van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 10 juli 2008) Nummer 2183 Onderwerp Verleende ontheffing d.d. 3 april 2008 door de provincie Zuid-Holland op grond van de Flora- en Faunawet ex artikel 68 aan faunabeheereenheden om 16.175 grauwe ganzen en 3.320 brandganzen te vangen en te doden Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller Onderstaand de gebieden waar ganzen in 2008 mogen worden gevangen en gedood: Noordelijke Delta grauwe ganzen brandganzen Goeree-Overflakkee, Voorne Putten, Hoeksche Waard, De Biesbosch 10.500 2.000 Overige gebieden Alblasserwaard, Krimpenerwaard en Vijfheerenlanden en Tielerwaard-West 1.300 500 Delfland, Schieland en Rijnland 1.300 0 Kagerplassen, Braassemermeer en Langeraarse Plassen 900 0 Reeuwijkse Plassen 1.050 700 Nieuwkoopse Plassen 1.125 120 Totaal PER JAAR 16.175 3.320 Onderstaande informatie is verkregen via de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (KNJV) en de Faunabescherming: Op zaterdag 12 juli 2008 vindt een integrale ganzentelling in Zuid-Holland door jagers en Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en het Zuid-Hollands Landschap. FZ/GS/Alg
Pagina 2/6 Evenals in 2007 zullen jagers en terreinbeheerders weer ganzen in jachtvelden en natuurterreinen tellen in opdracht van de provincie Zuid-Holland. Om te kunnen aantonen dat de populaties ganzen door wegvangen en schieten niet in gevaar komen, heeft de provincie Zuid-Holland als ontheffingsverlener aan het Centrum voor Landbouw en Milieu Onderzoek en Advies, gevraagd een integrale telling van zomerganzen te organiseren voor de hele provincie. In 2007 werden tussen 50.536 en 60.784 grauwe ganzen geteld, en tussen 18.160 en 20.340 brandganzen. Deze aantallen werden vervolgens gebruikt om ontheffing te verlenen om in 2008 16.175 grauwe ganzen en 3.320 brandganzen te vangen en te doden of te schieten. Deze tellingen zijn verricht door hobbyjagers, die op geen enkele manier gekwalificeerd zijn om tellingen te verrichten. De tellingen verliepen dan ook chaotisch en de telresultaten werpen veel vragen op. Het rapport van CLM (Centrum voor Landbouw en Milieu) Integrale ganzentelling Zuid- Holland 2007 bespreekt op vier volle bladzijden alle vormen van dubbeltellingen, die aan het licht gekomen zijn. Ook zijn er gebieden (onder andere Rijnland) in het geheel niet geteld, omdat er geen tellers waren. Op Goeree-Overflakkee is een groot gebied in het midden van het eiland niet geteld. Via de volgende link van het Centrum Landbouw Milieu is op pagina 13 t/m 16 zien hoe een dag van slecht onderzoek eruit ziet. http://www.clm.nl/publicaties/data/clm_ganzenmonitoring.pdf De tellingen zijn aantoonbaar onzorgvuldig gebeurd en de aantallen hoogstwaarschijnlijk te hoog ingeschat. De tellers zijn niet objectief, maar jagers hebben belang bij hoge scores. Hoe meer ganzen, des te hoger de afschot- en vangquota. Ondanks de twijfelachtige telresultaten zijn deze gegevens gebruikt worden om bij de rechter aan te tonen dat ingrijpen in ganzenpopulaties noodzakelijk is. Ons nationale natuurbezit staat reeds onder zeer zware druk en het getuigt van een minachting voor het leven in die natuur, door jagers daarin hun hobby, te weten het doden van dieren, te laten uitvoeren, zonder dat er een objectieve waarneming en telling heeft plaatsgevonden. Ganzen en weidevogels op Texel: het standpunt van SOVON: De laatste tijd is er in de media enige commotie ontstaan naar aanleiding van het besluit van Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en provinciale Landschappen (onder andere It Fryske Gea) om op verschillende locaties in Noord-Holland, Zuid- Holland, Utrecht en Friesland maatregelen te treffen tegen 'zomerganzen'. Van alle acties krijgen die op Texel momenteel verreweg de meeste aandacht van de media. De maatregelen zijn vooral gericht tegen Grauwe Ganzen. Deze zouden volgens directeur Jan Jaap de Graeff van Natuurmonumenten het gras wegvreten waardoor broedgelegenheid voor weidevogels verdwijnt en bovendien zouden de nesten worden vernield. Het argument voor het vangen en doden van ganzen is dan ook dat daarmee de weidevogels worden beschermd. Maar waar is dit op gebaseerd? Dat wordt niet aangegeven. Zelf kennen we geen objectief onderzoek waar dit uit blijkt.
