VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (bijwerking van 18 november 2009)

Vergelijkbare documenten
VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (bijwerking van 17 februari 2010)

kortlopende kredieten langlopende kredieten buitenlandse banken1

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN (bijwerking van 26 mei 2009)

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (trimestriële bijwerking van 2 mei 2012) Executive summary

VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN. (trimestriële bijwerking van 20 mei 2011) Executive summary

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen. kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen. kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Bijdrage van het departement Studiën aan het Observatorium voor krediet aan vennootschappen VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen. kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen. kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Ondernemersvertrouwen stabiliseert in februari

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Het ondernemersvertrouwen neemt in november verder toe

Bijdrage van het departement Studiën aan het Observatorium voor krediet aan vennootschappen VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN

Lichte verslechtering van het ondernemersvertrouwen in augustus

Het ondernemersvertrouwen stabiliseert in november

Afbrokkeling van het ondernemersvertrouwen in augustus

Ondernemersvertrouwen neemt in november zeer licht toe

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Het ondernemersvertrouwen herstelt zich in november

Kredietverlening in tijden van financiële crisis Cijfermatig overzicht in het kader van de rondetafel: Banken en Bedrijven

Banken verlenen recordaantal kredieten aan ondernemingen

Executive summary. Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen kredietobservatorium. Links:

Recente ontwikkelingen in de kredietvoorwaarden van banken

Kredietverlening aan Nederlandse bedrijven loopt terug

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

Kredietverlening aan Vlaamse ondernemingen

PERSBERICHT. Eerste publicatie van MFI-rentestatistieken voor het eurogebied 1

WERKGROEP "KREDIETEN AAN DE ONDERNEMINGEN" Syntheseverslag

Belgische kredietmarkt is niet getekend door kredietschaarste

Resultaten van de najaarsenquête 2017 naar de investeringen in de verwerkende nijverheid

Het bankkrediet aan de particuliere

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL

De Nederlandsche Bank. Statistisch Bulletin maart 2009

Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische bufferpercentage (1 januari 2016): 0 %

Kenniscentrum voor Financiering van KMO Centre de Connaissances du Financement des PME VZW. KeFiK-rapport

Kredietomloop aan ondernemingen bereikt nieuw record

Renovatiekredieten populairder dan ooit

Hypothecair krediet: duurzame groei

HALFJAARBERICHT 2015 BNG VERMOGENSBEHEER B.V.

Hypotheek Index Q2 2017

Groene kredieten stuwen hypotheekmarkt in 2011 naar ongekende hoogte

Distributiekanalen van de verzekering: cijfers 2012

Centrale voor kredieten aan ondernemingen

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

Record aan hypothecair krediet in 2017

Recente ontwikkelingen in de Belgische bancaire kredietverlening aan niet-financiële ondernemingen

Hypothecaire kredietverlening blijft op peil, ondanks afwachtende houding van de Vlaamse koper

Gedurende de financiële crisis speelde het Eurosysteem een cruciale rol in het op peil houden van de liquiditeit van het banksysteem.

Financiële rekeningen van de particulieren, de bedrijven en de overheid

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

NOTARISBAROMETER VASTGOED MACRO-ECONOMISCHE FACTOREN. Barometer 35

Hypotheekmarkt keert terug naar vroeger niveau

De buitenlandse handel van België

Conjunctuurbarometer van de Nationale Bank van België

BUREAU VOOR DE STAATSSCHULD. Suriname Debt Management Office. Kosten en Risico analyse van de Surinaamse schuldportefeuille per ultimo 2012

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014

Een regionale opsplitsing van de sociale balansen

Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische Bufferpercentage voor 2019K2: 0%

sector 5. Financiële situatie van de private 5.1 Particulieren

notarisbarometer 101,6 99, ,2 99,8 94,1 Belgisch vastgoed zet de economische crisis een hak

Financiële instellingen en bedrijven geven minder schuldpapier uit in 2010

UNIZO KMO-BAROMETER. KMO-Barometer mrt 07 jun 07. dec 06

UNIZO KMO-BAROMETER. KMO-Barometer mrt 07 jun 07. dec 06. sep 07

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

KMO-Barometer 97,0 96,9 Q4 2012

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

notarisbarometer Belgisch vastgoed blijft betrouwbaar Vastgoedactiviteit in België 106,4 106,8 102,8 102,6 94,9

