Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.

Vergelijkbare documenten
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Inquiry-based leading and learning Uiterwijk-Luijk, E. Link to publication

Bouwen op een gemeenschappelijk verleden aan een succesvolle toekomst Welling, Derk Theodoor

Onderzoek als project

Inleiding Administratieve Organisatie. Opgavenboek

Ethno-territorial conflict and coexistence in the Caucasus, Central Asia and Fereydan

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Invloeden op de onderwijspositie van leerlingen bij de overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs Fossen, M.W.E.B.

Zevende, herziene druk, derde oplage Illustraties Richard Flohr. C.E. Zegwaart-Braam

De belofte van vitamines: voedingsonderzoek tussen universiteit, industrie en overheid Huijnen, P.

* * Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden. van. arbeidsrecht. arbeidsverhoudingen

UvA-DARE (Digital Academic Repository) : Peeters-Podgaevskaja, A.V. Link to publication

The Politics of Innovation in Public Transport

Serie: Elementaire theorie accountantscontrole. Auditing & Assurance: Bijzondere opdrachten. Hoofdredactie Prof. dr. G.C.M.

Communicatieplan Versie: 6.0 Datum: 18 mei 2017

7 aug Snelstart document Thecus N2100 Y.E.S.box BlackIP Versie 1.0

STARTFLEX. Onderzoek naar ondernemerschap onder studenten in Amsterdam

Integrale Plananalyse van Gebouwen Doel, methoden en analysekader

Baron op klompen. Baron op klompen. Wim Coster. Historia Agriculturae 40. Historia Agriculturae 40

Analyse. Teksten op documenten. Microsoft Dynamics NAV dvision Automatiseringsbureau.

Cognitive self-therapy A contribution to long-term treatment of depression and anxiety

opgaven- en werkboek GECONSOLIDEERDE JAARREKENING Henk Fuchs 1e druk

Belastingwetgeving 2015

Hoe U een Windows 8 Ready website op het Start Scherm Pint. Stap voor stap voorbeeld

Cultuur telt: sociologische opstellen voor Leo d Anjou


Jaarrekening. Henk Fuchs OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Keeping youth in play Spruit, A. Link to publication

Vermogensplanning [vol] Praktisch en eenvoudig. Vermogensplanning GREENILLE

Ficino en het voorstellingsvermogen : phantasia en imaginatio in kunst en theorie van de Renaissance van den Doel, M.J.E.

The downside up? A study of factors associated with a successful course of treatment for adolescents in secure residential care

University of Groningen. Injury prevention in team sport athletes Dallinga, Joan

Colofon. Apps, Alles over uitgeven op mobiel en tablet. Dirkjan van Ittersum ISBN:

Van aardgas naar methanol

University of Groningen. Geriatric Traumatology Folbert, Engelina

De basis van het Boekhouden

Taal en Taalwetenschap

Magisch. Meisje. palaysia

CHIMERISM IN HEALTH, TRANSPLANTATION AND AUTOIMMUNITY

Overview. Ingekomen facturen registratie. Microsoft Dynamics NAV dvision Automatiseringsbureau.

OENOE WOENOE NOE WOENOE

Citation for published version (APA): Hartman, H. T. (2017). The burden of myocardial infarction [Groningen]: Rijksuniversiteit Groningen

Wat je moet weten over binnenlucht

Bedrijfsadministratie

The extremely resorbed mandible: a comparative, prospective study of three treatment strategies

Overview. Beveiligde functies. Microsoft Dynamics NAV dvision Automatiseringsbureau.

Citation for published version (APA): Mol, P. G. M. (2005). The quest for optimal antimicrobial therapy s.n.

Basiskennis Calculatie

voor Kiki van Rijk Reiki voor Dieren door Wanda Bijster en Adelheid van Driel met tekeningen van Elias

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

THE WORK HET WERK HARALD BERKHOUT

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013

Wat je moet weten over klimaatinstallaties

NIEUWE SJABLONEN VOOR KLEOS GEBRUIKERSINSTRUCTIE

Elementaire praktijk van de Financiering Werkboek

University of Groningen. Vrije en reguliere scholen vergeleken Steenbergen, Hilligje

Overview. Zorgsector. Microsoft Dynamics NAV dvision Automatiseringsbureau.

Bedrijfsadministratie MBA

Overview. Urenregistratie. Microsoft Dynamics NAV dvision Automatiseringsbureau.

