Beter integreren. Visiestuk CDJA Werkgroep JBB. Aangenomen door de ALV van het CDJA, bijeen op 27 mei 2017 te Groningen

Vergelijkbare documenten
Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl I

hoe moet ik inburgeren? informatiebrochure over de wet inburgering

Inburgeren vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

hoe moet ik inburgeren? informatiebrochure over de wet inburgering

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming

Examen HAVO. Maatschappijleer (oude stijl en nieuwe stijl)

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II

De leden van de fractie van GroenLinks hebben kennisgenomen van de mededeling van de Europese Commissie. Zij hebben enkele vragen.

Praktische opdracht Maatschappijleer Integratie

Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer. Eindstemming wetsvoorstel. Aangenomen amendementen. Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Werkstuk Maatschappijleer Integratie

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen pilot 2014-II

Opdracht Maatschappijleer Integratie en immigratie

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Sociale en Ruimtelijke Statistieken Sector Ontwikkeling en Ondersteuning

Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

Participatieverklaring. Verkort traject - eendaagse workshop. Regio West en Midden-Nederland

Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal vragen om de kennis te toetsen. Het betreft steeds drie multiplechoicevragen en drie open vragen.

MAATSCHAPPIJKUNDE VMBO BB

Bijlagen bij hoofdstuk 11 Opvattingen van autochtonen en allochtonen over de multietnische

maatschappijwetenschappen (pilot)

Managementsamenvatting

Abou Jahjah: Nederland weer multicultureel

MAATSCHAPPIJLEER II VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

2. De niet-westerse derde generatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren

Het puntenpaspoort Auteur: VNL Datum: Oktober 2016

Samenvatting. Reactie van de Stichting Buitenlandse Partner op. de voorgestelde wijzigingen van de RWN

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Voortgangscijfers inburgering Totaal Nederland

Bijlage bij hoofdstuk 9 Identificatie, acceptatie en discriminatie

TOOLKIT Bekend maakt Bemind

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 5

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

Voortgangscijfers inburgering Totaal Nederland

Persbericht. Maatschappelijke achterstand allochtonen is hardnekkig Jaarrapport Integratie EMBARGO tot dinsdag 20 septemper 2005, 15.

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

B en W-nummer ; besluit d.d Onderwerp

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

17 mei 2019 Auteur: Petra Klapwijk. Onderzoek: Nederlandse identiteit

Participatieverklaring. Verkort traject - eendaagse workshop. Regio West en Midden-Nederland

6,1. Wat is migratie? On the move. Samenvatting door een scholier 1685 woorden 3 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 2.

26 januari Onderzoek: Vluchtelingen en demonstraties

6,4. Antwoorden door een scholier 1268 woorden 14 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Nieuwegein. Datum 31 maart 2015 Portefeuillehouder: M.C. Stekelenburg

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Correctievoorschrift VMBO-KB 2006

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Als het economisch tegenzit, worden zij hard getroffen. Ze zitten vaker dan gemiddeld in de bijstand.

12. Vaak een uitkering

Samenvatting Maatschappijleer Pluriforme samenleving

Wijziging Voorschrift Vreemdelingen 2000

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In artikel 2.2a, eerste lid, wordt eerste lid vervangen door: tweede lid.

Inburgeren. In de Hoeksche Waard

Arbeidsdeelname van paren

Multiculturele Samenleving

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl II

Gemeente Delft. Geachte leden van de raad,

Aangenomen en overgenomen amendementen

Examen HAVO. Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl)

Algemene toelichting op de Verordening Wet Inburgering Tilburg

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

Parallellen tussen België en Nederland

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

Opgave 3 Arbeidsmigratie in goede banen

Bij uw partner in Nederland wonen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Naar aanleiding van de opmerking van de Afdeling is paragraaf 2.2 van de toelichting aangepast.

Homoseksuelen in Amsterdam

Asielzoekers in Nederland

Allochtone Nederlanders thema 21

Datum 21 november 2014 Betreft Kamervragen over de integratie van vluchtelingen naar aanleiding van de Integratiebarometer van Vluchtelingenwerk

1 Inleiding. 1.1 Discriminatie in arbeidsmarktperspectief

Bijlage VMBO-GL en TL

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Algemene toelichting

Rapport. Rapport over een klacht over de Nederlandse ambassade in Brasilia. Datum: 18 oktober Rapportnummer: 2011/3154

Kernwaarden van de Nederlandse samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 5, Allemaal anders

Onderzoek: 17 mei 2019 Auteur: Petra Klapwijk. Nederlandse identiteit

Opvattingen over dubbele nationaliteit: wie is tegen en wie niet?