PERSBERICHT Brussel, 25 januari 2012

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014

Hypothecair krediet : het recordjaar 2010

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

Hypothecaire kredietverlening neemt verder toe in tweede trimester

Beantwoording Kamervragen 2009Z

Driemaandelijkse beslissing van de Nationale Bank van België inzake het contracyclische bufferpercentage voor 2019K3: 0,5%

DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE IN DE VLAAMSE HAVENS, HET LUIKSE HAVENCOMPLEX EN DE HAVEN VAN BRUSSEL

Conjunctuurbeoordeling van de bouwsector

notarisbarometer 2012 : meer vastgoedtransacties in België Vastgoedactiviteit in België 106,4 106,8 101,6 99, ,2 99,8

Prijzen houden stand, maar de activiteit daalt. derde trimester met 5,1% naar beneden ten opzichte van de derde trimester van 2009.

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

notarisbarometer 94, Trim 1

Sterke groei van renovatiekredieten

Lage rentevoeten ondersteunen stijgende vraag naar hypothecaire kredietovereenkomsten in derde trimester

Transcriptie:

Observatorium voor krediet aan vennootschappen de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel Tel. +32 2 221 00 00 Fax +32 2 221 00 01 BTW BE 0203.201.340 RPR Brussel 2009-11-18 Links: kredietobservatorium VOORNAAMSTE RECENTE ONTWIKKELINGEN (bijwerking van 18 november 2009) Kredietvolume In het derde kwartaal van 2009 is de vertraging in de toekenning van bankkrediet aan de ingezeten ondernemingen die in het derde kwartaal van 2008 was aangevat, weer hervat. Na correctie voor het effect van de wisselkoersschommelingen en de sectorale aanpassingen, is de groei op jaarbasis gedaald tot een weliswaar nog positieve 1,4 pct. tegenover 5,2 pct. in het tweede kwartaal van 2009.

De dynamiek op korte termijn is omgeslagen ten opzichte van het voorgaande kwartaal. De netto kredietstromen liepen immers opnieuw terug: na seizoenszuivering daalde de kredietverlening met 1,3 miljard euro. Sinds het begin van het jaar werden de nieuwe kredietstromen aldus meer dan volledig gecompenseerd door terugbetalingen van lopende kredieten. In het derde kwartaal van 2009 is er een verschillende evolutie waar te nemen in de verlening van kortlopende en langlopende kredieten. De jaarlijkse groeivoet van kredieten met een looptijd van minder dan 1 jaar was negatief: in het derde trimester van 2009 daalde de uitgifte van korte termijnkredieten met 10,2 pct. (na een reeds negatieve groeivoet van 2,5 pct. in het tweede kwartaal van 2009). Daarentegen vertoonde de uitgifte van langetermijnkredieten nog altijd een positieve groei, lager evenwel dan het voorgaande trimester (8,6 pct. in het derde kwartaal tegen 10,2 pct. in het tweede). De Belgische ondernemingen kunnen tevens beroep doen op buitenlandse banken 1 om zich te financieren. De financiële rekeningen die door de Bank worden opgesteld, o.a. aan de hand van de 1 Het begrip buitenlandse (of niet ingezeten) bank berust op het territorialiteitsbeginsel. De dochterondernemingen en bijbanken van buitenlandse banken die in België een stabiele vestiging bezitten, zijn in het begrip ingezeten bank vervat. De kredietverlening door buitenlandse banken bestaat dus enkel uit de kredietverstrekking door in het buitenland gevestigde instellingen. Deze gegevens kennen dus