Pagina 3/6 In dit kader willen we benadrukken dat SOVON geen positie inneemt ten aanzien van schadebestrijding en daarbij gehanteerde methoden. Als objectieve organisatie hechten we wel aan correct gebruik van informatie, die voor een belangrijk deel van onze organisatie afkomstig is. Recent, nog niet gepubliceerd, onderzoek door Alterra en SOVON naar de invloed van winterganzen op het voorkomen van weidevogels laat zien dat de effecten van hoge dichtheden overwinterende ganzen op in Nederland broedende weidevogels verwaarloosbaar of positief zijn. Steltlopersoorten lijken vooral te profiteren van de aanwezigheid van overwinterende ganzen. Verder bieden indrukken in het veld geen aanwijzingen voor een sterke invloed van broedende ganzen op het voorkomen van weidevogels. Steeds vaker wordt het voortbestaan van de weidevogels gebruikt als argument om maatregelen te treffen tegen zaken die ons niet bevallen, waarbij de onderbouwing van die argumenten ontbreekt. Ook in het geval van de ganzen op Texel (en andere plekken in het land) lijkt dit het geval te zijn. Juist van natuurminnende organisaties als Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en provinciale Landschappen hadden wij een meer weloverwogen aanpak verwacht. SOVON stelt zich ten doel om bouwstenen aan te leveren voor zo n aanpak en is ook in dit geval bereid hiervoor indien gewenst een bijdrage te leveren. 1. Gebleken is dat de telgegevens van de ganzen op zijn minst dubieus zijn. Bent hiervan op de hoogte en wat gaat u hieraan doen om sowieso telgegevens van alle gebieden in Zuid-Holland te verkrijgen en ook de juiste telgegevens te verkrijgen? Wij delen niet uw mening dat de telgegevens onjuist zijn. Wel zijn enkele gebieden niet volledig geteld. In de rapportage over de telling zijn deze gebieden expliciet benoemd. Door wijziging van de telprocedure is bij de telling op 12 juli 2008 een kwaliteitsslag gemaakt. 2. Wat gaat u ondernemen aan de hand van de dubbeltellingen, die hebben plaatsgevonden? De telgegevens worden altijd gecontroleerd en eventuele dubbeltellingen worden uit de telgegevens gehaald. 3. Op grond waarvan mogen er in Rijnland en Goeree-Overflakkee ganzen worden gevangen en gedood, terwijl er in Rijnland in het geheel niet geteld is en op Goeree-Overflakkee een groot gedeelte in het midden van het eiland niet is geteld? De ontheffing voor het doden van ganzen wordt onder andere bepaald op basis van de getelde aantallen ganzen. Verder zie het antwoord op vraag 4.
Pagina 4/6 4. Op welke wijze garandeert u de gunstige instandhouding van de soort terwijl het aantal ganzen niet bekend is? Aantallen ganzen en soort zijn wel bekend, zie bijvoorbeeld het rapport Integrale ganzentelling Zuid-Holland 2007. Hieruit blijkt dat er in de zomerperiode van 2007 circa 55.000 grauwe ganzen en 19.000 brandganzen zijn geteld. Door het instellen van een afschotquotum garanderen wij een gunstige instandhouding van de populatie. Voor het jaar 2008 is voor Zuid-Holland het afschotquotum voor de grauwe gans en de brandgans gesteld op respectievelijk 16.175 en 3.320 stuks. Een afschotquotum is onder andere gebaseerd op getaxeerde schades uit voorgaande jaren, tellingen en prognoses van aantalontwikkelingen. 5. Kunt u bevestigen dat u in Zuid-Holland, hoewel er reeds duizenden ganzen zijn omgebracht, nog steeds ondersteunend afschot van ganzen toestaat als een van de middelen die boeren kunnen gebruiken om landbouwschade te kunnen verhalen bij het Faunafonds? Zo ja waarom? De Flora- en Faunawet maakt het mogelijk om onder andere ter voorkoming van schade aan gewassen, ontheffing te verlenen voor onder andere het verontrusten en doden van ganzen. Daarnaast biedt de wet een mogelijkheid om schade, veroorzaakt door beschermde inheemse diersoorten, te vergoeden. 6. Wat vindt u van het feit dat de jagers als belanghebbenden om te jagen zelf mede de tellingen verrichten? Deelt u onze mening dat dit niet zuiver is (zoiets als de slager, die zijn eigen vlees keurt)? Zo nee, waarom niet? Nee, de tellingen worden uitgevoerd door verschillende partijen, zowel jagers als ook natuurterreinbeheerders. 7. Wat vindt u ervan dat de onjuiste tellingen worden gebruikt om bij de rechter aan te tonen dat ingrijpen in ganzenpopulaties noodzakelijk is en wat gaat u hieraan doen? Zie het antwoord op vraag 1. 8. Met welk middel worden de gevangen ganzen exact gedood? De ganzen mogen worden gedood met de toegestane middelen genoemd in artikel 5 van het Besluit beheer en schadebestrijding dieren.
