Hoofd 1 Schedelbotten 1.1 Schedel (cranium) van lateraal.......................... 2 1.2 Schedel van frontaal.................................. 4 1.3 Schedel van dorsaal en schedelnaden.................... 6 1.4 Schedeldak (calvaria) van buiten en binnen............... 8 1.5 Uitwendige schedelbasis (basis cranii externa)........... 10 1.6 Inwendige schedelbasis (basis cranii interna)............ 12 1.7 Oogholte (orbita): botten en openingen voor vaten en zenuwen............ 14 1.8 Orbitae en naburige structuren........................ 16 1.9 Neus (nasus): neusskelet........................................ 18 1.10 Neus: neusbijholten (sinus paranasales).................... 20 1.11 Slaapbeen (os temporale)............................. 22 1.12 Wiggenbeen (os sphenoidale)......................... 24 1.13 Achterhoofdsbeen (os occipitale) en zeefbeen (os ethmoidale)..................................... 26 1.14 Hard verhemelte (palatum durum)..................... 28 1.15 Onderkaak (mandibula) en tongbeen (os hyoideum)...... 30 1.16 Kaakgewricht (articulatio temporomandibularis)......... 32 1.17 Biomechanica van het kaakgewricht.................... 34 1.18 Tanden en kiezen (dentes) in situ....................... 36 1.19 Blijvend gebit en panoramische röntgenfoto............. 38 1.20 Afzonderlijke gebitselementen........................ 40 1.21 Melkgebit (dentes decidui)............................ 42 2 Spieren 2.1 Mimische spieren: overzicht........................................... 44 2.2 Mimische spieren: functie............................................. 46 2.3 Kauwspieren: overzicht en oppervlakkige spieren..................... 48 2.4 Kauwspieren: diepe spieren....................................... 50 2.5 Oorsprong van spieren en aanhechting aan de schedel.... 52 3 Systematiek van de bloedvaten 3.1 Overzicht en a. carotis externa......................... 54 3.2 Voorste en achterste takken en mediale tak van de a. carotis externa.................................... 56 3.3 Eindtakken van de a. carotis externa.................... 58 3.4 Takken van de a. carotis externa die extracerebrale structuren van bloed voorzien................................... 60 3.5 Oppervlakkige venen van hoofd en hals................. 62 3.6 Diepe venen van het hoofd en venen van het achterhoofd. 64 4 Systematiek van de hersenzenuwen 4.1 Overzicht van de hersenzenuwen...................... 66 4.2 Hersenzenuwkernen en ganglia die samenhangen met de hersenzenuwen..................................... 68 4.3 Nervus olfactorius (I) en nervus opticus (II).............. 70 4.4 Oogspierzenuwen: nervus oculomotorius (III), nervus trochlearis (IV) en nervus abducens (VI)................. 72 4.5 Nervus trigeminus (V): kern- en innervatiegebieden.......................... 74 4.6 Nervus trigeminus (V): verloop van de drie hoofdtakken....................... 76 4.7 Nervus facialis (VII): kern- en innervatiegebieden en viscero-efferente vezels... 78 4.8 Nervus facialis (VII): verloop in het rotsbeen; parasympathische viscero-efferente en viscero-afferente vezels...... 80 4.9 Nervus vestibulocochlearis (VIII)....................... 82 4.10 Nervus glossopharyngeus (IX)......................... 84 4.11 Nervus vagus (X).................................... 86 4.12 Nervus accessorius (XI) en nervus hypoglossus (XII)....... 88 4.13 Synopsis van de plaatsen waar geleidingsbanen aan de schedelbasis naar buiten treden....................... 90 5 Topografie 5.1 Voorste gezichtsgebied.............................. 92 5.2 Oppervlakkige laag van de zijkant van het hoofd......... 94 5.3 Middelste en diepe laag van de zijkant van het hoofd..... 96 5.4 Fossa infratemporalis................................. 98 5.5 Fossa pterygopalatina............................... 100 6 Mondholte 6.1 Overzicht: hard en zacht verhemelte.................. 102 6.2 Tong (lingua): spieren en slijmvlies................................. 104 6.3 Tong: banen, vaten en lymfedrainage....................... 106 6.4 Mondbodem (diaphragma oris)....................... 108 6.5 Het lymfoïde weefsel van de Waldeyerring............. 110 6.6 Speekselklieren van het hoofd........................ 112 7 Neus 7.1 Overzicht en slijmvliesreliëf.......................... 114 7.2 Bloedvaten en zenuwen van de hoofdholte van de neus.. 116 7.3 Histologie en klinische anatomie van de neusholten..... 118 IX