Verantwoordelijkheid dragen gaat niet om macht, zei Lubbers, of om het vermogen om belangrijke zaken te regelen of iets af te dwingen.

Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving

Nut en noodzaak buurtkranten. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Bereiken van nieuwkomers via inburgeringcursussen. Dr. Rik Baeten Domus Medica

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Wetboek van de Belgische nationaliteit

Hoofdstuk. Migratie. in België

Transcriptie:

Beter integreren Visiestuk CDJA Werkgroep JBB Aangenomen door de ALV van het CDJA, bijeen op 27 mei 2017 te Groningen 1

Inleiding visiestuk integratie Beste lezer, Het afgelopen halfjaar heeft de werkgroep JBB hard gewerkt aan een visiestuk over integratie. Het doel was om als werkgroep binnen een jongerenpartij een nieuwe visie te creëren die antwoord geeft op dit vraagstuk. Hierbij hebben wij gekeken naar de hoofdlijnen van het huidige beleid, de problematiek die er heerst en de christendemocratische antwoorden die wij daar op hebben gegeven. Met dit visiestuk hopen wij een antwoord te hebben gecreëerd op de problematiek van integratie en hopen wij dat hiermee een discussie losbarst over dit vraagstuk. JBB vindt het namelijk belangrijk dat er een vereniging brede discussie komt over hoe wij verder willen met integratie naar de toekomst toe. Tot slot willen we aan de voorkant duidelijk maken over welke soort groeperingen dit visiestuk gaat. Dit visiestuk heeft betrekking op nieuwe Nederlandse staatsburgers, alle uitspraken in dit visiestuk hebben geen betrekking op mensen die dat niet zijn zoals mensen met een tijdelijke verblijfsstatus. Met vriendelijke groet, Davy Gerris Werkgroepvoorzitter JBB Mei 2017 Hoofdstuk 1: Visie integratie JBB 2

De visie van de werkgroep JBB op het thema integratie is dat van een tweespel van autochtone en personen met een migratieachtergrond burgers. Als overheid kun je onmogelijk verwachten dat mensen met een migratieachtergrond integreren wanneer je daar zelf niets aan doet. Van de andere kant is het zo dat integratie ook behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van de nieuwe Nederlander. JBB ziet daarom graag een discussie tegemoet over dit thema. Wij vinden dat het integratiebeleid zoals het wordt uitgevoerd in Nederland niet werkt. We schuiven een probleem op de lange baan totdat het op een bepaald termijn onhandelbaar wordt. Denk daarbij aan de mislukte integratie in Frankrijk waarbij een soort van stateloosheid heerst in de banlieus omdat de Franse overheid daar helemaal niets meer te zeggen heeft. De werkgroep JBB wil daarom, in 2017, een keuze maken over waar Nederland heen moet gaan. Daarnaast vindt de werkgroep JBB dat het goed is wanneer het CDA met een christendemocratisch antwoord komt op integratie, want momenteel gaat onze inbreng vaak verloren tussen het radicale geweld van de VVD, PVV en GroenLinks. Afsluitend vinden wij dat we mensen met een migratieachtergrond nooit kunnen weigeren, zij die hulpbehoevend is moet altijd de hulp kunnen ontvangen van die gene die kunnen helpen. Ook uitspraken zoals ga maar terug naar je eigen land passen niet binnen de christendemocratie. Daarom moeten we aan de voorgrond onszelf altijd realiseren dat wie hier is, niet meer weg gaat. Hier over moeten we ook eerlijk zijn tegen de Nederlandse staatsburger. Uitspraak 1: Nederlandse staatsburgers met een dubbel paspoort sturen we niet terug, maar we willen wel graag terugkeermechanismes binnen het internationale recht ontwikkelen. Hoofdstuk 2: Het huidige integratiebeleid 3

