Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen

Vergelijkbare documenten
Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen

SPELREGELS TOEWIJZINGVOORSTEL 2017 VOOR DE ZORGOPLEIDINGEN IN DE GGZ OF EEN JEUGD GGZ-INSTELLING (SPELREGELDOCUMENT 2017)

Dit document is als volgt opgebouwd: Paragraaf 2 Paragraaf 3. Spelregels en verantwoordelijkheden Aanvullende opmerkingen

SPELREGELS VOOR DE TOTSTANDKOMING VAN HET TOEWIJZINGSVOORSTEL 2018 VAN DE STICHTING TOP (SPELREGELDOCUMENT 2018) Februari 2017.

SPELREGELS TOEWIJZINGVOORSTEL 2016 VOOR DE ZORGOPLEIDINGEN IN DE GGZ OF EEN JEUGD GGZ-INSTELLING (SPELREGELDOCUMENT 2016)

Toewijzingsprotocol 2018

SPELREGELS VOOR DE TOTSTANDKOMING VAN HET TOEWIJZINGVOORSTEL 2017 VAN DE STICHTING BOLS (SPELREGELDOCUMENT 2017)

SPELREGELS TOEWIJZINGSVOORSTEL 2016 VOOR DE ZORGOPLEIDINGEN DIE WORDEN BEKOSTIGD DOOR MIDDEL VAN EEN BESCHIKBAARHEIDBIJDRAGE (SPELREGELDOCUMENT 2016)

Toewijzingsprotocol 2017

voor het opstellen van een toewijzingsvoorstel voor de vervolgopleidingen in de geestelijke gezondheidszorg voor de opleiding tot GZ- psycholoog 1.

Nieuwbrief TOP Opleidingsplaatsen 15 februari 2019

Toewijzingsprotocol 2019

Toewijzingsprotocol 2020

Toewijzingsprotocol voor het opstellen van een toewijzingsvoorstel voor de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog 1.

Toewijzingsprotocol 2016

separaat toewijzingsprotocol van kracht. Toewijzingsprotocol 2017

DE SPELREGELS TOEWIJZINGVOORSTEL 2016 VOOR DE OPLEIDINGEN PUBLIEKE GEZONDHEIDSZORG

Toewijzingsprotocol opleiding psychiatrie 2019

Vastgesteld door het Bestuur van de Federatie van Gezondheidszorgpsychologen (FGzP) op 10 maart 2014 Datum inwerkingtreding: 1 januari 2014

Toewijzingsprotocol Medische vervolgopleidingen 2020 BOLS bureau 28 januari 2019

Inleiding. 1. Toewijzingsvoorstel over de opleidingsregio s psychiatrie: van landelijk naar regionaal

DE SPELREGELS TOEWIJZINGVOORSTEL 2017 VOOR DE OPLEIDINGEN PUBLIEKE GEZONDHEIDSZORG. Januari Inleiding

BIJLAGE 1A VWS Spelregeldocument

Uitvoeringstoets voor de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen voor de opleiding tot verslavingsarts KNMG

2. Evaluatie toewijzingsproces 2016, 2017 en 2018

Vervolgaanpak proeftuinen voor opleiden in een samenwerkingsverband

Meest gestelde vragen POI-register (bijgewerkt augustus 2018)

Profielschets lid College Specialismen Gezondheidszorgpsycholoog en Psychotherapeut

Toewijzingsprotocol opleiding psychiatrie 2020

(versie 5 april 2012) Inleiding

Vastgesteld door het Bestuur van de Federatie van Gezondheidszorgpsychologen (FGzP) op 10 maart 2014 Datum inwerkingtreding: 1 januari 2014

Toewijzingsprotocol Medische vervolgopleidingen 2019

opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut,

Opleidingsfonds: op weg naar beter Ed van der Veen, voorzitter en Onno Takx, seniorbeleidsadviseur,

besluit in haar vergadering van 30 november 2018 het volgende Toezichtkader te hanteren vanaf 1 januari 2019;

Toewijzingsprotocol Instroomplaatsen 2014 Opleiding tot Arts Verstandelijk Gehandicapten

NADERE REGEL NR/CU-531

Toewijzingsprotocol Instroomplaatsen 2015 Opleiding tot Arts Verstandelijk Gehandicapten

Toewijzingsvoorstel over de opleidingsregio s psychiatrie: van landelijk naar regionaal

Proeftuinen voor opleiden in een samenwerkingsverband

afzonderlijk toewijzingsprotocol dat is afgestemd met alle partijen in de Kamer Psychiatrie 4.

Toewijzingsprotocol voor het opstellen van het toewijzingsvoorstel 2018 voor (Medische) Vervolgopleidingen

opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog, psychotherapeut,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Protocol ten behoeve van toewijzing instroomplaatsen voor 2016 voor de opleidingen arts Maatschappij &Gezondheid d.d. 3 maart 2015

Toewijzingsprotocol voor het opstellen van het toewijzingsvoorstel 2017 voor (Medische) Vervolgopleidingen, versie

Opleidingsregister voor de 3-jarige opleiding tot verpleegkundig specialist GGZ

afzonderlijk toewijzingsprotocol dat is afgestemd met alle partijen in de Kamer Psychiatrie 4.

BELEIDSREGEL BR/CU-5094

Inleiding. BOLS toewijzingsprotocol Pagina 1 van 7. 1 Inclusief de SpoedEisende Hulpartsen (SEH-artsen).

Evaluatie Subsidieregeling Opleidingen in een Jeugd ggz-instelling

1. Toewijzingsvoorstel over de opleidingsregio s psychiatrie: van landelijk naar regionaal

BESLISSING OP BEZWAAR

Uitvoeringstoets voor de beschikbaarheidbijdrage (medische) vervolgopleidingen voor de opleiding tot openbaar apotheker

NADERE REGEL NR/CU-540

Onze referentie Uw referentie Datum

1. Toewijzingsvoorstel over de opleidingsregio s psychiatrie: van landelijk naar regionaal

2 2 JUNI Welzijnen Sport. kinderverpleegkundigen' aangeboden. Dit onderzoek is in opdracht van de

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT

Het werkplan wordt vastgesteld door het bestuur en goedgekeurd door de ledenvergadering.

Inleiding. 3 Voor de toewijzing 2017 heeft VWS het maximum instroomaantal nog niet vastgesteld. De verwachting is dat dit zal gebeuren op 28 april.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 september 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies; Besluit: 1. Algemeen

INSTANTIES. Bekostigt via de Beschikbaarheidsbijdrage (uitgevoerd door de NZa) de vervolgopleidingen tot (medisch) specialist.

Oktober Verantwoordelijkheidsverdeling in de zorg

Het Bestuur van de Federatie van Gezondheidszorgpsychologen en Psychotherapeuten (FGzPt) besluit:

Professionele verantwoordelijkheid, bekwaamheid en bevoegdheid

(bijgewerkt januari 2017) De dikgedrukte woorden vindt u terug in de woordenlijst (p.8)

Reglement bij het register voor de opleidingen tot verpleegkundig specialist GGZ, 3 jarige opleiding.

Meest gestelde vragen

Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's

Subsidieregeling. zorgopleidingen. Verschijningsdatum juli e tranche. Zorgopleidingen B

Psychotherapeuten (en psychologen) opleiden in de vrijgevestigde praktijk: KANSEN, BEPERKINGEN EN WENSEN

REGLEMENT EN WERKWIJZE COMMISSIE NORMSTELLING ERKENNINGSREGELING GOEDE DOELEN 30 januari 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gezamenlijk stimuleringsprogramma medezeggenschap cliënten. De veldpartijen: ActiZ, BTN, FO, GGZ Nederland, LOC, LSR, NFU, en NVZ

Veranderingen in de GGZ 2014

Update m.b.t. aanvraag erkenning specialisme Klinisch Verloskundige

Gespreksleidraad voor gemeenten Continuïteit in de uitvoering van de jeugdbescherming en reclassering voor 2018 en verder

Psychotherapeuten (en psychologen) opleiden in de vrijgevestigde praktijk: KANSEN, BEPERKINGEN EN WENSEN

Raamconvenant landelijk overleg aansluiting sector kunstonderwijs werkveld

Selectielijst vereniging FGzP (Federatie van gezondheidszorgpsychologen)

Meest gestelde vragen - praktijkopleidingsinstellingen (bijgewerkt januari 2017)

Inlichtingen bij Doorkiesnummer Ons kenmerk Datum Dhr. O. Takx I EvdV/OT 14 oktober 2008

Informatiebijeenkomst Proeftuinen vernieuwing KK GZ. 15 December 2015 Domstad Utrecht

Toekomstwijzer Sectie Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) SPS-NIP

Onze ervaringen met de wijze waarop de wet voor ons beroep functioneert zijn gemengd.

