de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Vergelijkbare documenten
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 december 2012 (13.12) (OR. en) 17677/12 DENLEG 121 SAN 329

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE. van

Hierbij gaat voor de delegaties document C(2015) 4394 final. Bijlage: C(2015) 4394 final /15 hh DGG 3A. Raad van de Europese Unie

2009R0041 NL

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

EUROPEES PARLEMENT Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid ***I ONTWERPVERSLAG

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Hierbij gaat voor de delegaties document C(2017) 3664 final - ANNEXES 1 to 2.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 oktober 2012 (11.10) (OR. en) 14709/12 DENLEG 98 AGRI 654

A7-0440/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Hierbij gaat voor de delegaties document C(2015) 5533 final - BIJLAGEN 1 en 2.

Hierbij gaat voor de delegaties document C(2016) 3337 final ANNEXES 1 to 2.

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D011014/02

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 31 juli 2014 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 februari 2018 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 januari 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 mei 2010 (18.05) (OR. en) 9846/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0123 (NLE) EEE 18 BUDGET 30 MI 149

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 juni 2008 (12.06) (OR. fr) 10351/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0108 (CNS) AGRIORG 52

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 november 2014 (OR. en)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2013) 817 final Part 4/9.

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een besluit (COM(2017)0136 C8-0116/ /0060(COD)) AMENDEMENTEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT* op het voorstel van de Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Hierbij gaat voor de delegaties document D038011/03 - Bijlage 1.

8753/1/11 REV 1 yen/pw/rb 1 DRI

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 december 2012 (13.12) (OR. en) 17675/12 DENLEG 120 SAN 328

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 januari 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 17 mei 2017 (OR. en)

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D021997/02.

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2017) 357 final. Bijlage: COM(2017) 357 final /17 fb DG D 2A. Raad van de Europese Unie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 juli 2014 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 juni 2014 (OR. en) 11190/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0188 (NLE) AVIATION 137 ISR 2

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 mei 2008 (22.05) (OR. en) 9192/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0096 (CNB) UEM 110 ECOFIN 166

PUBLIC. Brussel, 6 april 2009 (07.04) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 8424/09 LIMITE COMPET 196 E V 287 CHIMIE 33 MI 144 E T 86

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 januari 2016 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D021995/02.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2013) 817 final Deel 8/9

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

Transcriptie:

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 maart 2016 (OR. en) 7065/16 DENLEG 22 AGRI 127 SAN 95 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 11 maart 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie de heer Jeppe TRANHOLM-MIKKELSEN, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie COM(2016) 138 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie die aan de Commissie is toegekend bij Verordening (EU) nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2016) 138 final. Bijlage: COM(2016) 138 final 7065/16 hh DGB 3B NL

EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.3.2016 COM(2016) 138 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie die aan de Commissie is toegekend bij Verordening (EU) nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten NL NL

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie die aan de Commissie is toegekend bij Verordening (EU) nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten 1. Inleiding en rechtsgrondslag Met dit verslag wordt voldaan aan de verplichting van de Commissie uit hoofde van artikel 51, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten 1 (hierna "de voedselinformatieverordening" genoemd). In artikel 51, lid 2, van de voedselinformatieverordening is bepaald dat de Commissie een verslag over de bij die verordening aan de Commissie toegekende bevoegdheidsdelegatie aan het Europees Parlement en de Raad moet voorleggen. Dat verslag moet uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van de bevoegdheidsdelegatie worden opgesteld; de bevoegdheidsdelegatie werd met ingang van 12 december 2011 voor een termijn van vijf jaar toegekend. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet. 2. Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie Bij artikel 51, lid 2, van de voedselinformatieverordening heeft de Commissie de bevoegdheid gekregen om gedelegeerde handelingen vast te stellen als bedoeld in artikel 9, lid 3, artikel 10, lid 2, artikel 12, lid 3, artikel 13, lid 4, artikel 18, lid 5, artikel 19, lid 2, artikel 21, lid 2, artikel 23, lid 2, artikel 30, lid 6, artikel 31, lid 2, artikel 36, lid 4, en artikel 46 van die verordening. Sedert de inwerkingtreding van de voedselinformatieverordening heeft de Commissie drie gedelegeerde handelingen goedgekeurd: a) een gedelegeerde verordening van de Commissie 2 tot wijziging van de voedselinformatieverordening overeenkomstig artikel 36, lid 4, wat de informatie over de afwezigheid van gluten of het zeer lage glutengehalte in levensmiddelen betreft. Deze rechtshandeling had tot doel een kader te scheppen voor de vrijwillige verstrekking van voedselinformatie over de afwezigheid van gluten of het zeer lage glutengehalte in levensmiddelen. In het kader van de vorige Richtlijn 2009/39/EG van 1 2 PB L 304 van 22.11.2011, blz. 18. Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1155/2013 van de Commissie van 21 augustus 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten wat de informatie over de afwezigheid van gluten of het zeer lage glutengehalte in levensmiddelen betreft (PB L 306 van 16.11.2013, blz. 7; zie de toelichting voor meer informatie). 2