Het integratiebeleid is erg groot, het gaat namelijk over mensen én ieder mens is anders. Het doel van dit beleid is het zorgen dat nieuwe bevolkingsgroepen binnen Nederland zichzelf als Nederlander gaan zien en zich ook ten volle gaan inzetten voor de nieuwe samenleving. We zijn weliswaar een pluriforme samenleving, waarbij verandering van twee kanten hoort te komen, maar dat geeft geen vrijbrief om je niet aan de algeheel gestelde normen en waarden te houden binnen Nederland. Deze normen en waarden hebben wij namelijk opgenomen in onze grondwet en uitgewerkt in de wet en vormen daarmee de basis van hoe wij met elkaar omgaan in dit land. Vanwege het feit dat het integratiebeleid zo groot is, is er met een korte introductie gepoogd om de hoofdlijnen van dit beleid uit een te zetten. Hieronder leest u hoe de rijksoverheid het huidige integratiebeleid beschreven heeft: Verplichting tot leren Nederlandse taal Iedereen die voor langere tijd naar Nederland komt en niet afkomstig is uit de EU, EER, Zwitserland en Turkije en die ook nog eens tussen de 18 en de AOW leeftijd is moet de Nederlandse taal kennen. Dit geldt tevens voor geestelijke bedienaren zoals imams en predikanten. Indien mogelijk moet voor de komst naar Nederland al een basisexamen inburgering buitenland worden afgelegd. Wanneer deze is behaald dan krijgt iemand een machtiging tot voorlopig verblijf. Verplicht inburgeren Inburgeren is verplicht voor een ieder die in Nederland woont die niet afkomstig is uit de EU, EER, Zwitserland en Turkije. Mensen die niet verplicht zijn om in te burgeren moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen, denk aan jonger zijn dan 18 jaar, ouder zijn dan de AOW leeftijd of het al in bezit hebben van een Nederlands paspoort. Daarnaast zijn mensen zelf verantwoordelijk voor het behalen van hun inburgeringsexamen, de overheid kan hiervoor geld uitlenen aan de mensen die het niet zelf kunnen betalen. Daarnaast hoeven mensen die door lichamelijke of psychische beperkingen het examen niet kunnen afleggen, dat ook niet te doen. Uitspraak 2: Het CDJA vindt dat burgers moeten worden verplicht tot integreren en het leren van de Nederlandse taal, 1 alvorens zij de Nederlandse nationaliteit kunnen ontvangen. Uitspraak 3: Het CDJA vindt dat de overheid verantwoordelijk is voor de bekostiging van het inburgeringsexamen. Dit houdt in dat de overheid moet zorgen dat iedereen het inburgeringsexamen kan afleggen, ook wanneer iemand het gewone inburgeringsexamen niet kan afleggen door lichamelijke of psychische beperkingen. In zo n geval dient de overheid met een passend vervangende examenmethode te komen. Inspannen voor inburgering Wie zich niet voldoende inspant voor inburgering verliest de verblijfsstatus. Dit geldt echter niet voor mensen met recht op asiel, alhoewel deze groep volgens de rijksoverheid zichzelf ook moet inspannen. Participatieverklaring Iedereen die in Nederland wilt komen wonen moet een participatieverklaring ondertekenen. Hierin staat onder andere dat iemand weet wat de Nederlandse vrijheden zijn, dat er in Nederland gelijkwaardigheid is, dat we in Nederland sprake hebben van onderlinge solidariteit en dat Nederlanders participeren in de samenleving. Vanaf 1 juli 2017 gaan volgens het kabinet ook alle vluchtelingen deze participatieverklaring ondertekenen. 1 Dit is taal op minimaal B1 niveau, het bestaande eindniveau van de inburgeringscursus. 4

Uitspraak 4: Het CDJA ziet de toegevoegde waarde van de Participatieverklaring en vindt dat de politiek er geen dode letter van mag maken. Nederlanderschap Momenteel wil het kabinet dat iemand pas Nederlander kan worden nadat hij of zij zeven jaar in Nederland heeft gewoond en heeft voldaan aan bovenstaande voorwaarden. Op dit moment kan iemand worden genaturaliseerd wanneer hij of zij vijf jaar in Nederland heeft gewoond, aanspraak mag maken op de naturalisatieprocedure én deze voor een periode van maximaal 1 jaar heeft uitgevoerd. 5