Gezondheidszorgpsycholoog en Psychotherapeut, basisberoep en specialismen. Het Bestuur,

Plan van Aanpak. Definiëring zorgprofielen wijkverpleging

Perceelbeschrijving Generalistische Basis Geestelijke Gezondheidszorg Jeugd [GBGGZ] 2016

Overzicht doelstellingen Wlz Doelen op wetsniveau (MvT):

Implementatieplan Indicatoren ambulancezorg

Controleprotocol subsidievaststelling zorgopleidingen 2 e tranche voor het subsidiejaar 2010 (11 januari 2010) Hoofdstuk 1 : Uitgangspunten

Over ingediende subsidieaanvragen met betrekking tot de overige zorgopleidingen zal ik, voor zover voor uw instelling relevant, separaat berichten.

Safe Harbor Statement

Onze reactie op advies commissie Meurs en de reactie van de minister:

Jaarplan De bevolking gezond houden

Competentieprofiel praktijkopleider verpleegkundig specialist

Transcriptie:

Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 het toewijzen van gesubsidieerde opleidingsplaatsen voor de psy-beroepen en de rol van TOP-opleidingsplaatsen. Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 1 van 21

I. Inleiding; Scope van de visie TOP-opleidingsplaatsen wordt opgericht in een tijd waarin de zorgbranches in meer of mindere mate geconfronteerd worden met majeure stelselwijzigingen. De nieuwe indeling in de zorgverlening (basis ggz en gespecialiseerde ggz) en discussies over hoofdbehandelaarschap in de ggz, de zorginkoop door zorgverzekeraars, transities in jeugdzorg en AWBZ etc. hebben grote gevolgen voor de arbeidsmarkt en het opleiden van psychologen en ggz-verpleegkundig specialisten. Dit vraagt, nog meer dan in het verleden, om adequate samenwerking tussen de belanghebbende partijen; gehandicaptenzorg, ggz, jeugdzorg, ouderenzorg en ziekenhuizen. Na de beëindiging van CONO (zie Bijlage I) is de stuurgroep TOP (Toewijzend Overleg opleidingsplaatsen) in het leven geroepen om een nieuwe organisatie voor het toewijzen van gesubsidieerde opleidingsplaatsen gz-psychologen, psychotherapeuten, klinisch psychologen en ggz-verpleegkundig specialisten te realiseren. 1 De nieuwe organisatie TOP-opleidingsplaatsen zal zich moeten verhouden tot de huidige stand van zaken en toekomstige ontwikkelingen in de zorg. Reikwijdte Een deelopdracht aan de Stuurgroep TOP was de opstelling van een beleidsvisie incl. agenda van TOP 2. Deze deelopdracht vloeide vooral voort uit de opdracht van veldpartijen aan de werkgroep nieuwe organisatie voor toewijzing van opleidingsplaatsen voor de psy-opleidingen en verpleegkundig specialist ggz vanaf 2016. Gelet op het korte tijdpad na de beëindiging van CONO en de start van de realisatie van TOP-opleidingsplaatsen op weg naar een toewijzingsproces 2016 is de prioriteit gegeven aan borging van het CONO-verleden (m.n. het archief en de overige kennis) en de realisatie van de bestuurlijke inrichting van de nieuwe organisatie. De door sommigen gewenste (systeem)evaluatie vooraf bleek niet haalbaar binnen het gewenste tijdspad en betrokkenheid; bijvoorbeeld over de mate waarin het bekostigingssysteem mede geëvalueerd diende te worden. Een aantal ontwikkelingen en vraagstukken die verband houden met het opleiden zijn in het recente verleden al aan de orde geweest en elders opgepakt. TOP-opleidingsplaatsen heeft t.a.v. deze vraagstukken geen directe bemoeienis maar de uitkomsten ervan kunnen wel van belang zijn. Het gaat met name om de governance psy-opleidingen en de werkgroep kwaliteits- en erkenningskader en het hoofdbehandelaarschap (cie. Meurs). Vraagstukken die direct(er) raken aan het werk van TOP-opleidingsplaatsen zijn opgenomen in document. Bronnen en kaders Kaders VWS en bestuurlijke akkoorden De ontwikkeling van TOP-opleidingsplaatsen wordt formeel ingekaderd door het Bestuurlijk Akkoord GGZ en in vervolg daarop het Hoofdlijnenakkoord (m.b.t. ggz en opleiding in het algemeen) 3. Het Spelregeldocument 4 m.b.t. de toewijzing van gesubsidieerde opleidingsplaatsen 5 is een derde kader dat samen met de bovengenoemde afspraken die in het voorjaar 2014 tussen veldpartijen zijn gemaakt de 1 Inmiddels is bekend geworden dat met ingang van toewijzing 2016 hoogstwaarschijnlijk ook de klinisch neuropsycholoog in aanmerking komt voor beschikbaarheidbijdrage. 2 zie Bijlage II. 3 http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2013/07/16/onderhandelaarsresultaatgeestelijke-gezondheidszorg-2014-2017.html 4 http://www.opleidingsfondszorg.nl/toewijzingsproces/toewijzingronde-2015/documenten-zorgopleidingenbeschikbaarheidbijdrage. Zie ook http://www.beschikbaarheidbijdrage-medische-vervolgopleidingen.nl/ 5 Er is inmiddels discussie ontstaan over de status van deze akkoorden; de Minister acht ze opgezegd. Het is nu onduidelijk welke consequenties dit heeft voor de afspraken die de verdeling van gesubsidieerde opleidingsplaatsen raken. In de onderhavige beleidsvisie wordt er vanuit gegaan dat de afspraken nog geldend zijn. Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 2 van 21

randvoorwaarden bepalen op basis waarvan de subsidie door VWS is toegekend. Deze afspraken betreffen (zie bijlage II) eisen aan proces, robuustheid, wet- en regelgeving, draagvlak, maar ook wensen over het hanteren van concreet meetbare kwaliteitsindicatoren en het rekening houden met veranderingen in de opleidingscurricula. Visie vanuit het veld Draagvlak voor de rol en taken van het nieuwe toewijzen door TOP-opleidingsplaatsen is een conditio sine qua non. Naast het traject dat resulteerde in een 4-december conferentie betreft dit afspraken volgend uit gesprekken met vertegenwoordigers van veldpartijen (juli september 2014). Verder heeft VWS in de brief over de subsidietoekenning van augustus 2014 een nadere invulling gegeven van de reikwijdte van de op te stellen visie en het proces om tot informatie te komen over waar de visie iets over zou moeten zeggen. VWS verzocht de genoemde rondetafelconferentie te organiseren voor alle primair betrokken veldpartijen, met als doel: te komen tot een overzicht van alle vraagstukken en uitgangspunten die een rol kunnen spelen bij de wijze waarop de opleidingsplekken worden toegewezen en te inventariseren welke andere vraagstukken er op de korte en langere termijn mogelijk nog spelen op dit terrein. Deze conferentie heeft op 4 december 2014 plaatsgevonden. De uitkomsten zijn in belangrijke mate sturend voor de reikwijdte en inhoud van de visie en de agenda voor TOP-opleidingsplaatsen in 2015 (en verder). In tegenstelling tot de oorspronkelijke gedachten over de reikwijdte en inhoud (incl. brede evaluatie van het verleden, beschrijving van de ontwikkelingen in de GGZ en andere velden) is gekozen om een beperkt document op te stellen, waarbij voor de achtergrondontwikkelingen wordt verwezen naar diverse bestaande stukken, zoals Bestuursakkoorden en de stukken van het Capaciteitsorgaan. Deze keuze is gebaseerd op een breed draagvlak op 4 december jl. Deze notitie In het volgende hoofdstuk wordt de visie op toewijzing en TOP-opleidingsplaatsen voor de komende paar jaar gegeven, uitgewerkt naar enkele specifieke aandachtsgebieden. Vervolgens volgt een globale agenda voor 2015 2017. In de bijlage staan (delen van) een aantal documenten weergegeven die van belang zijn voor TOP-opleidingsplaatsen. Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 3 van 21

