Grenzen aan euthanasie drs. Eric van Wijlick beleidsadviseur
euthanasiewens in schriftelijke verklaring vastgelegd en besproken. Plotseling verslechterde de toestand. Omdat de huisarts niet bereikbaar was, dienden de artsen morfine en dormicum toe. De toestand stabiliseerde maar hij was niet meer aanspreekbaar. Casus 10 De SCEN-arts meende dat er geen sprake van ondraaglijk lijden was, aangezien de patiënt door medicatie in coma werd gehouden. De SCEN-arts concludeerde, op grond van wilsverklaring, het dossier en het gesprek met huisarts en naasten dat de euthanasie doorgang kan vinden, dan wel dat de palliatieve sedatie doorgezet mocht worden.
Relevant voor artsen: WvSr, Wol, Wtl, parlementaire stukken, jurisprudentie, jaarverslagen Rte en vervolgingsrichtlijn OM Normen van de medische ethiek en geldende professionele standaard, uitspraken tuchtrechter
Kernarresten strafrecht HR (Schoonheim 84): afwegen van plichten en belangen, volgens de normen van de medische ethiek en geldende professionele standaard. Gronden: vrees voor een verdergaande ontluistering verergering van een toch reeds als ervaren ondraaglijk lijden verlies van waardige wijze te sterven dat door de patiënt bewust wordt ervaren HR (Chabot 94): bron lijden niet bepalend voor mate van lijden. uitzonderlijk grote behoedzaamheid in het geval van uitsluitend psychisch lijden
Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding Hoofdstuk II Zorgvuldigheidseisen Artikel 2 1. De zorgvuldigheidseisen, bedoeld in artikel 293,. houden in dat de arts: a. de overtuiging dat er sprake was van een vrijwillig en weloverwogen verzoek van de patiënt; b. de overtuiging heeft gekregen dat er sprake was van ondraaglijk en uitzichtloos lijden van de patiënt; d. met de patiënt tot de overtuiging is gekomen dat er voor de situatie waarin in deze zich bevond geen redelijke andere oplossing was; e. ten minste één ander, onafhankelijke arts heeft geraadpleegd, die de patiënt heeft gezien en schriftelijk zijn oordeel heeft gegeven etc.. 2. Indien de patiënt van zestien jaren of ouder niet langer in staat is zijn wil te uiten, maar voordat hij in die staat geraakte tot een redelijke waardering van zijn belangen terzake in staat werd geachte, en een schriftelijke verklaring, inhoudende een verzoek om levensbeëindiging, heeft afgelegd, dan kan de arts aan dit verzoek gevolg geven. De zorgvuldigheidseisen, bedoeld in het eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing.
Woensdag 29 november 2000
Mensen die de eigen dementie niet willen aanvaarden en die hun doodswens in een wilsverklaring vastleggen, moeten weten dat de mogelijkheid tot uitvoering van hun wil beperkt is doordat de arts de zorgvuldigheidseisen moet naleven. Een voorzetting van de maatschappelijke discussie is van groot belang. Gezondheidsraad. Dementie. Den Haag: Gezondheidsraad, 2002; publicatie nr 2002/04.
De regering is zich bewust van de bijzonder moeilijke beoordelingssituaties waarmee artsen kunnen worden geconfronteerd. De regering is voornemens om in een amvb procedure vast te leggen hoe te handelen bij patiënten die hun wil niet meer kunnen bepalen. Bij de behandeling van deze amvb in het parlement zal ook discussie plaatsvinden over beslissingen rond het levenseinde, ook in gevallen van dementie.
De toepassing van de wet roept de nodige problemen op. BD Onwuteaka-Philipsen et al. Den Haag, ZonMw, 2007. De kritiek komt erop neer dat de zorgvuldigheidseisen niet goed toepasbaar zijn in de situatie dat de patiënt niet meer aanspreekbaar is. Dat geldt in het bijzonder voor de eis van ondraaglijk lijden: doordat die eis onverkort van toepassing blijft, blijft euthanasie bij patiënten in coma of diepe dementie op zijn minst problematisch, zeker als er geen bijkomende verschijnselen zijn die op ernstig lijden duiden. De wetgever heeft de problemen opgelost door te spreken van overeenkomstige toepassing. Dat biedt de Rte extra ruimte. De vraag is of dat het probleem oplost.