Bedrijfsadministratie MBA

Dynamic and Stochastic Planning Problems with Online Decision Making A Novel Class of Models. Maria Lucia Arnoldina Gerarda Cremers

Basisstudie in het boekhouden

Van dezelfde auteur: Sogenji desu Verhalen uit een Japans zenklooster

Periodeafsluiting. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren OPGAVEN- EN WERKBOEK. Tweede druk

Noordelijke Arbeidsmarkt Verkenning 2004

Effluent biomarkers in peritoneal dialysis: A captivating symphony from the peritoneal membrane Lopes Barreto, Deirisa

12 merken, 13 ongelukken

Transnational Forces and Corporate Governance Regulation in Postsocialist Europe

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Handleiding Sonus Communicator voor Rion NL-22 - NL-32

Elementaire praktijk van de Kostencalculatie Werkboek

Detailed View. Transportplanning Inkoop. Microsoft Dynamics NAV dvision Automatiseringsbureau.

Fase A. Jij de Baas. Gids voor de Starter Stichting Entreprenasium. Versie 1.2: november 2012

Collectievormingsprofiel (CVP) Geschiedenis

Colofon. Bij dit boek is een lesplan ontwikkeld, dat u kunt downloaden op Studio Karmel

Blommaert. Bedrijfseconomische Analyses OPGAVEN. Blommaert & Bedrijfseconomie vanuit managementperspectief. Zevende druk

ERIC RASSIN. Daarom. De psychologie van oorzaak en gevolg in 20 raadsels SCRIPTUM

Fiscale Jaarrekening. Henk Fuchs Yvonne van de Voort UITWERKINGEN. Tweede druk

University of Groningen. Quantitative CT myocardial perfusion Pelgrim, Gert

Projectdocument. PQR scope 3 emissieinventarisatie. Betreft: Bij: Versie: 2.0 Datum: 7 mei 2018 Referentienummer: CO2-prestatieladder eis 4.A.

Hou het eenvoudig Effectief communiceren in organisaties

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

Male accessory gland infection and subfertility: a diagnostic challenge Trum, J.W.

2. Het organiseren van werknemersvrijwilligerswerk in non-profit-organisaties: een praktische benadering

Belastingwetgeving 2015

Nectar 4e editie biologie vmbo-basis deel 3B leerwerkboek

UvA-DARE (Digital Academic Repository) Medication safety in pediatric care Maaskant, Jolanda. Link to publication

Boekhouden geboekstaafd Opgaven

Fase B. Entree. Leerstijlen Stichting Entreprenasium. Versie 0.1: januari 20]3

Daar in die duistere hoek

PrOmotie. Rekenen en wiskunde. Werkboek Geld

Gebuikershandleiding bordes HANDLEIDING. Standaard laadbordes

12 merken, 13 ongelukken KarelJan Alsem en Robbert Klein Koerkamp

MKB-index april 2017

Meldregeling. Vastgesteld in het InAdmin RiskCo bestuur op 30 oktober Geldig tot 31 december Meldregeling Pagina 1 van 7

Boekhouden geboekstaafd

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Handleiding Eetmeter. Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Eetmeter. februari 2007

Transcriptie:

Artikel/Article: De area studies voorbij: Een nieuwe agenda voor onderwijs en onderzoek Auteur/Author: Intervieuw met Jos Gommans & Jeroen Duindam Verschenen in/appeared in: Leidschrift, 30.1 (Leiden 2015) 79-85 Titel uitgave: De invloed van de steppe op de sedentaire wereld 2015 Stichting Leidschrift, Leiden, The Netherlands ISSN 0923-9146 E-ISSN 2210-5298 Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Leidschrift is een zelfstandig wetenschappelijk historisch tijdschrift, verbonden aan het Instituut voor geschiedenis van de Universiteit Leiden. Leidschrift verschijnt drie maal per jaar in de vorm van een themanummer en biedt hiermee al vijfentwintig jaar een podium voor levendige historiografische discussie. Artikelen ouder dan 2 jaar zijn te downloaden van www.leidschrift.nl. Losse nummers kunnen per e-mail besteld worden. Het is ook mogelijk een jaarabonnement op Leidschrift te nemen. Zie www.leidschrift.nl voor meer informatie. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without prior written permission of the publisher. Leidschrift is an independent academic journal dealing with current historical debates and is linked to the Institute for History at Leiden University. Leidschrift appears tri-annually and each edition deals with a specific theme. Articles older than two years can be downloaded from www.leidschrift.nl. Copies can be ordered by e-mail. It is also possible to order an yearly subscription. For more information visit www.leidschrift.nl. Articles appearing in this journal are abstracted and indexed in Historical Abstracts. Secretariaat/ Secretariat: Doelensteeg 16 2311 VL Leiden The Netherlands 071-5277205 redactie@leidschrift.nl www.leidschrift.nl Comité van aanbeveling / Board of Recommendation: Dr. J. Augusteijn Prof. dr. H.W. van den Doel Prof. dr. L. de Ligt Prof. dr. L.A.C.J. Lucassen Prof. dr. H.J. Paul Prof. dr. H. te Velde

