1 december 2014. Gedurende deze periode van ruim twee jaar is bezwaarmaker in de gelegenheid geweest de inpandige garage te verbouwen. 3
Pagina 4 van 5 De afwijzing om een ontheffing blauwe zone te verlenen, levert geen inbreuk op, op het ongestoorde genot van het eigendom (de inpandige garage) van bezwaarmaker. Bezwaarmaker wordt namelijk niet verplicht om haar auto in haar garage te parkeren. Het is een vrije keuze om, met de daarvoor benodigde vergunning, de voorgevel van de inpandige garage te verbouwen dan wel in de blauwe zone te parkeren met een parkeerschijf of buiten de blauwe zone (Vergelijk ABRvS 7 september 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BR6925, 6926 en 6927). Overigens dient nog te worden opgemerkt dat door onze vertegenwoordiger(s) tijdens de hoorzitting niet is aangegeven dat het doel van de beleidsregels is om vreemdparkeerders te weren, zoals door de bezwaarschriftencommissie wordt gesteld. Op basis van het Parkeerbeleidsplan is in 2012 (onder andere) in de J. de Koostraat een blauwe zone ingevoerd, met als doel het weren van buurtvreemde parkeerders. Het doel van de beleidsregels is om aan bewoners en bedrijven in een blauwe zone op grond van artikel 87 van het RVV 1990 ontheffing te kunnen verlenen van het bepaalde in artikel 25, tweede lid, van het RVV 1990 waarbij toestemming wordt verleend voor het parkeren in een blauwe zone zonder een parkeerschijf, mits voldaan wordt aan de geldende voorwaarden. Dat het verlenen van een ontheffing aan bezwaarmaker geen permanente gevolgen heeft voor de parkeerdruk in de straat, omdat een parkeerontheffing persoonsgebonden is, daarin kan de bezwaarschriftencommissie ook niet worden gevolgd. Als iedereen in het stadsdeel zijn stallingsplaats niet gebruikt waarvoor deze is bedoeld, namelijk het stallen van zijn of haar auto, dan zal dit leiden tot parkeerproblemen. Indien in het onderhavige geval niet overeenkomstig de beleidsregels wordt gehandeld dan komt daarmee de rechtszekerheid in het geding. Herstel motivering Gelet op het vorenstaande zijn wij van oordeel dat in afwijking van het advies van de bezwaarschriftencommissie het bestreden besluit in stand dient te blijven, onder herstel van de motivering, zoals hierboven vermeld. De aanvraag is geweigerd, wegens strijd met de beleidsregels, omdat bezwaarmaker feitelijk over een garage beschikt. Voor het toewijzen van een ontheffing aan bezwaarmaker dient sprake te zijn van bijzondere omstandigheden die afwijking van de beleidsregels kunnen rechtvaardigen. De door bezwaarmaker naar voren gebrachte omstandigheden kunnen niet als zodanig worden gekwalificeerd. de heer H. Wink stadsdeelsecretaris de heer A. Baâdoud voorzitter 4
Pagina 5 van 5 Beroep Ingevolge het gestelde in artikel 8:1, juncto artikel 8:7, juncto artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na bekendmaking een beroepschrift indienen bij de Rechtbank Amsterdam, sector Bestuursrecht Algemeen, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Een beroepschrift dient de gronden van het beroep te vermelden en een omschrijving van het besluit waartegen het is gericht. Het beroepschrift moet zijn voorzien van een datum en naam, adres en handtekening van de belanghebbende. Dient iemand anders namens u een beroepschrift in, dan dient deze een volmacht van u mee te sturen. Het indienen van een beroepschrift schort de werking van dit besluit niet op. Indien onverwijlde spoed dit vereist, kan hangende de behandeling van het beroepschrift een voorlopige voorziening worden gevraagd aan de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam, sector Bestuursrecht Algemeen, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. U kunt het beroepschrift, of het verzoek om een voorlopige voorziening ook indienen via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. U moet dan wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. 5