Hoofdstuk 3: Feitelijk kader Volgens het CBS kent Nederland op 1 januari 2016 3.752.291 mensen met een migratieachtergrond. (CBS, 2016) Een persoon met een migratieachtergrond is in dit geval een persoon, waarbij minimaal een van de ouders in het buitenland geboren moet zijn. De plek waar iemand wordt geboren maakt hierin niets uit. Het aantal derde generatie immigranten is onduidelijk, deze worden namelijk niet gekenmerkt als een persoon met een migratieachtergrond en worden daarom niet apart in de gegevens vermeld. Hierdoor ontbreekt het aan goede bronnen over het aantal derde generatie mensen met een migratieachtergrond in Nederland. Het is tevens de vraag in hoeverre derde generatie mensen met een migratieachtergrond nog wel mensen met een migratieachtergrond genoemd zouden moeten worden. Verdeling van mensen met een migratieachtergrond naar land Volgens cijfers uit 2012 was 31% van de mensen met een migratieachtergrond niet-westers 1e generatie, 25% niet-westers tweede generatie, 20% westers 1e generatie en 25% westers 2e generatie. De groep niet-westerse mensen met een migratieachtergrond bestaat voornamelijk uit Turken, Marokkanen en Surinamers. De groep westerse mensen met een migratieachtergrond bestaat voornamelijk uit Duitsers en Polen. Nederlanderschap mensen met een migratieachtergrond Uit het bronnenonderzoek bleek dat maar een kleine groep mensen met een migratieachtergrond zichzelf alleen Nederlander voelt. Voornamelijk de groep die zichzelf alleen associeert met het land van herkomst vormt hierin een probleem, de groep die zichzelf met geen land identificeert vormt dat in mindere mate. Deze twee groepen missen namelijk de binding met Nederland. De groep die zichzelf niet als Nederlander ziet bestaat uit voornamelijk laagopgeleiden mensen met een migratieachtergrond. In 2011 had 18% van de niet-westerse mensen met een migratieachtergrond alleen de lagere school afgerond, in vergelijking met 7% autochtonen. Ook het aantal hoogopgeleide niet-westerse mensen met een migratieachtergrond is een stuk lager (20%) dan autochtonen (29%). Westerse mensen met een migratieachtergrond waren over het algemeen iets hoger opgeleid dan autochtonen en deze groep voelde zich dan ook meer verbonden met Nederland. (Nationaalkompasvolksgezondheid, Sociaal economische situatie: wat is de huidige situatie?, 2014) Deze groep is echter niet geheel schuldig aan het ontbreken van binding van Nederland. Dit komt namelijk in mindere mate ook door de arbeidspositie van deze groep. In het jaarrapport integratie 2013 van het SCP3 staat dat dat er sprake is van hoge werkloosheid onder migrantengroepen waardoor deze groep hard wordt geraakt door economische achteruitgang, daarnaast zijn migranten vaker werkloos bij gelijke kenmerken met autochtonen. Uitspraak 5: Om te voorkomen dat personen met een migratieachtergrond die eveneens Nederlandse staatsburgers zijn te lang of vaker in een uitkering verblijven én daarmee niet voldoende kunnen participeren in de Nederlandse samenleving vindt het CDJA het belangrijk dat de overheid ervoor zorgt dat mensen met een migratieachtergrond vaker een startpositie 2 op de arbeidsmarkt verwerven. Uitspraak 6: Het CDJA staat positief tegenover maatregelen 3 die leiden tot een verbetering van de arbeidspositie van Nederlandse staatsburgers met een migratieachtergrond, mits deze maatregelen 2 Een startpositie is verworven wanneer iemand onderwijs heeft afgerond wat het zelfde niveau heeft als het Nederlandse middelbaar onderwijs. Tevens moet het opleidingsniveau van het land van herkomst kunnen worden bijgeschoold binnen deze regeling. 3 Ook wel positieve discriminatie en maatregelen die (onbewuste) discriminatie tegen gaan. 6