8 Orbita en oog 8.1 Regio orbitalis, oogleden (palpebrae) en bindvlies (tunica conjunctiva)................................. 120 8.2 Traanapparaat...................................... 122 8.3 Oogbol (bulbus oculi)............................... 124 8.4 Brekingsmedia van het oog: lens (lens cristallina) en hoornvlies (cornea)............ 126 8.5 Iris en kamerhoek................................... 128 8.6 Netvlies (retina).................................... 130 8.7 Bloedvoorziening van de oogbol...................... 132 8.8 Uitwendige oogspieren.............................. 134 8.9 Indeling, bloedvaten en zenuwen van de oogbol (orbita). 136 8.10 Topografie van de orbita............................. 138 9 Rotsbeen en oor 10 Doorsneden van het hoofd 10.1 Frontale doorsneden ter hoogte van de voorste rand van de orbita en de retrobulbaire ruimte............... 156 10.2 Frontale doorsneden ter hoogte van de top van de orbitapiramide en de hypofyse....................... 158 10.3 Horizontale doorsneden ter hoogte van de orbitae, bovenste en middelste niveau........................ 160 10.4 Horizontale doorsneden ter hoogte van de sinus sphenoidalis en de conchae nasales mediae............ 162 10.5 Horizontale doorsneden ter hoogte van de nasopharynx en de articulatio atlantoaxialis mediana................ 164 10.6 Sagittale doorsneden: mediosagittaal met neusseptum en ter hoogte van de mediale orbitawand.............. 166 10.7 Sagittale doorsneden ter hoogte van het binnenste derde deel en het midden van de orbita................ 168 9.1 Overzicht en uitwendig oor (auris externa): opbouw en bloedvoorziening........................ 140 9.2 Uitwendig oor, oorschelp (auricula), uitwendige gehoorgang (meatus acusticus externus) en trommelvlies (membrana tympanica)........................................ 142 9.3 Middenoor (auris media): trommelholte (cavitas tympani) en oortrompet (tuba auditiva)........................ 144 9.4 Middenoor: gehoorbeentjesketen............................... 146 9.5 Binnenoor (auris interna): overzicht.......................................... 148 9.6 Binnenoor: gehoororgaan...................................... 150 9.7 Binnenoor: evenwichtsorgaan.................................. 152 9.8 Bloedvoorziening van het rotsbeen.................... 154 X
Neuroanatomie 1 Inleiding tot de neuroanatomie 1.1 Hersenen en ruggenmerg als geheel................... 172 1.2 Het neuron en zijn schakelingen...................... 174 1.3 Neuroglia en myeline................................ 176 1.4 Input van het CZS: zintuigwaarneming en haar kwaliteiten................ 178 1.5 Het PZS en zijn interactie met het CZS................. 180 1.6 Ontwikkeling van het zenuwstelsel.................... 182 1.7 Macroscopische indeling van de hersenen.............. 184 6 Truncus encephali 6.1 Indeling en uitwendige structuur..................... 226 6.2 Hersenzenuwkernen, nucleus ruber en substantia nigra.. 228 6.3 Formatio reticularis................................. 230 6.4 Afdalende en opstijgende banen...................... 232 6.5 Dwarsdoorsneden van de hersenstam: Middenhersenen (mesencephalon) en brug (pons)...... 234 6.6 Dwarsdoorsneden van de hersenstam: medulla oblongata.................................. 236 2 Hersen- en ruggenmergsvliezen 2.1 Hersenen in situ en hersenvliezen..................... 186 2.2 Hersenvliezen en durasepten......................... 188 2.3 De hersen- en ruggenmergszenuwen en hun ruimten.... 190 3 Liquorruimten 3.1 Overzicht.......................................... 192 3.2 Liquorcirculatie en cisternen......................... 194 3.3 Circumventriculaire organen en weefselbarrières in de hersenen.......................................... 196 4 Telencephalon 4.1 Ontwikkeling en uitwendige structuur................. 198 4.2 Histologische opbouw en functionele organisatie van de schors van de grote hersenen......................... 200 4.3 Cortexvelden in de neocortex........................ 202 4.4 Allocortex: overzicht.......................................... 204 4.5 Allocortex: hippocampus en corpus amydaloideum................ 206 4.6 Witte stof en nuclei basales (basale kernen)............ 208 5 Diencephalon 7 Cerebellum 7.1 Uitwendige structuur............................... 238 7.2 Inwendige structuur................................ 240 7.3 Stelen en banen van de kleine hersenen................ 242 7.4 Vereenvoudigde functionele anatomie en laesies van de kleine hersenen.................................. 244 8 Bloedvaten van de hersenen 8.1 Arteriële bloedtoevoer en circulus arteriosus........... 246 8.2 Oppervlakkig verloop van de arteriën van de grote hersenen.......................................... 248 8.3 Bloedvoorzieningsgebieden van de drie grote arteriën in de grote hersenen (arteriae cerebri anterior, media en posterior.......................................... 250 8.4 Arteriën van de hersenstam en de kleine hersenen...... 252 8.5 Sinus durae matris: vindplaatsen en opbouw............................. 254 6.6 Sinus durae matris: veneuze toevoerwegen en accessoire afvoerwegen...... 256 8.7 Oppervlakkige en diepe venen van de hersenen......... 258 8.8 Diepe venen van de hersenen: venen van de hersenstam en de kleine hersenen........ 260 8.9 Intracraniële bloedingen............................. 262 8.10 Cerebrale doorbloedingsstoornissen.................. 264 5.1 Overzicht en ontwikkeling........................... 210 5.2 Uitwendige structuur............................... 212 5.3 Inwendige structuur van het diencephalon: niveau-indeling en serie doorsneden.................. 214 5.4 Thalamus: kerngebieden...................................... 216 5.5 Thalamus: projecties van de thalamuskernen..................... 218 5.6 Hypothalamus..................................... 220 5.7 Hypofyse (hersenaanhangsel, glandula pituitaria)....... 222 5.8 Epi- en subthalamus................................. 224 XI