betalingsbalansstatistieken, laten toe de kredietstromen afkomstig van niet ingezeten banken in kaart te brengen. In het tweede kwartaal van 2009 daalde het totaal aan uitstaande kredieten bij kredietinstellingen uit het eurogebied met 0,3 miljard euro. De uitstaande kredieten bij de overige buitenlandse banken liepen ook met 0,8 miljard euro terug. Deze algemene vertraging van buitenlands krediet is voornamelijk toe te schrijven aan twee factoren. Een eerste belangrijke verklaring ligt bij een uitzonderlijk groot krediet dat door een internationaal bankenconsortium werd verleend aan een Belgische multinational in het vierde kwartaal van 2008. De terugbetaling van een gedeelte van deze schuld (waarvan een groot deel op korte termijn was) zorgt voor een grote netto stroom naar het buitenland vanaf het eerste kwartaal van 2009. Bijkomend is de negatieve netto stroom een indirect gevolg van de financiële crisis; banken richten zich weer meer en meer op hun binnenlandse markt, ten koste van de kredietverlening aan buitenlandse ondernemingen. 20 BANCAIRE KREDIETEN AAN ONDERNEMINGEN IN BELGIË: GEOGRAFISCHE OPSPLITSING VAN DE VERSTREKKERS (bijdrage aan de jaarlijkse groei, procentpunten) 15 10 5 0-5 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Belgische banken Banken van het eurogebied Banken buiten het eurogebied Bron: NBB (Financiële rekeningen, Schema A). grotere vertraging vooraleer ze beschikbaar zijn dan de kredieten die verstrekt worden door Belgische banken: de meest recente gegevens zijn die voor het tweede kwartaal van 2009.

Aan de hand van de statistieken van de Kredietcentrale, die zowel de toegestane als de opgenomen kredieten omvatten, kan men het verloop van het krediet analyseren volgens de grootte van de kredietnemende ondernemingen. De toekenning van kredieten aan kleine bedrijven is licht toegenomen in het derde trimester van 2009. Daarenboven deden kleine bedrijven meer beroep op de hun toegestane kredietlijnen. Voor middelgrote bedrijven daalde het totale bedrag aan toegestane kredieten licht alsook de aanwending ervan. Grote bedrijven zagen de toegestane en opgenomen kredieten beduidend sterker teruglopen in het derde kwartaal van 2009. De aanwendingsgraad van de kredieten, die de intensiteit weergeeft waarmee de ondernemingen op hun kredietlijnen trekken, was vrijwel ononderbroken gestegen sinds het begin van de financiële onrust en dit voor elke ondernemingsklasse. Hieruit blijkt dat de ondernemingen maximaal gebruik wilden maken van hun bestaande kredietmogelijkheden, terwijl nieuwe leningen vaak moeilijker te verkrijgen waren. In het tweede en derde kwartaal van 2009 bleven de kleine bedrijven meer op hun kredietlijnen trekken dan voordien, zij het steeds minder uitgesproken. Voor grote en middelgrote bedrijven leek daarentegen een einde gekomen aan die opwaartse trend. Deze verschillende evolutie kan mogelijk verklaard worden door het herstel van de aandelenmarkten en markten voor schuldpapier die enkel toegankelijk zijn voor grote en middelgrote ondernemingen.

Aan het einde van het derde kwartaal van 2009 beliep de aanwendingsgraad 86 pct. voor de kleine ondernemingen, 71,3 pct. voor de middelgrote, en 58,5 pct. voor de grote ondernemingen. De aanwendingsgraad is gewoonlijk omgekeerd evenredig met de omvang van de ondernemingen. Een mogelijke verklaring voor die bevinding is dat er geen of nagenoeg geen alternatieve financieringswijzen bestaan voor kleine ondernemingen, maar ze kan ook wijzen op een negatieve correlatie tussen de omvang van het kredietopnemende bedrijf en de beoordeling van het risico. De aanwendingsgraad varieert aanzienlijk volgens de bedrijfstak waartoe de ondernemingen behoren. Zo beschikken de ondernemingen in de verwerkende nijverheid over de grootste marge inzake ongebruikt krediet, zoals blijkt uit een structureel lagere aanwendingsraad. Daarentegen benutten ondernemingen die actief zijn in de horeca of de vastgoedsector zeer vaak kmo s doorgaans een groter deel van de hun ter beschikking staande kredietlijnen. Een restrictief kredietbeleid kan bijgevolg het schadelijkst blijken voor bedrijven in die sectoren. De aanwendingsgraad steeg het sterkst in de handel (+2,49 procentpunten), gevolgd door de horeca (+1,80 procentpunten). De andere beschouwde sectoren lieten allen een lagere aanwendingsgraad optekenen: de bouwsector ( 1,95 procentpunten), de vastgoedsector ( 0,36 procentpunten) en de verwerkende nijverheid ( 0,04 procentpunten).