leiden tot een verbeterde integratie van mensen met een migratieachtergrond en in proportie staan tot de maatregelen die worden genomen voor iedere andere burger binnen onze samenleving. Het feit dat deze mensen weinig binding hebben met Nederland kan in mindere mate worden verklaard door de arbeidspositie en in meerdere mate door de generatie en de mate waarin men de Nederlandse taal beheerst. Dit hangt ook weer samen met hoe mensen met een migratieachtergrond discriminatie ervaren en of ze zich geaccepteerd voelen of niet. (SCP, 2016) Discriminatie van mensen met een migratieachtergrond In figuur 2 valt te zien dat rond de 30% van de mensen met een migratieachtergrond vinden dat ze worden gediscrimineerd en dat de acceptatie van personen met een migratieachtergrond groepen laag is. Op pagina 179 van het jaarrapport immigratie 2013 staan enkele oorzaken zoals onder andere de werkloosheid en de onzekerheid van het arbeidscontract. Daarnaast is volgens het SCP opvallend dat bij mensen met een migratieachtergrond groepen, naarmate ze beter Nederlanders spreken meer het gevoel krijgen dat ze worden gediscrimineerd. Dit zou met name komen doordat deze groep de maatschappelijke en politieke discussie beter volgt dan de groep die de taal minder goed spreekt. Tot slot is ook een conclusie dat hoe meer verwachtingen een persoon met een migratieachtergrond heeft over zijn eigen positie, hoe eerder ze zullen denken dat er sprake is van discriminatie. (naar Gijsberts en Vervoort 2009; Van Doorn et al. 2013) Het SCP stelt verder dat de mensen met een migratieachtergrond vaker discriminatie ervaren naarmate het opleidingsniveau stijgt. Figuur 1: Identificatie als Nederlander, naar het SCP jaarrapport immigratie 2013 7

Figuur 2: Opvattingen over discriminatie naar het SCP jaarrapport immigratie 2013 8

Hoofdstuk 4: Ideologisch kader Christendemocratie Het CDJA kent vier grondslagen. Deze grondslagen hebben invloed op het handelen van de vereniging en daarmee ook invloed op de standpunten. Bij dit thema zijn de grondslagen relevanter dan ooit en daarom moeten ze ook actief worden meegewogen als het gaat om dit thema. Onze grondslag publieke gerechtigheid is belangrijk wanneer het gaat om het handhaven van de orde binnen de Nederlandse samenleving, dit houdt onder andere in dat iemand niet door middel van geweld mag proberen om Nederland in een ander soort samenleving te veranderen. Daarnaast zal de overheid moeten optreden tegen discriminatie van mensen met een migratieachtergrond en autochtonen om er voor te zorgen dat iedereen gelijke kansen heeft.(rtlnieuws, 2016) Solidariteit is ook belangrijk omdat we immigranten niet alleen verwelkomen uit eigen belang maar ook omdat er mensen zijn die niet langer kunnen verblijven in het land van herkomst. Dit houdt ook in dat een restrictief immigratiebeleid waarbij de facto niemand meer wordt toegelaten in Nederland dan ook direct tegen onze grondslagen in gaat. Gespreide verantwoordelijkheid is van belang omdat het niet alleen de taak van de overheid is dat burgers integreren. Mensen met een migratieachtergrond zelf moeten ook zorgen dat ze gaan integreren, zo schreef Mustafa Amhaouch samen met Pieter Heerma op 11 oktober 2016 in Trouw dat moslimouders de kinderen moeten helpen bij integreren. De overheid is namelijk niet de enige die zorgt voor een goed integratiebeleid, daar helpen mensen met een migratieachtergrond ook aan mee. Waar een wil is, is een weg. Daarnaast staan wij voor rentmeesterschap, het CDJA kijkt niet alleen naar het nu maar ook naar de toekomst. Als het CDJA kiest voor een nu waarin sommige mensen met een migratieachtergrond nauwelijks integreren dan zal dat veel betekenen voor de toekomst van Nederland. De centrale vraag is dan ook welk Nederland wij willen doorgeven aan onze kinderen. Standpunt CDA Het CDA schrijft op haar site over integratie: Voor mensen die willen inburgeren is goede beheersing van de Nederlandse taal een eerste vereiste. Het CDA wil meer werk maken van inburgering. Mensen die inburgeren, moeten tenminste een startkwalificatie halen. Ook moet meer de nadruk worden gelegd op de verantwoordelijkheden die mensen hebben ten opzichte van de Nederlandse samenleving. Van oudere immigranten, afkomstig uit de eerste generatie, mag worden gevraagd zichzelf zo veel mogelijk te redden in de winkel, op het schoolplein en bij de huisarts. Inburgeringscursussen zijn nodig om ook ouderen meer bij de samenleving te betrekken. Om een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd te kunnen krijgen, moet iemand in elk geval slagen voor het inburgeringsexamen. Ook moet iemand zich maximaal inspannen om zich te kwalificeren voor de arbeidsmarkt. Wie aan de kant blijft staan komt niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd. Wie zich aan zijn verplichtingen onttrekt of zich negatief opstelt, krijgt een boete of wordt gekort op zijn uitkering. (CDA, sd) Daarnaast is het CDA actief bezig met dit thema vanwege de verkiezingen. Zo zei Buma tijdens de algemene publieke beschouwingen 2016 Ooit bezong Nederland de multiculturele samenleving. Maar de derde generatie immigranten lijkt vaak meer gericht op het land van hun grootouders, dan dat van henzelf en van hun kinderen. President Erdogan heeft onder Turkse Nederlanders meer te zeggen dan wij. Kliklijnen opgezet in Ankara. En Turkse Nederlanders die in Turkije aangifte doen tegen andere 9