II. Beleidsvisie op toewijzing; de rol van TOP-opleidingsplaatsen 1. Uitgangspunten De rol van TOP-opleidingsplaatsen is gericht op toewijzing, gegeven de eerder beschreven kaders en uitgangspunten. De kaders leiden samengevat tot de volgende uitgangspunten voor TOP-opleidingsplaatsen en zijn taken: a. Toewijzing is een sluitstuk van opleidingen; opleidingen zijn een instrument om de kwaliteit en kwantiteit van de beantwoording van de toekomstige zorgvraag te borgen. b. Het doel van opleiden is om voortdurend over voldoende goed opgeleide professionals te kunnen beschikken. c. Toewijzing dient volgens een transparant en voorspelbaar proces te verlopen en robuust te zijn georganiseerd. d. De externe invloeden/prikkels (zoals bekostiging) dienen de gewenste inspanningen en gerichtheid op de doelstellingen te bevorderen. Nader gespecifieerd: e. in aansluiting op de zorglevering dient een goede verdeling van opleidingsplaatsen met een evenwichtige verdeling over zorgaanbieders en tussen de generalistische basis GGZ en de gespecialiseerde GGZ gerepresenteerd te zijn. 6 f. In de parameters die de verdeling van opleidingsplaatsen bepalen dienen, voor zover mogelijk, relaties met de geleverde kwaliteit door de opleiding, de tevredenheid van de opgeleiden en een doelmatige organisatie zichtbaar te zijn Gewenste continuïteit, historisch opleidingsvolume, vs. erkenningenbeleid, kwaliteit, recente beleidskeuzes zoals t.a.v. basis/gespecialiseerde GGZ, transitie jeugd, ouderen zijn voorbeelden van andere invloeden die een rol kunnen spelen en waarover TOPopleidingsplaatsen gevoed moet worden. Discussies over de invloed van verdeling basis- vs. gespecialiseerde GGZ, het aantal opleidelingen, omgang met nieuwe erkenningen in termen van recht op een opleidingsplaats of niet, een parameter m.b.t. de sectorverdeling etc. zijn geen discussies die binnen TOP-opleidingsplaatsen moeten plaatsvinden, maar dienen elders bepaald te worden. Voor TOP-opleidingsplaatsen is het cruciaal dat over deze zaken dusdanige helderheid bestaat dat TOP-opleidingsplaatsen een verantwoord toewijzingsvoorstel kan opstellen. nb. Omdat de visie beperkt is tot toewijzing en TOP-opleidingsplaatsen worden slechts posities van derden genoemd voor zover die direct het toewijzingsproces raken. 2. Taken TOP-opleidingsplaatsen: De hoofdtaak TOP-opleidingsplaatsen heeft in essentie één hoofdtaak: het doen van een toewijzingsvoorstel aan het Ministerie van VWS met daarin een verdeling van opleidingsplaatsen onder praktijkopleidingsinstellingen die vallen onder publieke financiering vanwege het Ministerie van VWS ten behoeve van de (medische) 6 Zie opmerkingen in voetnoot 3. Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 4 van 21

vervolgopleidingen ggz (met uitzondering van de psychiaters). Kern in deze taak en dit proces is de opstelling van het toewijzingsprotocol en van het verdeelvoorstel. Neventaken Naast de hoofdtaak kan TOP-opleidingsplaatsen vanuit haar positie de ontwikkeling van beleidsrijker toewijzen stimuleren. Het beleidsrijke kan bijvoorbeeld gericht zijn op onderscheid in kwaliteit van de opleiding of de wijze waarop de instelling samenwerkt in een regio bij de opleiding. Het beleid om dit een belangrijke parameter te gaan vinden kan door TOP-opleidingsplaatsen gestimuleerd worden, maar niet ontwikkeld. Dit zal door (werkgroepen van) veldpartijen moeten gebeuren. TOP-opleidingsplaatsen zal wel de eisen moeten formuleren op basis waarvan de beleidsrijkdom een rol kan spelen in het toewijzingsproces. Zowel voor deze processen als uiteraard voor de toewijzing zelf is het cruciaal dat TOP-opleidingsplaatsen de relatie met het veld goed borgt. Het toewijzingsproces Op grond van het formele kader (wet- en regelgeving, Spelregeldocument, Bestuurlijke afspraken) stelt TOP-opleidingsplaatsen een procedure (het zgn. toewijzingsprotocol) op, op basis waarvan het toewijzingsvoorstel tot stand komt. De basis hiervan is een raming van het Capaciteitsorgaan waarin zij de benodigde aantallen professionals aangeeft en hierover adviseert aan VWS. VWS bepaalt in het voorjaar de ruimte aan plaatsen die gesubsidieerd opgeleid kunnen gaan worden; de praktijkopleidingsinstellingen geven hun wensen aan, TOP-opleidingsplaatsen maakt het voorstel. TOP-opleidingsplaatsen biedt het voorstel aan aan VWS, dat hierover een besluit neemt. Op basis van dit besluit kunnen de instellingen subsidie aanvragen. De NZa verzorgt het verdere financiële traject. Het toewijzingsprotocol dat TOP-opleidingsplaatsen opstelt, jaarlijks aan te passen aan de actualiteiten, moet ertoe leiden dat op de fatale termijn van 15 juli elk jaar, een door het veld gedragen toewijzingsvoorstel voor de gesubsidieerde opleidingsplaatsen aan VWS is aangeboden. Dit toewijzingsprotocol behoeft de instemming van de betreffende veldpartijen. De uitvoering op basis van dit protocol en de data is aan TOPopleidingsplaatsen. De consistente uitvoering met transparante besluitvormingsprocessen moet ertoe leiden dat het bestuur van TOP-opleidingsplaatsen op basis van die goede onderbouwing besluiten kan nemen die op draagvlak kunnen rekenen, ook als een besluit een instelling of veldpartij i.c. onwelgevallig is. De toets is in feite: had het bestuur in redelijkheid tot dit besluit kunnen komen en had ieder ander weldenkend bestuur tot dit besluit kunnen komen (gegeven deze omstandigheden)? Dit stelt eisen aan de processen en de kwaliteit en tijdigheid van de input, de data, maar ook aan het gezag van het bestuur en de wijze waarop TOP-opleidingsplaatsen met het veld communiceert. Dit is een tijdsintensief proces dat daarbij ook enige tijd kost te realiseren, maar hierop kan niet ingeleverd worden. De gegevenheden voor TOP-opleidingsplaatsen Bekostigingssysteem - TOP-opleidingsplaatsen treedt niet in de bekostigingsprincipes, maar volgt deze. TOP-opleidingsplaatsen kan uiteraard wel (en waarschijnlijk door de ervaring zeer waardevolle) input geven aan discussies over de ideale bekostigingssystematiek. Is de systematiek niet efficiënt, robuust o.i.d., dan is dat nog steeds voor TOPopleidingsplaatsen het gegeven. Het kan wellicht onnodig meer werk geven dan in het ideale geval zou zijn, maar dit is niet aan TOP-opleidingsplaatsen: TOPopleidingsplaatsen voert de regeling uit. Er zijn gaandeweg wel suggesties gedaan Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 5 van 21

