Virtuele rivalen: Jaloezie na blootstelling aan avatars in een immersive virtual reality environment Karlijn Massar & Tanita Huskovic Maastricht University [966 woorden] Correspondentiegegevens: Karlijn Massar, Work & Social Psychology, Faculty of Psychology & Neuroscience (UNS40), Maastricht University, Postbus 616, 6200 MD Maastricht. Tel: 043-3882935, email: karlijn.massar@maastrichtuniversity.nl Het hier beschreven onderzoek is uitgevoerd in het kader van een Research Internship van de tweede auteur t.b.v. de Master Health & Social Psychology.
Samenvatting Jaloezie wordt door evolutionair psychologen gezien als een functionele emotie, die ontstaat als een ingebeelde of reeële rivaal de relatie bedreigt. Onderzoek heeft aangetoond dat de mate van ervaren jaloezie grotendeels bepaald wordt door de eigenschappen van de rivaal (Dijkstra & Buunk, 1998; 2001), en dat mannen en vrouwen verschillen in de eigenschappen die ze bedreigend vinden in rivalen (Buss, Shackelford, Choe, Buunk & Dijkstra, 2000; Dijkstra & Buunk, 1998). De huidige studie richt zich alleen op vrouwen, en de invloed van de fysieke aantrekkelijkheid van een rivaal op hun jaloezie en verwante emoties. Naast studies die de centrale rol van aantrekkelijkheid in de evaluatie van rivalen hebben aangetoond door proefpersonen expliciet bloot te stellen aan foto s of tekeningen van aantrekkelijke of onaantrekklijke rivalen (bijvoorbeeld Dijkstra & Buunk, 1998; 2002), hebben wij in een reeks studies laten zien dat fysieke aantrekkelijkheid van een rivaal ook op onbewust niveau voor jaloezie zorgt (Massar & Buunk, 2009; 2010; Massar, Buunk, & Dechesne, 2009). Vrouwen die slechts milliseconden (17-60 ms) blootgesteld waren aan stimuli van aantrekkelijke rivalen, gaven in alle studies significant meer jaloezie aan dan de vrouwen die aan de onaantrekkelijke rivalen waren blootgesteld. Fysieke aantrekkelijkheid heeft dus ook invloed op de jaloezie van vrouwen zonder dat zij zich daar bewust van zijn. In de huidige tijd is het aantal mogelijke rivalen sterk vergroot door de opkomst van het internet, sociale media, en het spelen van online games. Onderzoek naar online ontrouw en jaloezie (o.a. Dijkstra, Barelds, & Groothof, 2013) heeft aangetoond dat online ontrouw-gerelateerde gedragingen van partners, zoals seksueel getinte emails sturen, eenzelfde mate van jaloezie oproepen als offline gedragingen. Tot nu toe is echter nog weinig bekend over de invloed die avatars, zoals die in
bijvoorbeeld online role-playing games worden gebruikt, hebben op jaloezie. De vraag die wij ons in het huidige onderzoek stelden was dan ook of deze virtuele rivalen avatars ook jaloezie zouden opwekken in vrouwen, en of de fysieke aantrekkelijkheid van de avatar hierbij bepalend zou zijn. In het huidige onderzoek hebben wij gebruik gemaakt van Immersive Virtual Environment Technology (IVET) om de proefpersonen bloot te stellen aan een rivaal. Deze techniek biedt de mogelijkheid een proefpersoon bloot te stellen aan een relatief realistische omgeving waar de experimentleider tegelijkertijd veel controle over heeft (Blascovich et al., 2002). De huidige studie bouwt zodoende voort op ons eerdere onderzoek, maar in een ecologisch meer valide omgeving. Methode & Resultaten 47 vrouwelijke proefpersonen namen deel aan het onderzoek in ruil voor proefpersoonpunten of een VVV-bon. Na instructies over de opzet van de studie, te weten het uitvoeren van geheugentaken in een sociale omgeving (een pub), lazen ze de geheugentaken door. Hierna kregen zij de head-mounted display en laptop aangemeten, en werd het programma opgestart. Onder het mom van het uitvoeren van geheugentaken in een sociale omgeving stapten de proefpersonen een virtuele Irish Pub binnen, waar zij, naast de gebruikelijke objecten in de bar, ook een aantal avatars tegenkwamen waaronder een vrouw die aan de bar met haar telefoon stond te spelen. Deze vrouw was in de ene conditie aantrekkelijk, en in de andere conditie onaantrekkelijk. Gemiddeld waren de proefpersonen 6 minuten in de virtuele ruimte bezig met de geheugentaken. Nadat ze klaar waren met deze taken en alle apparatuur weer afgedaan hadden lazen ze eerst een jaloezie-opwekkende scenario (Massar & Buunk, 2009; 2010), waarbij ze zich moesten voorstellen hoe hun vriendje op een feestje met een