het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 betreffende voor bijzondere voeding bestemde levensmiddelen 3 was de verstrekking van deze informatie, in het bijzonder de vermeldingen "glutenvrij" of "met zeer laag glutengehalte", geregeld in Verordening (EG) nr. 41/2009 van de Commissie van 20 januari 2009 betreffende de samenstelling en de etikettering van levensmiddelen die geschikt zijn voor personen met een glutenintolerantie 4. Zoals vermeld is in overweging 41 van Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen, voeding voor medisch gebruik en de dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing 5 dienen de regels voor de informatie over de afwezigheid van gluten of het zeer lage glutengehalte in levensmiddelen, na de intrekking van Richtlijn 2009/39/EG en Verordening (EG) nr. 41/2009 van de Commissie op 20 juli 2016 ook krachtens de voedselinformatieverordening te worden vastgesteld. Deze overdracht is mogelijk gemaakt bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1155/2013 van de Commissie, waarna de feitelijke uitwerking van het gebruik van de hierboven bedoelde vermeldingen is geschied bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 828/2014 van de Commissie 6 ; b) een gedelegeerde verordening van de Commissie 7 tot wijziging van de bijlagen II en III bij de voedselinformatieverordening wat betreft bepaalde granen die allergieën of intoleranties kunnen veroorzaken en levensmiddelen met toegevoegde fytosterolen, fytosterolesters, fytostanolen of fytostanolesters. Deze rechtshandeling had als rechtsgrondslagen artikel 10, lid 2, en artikel 21, lid 2, van de voedselinformatieverordening en diende twee doelen. Ten eerste werd bijlage II bij de voedselinformatieverordening bijgewerkt op grond van artikel 21, lid 2, van die verordening, waarin bepaald is dat de Commissie de lijst van stoffen of producten die allergieën of intoleranties veroorzaken opnieuw moet bekijken teneinde de informatieverstrekking aan consumenten te verbeteren. De verwijzing naar glutenbevattende granen, namelijk tarwe, werd gewijzigd door spelt als tarwevariëteit te vermelden en de vermelding van "kamut" (een geregistreerd handelsmerk) te vervangen door de specifieke naam van deze variëteit, namelijk "khorasantarwe". Ten tweede werd bijlage III bij de voedselinformatieverordening gewijzigd op grond van artikel 10, lid 2, van die verordening, waarin bepaald is dat de Commissie de lijst van specifieke etiketteringsvoorschriften voor bijzondere levensmiddelen kan wijzigen ter bescherming van de gezondheid van de consument of het veilig gebruik van een levensmiddel. Om te waarborgen dat levensmiddelen met toegevoegde fytosterolen, fytosterolesters, fytostanolen of fytostanolesters terechtkomen bij de doelgroep van consumenten die hun bloedcholesterolgehalte onder controle moeten houden, werd hiervoor een passend etiketteringsvoorschrift ingevoerd; 3 4 5 6 7 PB L 124 van 20.5.2009, blz. 21. PB L 16 van 21.1.2009, blz. 3. PB L 181 van 29.6.2013, blz. 35. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 828/2014 van de Commissie van 30 juli 2014 betreffende de voorschriften voor de voorlichting van de consument over de afwezigheid of de verminderde aanwezigheid van gluten in levensmiddelen (PB L 228 van 31.7.2014, blz. 5). Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 78/2014 van de Commissie van 22 november 2013 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, wat betreft bepaalde granen die allergieën of intoleranties kunnen veroorzaken en levensmiddelen met toegevoegde fytosterolen, fytosterolesters, fytostanolen of fytostanolesters (PB L 27 van 30.1.2014, blz. 7; zie de toelichting voor meer informatie). 3