voor een beter op de praktijk aansluitende en/of minder bureaucratische regeling, maar visies hierop dienen door veldpartijen in overleg met VWS te worden uitgewerkt (zie ook de opdrachten voortvloeiend uit de 4 december-conferentie). Voorbeelden zijn regeling van het werkgeverschap en de invloed van sectoren op de toewijzing. Juridische posities - Voor TOP-opleidingsplaatsen zijn de juridische positie van opleidelingen en de werkgeversrollen een gegeven. De praktijkopleidingsinstellingen (in casu de raden van bestuur cq. directie) zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van zorg die verleend wordt, incl. de betrokkenheid van de opleideling hierin, en voor de arbeidsrechtelijke aspecten. Data - TOP-opleidingsplaatsen maakt gebruik van data die in het veld beschikbaar zijn. TOP-opleidingsplaatsen heeft voor haar functioneren een aantal onbetwiste gegevens nodig, zoals: wie mag formeel opleiden tot wat en hoeveel? Op een peildatum dienen deze gegevens aan TOP-opleidingsplaatsen te worden aangeleverd. TOP-opleidingsplaatsen kan niet aanspreekbaar zijn noch verantwoordelijk worden gehouden voor de juistheid van deze gegevens. Zij zijn voor TOP-opleidingsplaatsen een gegeven. Naast deze gegevens kan TOP-opleidingsplaatsen nog andere gegevens nodig hebben, afhankelijk van de afgesproken formele kaders, zoals het Spelregeldocument. Drie zaken komen dan voor de komende paar jaar in het bijzonder op de agenda: - het onderscheid in zorg tussen basis en gespecialiseerde GGZ, - de invloed van kwaliteit van de opleiding op de mate van het recht op subsidie van een opleidingsplek en - de borging van de kwaliteit van de data die TOP-opleidingsplaatsen als input nodig heeft. De vastgelegde werkvormen en processen zijn nader beschreven in Bijlage IV. 3. Aandachtsgebieden Om haar werkzaamheden goed uit te kunnen voeren heeft TOP-opleidingsplaatsen input nodig vanuit een aantal relevante aandachtgebieden. Hierover heeft voor de oprichting van TOP-opleidingsplaatsen een werkconferentie plaatsgevonden die op een aantal gebieden heeft geleid tot opdrachten en uit te werken vragen aan de veldpartijen. Het gaat om de volgende aandachtsgebieden en opdrachten. Visieontwikkeling en verwerking; platformfunctie TOP-opleidingsplaatsen formuleert niet eigenstandig en geïsoleerd een visie op toewijzing en de verandering van toewijzing als consequentie van omgevingsontwikkelingen, maar stimuleert het veld tot gedachtenvorming hierover. Toewijzing is een voor het veld belangrijk fenomeen; TOP-opleidingsplaatsen het centrum als het gaat over de verdeling van opleidingsplaatsen en de ontwikkelingen hierin. Een taak van TOPopleidingsplaatsen, zij het geen eerste prioriteit, is het bijeenbrengen van partijen om de gedachten te vormen t.a.v. invloeden die TOP-opleidingsplaatsen al dan niet op enige wijze zou moeten gaan meenemen in de ontwikkeling van verdeelvoorstellen. Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 6 van 21

Deze discussiemogelijkheid wordt wel de platformfunctie genoemd, zij het dat het meer een themagerichte aanpak is dan dat er systematisch overlegd wordt. Hiernaast zal TOPopleidingsplaatsen geregeld afstemming willen zoeken met partijen die een grote continue binding hebben met het proces van erkenning van opleiding t/m de aankomst van de opleideling op de opleidingsplek en grote kennis over dit proces bezitten. Organisaties die de opleidingsinstellingen vertegenwoordigen en de registratieorganisaties zijn voor de hand liggende partijen om meer systematisch en eventueel themagericht bij de ontwikkeling van toewijzing en TOP-opleidingsplaatsen te betrekken. TOP-opleidingsplaatsen heeft de mogelijkheid om desgewenst te zijner tijd bepaalde organisaties meer continu te binden in bijv. een adviesorgaan. TOP-opleidingsplaatsen zal zich voortdurend ervan moeten vergewissen of zij alle nodige informatie heeft om volgens de randvoorwaarden een verdeelvoorstel op te stellen, dat optimaal draagvlak en begrip heeft bij het veld en voor de uitzonderingen de bestuurskracht en een gedegen klachtenprocedure het sluitend maakt. De combinatie van een goede communicatie, twee kanten op, tussen veld, VWS en TOPopleidingsplaatsen en respect voor ieders posities en verantwoordelijkheden is conditio sine qua non. Het is zinvol om hier de eerste jaren planmatig aandacht aan te geven. A. Indeling basis- en gespecialiseerde ggz 7 Met het bestuurlijk akkoord GGZ en het vervolg daarop; het Hoofdlijnenakkoord van zomer 2013, is een nieuwe indeling van de ggz in het leven geroepen. Deze is per 2014 ingegaan. De onderhavige opleidingen zijn daar nog niet op ingericht en het toewijzingsproces ook nog niet. Voor TOP-opleidingsplaatsen ligt er wel de opdracht (zie Spelregeldocument) om hier zichtbaar rekening mee te houden in de toewijzing. Er zijn echter nog weinig data over hoe de patiëntenstromen lopen, nu en naar verwachting in de toekomst, en welke de consequenties zijn voor de behoefte aan de diverse professionals. Hiernaast spelen algemene ontwikkelingen zoals taakherschikking binnen de psyberoepen en de psychiaters. Dit alles zijn aspecten die het Capaciteitsorgaan in de ramingen verwerkt: eind 2015 verschijnt een volgend Capaciteitsplan. Verwerking van dergelijke ontwikkelingen in een opleidingscurriculum (bijv. deels in een basis- en deels in een gespecialiseerde plek, en/of met deel van de opleiding in verschillende sectoren) heeft mogelijk gevolgen voor wie waartoe kan opleiden en kan parameters opleveren als input voor een toewijzingsproces. Het kan ook leiden tot een zeer complicerende factor bijvoorbeeld als dit niet tegelijkertijd gepaard gaat met heldere regels over opleidingsroutes en samenwerking tussen zorgaanbieders. Voortvloeiend uit de conferentie van 4 december 2014 is het Capaciteitsorgaan gevraagd dit onderscheid mee te nemen in haar raming. TOP-opleidingsplaatsen verwacht hiermee beter een antwoord te kunnen geven op de afspraak uit het bestuurlijk akkoord waarin.. onderscheid zichtbaar moet worden in een goede verdeling van opleidingsplaatsen met een evenwichtige verdeling over zorgaanbieders en tussen de generalistische basis GGZ en de gespecialiseerde GGZ 8 TOP-opleidingsplaatsen vertaald dit naar de parameters waarop de verdeling moet plaatsvinden en werkt dat uit naar betrouwbare data 7 Zie voetnoot 3 8 Zie noot 3. Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 7 van 21

B. Kwaliteit Kwaliteit valt hier uiteen in twee aspecten: 1. visie op hoe de opleidingen inhoudelijk gestuurd moeten (kunnen) worden, gelet op beroeps- en zorgvraagontwikkelingen. 2. De kwaliteit van de opleiding in engere zin, de kwaliteit die onderscheidend kan zijn bovenop de basis, de erkenning. Ad 1. Inhoudelijke sturing opleidingen Dit raakt de activiteiten van de werkgroep kwaliteits- en erkenningskader die sinds 2014 vanuit de psy-governance aan de slag is. Tijdens de 4-decemberconferentie is in dit kader de opdracht geformuleerd om een visie te realiseren op hoe de opleidingen inhoudelijk gestuurd moeten (kunnen) worden, gelet op beroeps- en zorgvraagontwikkelingen. Er werd o.m. geconstateerd dat visie ontbreekt om de opleiding inhoudelijk te kunnen sturen c.q. dat er onduidelijkheid is hoe deze gerelateerd is aan de toewijzing van opleidingsplaatsen en hier richtinggevend in kan zijn. Er werd hierbij opgemerkt dat het primair aan de beroepsgroepen is om te bepalen welke beroepsbeoefenaar gewenst is. Het is daarbij belangrijk dat de perspectieven van de zorgverzekeraars, patiënten federaties en het veld dat de opgeleiden afneemt betrokken worden. Wanneer duidelijk is welke professionals gewenst worden, zal de structurering van de opleiding bekeken moeten worden. En daarop volgend eventueel de manier waarop dit in de toewijzing verdisconteerd zou kunnen worden. 9 Conclusie: de 4 psy-beroepen en de GGZ-VS wordt gevraagd met een uitgewerkte visie te komen op bovenstaande. Het rapport van de commissie Kaljouw kan hiervoor input leveren (april 2015). Deze visie kan aan het capaciteitsorgaan voorgelegd worden. Het eindproduct van deze werkgroep (4 psy-beroepen en GGZ-VS) zal eind 2015 opgeleverd worden. TOP-opleidingsplaatsen zal de werkgroep faciliteren en de voortgang monitoren. Opdracht: Stel een visie op over de vraag welke professionals in de toekomst nodig zijn om aan de verwachte zorgvraag te beantwoorden, zodanig dat deze mede richtinggevend kan worden aan het opleidingsveld, zoals de structurering van de opleidingen en in het bijzonder de verdeling van opleidingsplaatsen en op welke wijze continu zicht gekregen kan worden op welke professionals in de toekomst nodig zijn. Hierbij dient rekening gehouden te worden met inhoudelijke en organisatie ontwikkelingen in het aanbod, zoals samenwerking en taakherschikking. Het rapport van de commissie Kaljouw kan hiervoor input leveren (april 2015). Het is voorts gewenst hierbij verbinding te leggen met de psychiaters. Voor 1 januari 2016 wordt de visie opgeleverd. Ad 2. de kwaliteit die onderscheidend kan zijn bovenop de basis, de erkenning. De invloed van Kwaliteit is altijd een lastige als dit geobjectiveerd vertaald moet kunnen worden in meer of minder subsidie. 9 NB. Opgemerkt werd dat de beroepsgroep psychiaters geen onderdeel is van het activiteitenpalet van TOPopleidingsplaatsen. Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 8 van 21