Pagina 5/6 9. Worden er in Zuid-Holland ook ganzen vergast? Zo ja, vindt u dit een toegestane handelswijze? Zo ja, waarom? Zo nee, wat gaat u hieraan doen? De provincie Zuid-Holland heeft een vangopdracht gegeven waarbij de gevangen ganzen zijn gedood met gebruik van koolstofdioxide. Bij deze manier van doden wordt onnodig leed voorkomen. 10. Wordt voor het vangen en doden een apart bedrijf ingeschakeld en zo ja, welk bedrijf? De provincie Zuid-Holland heeft een vangopdracht gegeven. De provincie heeft hiervoor een gerenommeerd bedrijf ingeschakeld. 11. Kunt u een volledig overzicht geven van alle kosten die verband houden met het vangen en doden van ganzen, waarbij per kostenpost per locatie wordt aangegeven wie de kosten heeft gedragen? Zo nee, op welke termijn kunt u dit overzicht wel geven? De provincie Zuid-Holland heeft een vangopdracht gegeven. De kosten hiervoor bedroegen 1.640 (exclusief BTW). Wij hebben echter geen inzicht in de kosten bij de overige organisaties als wildbeheereenheden en terreinbeherende organisaties. 12. Wat zouden de totale kosten zijn van de uitkeringen van schadevergoedingen als er in het geheel geen ganzen worden gevangen en gedood? In de periode 2006-2007 zijn schadebeperkende maatregelen uitgevoerd. Vooralsnog is de schade veroorzaakt in 2007 ten opzichte van het jaar 2006 verdrievoudigd van 32.837 naar 93.034. Wanneer de schadebeperkende maatregelen niet uitgevoerd worden, zal de schade aanzienlijk hoger zijn. Hoeveel hoger is niet precies te bepalen, wij schatten vele honderdduizenden euro's. 13. Wilt u met het vangen en doden van ganzen ook de weidevogels beschermen? Zo ja, waarop baseert u het idee dat ganzen een bedreiging vormen van de weidevogels (zie de bijdrage van SOVON in de toelichting)? Ontheffing is primair bedoeld om landbouwschade tegen te gaan. Daarnaast kunnen overzomerende ganzen ook negatieve invloed hebben op bijvoorbeeld rietvogels. Dit wordt bevestigd op pagina 59 en 60 van het rapport van SOVON 'Overzomerende ganzen in Nederland: grenzen aan de groei. In onze ontheffing hebben wij hier rekening mee gehouden.
Pagina 6/6 14. Bent u bereid om de uitkomsten van het in de toelichting vermelde nog uit te voeren onderzoek van SOVON te integreren in uw beleid? Zo nee, waarom niet? De uitkomsten van het onderzoek zullen we meenemen in de overwegingen en de besluitvormingen voor de ontheffingen. 15. Zoals bekend, worden populaties in toom gehouden door predatoren. Bekend is dat ganzen worden gegeten door slechtvalk, zeearend en vos. Op welke wijze stimuleert u de aantallen predatoren, waardoor zelf ingrijpen in de ganzenpopulaties niet nodig is? Door het aanleggen van de Ecologische hoofdstructuur ontstaan grote aaneengesloten gebieden die mede geschikt zijn voor mogelijk natuurlijke predatoren. 16. Bent u ervan overtuigd dat het doden van in totaal bijna 20.000 ganzen een duurzame oplossing is? Zo ja, op grond waarvan? Zo nee, waarom laat u dit toe? Bent u in dit geval bereid voor volgend jaar werkelijk duurzame oplossingen te gaan toepassen om het vangen en doden van ganzen te voorkomen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, aan welke oplossingen denkt u dan? Wij streven naar een ganzenpopulatie waarbij schade beperkt blijft. Naast het doden van ganzen zijn andere schadebeperkende maatregelen als het rapen en schudden van eieren, het ongeschikt maken van opgroeigebieden, het inrichten van opvanggebieden voor niet-broedvogels, het afschermen van opgroeigebieden en bijvoorbeeld het stimuleren van predatie. De oplossing zal altijd een combinatie zijn van maatregelen zoals ook in het hoofdstuk Ganzen in de zomerperiode van het Faunabeheerplan van de Faunabeheereenheid Zuid- Holland is opgenomen. Den Haag, 9 september 2008 Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, secretaris, M.H.J. van Wieringen-Wagenaar voorzitter, J. Franssen