Turkse Nederlanders. Integratie gaat nooit lukken als mensen hier wonen, maar met hun hoofd en hun hart in Turkije zijn. Het verkiezingsprogramma In het verkiezingsprogramma van het CDA voor de tweede kamer verkiezingen 2017 wordt veel aandacht besteed aan het thema integratie. Hieronder een overzicht van de meest relevante punten: De dienstplicht Het CDA wil de dienstplicht invoeren, in eerste instantie voor jongeren die een extra zetje nodig hebben om ze bij de samenleving te houden. Voor hen heeft dienstplicht een (her)opvoedende rol, die voor sommigen helaas hard nodig is) en vervolgens voor alle jongeren, hier valt dus ook de personen met een migratieachtergrond jeugd onder. Het CDJA is voorstander van de dienstplicht maar ziet mogelijkheden om het een en ander te combineren. Het CDJA ziet de sociale dienstplicht als een burgerschapsvormingsjaar: een jaar waarin jongeren Nederland beter leren kennen en een bredere en diepere binding met de Nederlandse samenleving verwerven. Uitspraak 7: Het CDJA ziet een kans bij het invoeren van de maatschappelijke dienstplicht om daarbij ook aandacht te besteden aan de integratie van personen met een migratieachtergrond. Het verbieden van antidemocratische organisaties en bewegingen In de paragraaf over de zelfbewuste en weerbare democratie geeft het CDA aan dat het antidemocratische organisaties en bewegingen wil gaan verbieden. Daarnaast wil het CDA dat iedere Nederlander op zijn of haar 18 e levensjaar een boek krijgt overhandigd met de rechten en plichten van het Nederlanderschap. Het CDJA vindt dat het bovenstaande een goede eerste stap is, maar niet ver genoeg gaat. De Nederlandse staat zou niet moeten toestaan dat organisaties integratie actief tegengaan, denk daarbij aan Diyanet die als Turks overheidsorgaan toch veel invloed heeft in Nederland. Maar denk ook aan organisaties die mensen met een migratieachtergrond vertegenwoordigen in Nederland, maar dat vanuit het buitenland doen. In gesprek gaan met organisaties die mensen met een migratieachtergrond vertegenwoordigen is niet erg, maar het moet wel gebeuren volgens de Nederlandse standaard. Voor het CDJA is die standaard simpel, Nederlandse staatsburgers worden vertegenwoordigd door Nederlandse staatsburgers en niet door buitenlandse burgers. Tevens mag van een organisatie worden geëist dat ze niet ingaan tegen het Nederlandse belang, indien een organisatie daarmee niet akkoord wil gaan dan zouden we zo n organisatie ook niet moeten toestaan. Uitspraak 8: Het CDJA wil binnen de grenzen van de rechtsstaat bekijken of organisaties die integratie actief tegengaan kunnen worden verboden. Integratie als recht en plicht Volgens het CDA zijn burgers in eerste instantie altijd zelf verantwoordelijk voor de eigen integratie. Het CDA ziet echter ook een rol voor de overheid, zoals het aanbieden van inburgeringscursussen. Het CDA wil daarom meer van dit soort cursussen aanbieden. Daarnaast vindt het CDA dat het pertinent weigeren te inburgeren moet leiden tot het ontnemen van de verblijfsstatus. Dit moet samengaan met een nieuw beleid waarbij gemeenten nieuwe Nederlanders versneld het Nederlanderschap kunnen aanbieden bij uitzonderlijke prestatie en waarbij iemand het Nederlanderschap ontvangt door een ceremonie. Het CDJA is voorstander van bovenstaande tekst, maar ziet wel een grotere rol voor het maatschappelijk middenveld. Zoals eerder geschreven komt integratie van twee kanten en daarbij 10