Kwaliteit gaat hier over: de kwaliteit van de opleiding (bijv. op grond van oordeel van de opleideling en/of de afnemer ) en/of de organisatie, de werkprocessen, zoals samenwerking in een regio, afstemming tussen instellingen. Kwaliteit gaat hier niet om de basis; hier zorgt het erkenningenstelsel voor, maar over het hier bovenuit stijgen. Juist in tijden van verdeling van schaarste, waarbij de vraag aan gesubsidieerde plaatsen groter is dan het aanbod en de vraag, kan een verdere invloed van kwaliteit parameters in de verdeling een logische stap zijn. Aspecten die wel genoemd worden om een onderscheid te operationaliseren zijn bijv.: o o o o o de wijze waarop de opleiding is georganiseerd (bijv. samenwerkingsverbanden cq goede opleidingsroutes binnen/tussen erkende aanbieders). de kwaliteit van de output, op basis van de vastgestelde beroepscompetenties; bijv. de mate waarin voldoende exposure wordt geleverd (bijv. volgens de KBS-systematiek, CanMeds-achtige opzet) waardoor een opleiding brede inzetbaarheid biedt. tevredenheid van de opgeleiden. hoe de opgeleide wordt voorbereid op de arbeidsmarkt. de zorgvraag in termen van adherentie, aantal patiënten, productie. Bij de medisch specialisten is in 2014 een eerste voorzichtige stap gezet om kwaliteit als parameter te concretiseren. Dit is een experiment waarbij beroepsverenigingen werden gevraagd parameters voor te stellen die een rol kunnen spelen. Een dergelijke beweging (het invloed geven aan kwaliteitsparameters in de toewijzing van opleidingsplaatsen) is ook voor de GGZ aan de orde, waarbij concreet nagedacht wordt over hoe kwaliteit een rol kan spelen in de toewijzing, zodanig dat TOP-opleidingsplaatsen dit als een eenvoudig toe te passen parameter kan invoegen. TOP-opleidingsplaatsen heeft hiervoor de parameters nodig, de waarden die erbij horen per instelling en de wegingsfactoren die toegepast dienen te worden. Het uitgangspunt is dus dat TOP-opleidingsplaatsen beleidsarm acteert, maar wel kaders meegeeft waaraan parameters dienen te voldoen. TOP-opleidingsplaatsen kan ook het ontwikkelproces stimuleren, sturen of begeleiden, als relatief onafhankelijke belanghebbende waarin de veldpartijen zijn verenigd. Het ligt voor de hand dat TOPopleidingsplaatsen initiatieven neemt om kwaliteit in relatie tot het toewijzen handen en voeten te geven en dat dit gebeurt in overleg met de opleidingsinstellingen, brancheorganisaties, de belangrijkste afnemers van de meeste opgeleiden en de beroepsorganisaties. Agenda 2015/2016: werkgroep ontwikkeling parameters in het leven roepen en experiment uitzetten in een toewijzingscyclus. Visie C. Datalevering: Een transparante en betrouwbare uitkomst van het toewijzingsproces is afhankelijk van de kwaliteit van de input (data) Om een transparant en betrouwbaar toewijzingsproces te realiseren heeft TOPopleidingsplaatsen onbetwiste inputdata nodig. TOP-opleidingsplaatsen is niet verantwoordelijk voor de kwaliteit van de doorstroomdata, maar moet deze onweerlegbaar, transparant en van hoge kwaliteit aangeboden krijgen. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de aanvragers van de beschikbaarheidbijdrage, de registerhouders, opleidingsinstellingen en evt. overheidsorganen. Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 9 van 21

Toelichting en gevolgen TOP-opleidingsplaatsen is afhankelijk van de kwaliteit van de data die zij als input nodig heeft. TOP-opleidingsplaatsen heeft geen invloed hierop. Het meest logisch is om de belanghebbenden, de praktijkopleidingsinstellingen of evt. de opleidingsinstellingen (die dan voor de juiste informatie over de praktijkopleidingsinstellingen moeten zorgen) verantwoordelijk te laten zijn voor juiste (instroom/doorstroom) gegevens op een bepaald formeel moment. De noodzakelijke activiteiten om TOP in positie te brengen Op basis van deze visie is in de conferentie van 4 december afgesproken dat er uitgangspunten opgesteld dienen te worden op het realiseren van valide en betrouwbare data op basis waarvan TOP-opleidingsplaatsen een verdeelvoorstel van gesubsidieerde opleidingsplaatsen kan opstellen. Het opstellen van de uitgangspunten gebeurt door een werkgroep uit de veldpartijen (primair belanghebbenden) o.l.v. TOP-opleidingsplaatsen. De realisatie van deze stukken, qua proces en qua uitkomst, dienen draagvlak te hebben bij de partijen binnen en de door alle direct betrokken partijen als zodanig geaccepteerde leveranciers/registratieuitvoerders van de data. Naast de opstelling van de uitgangspunten wordt een uitwerking gerealiseerd in de vorm van een SLA/dataprotocol, waarin de afspraken tussen dataleveranciers en TOP-opleidingsplaatsen nader worden ingevuld en vastgelegd. Hierin worden o.m. de volgende aspecten geadresseerd: - Hoe wordt de kwaliteit van de data gedefinieerd? Wanneer is sprake van onbetwiste gegevens? - Wiens verantwoordelijkheid is de tijdige levering van valide en betrouwbare data aan TOP-opleidingsplaatsen? - Wie is aanspreekbaar op de kwaliteit van de data en (vermeende) onjuistheden en wie zorgt er voor dat onjuistheden worden gecorrigeerd. - Afstemming over de behoefte van TOP-opleidingsplaatsen en wat de dataleveranciers realiter kunnen leveren Het protocol wordt door TOP-opleidingsplaatsen afgestemd met de governance-inrichting van TOP-opleidingsplaatsen en met VWS. Tijdpad: visie en protocol moeten vastgesteld zijn voor de toewijzing van 2017. Dus uitgangspunten moeten voor 1 november 2015 zijn vastgesteld, waartoe de werkgroep de stukken op 15 oktober oplevert. Het dataprotocol wordt vervolgens in de periode daarna gemaakt. D. Visie op (wijzen van) bekostiging van opleidingen en organisatie van de praktijkopleidingsinstellingen. Dit betreft m.n. de werkgeversrol, niet de hoogte van de vergoeding. De visie moet antwoord geven op de vraag: wat zijn de knelpunten in het werkgeverschap, hoe kan het zo eenvoudig mogelijk georganiseerd worden? Achtergrond is de notie dat voor kleinere organisaties die gesubsidieerde opleidingsplaatsen hebben, de werkgeversrol onevenredig veel van de organisatie vraagt, terwijl de grotere instellingen hier vanuit de staande organisatie veel beter toe geëquipeerd zijn. Oplossingen dienen dus b.v.k. naar behoefte te zijn. Die behoefte kan afhankelijk van de omvang van de organisatie verschillen, maar ook regionaal, bijv. in (regionale) samenwerkingsverbanden. Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 10 van 21

Een werkgroep bestaande uit de meest betrokken veldpartijen realiseert de visie hierop met consultatie van VWS. De visie wordt vastgesteld door het bestuur TOPopleidingsplaatsen op basis van een unisono voorstel van de werkgroep. Tijdpad: gereed: 1 oktober 2015. Andere aspecten die de komende jaren aandacht kunnen vragen: - Het bekostigingssysteem: moet beter aansluiten bij de dynamiek in de zorg (zorgvraag, organisatie van het aanbod), de arbeidsmarkt, wensen afnemend veld (werkgevers, invloeden zorgverzekeraars) vs. de individuele wensen van opleidelingen. - De bekostiging moet gestuurd worden op basis van adequate incentives. Bijv.: beloning op basis van input (instroom, erkenning) vs. op basis van output (diploma, tevredenheid). Zie ook punt over de invloed van kwaliteit c.q. beleidsrijker toewijzen. - De bekostiging moet aansluiten bij de ontwikkelde visie en het beleid. - Hoe houdbaar is de sector als parameter bij de toewijzing c.q. bekostiging? : o Enerzijds belang van opleidingshistorie/cultuur, anderzijds de toekomstige zorgbehoefte, de (gewenste) arbeidsmarktmobiliteit en de geleverde kwaliteit van de (praktijk)opleidingen. o sectorale grenzen vs. ontwikkeling van de zorg over de sectorgrenzen heen in zorgketens en netwerken (samenwerking in de opleidingspraktijk) Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 11 van 21

