Regels 39
40
Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 plan het bestemmingsplan Waterberging Vlierwaterleiding Dalmsholte van de gemeente Ommen; 1.2 bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0175.20121003004-va01 met de bijbehorende regels; 1.3 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangegeven, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak; 1.6 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.7 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk; 1.8 gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.9 gebruiken het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven; 1.10 peil a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; c. indien in of op het water wordt gebouwd: het plaatselijke verschil ten opzichte van Nieuw Amsterdams Peil: d. indien de onder a tot en met c genoemde peilen in het veld aanleiding geven tot onduidelijkheden, een door of namens burgemeester en wethouders aan te wijzen peil. 41
Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 bouwhoogte vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 42
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Water 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de wateraanvoer en -afvoer, de waterberging; b. ter plaatse van de aanduiding 'waterberging' tevens een retentiegebied met daaraan ondergeschikt agrarisch medegebruik; met daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde. 3.2 Bouwregels Op de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 2 m. 43
44
Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 4 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. 45
Artikel 5 Algemene afwijkingsregels Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels van het plan voor overschrijding van in het plan genoemde hoogtematen met ten hoogste 10%. 46
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 6 Overgangsrecht bouwwerken 6.1 Bouwwerken Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk teniet is gegaan. 6.2 Afwijken Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. 6.3 Uitzondering Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 47
Artikel 7 Overgangsrecht gebruik 7.1 Gebruik Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 7.2 Strijdig gebruik Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 7.3 Verbod Indien het gebruik, bedoeld in eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 7.4 Uitzondering Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. 48
Artikel 8 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Waterberging Vlierwaterleiding Dalmsholte. 28 maart 2013. 49
50
Vaststellingsbesluit 51
52
afschrift aan: scan scan - besluitenregister (origineel besluit) - Henk Heusinkveld (RD) doorkiesnr. inlichtingen bij/ email de heer H.J. Heusinkveld 0523289528 henk.heusinkveld@ommçn-hardenberg.nl onderwerp vaststelling bestemmingsplan Waterberging Vlie aterleiding Dalmsholte ons kenmerk/ zaaknummer RD/R/I3-oa9oa/ datum 28 maart 2013 De raad van de gemeente Ommen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d 26 februari 20.3, kenmerk RD/R/a3- oagoo; ove egende dat het bestemmingsplan 'Waterberging Vlie aterleiding Dalmsholte' de juridische planologische basis vormt vôor de inrichting van circa s hectare agrarische percelen als waterbqrging ; dat deze maatregel voorkomt uit de Gebiedsuitwerking Dalmsholte; dat gelet op de uitgebreide communicatie in het kadervan de gebiedsuitwerking en de beperkte ingreep in de omgeving is afgezien van inspraak; dat bij de voorbereiding van dit bestemmingsplan conform artikel a.a..a. Bro vooroverleg is gevoerd met de provincie Overijsel; dat overeenkomstig artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening betrokken paoners op de hoogte zqn gesteld van de tewisielegging vqn het ontwerpplan en de mogelijkheid een zienswijze in te dienen; dat het ontwerp bestemmingsplan vanaf J.a november 207.2 voor een periode van 6 weken ter visie heeft gelegen; dat binnen deze termijn geen inspraakreaèties zijn ontvangen; dat er blijkens de toelichting van het bestemmingsplan zich een situatie voordoet zoals bedoeld in artikel 6.a2, Iid 2, sub. a. van de Wet ruimtelijke ordening en er aldus geen noodzaak bestaat tot het vaststellen van een exploitaiieplan; dat bij de vaststelling gebruik is gemaald van ondergrond GBKN ( versie augustus 2oâ2) dat thans tot vaststelling kan worden overgegaan; Gemeentehuis Bezoekadres: Chevalleraustraat 2, 7731 EE Ommen Corr. adres: Postbus 100, 7730 AC Ommen Tel. : 14 0529 Fax : (0529) 45 65 95 E-mail : gemeente@ommen.nl Internet : w.ommen.nl N.V. - B.N.G., banknr.--' 28.50.06.401 Rabobank banknn: 34.89.00.082
2 scan scan gelet op de desbetrefende bepalingen van de Wet ruimtelijke ordening; ordening en Besluit ruimtelijke b e s I u i t : :1. (ongewijzigd) vast te stellen het bestemmingsplan 'Waterberging Vlié aterleiding Dalmsholte', bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten, vervat in het GML bestand NL.lMRO.oâ7s.2oa2âoo3oo4-vaoa, met de bijbehorende bestanden regels en toelichting en daarbij te bepalen dat voor de Iocatie van de geometrische planobjecten gebrulk is gemaakt van een ondergrond welke is ontleend aan de GBKN versie van augustus aoaz; 2. de afgeleide analoge verbeelding van het bestemmingsplan 'Waterberging Vlierwaterleiding Dalmsholte' met de bijbehorende bestanden (ongewijzigd) vast te stellen; 3. voor het bestemmingsplan àwaterberging Vlie aterleiding Dalmsholte'geen exploitatieplan ex arlikel 6.a2 van de Wet ruimtelijke ordening vastte stellen. De raad voornoemd, * griffier, J.A.R. Tenkink. voocitter, M.J.AIIne.