9 Ruggenmerg en bloedvaten van het ruggenmerg 9.1 Overzicht: gesegmenteerde opbouw van het ruggenmerg (medulla spinalis)................................... 266 9.2 Overzicht: indeling van ruggenmergsegmenten.................. 268 9.3 Grijze stof (substantia grisea): indeling........................................... 270 9.4 Substantia grisea: reflexboog en propriospinaal apparaat................. 272 9.5 Opstijgende banen: tractus spinothalamici............................... 274 9.6 Opstijgende banen: fasciculus gracilis en fasciculus cuneatus............... 276 9.7 Opstijgende banen: tractus spinocerebellares............................ 278 9.8 Afdalende banen: tractus corticospinalis............................... 280 9.9 Afdalende banen: extrapiramidale en vegetatieve banen................. 282 9.10 Synopsis van opstijgende en afdalende baanstelsels in het ruggenmerg.................................... 284 9.11 Arteriële bloedvoorziening........................... 286 9.12 Veneuze drainage................................... 288 9.13 Topografie......................................... 290 10 Doorsneden van de hersenen 10.1 Frontale doorsneden I en II........................... 292 10.2 Frontale doorsneden III en IV......................... 294 10.3 Frontale doorsneden V en VI......................... 296 10.4 Frontale doorsneden VII en VIII....................... 298 10.5 Frontale doorsneden IX en X......................... 300 10.6 Frontale doorsneden XI en XII........................ 302 10.7 Horizontale doorsneden I en II........................ 304 10.8 Horizontale doorsneden III en IV...................... 306 10.9 Horizontale doorsneden V en VI...................... 308 10.10 Sagittale doorsneden I-III............................ 310 10.11 Sagittale doorsneden IV-VI........................... 312 10.12 Sagittale doorsneden VII en VIII....................... 314 11 Vegetatief zenuwstelsel 11.1 Organisatie van sympathicus en parasympathicus....... 316 11.2 Effect van het vegetatieve zenuwstelsel op afzonderlijke organen en centrale schakelingen van de sympathicus........... 318 11.3 Parasympathicus: overzicht en schakelingen............................ 320 11.4 Ingewandspijn..................................... 322 11.5 Zenuwstelsel van de ingewanden..................... 324 12 Functionele systemen en klinische relaties 12.1 Sensorisch stelsel: synopsis van de baansystemen....................... 326 12.2 Sensorisch stelsel: principes van de prikkelverwerking.................... 328 12.3 Sensorisch stelsel: laesies............................................ 330 12.4 Sensorisch stelsel: pijn............................................... 332 12.5 Pijnbanen van het hoofd en centraal pijnremmend stelsel 334 12.6 Motorisch stelsel: overzicht en principe................................ 336 12.7 Motorisch stelsel: piramidebaan (tractus pyramidalis)................... 338 12.8 Motorisch stelsel: motorische kerngebieden............................ 340 12.9 Motorisch stelsel: extrapiramidaal-motorisch stelsel en laesies van het motorische stelsel..................... 342 12.10 Radiculaire laesies: overzicht en sensibele schade........................ 344 12.11 Radiculaire laesies: motorische schade.................................. 346 12.12 Armplexuslaesie.................................... 348 12.13 Beenplexuslaesie................................... 350 12.14 Laesies van het ruggenmerg en de perifere zenuwen: sensibele uitvalsverschijnselen....................... 352 12.15 Laesies van het ruggenmerg en de perifere zenuwen: motorische uitvalsverschijnselen...................... 354 12.16 Bepaling van de hoogte van een spinale laesie.......... 356 12.17 Visueel systeem: geniculair gedeelte................................. 358 12.18 Visueel systeem: laesies van het geniculaire gedeelte en niet-geniculaire projecties........................... 360 12.19 Visueel systeem: reflexen........................................... 362 12.20 Visueel systeem: coördinatie van de oogbewegingen................... 364 12.21 Gehoorbaan....................................... 366 12.22 Vestibulair systeem................................. 368 12.23 Smaakzin.......................................... 370 12.24 Reukzin........................................... 372 12.25 Limbisch systeem................................... 374 12.26 Vezelbanen........................................ 376 12.27 Indeling van de cortex, associatiegebieden............. 378 12.28 Hemisferendominantie.............................. 380 12.29 Correlaties tussen klinische symptomen en uitslagen van neuroanatomisch onderzoek......................... 382 XII
Appendix Literatuuroverzicht.................................. 387 Register.............................................. 389 XIII