De area studies voorbij: Een nieuwe agenda voor onderwijs en onderzoek Interview met Jeroen Duindam en Jos Gommans Michiel van Gruijthuijsen (interview en tekst), Ivar Wiegerinck (interview) De Leidse hoogleraren Jeroen Duindam en Jos Gommans ontwikkelden het Eurasian Empires program. Samen met zes PhD-studenten en twee Postdocs uit drie verschillende Nederlandse universiteitssteden (Leiden, Utrecht en Amsterdam) doen zij onderzoek naar de sociale cohesie binnen vroegmoderne rijken. Gommans: Het gaat om de manier waarop imperia bij elkaar worden gehouden. Speciaal voor Leidschrift lichtten Duindam en Gommans het programma toe, dat een vernieuwing van onderzoek én onderwijs moet bieden. Hoe is het Eurasian empires program ontstaan? Jeroen Duindam, hoogleraar in de vroegmoderne Europese geschiedenis: We zaten om de tafel met academici die van allerlei gebieden in de wereld veel weten, de zogenaamde area studies-specialisten. Zij stellen terecht dat je een taal moet beheersen om iets van een gebied te leren, om de bronnen te kunnen lezen. Wij merkten dat er tussen het vak geschiedenis en de area studies een enorme kloof bestaat. Geschiedenis is van huis uit sterk op de eigen natie en op Europa gericht, terwijl het woord globalisering steeds vaker valt. Hoewel we in Leiden in beide groepen hele goede mensen hebben, werkten ze in het verleden niet zo goed samen. Waarin verschilt dit project van de gewone geschiedschrijving? Duindam: Vaak is het zo dat er vanuit het heden naar het verleden wordt gekeken, bijvoorbeeld met simpele clichés over absolutistische vorsten. Wij wilden één vraag stellen, die je overal toe kan passen. Hoe kunnen politieke stelsels tot een vorm van cohesie leiden, tot gehoorzaamheid van de burgers komen? Het gaat er niet om dat je een klap krijgt als je niet gehoorzaamt. Er zit een andere dimensie aan: waarom wil je eigenlijk graag ergens bijhoren? Leidschrift, jaargang 30, nummer 1, januari 2015

Jeroen Duindam en Jos Gommans We kijken naar gebieden in de periode 1300-1800. Onze vragen stellen we voor Oost-, Zuid-, West- en Noord-Azië en Europa. We willen soortgelijke vragen gebruiken en daarmee de grenzen doorbreken. Het doel is om meer communicatie tussen de onderzoekers te bewerkstelligen. We willen als groep een nieuwe agenda voor onderzoek neerleggen en zeggen: zo zouden wij willen dat een historisch instituut er over tien jaar uitziet. Door deze vraag te stellen breek je met de clichés die heersen over het verleden en de geografie. Wordt het dan een vergelijkende geschiedenis? Duindam: We kijken naar zogenaamde connected histories, hoe werelden steeds meer een geheel zijn gaan vormen. Je moet werelden niet meer los van elkaar zien. Daarnaast willen we vooral vergelijken: er hoeft dan geen geografische en fysieke link tussen de gebieden te zijn, er hoeft geen contact geweest te zijn. Wel kijken we naar wat gebieden van elkaar overgenomen hebben. Het onderzoek is primair vergelijkend maar daarnaast kijken we ook naar verbindingen. Jos Gommans, hoogleraar in de koloniale- en wereldgeschiedenis: Eén van de grote voordelen van het project is dat je opnieuw moet nadenken over dingen die je zelf al lang dacht te weten. Zo word je geconfronteerd met de kennis van en uit een andere regio. Ik gebruik zelf altijd het voorbeeld van Johan Huizinga. Hij was een indoloog en is later mediëvist geworden, voor menigeen de beroemdste Nederlandse historicus. Maar waarom is hij eigenlijk zo beroemd geworden? Misschien wel omdat hij van huis uit een indoloog was. Hij zag met zijn Indische ogen hele andere dingen in de Nederlandse middeleeuwen dan iemand die gepokt en gemazeld is in de vaderlandse geschiedenis. Er zijn zelfs mensen die beweren dat als je in de titel van zijn boek, Herfsttij der Middeleeuwen, middeleeuwen vervangt door India, je bijna hetzelfde boek krijgt. Betreft deze nieuwe werkwijze alleen dit onderzoek, of moet de methode breder gebruikt gaan worden? Gommans: Het heeft ook veel repercussies voor het onderwijs. Dat is volgens mij net zo belangrijk als het onderzoek. Zo heb je in Leiden een aantal belangrijke specialisaties, nog niet zo lang geleden aangeduid als Sinologie, Japanologie en Indologie. Zij hebben de neiging vooral naar de 80