III. De agenda voor TOP 2015-2017 Kwartaal I-2015: - brief naar Capaciteitsorgaan cf. de uitspraak 4 decemberconferentie - voorbereiding oprichting stichting TOP-opleidingsplaatsen: notaris bepalen, statuten in concept - oprichting Stichting TOP-opleidingsplaatsen - opstelling bestuursreglement - voorstel toewijzingsprotocol 2016 naar veldpartijen - installatie werkgroepen cf. opdrachten uit de 4 decemberconferentie - website gereed - plan t.b.v. borging relatie met veldpartijen; agenda thematische overleggen - inventarisatie wensen veld t.a.v. verdeling - afstemming met registratieorganisaties tbv afspraken korte termijn (t.b.v. toewijzing 2016) - Vaststelling toewijzingsprotocol April oktober 2015: - Verdere realisatie cf. protocol - Verdere realisatie van de opdrachten cf de daarvoor op te stellen planning Oktober/november 2015: - oplevering opdrachten 4 december 2014 in concept - tweede Rondetafelconferentie TOP-opleidingsplaatsen, waar de uitkomsten van de opdrachten worden besproken, ontwikkelingen in het algemeen die invloed op toewijzing kunnen hebben, de raming van het CO en afspraken over de invloeden t.b.v. toewijzing 2017. Winter 2015/2016: Invoer van enkele capita selecta in het nieuwe toewijzingsprotocol 2017 (o.m. op bassi van de uitkomsten van de opdrachten resp. de tweede rondetafelconferentie) Winter 2016/2017: Evaluatie en bijstelling van de invoer in protocol 2017 t.b.v. protocol 2018 Najaar 2017: evaluatie TOP-opleidingsplaatsen, incl. de governance. Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 12 van 21

Bijlage I. Historie, situatie en feiten 1. Historie en de ontwikkeling van TOP Tot 1 augustus 2014 was CONO de organisatie die de toewijzingsvoorstellen verzorgde. Hiernaast bood CONO een platform voor overleg op het terrein van beroepen en opleidingen, organiseerde via o.a. commissies de visieontwikkeling op diverse gebieden en verzorgde het registraties. CONO was voorts zeer toegankelijk voor vragen van velerlei aard op het gebied van beroepen en opleidingen, ook voor individuen. Kortom: een veelheid aan taken en activiteiten. In CONO had een groot aantal veldpartijen zeggenschap via bestuursadviescommissies (kamers). Kerntaken van het CONO 10 Stichting CONO is opgericht op verzoek van het Ministerie van VWS. Het CONO richt zich op de volgende beroepen: - Arts met ggz-profiel en Psychiater (medisch specialist) - Verpleegkundige met ggz-profiel en Verpleegkundig Specialist ggz - Gezondheidszorgpsycholoog; gezondheidszorgpsycholoog met ggz-profiel en Klinisch Psycholoog en Klinisch Neuropsycholoog - Psychotherapeut en Psychotherapeut met ggz-profiel - GGZ-Agoog en GGZ-Agoog met ggz-profiel - Gezondheidszorg-vaktherapeut en GZ-vaktherapeut met ggz-profiel (NB: cursief gedrukte beroepen zijn opgenomen in Wet BIG.) Het CONO heeft zich in 2014 de onderstaande taken tot doel gesteld: - Opleidingscapaciteit (meerjaren) Advisering over en leveren van data aan Capaciteitsorgaan - Opleidingsfonds (VWS) Herinrichten en bijhouden van CONO opleidingsregister Project Toewijzingen Ondanks de grote betrokkenheid van CONO in de realisatie van de taken en van het veld bij CONO, heerste er grote ontevredenheid over de gang van zaken en de uitkomsten van activiteiten van CONO. Uit o.m. gesprekken met betrokkenen ontstaat het beeld dat de mismatch tussen verwachtingen en (beleefde) resultaten geweten kan worden aan de te politiek geworden organisatie, CONO was te veel van het veld afgedreven, de processen (o.a. via Kamers en de rol die CONO had in het verkrijgen van de juiste gegevens bij de praktijkopleidingsinstellingen als bron voor het toewijzingsproces) te complex en 10 Website cono (www.conoggz.nl) Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 13 van 21

bureaucratisch, de organisatie was te duur, de taken matchten onvoldoende met de doorzettingsmacht die men had of pakte. Van CONO naar TOP-opleidingsplaatsen In 2013 werd het besluit genomen om CONO op te heffen. Registratietaken werden overgenomen door de hiervoor door het NIP en de NVO opgerichte FGZP (later werden ook de psychotherapeuten lid en werd de naam gewijzigd in: FGzPt) en door de opleidingsinstelling GGZ-VS (verpleegkundige specialisten GGZ). Tijdens een vergadering van vrijwel alle betrokken partijen in december 2013 werd besloten een werkgroep te formeren die een opdracht voor de opvolgende organisatie m.b.t. het toewijzingsproces diende te formuleren. Via diverse overlegronden is uiteindelijk een opdracht geformuleerd voor een werkgroep t.b.v. realisatie van de nieuwe organisatie die de toewijzingsvoorstellen zou moeten gaan realiseren. De aanpak zoals bij de medisch specialisten werd als een goed voorbeeld gezien van hoe het in grote lijnen zou kunnen (stichting BOLS als samenwerkingsverband van de NFU, NVZ en Orde van medisch specialisten). De ontwikkeling werd gesubsidieerd door het ministerie van VWS; de opdracht bestond uit de volgende onderdelen: A. Opzet en inrichting van TOP door kwartiermaker B. Overdracht CONO naar ontvangende organisatie C. Ontwikkeling beleidsvisie van TOP De opdracht omvatte o.a.: 1. TOP-opleidingsplaatsen heeft als kerntaak 11 het vaststellen van het toewijzingsprotocol en toewijzingsvoorstel en het afstemmen hiervan met VWS. TOP zal bij het uitvoeren van deze taak rekening moeten houden met het verkrijgen van draagvlak en het bewaken van de juiste procesgang (conform het spelregeldocument dat VWS jaarlijks opstelt). Vaststelling van eventuele overige taken van TOP, bijvoorbeeld met het oog op beleidsrijk toewijzen, zal verkend moeten worden; 2. Bij de vormgeving van TOP-opleidingsplaatsen is gekozen voor beleidsarm toewijzen, waarbij het aantal gesubsidieerde opleidingsplaatsen bepaald wordt door het ministerie van VWS op basis van het advies van het Capaciteitsorgaan. TOP zal doorzettingsmacht moeten tonen bij de uitvoering van haar taken. Het is het wenselijk dat er, zodra TOP-opleidingsplaatsen opgericht is, een visie op toewijzen ontwikkeld wordt op basis van te verwachten ontwikkelingen binnen de ggz en andere relevante sectoren. De opdrachten werden uitgevoerd door een externe kwartiermaker onder aansturing van de tot Stuurgroep TOP-opleidingsplaatsen omgevormde werkgroep. De vier leden van de stuurgroep representeren vier pijlers uit het veld: twee vanuit brancheorganisaties en twee vanuit de beroepsorganisaties. Voorjaar 2015 zal de stichting TOP-opleidingsplaatsen (evt. onder andere naam) worden opgericht. De overdracht van de CONO-historie is voltooid (waarbij de meest recente jaargangen dossiers zijn gedigitaliseerd), de visie is het onderhavige stuk, waarbij een belangrijke bron de uitkomsten van de op 4 december 2014 gehouden conferentie is. 11 TOP moet zijn opdracht klein houden: het gaat om de zorg voor voldoende opgeleide professionals, aansluitend op de ramingen van het Capaciteitsorgaan, waarbij ruimte gegeven wordt aan zorginstellingen om te sturen op dit dossier Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 14 van 21