onbekende vrouw stond te flirten. Hierna konden ze aangeven - op een schaal van 0 tot 100 - hoe jaloers ze zich voelden. Verder gaven ze aan hoe verraden, afgewezen, verdrietig, anstig, en boos (hierna worden deze 5 emoties samen overstuur genoemd) ze zouden zijn in deze situatie. Tot slot vulden de proefpersonen de Intrasexual Competition Scale in (Buunk & Fisher, 2009), en een awareness- en manipulatiecheck. De awareness check bevestigde dat proefpersonen zich niet bewust waren van de rol die de vrouwelijke avatar speelde, of dat er een verband was tussen de geheugentaken en het jaloezie-scenario. Een manipulatiecheck liet zien dat proefpersonen nog wisten dat zij bij een onaantrekkelijke of aantrekkelijke avatar in de pub hadden rondgelopen. De resultaten (MANOVA) lieten zien dat vrouwen die bij de aantrekkelijke avatar in de virtuele pub waren geweest, significant meer jaloezie rapporteerden dan vrouwen die aan de onaantrekkelijke avatar waren blootgesteld, en tevens meer overstuur waren. Helaas verschilden de groepen niet in ervaren intraseksuele competitie. Discussie en conclusie Voor zover bij ons bekend is dit de eerste studie naar jaloezie, en de invloed van het uiterlijk van een rivaal, waarbij gebruik gemaakt is van IVET. De resultaten laten zien dat avatars in een virtuele omgeving ook jaloezie opwekken bij vrouwen - vooral als zij aantrekkelijk zijn. Gezien het feit dat de proefpersonen zich niet bewust waren van de rol die de avatar speelde in de rest van het onderzoek (het jaloeziescenario en de vragen daarna), toont dit experiment aan dat avatars ook op impliciet niveau invloed kunnen hebben op gedrag en emoties. Echter, hoewel aangenomen wordt dat de avatar die men in de virtuele bar is tegengekomen wordt geprojecteerd op de rivaal die men zich later moet inbeelden, biedt het huidige onderzoek geen directe test van deze hypothese en moet dit in toekomstig onderzoek verder
onderzocht worden. Dat gezegd hebbende, suggereren wij wel dat deze studie een eerste aanwijzing is dat de invloed van een virtuele omgeving en avatar door kunnen werken in andere situaties. De proefpersonen reageerden immers op het jaloezieopwekkende scenario nadat zij uit de virtuele bar waren gestapt. In toekomstig onderzoek zou de partner van de proefpersonen actief bij de studie betrokken kunnen worden, en zou gekeken kunnen worden naar de invloed van de avatar op bijv. hartslag, skin conductance, en cortisol-niveaus, en naar de afstand die bewaard wordt ten opzichte van de avatars.
Referenties Blascovich, J., Loomis, J., Beall, A. C., Swinth, K. R., Hoyt, C. L., & Bailenson, J. N. (2002). Immersive virtual environment technology as a methodological tool for social psychology. Psychological Inquiry, 13, 103-124. Buss, D. M., Shackelford, T. K., Choe, J., Buunk, B. P., & Dijkstra, P. (2000). Distress about mating rivals. Personal Relationships, 7, 235-243. Buunk, A. & Fisher, M. (2009). Individual differences in intrasexual competition. Journal of Evolutionary Psychology, 7, 37-48. Dijkstra, P., Barelds, D. P. H., & Groothof, H. A. K. (2013). Jealousy in response to online and offline infidelity: The role of sex and sexual orientation. Scandinavian Journal of Psychology, 54, 328-336. Dijkstra, P., & Buunk, B. P. (1998). Jealousy as a function of rival characteristics: an evolutionary perspective. Personality and Social Psychology Bulletin, 24, 1158-1166. Dijkstra, P., & Buunk, B. P. (2002). Sex differences in the jealousy-evoking effect of rival characteristics. European Journal of Social Psychology, 32, 829-852. Massar, K., & Buunk, A. P. (2009). Rivals in the mind's eye: Jealous responses after subliminal exposure to body shapes. Personality and Individual Differences, 46, 129-134. Massar, K., & Buunk, A. P. (2010). Judging a book by its cover: The effects of subliminal exposure to facial attractiveness on jealousy. Personality and Individual Differences, 49, 634-638. Massar, K., Buunk, A. P., & Dechesne, M. (2009). Jealousy in the blink of an eye: Jealous reactions following subliminal exposure to rival characteristics. European Journal of Social Psychology, 39, 768-779.