hoort ook de inzet van de burger. Door de samenwerking met verenigingen te zoeken kan er meer kruisbestuiving ontstaan tussen mensen met een migratieachtergrond en autochtonen wat zowel de acceptatie als de integratie ten goede komt. Uitspraak 9: Het CDJA vindt dat niet alleen dat de overheid en de mensen met een migratieachtergrond zelf verantwoordelijk zijn voor integratie, maar dat de gehele samenleving dat is. Daarom wil het CDJA een appèl doen op de samenleving om de integratie van mensen met een migratieachtergrond te bevorderen, bijvoorbeeld door aan verenigingen te vragen of ze meer willen inzetten op het werven van mensen met een migratieachtergrond. Tevens kan het maatschappelijk middenveld ook worden ingezet bij het betrekken van asielzoekers in de samenleving. De Nederlandse vrijheid geldt voor iedereen Het CDA vindt in haar verkiezingsprogramma dat de Nederlandse vrijheid hoort te gelden voor iedereen. Racisme, discriminatie en antisemitisme moeten actief worden bestreden. Aanpak terrorisme Om terrorisme effectief aan te pakken wil het CDA zowel een nationale als een internationale aanpak. De nationale aanpak hoort onder andere te bestaan uit het aanpakken van haatpredikers en de preventie van radicaliteit. Dubbele paspoorten In de paragraaf asiel en migratie schrijft het CDA dat voor reguliere migranten een beleid hoort te gelden van toelating en inburgering. Wie Nederlander wil zijn moet zijn oorspronkelijke nationaliteit loslaten. Voor landen die dit niet toestaan wordt wat het CDA betreft diplomatieke druk uitgeoefend zodat dit toch mogelijk blijkt te zijn. Het CDJA zelf is voorstander van het CDA standpunt, maar daarbij vinden wij dat het opzeggen van een paspoort niet alleen in handen moet liggen van het land van herkomst. De Nederlandse staat moet een mogelijkheid bieden tot het eenzijdig opzeggen van een paspoort, zodat ook niet meewerkende landen moeten gaan accepteren dat hun oud-staatsburgers Nederlands staatsburger worden. Op dit moment is dit staatsrechtelijk nog niet mogelijk, maar als wetgevende macht kun je wat staatsrechtelijk onmogelijk is toch mogelijk maken. Uitspraak 10: Het CDJA vindt dat het ontvangen van een Nederlands paspoort terwijl iemand een ander paspoort heeft onwenselijk is. Omdat andere landen actief tegengaan dat iemand zijn paspoort opzegt is het CDJA voor eenzijdige 4 opzegging van paspoorten. Uitspraak 11: Het CDJA vindt dat kinderen van ouders met een migratieachtergrond bij geboorte in Nederland niet ook een buitenlandse nationaliteit mogen krijgen. Vrijheid van onderwijs Het CDA is voor vrijheid van onderwijs maar vindt dat deze vrijheid geen vrijbrief moet zijn voor het verspreiden van antidemocratische ideeën. Daarom moeten scholen volgens het CDA voortaan vooraf worden getoetst op de ontwikkeling van de kinderen, burgerschap en integratie. 4 Bij eenzijdige opzegging van een paspoort is een paspoort opgezegd volgens het Nederlands recht. Eenzijdige opzegging is voor de Nederlandse staat dat iemand zijn andere nationaliteit heeft opgezegd, ook al wordt dat niet erkend door het land van herkomst. 11

Visie CDJA op integratie Op de site van CDJA staan al een klein aantal resoluties die zijn aangenomen en die in verband staan tot dit thema. Zo vindt het CDJA het geen probleem dat moslims lid worden van de vereniging mits ze de christendemocratische waarden maar onderschrijven. In ditzelfde stuk geven wij ook aan dat Nederland een land moet blijven dat stoelt op christendemocratische waarden. Het CDJA beschouwt het dragen van boerka s en niqaab s op dit moment als onwenselijk. Dit omdat vrouwen met gezichtsbedekende kleding moeilijker werk vinden en omdat Nederland een identificatieplicht heeft. Daarnaast is het CDJA voor regionaal spreidingsbeleid zodat achterstandswijken naar een hoger niveau kunnen worden getild. Het CDJA hoopt dat met deze aanpak een gevarieerdere bevolkingssamenstelling kan ontstaan in achterstandswijken. Ook is het CDJA van mening dat overlastgevende panden sneller moeten worden gesloten en dat het toepassen van het samenscholingsverbod in bepaalde gevallen ruimer kan worden toegepast. Tot slot is het CDJA voor de vrijheid van onderwijs. 12