Voor een indruk van om welke aantallen en bedragen het gaat in de toewijzing van gesubsidieerde opleidingsplaatsen, zie Bijlage III. 2. Verwante ontwikkelingen Een aantal ontwikkelingen c.q. vraagstukken die verband houden met TOP zijn in het recente verleden al aan de orde geweest. Hieronder worden vraagstukken benoemd die eerder zijn besproken, inmiddels zijn opgepakt en waar op basis van de uitgangspunten in de visie van TOP TOP geen directe bemoeienis mee heeft, maar waarvan de uitkomsten wel van belang kunnen zijn in het toewijzingsproces. Andere vraagstukken zitten in de visie van TOP (bijv. op basis van de uitkomsten van de 4- decemberconferentie, meer in de benodigde invloedsfeer omdat de toewijzing binnen de gestelde kaders en uitgangspunten hiervoor in belangrijke mate afhankelijk is en/of een meer actieve rol vraagt. A. Governance psy-opleidingen Op 30-10-2014 heeft er een bestuurlijk overleg plaatsgevonden bij VWS over de governance voor psy-opleidingen. De Stuurgroep Governance (leden: GGZ Nederland, NIP en LOGO) hebben tezamen met het bestuur van de FGzPT (federatie van beroepsbeoefenaren) een notitie aan VWS aangeboden met daarin een aantal voorstellen om de governance van de psychologische vervolgopleidingen te verbeteren. VWS achtte de voorstellen een grote stap voorwaarts voor het professionaliseren van de sector en sprak de ondersteuning van de voorstellen uit. Hiermee komt een stelsel tot stand dat grote gelijkenis vertoont met de KNMG, College Geneeskundig Specialismen en Registratiecommissie ten behoeve van de vier psy-opleidingen (gz-psycholoog, psychotherapeut, klinisch psycholoog en klinisch neuropsycholoog). Dit moet nu verder geconcretiseerd worden. B. Werkgroep kwaliteits- en erkenningskader. Er is een werkgroep ingesteld, mede op verzoek van de stuurgroep Governance, (zie punt 1) die begin 2015 een nieuw concept-kwaliteits- en erkenningskader op moet leveren. Dit moet uiteindelijk gelden voor visitaties en erkenningen van praktijkopleidingsinstellingen voor de psy-opleidingen. Met het nieuwe kwaliteits- en erkenningskader moet handhaving en controle van praktijkopleidingsplaatsen verder verbeteren en onbetwist onafhankelijk worden. C. Hoofdbehandelaarschap In de ggz woedt een discussie over het hoofdbehandelaarschap. De discussie is tijdelijk beëindigd door een brief van Minister Schippers uit zomer 2013 met daarin een lijst van hoofdbehandelaren: psychiater, klinisch psycholoog, klinisch neuropsycholoog, psychotherapeut, specialist ouderengeneeskunde, verslavingsarts, klinisch geriater, verpleegkundig specialist GGZ en GZ-psycholoog (later tijdelijk toegevoegd: orthopedagoog-generalist en K&J-psycholoog). Inmiddels heeft die discussie zich verplaatst naar de commissie Meurs. De uitkomst hiervan, naast het beleid van zorgverzekeraars, kan tot verschuivingen leiden in het beroepen- en opleidingenhuis, bijv. in de verhouding tussen specialisten en generalisten. Het ligt voor de hand dat het Capaciteitsorgaan dergelijke bewegingen meeneemt in haar ramingen. Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 15 van 21

3. Feiten: waar gaat het over: toewijzing 2015 aantal beschik baar aantal behoefte toegewezen ggz-vs 87 69 87 gz-psycholoog 500 716 500 psychotherapeut klinisch psycholoog 120 130 120 140 218 140 per sector aantal beschikbaar ggz epilepsie gehandicapten zorg revalidatie VVT ziekenhuizen tot. ggz-vs 87 0 0 0 0 0 87 gz-psycholoog 397 1 31 4 29 38 500 psychotherapeut 118 0 2 0 0 0 120 klinisch psycholoog 115 0 1 0 0 24 140 percentage 84,7 0,1 4,0 0,5 3,4 7,3 847 Per plaats is een bedrag van 28.000-34.000 beschikbaar. Het toewijzingsproces leidde m.b.t. 2015 tot 19 klachten ( zienswijzen ), waarvan 1 gegrond werd verklaard; m.b.t. 2014 waren er 57 klachten, waarvan 15 gegrond, m.b.t. 2013 83 klachten, waarvan 29 gegrond. Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 16 van 21

Bijlage II. Uit de subsidieaanvraag Activiteit C: ontwikkeling beleidsvisie van TOP De prioriteit ligt nu primair bij de opzet van TOP en het organiseren van de overdracht van het CONO-materiaal. Na afronding van deze activiteiten wordt een beleidsvisie incl. agenda van TOP opgesteld. Het doel hiervan is om te kunnen bepalen op welke wijze TOP de toewijzing vorm gaat geven. Daarbij is het toewijzingsproces zelf een technisch en beleidsarm proces dat moet voldoen aan de vigerende regels, waaronder het randvoorwaardendocument van VWS. De eerste stap bij activiteit C is een evaluatie van proces en organisatie tot dusver, in relatie tot de doelstelling: voldoende adequaat opgeleide professionals. De wettelijk verankerde systematiek van beschikbaarheidsstelling van een maximum aan bekostigde opleidingsplaatsen, de subsidiesystematiek en de rol van het veld om binnen dit maximum ter beschikking gestelde plaatsen te verdelen, wordt als gegeven beschouwd. Bij de opstelling van de visie is het verstandig de ervaringen uit het verleden mee te nemen, naast informatie van de betrokken partijen over de gewenste toekomst en rekening houdend met ontwikkelingen in de GGZ voor zover nu in te schatten. Het bovengenoemde stelsel/systeemgegeven neemt niet weg dat praktische verbeterpunten binnen dat proces wel benoemd kunnen worden en evt. hun invloed in de toekomstige visie en aanpak kunnen krijgen. Naast de uitkomsten van de evaluatie zijn er andere bronnen voor de visie. Bijv. ervaringen elders. Tot dusver vindt de huidige manier van toewijzen beleidsarm plaats: de verdeling vindt plaats op basis van een mathematisch vastgesteld historisch opleidingsvolume. Bij enkele medisch specialismen is inmiddels ervaring opgedaan met beleidsrijker toewijzen. Getoetst moet worden of deze en andere ervaringen die elders (bv. bij de medische specialismen) zijn opgedaan, bruikbaar zijn voor TOP. Ontwikkelingen in de ggz, waar gemiddeld 80% van de opleidingsplaatsen gesitueerd is, zullen met name relevant zijn maar ook ontwikkelingen daarbuiten moeten meegenomen worden. Het bewaken van afstemming tussen de regelgevende en registrerende gremia en TOP als toewijzend orgaan is cruciaal. Uit subsidietoekenning VWS 20 augustus 2014: Bij de totstandkoming van een nieuwe organisatie en de formulering van beleidsuitgangspunten voor de toewijzing van de opleidingsplaatsen in de G G Z acht ik een breed draagvlak een noodzakelijke voorwaarde. Ik verzoek u dan ook o m in het kader hiervan op korte termijn een rondetafel bijeenkomst te organiseren waarin alle betrokken partijen zijn vertegenwoordigd, met name ook NVZ en NFU, om te komen tot een overzicht van alle vraagstukken en uitgangspunten die een rol kunnen spelen bij de wijze waarop de opleidingsplekken worden toegewezen en te inventariseren welke andere vraagstukken er op de korte en langere termijn mogelijk nog spelen op dit terrein. Ik verzoek u om ook VWS uit te nodigen voor deze bijeenkomst. Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 17 van 21