Rentevoeten en andere kredietvoorwaarden De door de Belgische banken op de nieuwe bedrijfskredieten toegepaste rentevoeten, verzameld via de MIR enquête (zie http://www.mfiir.be), zijn een van de voornaamste indicatoren van de kredietkosten waarmee de ondernemingen worden geconfronteerd. De daling van de rentevoeten die was begonnen in november 2008 heeft zich verder gezet in het derde kwartaal van 2009. Dat weerspiegelt de transmissie van de versoepeling van het monetaire beleid in het eurogebied sinds midden oktober 2008. Tijdens het derde kwartaal bleef de leidinggevende rente van de ECB onveranderd op 1 pct. en kon de driemaands Euribor worden verlaagd tot 0,75 pct. op het einde van het derde kwartaal. Op de kapitaalmarkten is het rendement van de Belgische overheidsobligaties op vijf jaar ten opzichte van drie maanden voordien licht gedaald tot op 2,73 pct. (op 30 september 2009). De bancaire tarieven van kredieten aan ondernemingen zijn in het derde kwartaal verder gedaald voor alle types en looptijden. De daling was het meest uitgesproken voor kredieten op korte en middellange termijn (die met 33, 35 en 37 procentpunten werden verlaagd voor respectievelijk de kredieten met een waarde van minder dan 1 miljoen euro en een korte variabele rente, de kredieten met een waarde van meer dan 1 miljoen euro en een korte variabele rente en die met een waarde van minder dan 1 miljoen euro en een middellange variabele rente). De kosten voor de kredieten met rentetarieven op lange termijn zijn beduidend minder verlaagd: 2 basispunten voor de kredieten met een waarde van minder dan 1 miljoen euro en een vaste rente op meer dan vijf jaar. De rentetarieven van kredieten met korte en middellange termijn hebben hun laagste punt bereikt sinds

het opstarten van de MIR enquête begin 2003; de rente op kredieten met een vaste rente en looptijd langer dan vijf jaar is met 4,86 pct. ongeveer gelijk aan het gemiddelde van de periode 2003 2007. De enquête van het Eurosysteem naar de kredietverlening (zie http://www.nbb.be/doc/dq/bls.htm), verschaft kwalitatieve informatie over het verloop van de toekenningsvoorwaarden, de vraag naar bankkredieten en de verklarende factoren die aan deze ontwikkelingen ten grondslag liggen. Alle vier grootbanken van België rapporteerden dat ze hun kredietvoorwaarden voor ondernemingen quasi onveranderd hebben gelaten in het derde trimester van 2009. Dit is de tweede maal na drie opeenvolgende kwartalen waarin sterk negatieve netto percentages wezen op een aanzienlijk strengere kredietverlening. De banken beschikken over verschillende instrumenten om het aanbod van kredieten aan ondernemingen aan te passen. Tijdens de financiële moeilijkheden, hebben ze gewag gemaakt van het verhogen van de marges, maar eveneens van een verstrakking van andere criteria, meer in het

bijzonder diverse kosten eigen aan de kredietopname, waarborgvereisten of nog andere contractuele vereisten. Tijdens het derde kwartaal van 2009, hebben alle banken gewag gemaakt van een stabilisering van de criteria die hen toelaten het kredietaanbod soepel aan te passen. Aldus zijn de gemiddelde marges en deze op de meer risicovolle kredieten, de grootte van het krediet, andere kosten, looptijd en onderpand volgens de banken onveranderd gebleven. Dit kan wijzen op een ommekeer in de trend opgetekend van midden 2008 tot begin 2009, toen banken hun voorwaarden ernstig verstrengden. Ondanks de ongewijzigde kredietvoorwaarden, tekenden de banken in het derde kwartaal toch een lichte verbetering in hun financieringskosten en balanscontraintes, in de concurrentiedruk en in de risicoperceptie op. Voor het vierde kwartaal verwachten de banken een lichte versoepeling in hun kredietvoorwaarden. Een bank zag de vraag naar kredieten afnemen in het derde kwartaal van 2009. Dit valt voornamelijk te verklaren doordat bedrijven bespaarden op vaste investeringen en door een terugval in het aantal overnames en herstructureringen.