c) een gedelegeerde verordening van de Commissie over de definitie van technisch vervaardigd nanomateriaal. In artikel 18, lid 5, van de voedselinformatieverordening is bepaald dat de Commissie de in artikel 2, lid 2, onder t), opgenomen definitie van technisch vervaardigde nanomaterialen moet aanpassen aan de technische en wetenschappelijke vooruitgang of aan op internationaal niveau aanvaarde definities. Op basis daarvan heeft de Commissie op 12 december 2013 een gedelegeerde verordening tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten wat de definitie van "technisch vervaardigd nanomateriaal" betreft 8 vastgesteld; het Europees Parlement en de Raad werden diezelfde dag in kennis gesteld van deze rechtshandeling. Op 12 maart 2014 heeft het Europees Parlement een resolutie 9 aangenomen waarin het bezwaar maakte tegen de gedelegeerde verordening omdat het Parlement van mening was dat de Commissie, door bepaalde levensmiddelenadditieven van de definitie uit te sluiten, de haar toegekende gedelegeerde bevoegdheden overschreed. In Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende nieuwe voedingsmiddelen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1852/2001 van de Commissie 10, die vanaf 1 januari 2018 van toepassing wordt, wordt de momenteel in de voedselinformatieverordening opgenomen definitie van "technisch vervaardigde nanomaterialen" overgenomen. De definitie van technisch vervaardigd nanomateriaal en de daarmee samenhangende toekenning van gedelegeerde bevoegdheden aan de Commissie moeten derhalve uit de voedselinformatieverordening worden geschrapt en worden vervangen door een verwijzing naar de definitie in de andere verordening 11. De voedselinformatieverordening voorziet in nadere gedelegeerde bevoegdheden. Tot dusver heeft de Commissie zich echter niet op de andere rechtsgrondslagen 12 gebaseerd om gedelegeerde handelingen in het kader van de voedselinformatieverordening goed te keuren. Het is belangrijk erop te wijzen dat de verordening pas sinds 13 december 2014 van toepassing is en dat enkele bepalingen pas vanaf 13 december 2016 van toepassing zullen zijn. Meer in het bijzonder: a) moet de Commissie op grond van artikel 13, lid 4, van de voedselinformatieverordening regels vastleggen met betrekking tot de leesbaarheid van de verplichte vermeldingen op bepaalde levensmiddelen. In dit verband moet eerst meer ervaring met de toepassing van de nieuwe regels worden opgedaan alvorens een gedelegeerde handeling betreffende leesbaarheid kan worden voorbereid; 8 9 10 11 12 C(2013) 8887 final. B7-0185/2014 - C(2013)08887-2013/2997(DEA). PB L 327 van 11.12.2015, blz. 1. Zie overweging 10, artikel 3, lid 2, onder f), en artikel 31 van Verordening (EU) 2015/2283. Artikel 9, lid 3, artikel 12, lid 3, artikel 13, lid 4, artikel 19, lid 2, artikel 21, lid 2, voor andere stoffen of producten, artikel 23, lid 2, artikel 30, lid 6, artikel 31, lid 2, en artikel 46 van de voedselinformatieverordening. 4

b) moet de Commissie op grond van artikel 21, lid 2, van de voedselinformatieverordening de in bijlage II bij die verordening opgenomen lijst van stoffen of producten die allergieën of intoleranties veroorzaken systematisch opnieuw bekijken en zo nodig bijwerken. Overeenkomstig deze bepaling gaat de Commissie voortdurend na of de lijst in bijlage II nadere wijziging behoeft; c) kan de Commissie op grond van artikel 9, lid 3, artikel 12, lid 3, artikel 19, lid 2, artikel 23, lid 2, artikel 30, lid 6, artikel 31, lid 2, en artikel 46 van de voedselinformatieverordening nadere bepalingen vaststellen voor diverse technische aspecten van de verordening. Aangezien de verordening pas vanaf 13 december 2016 volledig van toepassing zal zijn, moet de perceptie van de consument nader worden onderzocht alvorens kan worden beslist hoe deze gedelegeerde bevoegdheden zouden moeten worden gebruikt. 3. Conclusie De voedselinformatieverordening is pas iets meer dan een jaar van toepassing en sommige delen zijn nog niet van toepassing. Tot dusverre heeft de Commissie gedelegeerde handelingen vastgesteld betreffende de afwezigheid of de verminderde aanwezigheid van gluten in levensmiddelen en betreffende bepaalde granen die allergieën of intoleranties kunnen veroorzaken en levensmiddelen met toegevoegde fytosterolen, fytostanolen en esters daarvan. Een gedelegeerde handeling betreffende de definitie van technisch vervaardigd nanomateriaal is door het Europees Parlement verworpen. 5