Bijlage III: Randvoorwaardendocument VWS Randvoorwaarden voor het toewijzen van opleidingsplaatsen a. Algemeen De toewijzing moet voldoen aan de randvoorwaarden zoals neergelegd in het spelregeldocument 12. D.w.z.: - Awb- proof : Voor het toewijzingsvoorstel en het daaraan ten grondslag liggende toewijzingsprotocol moet rekening worden gehouden met de Algemene wet bestuursrecht (Awb): transparant, zorgvuldig, objectief. - in het spelregeldocument voor de toewijzing voor 2015 is als voorwaarde opgenomen dat uitvoering moet worden gegeven aan de afspraak in het bestuurlijk akkoord: een goede verdeling van opleidingsplaatsen met een evenwichtige verdeling over zorgaanbieders en tussen de generalistische basis GGZ en de gespecialiseerde GGZ 13 - Kwaliteit: het is wenselijk om bij de toewijzing concreet meetbare kwaliteitsindicatoren te hanteren en deze onafhankelijk te toetsen. Rekening moet worden gehouden met eventuele veranderingen in het opleidingscurriculum in het licht van ontwikkelingen in de zorg en de opleidingen. b. Proces - Doelmatig. Zo min mogelijk administratieve lasten bij het verzamelen van data. Waar mogelijk gebruikmaken van c.q. aansluiten bij bestaande (landelijke/betrouwbare) databestanden en -bronnen. - Risico s op foutieve verwerking van opleidingsdata minimaliseren. - Harde basisdata gebruiken. De basisdata voor de toewijzing moeten zijn: betrouwbaar, vaststaand, eenduidig, actueel, volledig en verifieerbaar. - Draagvlak bij veldpartijen. c. Organisatie - Toewijzing moet toekomstbestendig worden georganiseerd om de continuïteit te waarborgen. d. Uitkomsten - De toewijzing dient voor VWS geschikt te zijn om een betrouwbaar en juridisch houdbaar verdeelplan te op te stellen. Dit houdt onder andere in dat een willekeurige instantie aan de hand van transparante, objectief meetbare verdeelcriteria op grond van dezelfde basisdata tot dezelfde uitkomsten komt voor de verdeling. Beleidsmatige randvoorwaarden en uitgangspunten voor de toewijzing van opleidingsplaatsen voor ggz opleidingen vanaf 2016 Algemeen Het doel is de ggz-opleidingen rechtmatig te kunnen blijven financieren via de beschikbaarheidbijdrage vanaf 2016. VWS kan een juridisch houdbaar verdeelplan opstellen op grond waarvan de NZa de beschikbaarheidbijdragen kan verlenen op 12 Ministerie van VWS: spelregels toewijzingsvoorstel 2015 voor de zorgopleidingen in de GGZ die worden bekostigd door middel van een beschikbaarheidbijdrage (spelregeldocument 2015), januari 2014 13 Bestuurlijk Akkoord GGZ 2014-2017: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/rapporten/2013/07/16/onderhandelaarsresultaat-geestelijke-gezondheidszorg-2014-2017.html Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 18 van 21

voorwaarde dat het toewijzingsvoorstel zorgvuldig, objectief en transparant tot stand is gebracht conform de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De toewijzing moet bovendien voldoen aan de randvoorwaarde - zoals neergelegd in het spelregeldocument 2015 - dat zorg moet worden gedragen voor een evenwichtige verdeling over aanbieders van generalistische Basis GGZ en van gespecialiseerde GGZ conform afspraak in het Bestuurlijk Akkoord GGZ 2014-2017. Subsidiabele opleidingsplekken kunnen alleen toegewezen worden aan praktijkopleidinginstellingen die onder de Wet marktordening gezondheidszorg in aanmerking kunnen komen voor beschikbaarheidfinanciering Subsidiabele opleidingsplekken kunnen alleen toegewezen worden aan praktijkopleidinginstellingen die voldoen aan de eisen zoals gesteld door de opleidingsinstellingen die door de minister aangewezen zijn op basis van het opleidingsbesluit. De opleidingsplek (of combinatie van plekken) dient in overeenstemming te zijn met het door de opleidingsinstelling bepaalde curriculum. Dit curriculum dient conform de eisen zoals vastgelegd op grond van de Wet BIG te zijn. Uiteraard is voor de werkwijze voor het ontwikkelen van het toewijzingsvoorstel c.q. verdeelplan en de uitkomsten draagvlak bij veldpartijen (opleidingsinstellingen, brancheorganisaties en beroepsverenigingen) geboden. Randvoorwaarden Op grond van het voorgaande en de ervaringen met het toewijzingsproces en de bezwaarprocedures in de afgelopen jaren dient met de volgende nadere randvoorwaarden rekening te worden gehouden; De gegevens die voor de toewijzing worden gebruikt, moeten betrouwbaar, vaststaand, eenduidig, actueel, volledig en verifieerbaar zijn. Er dient zo veel mogelijk gebruik te worden gemaakt van bestaande (landelijke/betrouwbare) databestanden en bronnen om het risico van onjuiste data te voorkomen c.q. te minimaliseren Dat betekent dat voor de verdeling (en bekostiging) van de subsidiabele doorstroomplaatsen gebruik wordt gemaakt van het opleidingsregister van de FGZP. Voor de verdeling van de instroomplaatsen moet gebruik worden gemaakt van gegevens betreffende de juiste, actuele en volledige opleidingswensen bij de praktijkinstellingen die door praktijkinstellingen zijn gecontroleerd. De betrouwbaarheid van de gegevens die worden gebruikt voor de toewijzing dient te worden geborgd. De dataverzameling voor het toewijzen dient doelmatig en met zo min mogelijk administratieve lasten plaats te vinden. De toewijzing dient toekomstbestendig te worden georganiseerd om continuïteit en consistentie te waarborgen in het verdeelproces en bij eventuele bezwaarprocedures. Onderbrenging van deze functie bij een (bestaande) robuuste organisatie is aangewezen. De toewijzing van de instroomplaatsen dient zodanig te zijn ingericht dat deze reproduceerbaar is, m.a.w. dat aan de hand van transparante, objectief meetbare verdeelcriteria op grond van dezelfde basisdata dezelfde uitkomsten van de toewijzing worden verkregen. Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 19 van 21

Bijlage IV. De governance, werkvormen en processen van TOP De Stichting Toewijzend Overleg opleidingsplaatsen (TOP) is op 26 februari 2015 opgericht door de Stuurgroep TOP-opleidingsplaatsen. Zodra partijen een voordracht voor een bestuurslid doen, maakt het stuurgroeplid, die tot dan als tijdelijk bestuurslid fungeert, plaats voor deze voorgedragene (mits het bestuur oordeelt dat wordt voldaan aan het profiel). De stichting kent een bestuur van vier leden en een onafhankelijk voorzitter. Tevens zijn er plaatsvervangend leden, die in voorkomende situaties op basis van een volmacht de bestuurder kunnen waarnemen. Het bestuur representeert de branche- en beroepsorganisaties m.b.t. de psy-opleidingen. Andere direct betrokkenen, zoals de opleidingsinstellingen en de registratie-organisaties, worden op basis van een bespreekthema en/of SLA s betrokken. De statuten bieden de mogelijkheid om adviesorganen in te stellen. Behalve op basis van de statuten zal het bestuur functioneren aan de hand van een bestuursreglement, waarin behalve het eigen functioneren ook de wijze van voordracht en het betrekken van derden bij TOP-opleidingsplaatsen wordt geregeld. Het bestuur wordt ondersteund door een secretaris vanuit een veldpartij en een klein bureau. Zowel de secretaris als de locatie van het bureau rouleren over de vier bestuurspartijen, tweejaarlijks. Iedere bestuurspartij levert een beleidsadviseur die het werk van TOP-opleidingsplaatsen ondersteunt en de eerste verbinding is tussen TOP-opleidingsplaatsen en de veldpartij(en). De vier secretarissen functioneren als een team, met één primus inter paris, de coördinerend secretaris, die als bestuurssecretaris cq. Secretaris TOPopleidingsplaatsen optreedt. De Secretaris TOP-opleidingsplaatsen onderhoudt primair de contacten met derden, zoals VWS, en treedt op als werkgever/leidinggevende voor de bureaumedewerkers waaronder een senior beleidsadviseur. De bureaumedewerkers zijn in dienst van de Stichting. Bekostiging TOP-opleidingsplaatsen TOP-opleidingsplaatsen wordt bekostigd uit overheidssubsidie (analoog aan BOLS en voorheen CONO) voor het toewijzen van beschikbaarheidsbijdragen voor opleidingsplaatsen en deelnemersbijdragen. De bijdragen van deelnemers dienen te worden vastgesteld door het bestuur. Ze zijn nodig voor de bekostiging van taken van TOP-opleidingsplaatsen die niet onder het directe toewijzingsproces en dus VWS-subsidie vallen. Voorbeelden zijn vacatievergoedingen en overige kosten bestuur, bezoldiging onafhankelijk voorzitter en dergelijke. Veldpartijen leveren daarnaast ook een bijdrage in natura door de inzet van beleidsexpertise (o.a. secretaris) en het beschikbaar stellen van werk- en vergaderfaciliteiten. Werkvormen Besluitvorming vindt plaats in het bestuur. De besluitvorming wordt voorbereid in het secretarissenoverleg (SO). Het SO komt in principe wekelijks op een vast moment bijeen. Het is aan dit overleg om draagvlak bij veldpartijen te verkrijgen. Het is aan elke secretaris om dit te regelen binnen de eigen achterban (collega-beroeps- dan wel brancheverenigingen). Beleidsvisie TOP-opleidingsplaatsen 2015 2017 Pagina 20 van 21