Uit de enquête bij de ondernemers die de Bank in oktober 2009 heeft gehouden, blijkt dat de toegangsvoorwaarden voor bancair krediet licht verbeterd zijn. In het derde kwartaal van 2009 beschouwde 32 pct. van de ondernemingen uit de verwerkende nijverheid, de bouwnijverheid en de diensten aan ondernemingen de toegangsvoorwaarden voor nieuwe financieringen als ongunstig, terwijl 35 pct. van de bedrijven ze ongunstig vond in het juli 2009. Het percentage ondernemingen dat de voorwaarden gunstig achtte, is met 16 pct. onveranderd gebleven. Ondanks de lichte verbetering in de eerste drie kwartalen van het jaar geeft het nettosaldo van de antwoorden nog steeds aan dat de voorwaarden al met al ongunstig en veel negatiever zijn dan bij de voorgaande verkrapping, in 2002.

In verband met de verschillende criteria stelden de ondernemingen tijdens de laatste drie maanden nog een lichte verbetering van de rente vast, wat in overeenstemming is met de daling van de op leningen aan ondernemingen toegepaste retailtarieven. Betreffende de andere kredietvoorwaarden (overige kredietkosten, kredietvolumes en waarborgen) waren de ondernemingen nog steeds sterk ontevreden, zij het in mindere mate dan in het tweede kwartaal van 2009. Vooral wat betreft waarborgen zijn de kredietinstellingen volgens de bedrijfsleiders te veeleisend, bijna 41 pct. van de bedrijven meldde hierin een verslechtering.

Wat de verschillen naar bedrijfsgrootte betreft, oordelen voornamelijk de grote (met 250 tot 499 werknemers) en in mindere mate de zeer grote ondernemingen (>500 werknemers) opvallend minder gunstige algemene financieringsvoorwaarden, hoewel het nettopercentage van de antwoorden in het afgelopen kwartaal minder negatief geworden is. Sinds het begin van de financiële en vervolgens economische crisis vragen de grote ondernemingen wellicht meer bankkrediet aan dan gewoonlijk, gezien de spanningen op de financiële markten waar ze zich normalerwijze financieren. Ondanks de recente lichte ontspanning bleven de kosten voor financiering door de markt nog hoog. Tegen die achtergrond valt een restrictieve houding van de banken ten aanzien van de grote ondernemingen niet uit te sluiten, omdat ze hun blootstelling aan omvangrijke kredieten willen beperken.

Inzake de resultaten per bedrijfstak, waarvoor antwoorden beschikbaar zijn voor de verwerkende nijverheid, de bouwnijverheid en de diensten aan ondernemingen, beoordelen de drie groepen de kredietvoorwaarden minder negatief dan het voorgaande kwartaal. Verloop in het eurogebied Uit de cijfers van het eurogebied blijkt dat de gevolgen van de financiële crisis op de kredietverlening aan bedrijven, net als België, nog uitdiepte in het derde kwartaal van 2009. De groei op jaarbasis van het bankkrediet is tot stilstand gekomen: eind september was deze licht negatief ( 0,1 pct.) komende van 2,7 pct. eind juni 2009. De daling van de banktarieven in het derde kwartaal van 2009 kende een erg gelijkaardig patroon als deze in België. Opvallend is wel dat kredieten met een looptijd tot 1 jaar meer dan een halve procentpunt goedkoper zijn in België dan het gemiddelde in het eurogebied, terwijl de leningen met een vaste rente en een looptijd langer dan vijf jaar meer dan 120 basispunten duurder zijn in België dan het gemiddelde van de eurozone.

De banken in het eurogebied gaven in de Bank Lending Survey melding van een lichte verstrakking van de toekenningcriteria van nieuwe kredieten, zij het minder uitgesproken dan in het tweede kwartaal van 2009. De banken uit de eurozone zijn pessimistischer dan hun Belgische tegenhangers betreffende de kredietcriteria voor het vierde trimester. In tegenstelling tot de banken uit het eurogebied verwachten de Belgische banken wel een stijging van de vraag naar kredieten naar het einde van het jaar toe.