Hoofdstuk 5: Uitsprakenoverzicht Uitspraak 1: Nederlandse staatsburgers met een dubbel paspoort sturen we niet terug, maar we willen wel graag terugkeermechanismes binnen het internationale recht ontwikkelen. Uitspraak 2: Het CDJA vindt dat burgers moeten worden verplicht tot integreren en het leren van de Nederlandse taal, 5 alvorens zij de Nederlandse nationaliteit kunnen ontvangen. Uitspraak 3: Het CDJA vindt dat de overheid verantwoordelijk is voor de bekostiging van het inburgeringsexamen. Dit houdt in dat de overheid moet zorgen dat iedereen het inburgeringsexamen kan afleggen, ook wanneer iemand het gewone inburgeringsexamen niet kan afleggen door lichamelijke of psychische beperkingen. In zo n geval dient de overheid met een passend vervangende examenmethode te komen. Uitspraak 4: Het CDJA ziet de toegevoegde waarde van de Participatieverklaring en vindt dat de politiek er geen dode letter van mag maken. Uitspraak 5: Om te voorkomen dat personen met een migratieachtergrond die eveneens Nederlandse staatsburgers zijn te lang of vaker in een uitkering verblijven én daarmee niet voldoende kunnen participeren in de Nederlandse samenleving vindt het CDJA het belangrijk dat de overheid ervoor zorgt dat mensen met een migratieachtergrond vaker een startpositie 6 op de arbeidsmarkt verwerven. Uitspraak 6: Het CDJA staat positief tegenover maatregelen 7 die leiden tot een verbetering van de arbeidspositie van Nederlandse staatsburgers met een migratieachtergrond, mits deze maatregelen leiden tot een verbeterde integratie van mensen met een migratieachtergrond en in proportie staan tot de maatregelen die worden genomen voor iedere andere burger binnen onze samenleving. Uitspraak 7: Het CDJA ziet een kans bij het invoeren van de maatschappelijke dienstplicht om daarbij ook aandacht te besteden aan de integratie van personen met een migratieachtergrond. Uitspraak 8: Het CDJA wil binnen de grenzen van de rechtsstaat bekijken of organisaties die integratie actief tegengaan kunnen worden verboden. Uitspraak 9: Het CDJA vindt dat niet alleen dat de overheid en de mensen met een migratieachtergrond zelf verantwoordelijk zijn voor integratie, maar dat de gehele samenleving dat is. Daarom wil het CDJA een appèl doen op de samenleving om de integratie van mensen met een migratieachtergrond te bevorderen, bijvoorbeeld door aan verenigingen te vragen of ze meer willen inzetten op het werven van mensen met een migratieachtergrond. Tevens kan het maatschappelijk middenveld ook worden ingezet bij het betrekken van asielzoekers in de samenleving. Uitspraak 10: Het CDJA vindt dat het ontvangen van een Nederlands paspoort terwijl iemand een ander paspoort heeft onwenselijk is. Omdat andere landen actief tegengaan dat iemand zijn paspoort opzegt is het CDJA voor eenzijdige 8 opzegging van paspoorten. 5 Dit is taal op minimaal B1 niveau, het bestaande eindniveau van de inburgeringscursus. 6 Een startpositie is verworven wanneer iemand onderwijs heeft afgerond wat het zelfde niveau heeft als het Nederlandse middelbaar onderwijs. Tevens moet het opleidingsniveau van het land van herkomst kunnen worden bijgeschoold binnen deze regeling. 7 Ook wel positieve discriminatie en maatregelen die (onbewuste) discriminatie tegen gaan. 8 Bij eenzijdige opzegging van een paspoort is een paspoort opgezegd volgens het Nederlands recht. Eenzijdige opzegging is voor de Nederlandse staat dat iemand zijn andere nationaliteit heeft opgezegd, ook al wordt dat niet erkend door het land van herkomst. 13

Uitspraak 11: Het CDJA vindt dat kinderen van ouders met een migratieachtergrond bij geboorte in Nederland niet ook een buitenlandse nationaliteit mogen krijgen. 14