A. van der Heide et al. Den Haag, ZonMw, 2012. Er is met betrekking tot de wet sprake van een aantal nog niet geheel opgehelderde rechtsvragen. Te denken valt aan de betekenis van de wilsverklaring in gevallen waarin een patiënt zijn wilsbekwaamheid heeft verloren, in het bijzonder in het geval van dementie.
Medisch-professionele normen (1) KNMG-standpunt Euthanasie ( 03): 1. de geconsulteerde arts moet de patiënt zien en spreken. 2. SCEN-arts raadplegen is de norm. KNMG-standpunt Euthanasie bij verlaagd bewustzijn ( 10): 1. in coma geen lijden, verzoek mag niet worden uitgevoerd. 2. verlaagd bewustzijn als onbedoeld neveneffect kan als ondraaglijk lijden worden aangemerkt. KNMG-standpunt De rol van de arts bij het zelfgekozen levenseinde ( 11): 1. lijden is meer dan een classificeerbare ziekte. Het gaat om een medische grondslag: conditie die als ziekte of combinatie van ziekten / klachten kan worden aangemerkt. 2. kwetsbaarheid, inclusief dimensies als functieverlies, eenzaamheid en verlies van autonomie mogen verdisconteerd worden.
Medisch-professionele normen (2) KNMG nadere uitleg van het standpunt Euthanasie ( 12): 1. verantwoordelijkheid behandelaar om consulent tijdig in te schakelen. 2. als geen enkele communicatie meer mogelijk is dan kan SCEN-arts niet meer concluderen dat aan zorgvuldigheidseisen is voldaan. Levensbeëindiging is onverantwoord. KNMG-richtlijn voor SCEN-artsen Goede Steun en Consultatie bij Euthanasie ( 12): 1. de SCEN-arts geeft een onpartijdig oordeel en waakt ervoor medebehandelaar te worden 2. de SCEN-arts toets zo objectief en feitelijk mogelijk en oordeelt niet strikter of ruimer KNMG-KNMP richtlijn Uitvoering euthanasie en hbz ( 12) 1. effectieve en veilige uitvoering: gebruik standaarddoseringen. 2. controleren medicamenteus geïnduceerd coma
Medisch-professionele normen (3) KNMG advies aan artsen over verzoeken Levenseindekliniek ( 12) 1. het is verstandig om het gesprek met de arts van de Levenseindekliniek of de SCEN-arts aan te gaan, te motiveren waarom het euthanasieverzoek (nog) niet is ingewilligd en daar aantekeningen van te maken in het dossier. 2. de behandelend arts / eigen (huis)arts blijft de zorg leveren die op grond van de zorgvraag passend is. Het door de patiënt inschakelen van een arts van de Levenseindekliniek is geen gewichtige reden om de behandelingsovereenkomst met de patiënt op te zeggen. Uitspraken tuchtcolleges 1. Voldoende duidelijk zijn naar de patiënt, pro-actieve opstelling. 2. Bestand tegen oneigenlijk druk. 3. Bewaart professionele distantie. 4. Communiceert met en begeleidt zo nodig de familie van de patiënt.
Wet in verhouding tot de professionele standaard In wet staat zien, niet spreken Schriftelijk verzoek kan mondeling verzoek vervangen Rte heeft bevoegdheid te oordelen bij niet aanspreekbare patiënten of als consultatie achterwege is gebleven Behandelend arts heeft verantwoordelijkheid de consulent tijdig in te schakelen Zien is spreken Schriftelijk verzoek is richtsnoer, niet doorslaggevend Artsen zijn aan professionele norm gehouden
Schakel tijdig een SCEN-arts in www.knmg.nl/levenseinde
Dank voor de aandacht!