Nieuwe agenda voor onderzoek eigen regio of cultuur te kijken en zich zo te verbijzonderen. De vraag die wij stellen is: wat weet je nou eigenlijk van Japan als je alleen Japan kent? Er is geen keuze: je moét wel vergelijken. We zitten in een periode waarin gigantisch veel onderzoek wordt verricht dat in goed toegankelijk Engels wordt gepubliceerd. Dat ligt er voor historici om te raadplegen. We constateren echter dat dit niet of te weinig wordt gebruikt, in ieder geval niet door de student in opleiding, ook al studeert die geschiedenis. We willen voorkomen dat geschiedenis een soort area study van Europa wordt, al dan niet inclusief de Atlantische wereld. Dat is toch van de gekke! Al die nieuwe boeken en andere publicaties moet je als verrijking zien. Ze kunnen bijvoorbeeld als belangrijk contrapunt dienen voor de eigen identiteit en de eigen geschiedenis. Ik denk dat onze vraagstelling an sich niet super vernieuwend is, want eerdere studies gingen vaak al over de vraag hoe rijken bij elkaar worden gehouden, alleen niet vanuit een systematisch vergelijkend mondiaal gezichtspunt. Moest er een nieuwe agenda gevormd worden omdat de gebruikte onderzoeksmethoden niet meer werken? Gommans: Dit is bijna een gewetensvraag. Ik denk dat wij vonden dat er iets moest gebeuren. Er wordt aan de Nederlandse universiteiten veelal gekozen voor de veilige weg en voor hetgeen we al weten. Denk aan de traditionele vaderlandse benadering van Hollanders overzee of het eindeloos geleuter over de Rise of the West. Wat mij betreft zet het project ook een kritische noot bij wat er gaande is. Ik vind dat de geschiedenisopleidingen in Nederland nog steeds veel en veel te eurocentrisch zijn. Zo vallen er allerlei gaten en ontbreekt het brede overzicht, zelfs op Europese schaal. Natuurlijk is er altijd de neiging dicht bij huis te blijven. Deze kritische kanttekening is ook van toepassing op onze collega s in de area studies: eurocentrisme is erg, maar het indocentrisme of het sinocentrisme is op zijn minst net zo erg. Misschien soms wel erger omdat Europeanen meer dan anderen zijn uitgewaaierd over de wereld. Dan heb je als Europeaan eerder de neiging om met zo n boot van Vasco da Gama mee te reizen en in Azië aan wal te gaan. Dat is dan een logische stap. Ik ben zelf ook begonnen op die manier. Je vaart mee met de zogenaamde ontdekkingsreizigers, je landt ergens, en denkt dan: verhip, 81

Jeroen Duindam en Jos Gommans hoe doen ze het hier eigenlijk? Dan blijkt al snel dat het perspectief van de Europese bronnen tekortschiet. Speelt dit probleem overal ter wereld? Duindam: De scheiding tussen area studies en geschiedenis is in Europa standaard. Bij sommige Amerikaanse universiteiten, zoals de University of Washington in Seattle zie je dat in één history department eigenlijk alle gebieden vertegenwoordigd zijn. Aan de meest prestigieuze instellingen, zoals Harvard, zijn alle regiostudies zo groot dat het ook weer afzonderlijke letterlijk en figuurlijk torenhoge instituties zijn die weinig meer met elkaar te maken hebben. Die zijn allemaal zo gevestigd dat ze de straat niet meer over hoeven te steken. Maar juist bij de wat kleinere universiteiten heb je substantieel grote history departments waarbij Oost-Azië, Europa, Zuid- Amerika en Afrika allemaal bij elkaar zitten. Dat geeft een dimensie die ik ook hier erg zou waarderen. Gommans: Het was mijn observatie dat je zoiets makkelijker in bijvoorbeeld Groningen of Nijmegen opzet omdat je dan niet in elkaars vaarwater terecht komt. Hier [Leiden, red.] was een soort neiging om te zeggen dat de turkoloog en de sinoloog ieder een eigen afgebakend terrein hebben. Het doet pijn als je ziet dat juist hier die expertise aanwezig is, maar nog steeds te weinig wordt gebruikt voor het geschiedenisonderwijs. Je wilt tegelijkertijd voorkomen dat iedereen uitsluitend zijn of haar eigen verhaal vertelt zonder verbindingen te leggen met de aanpalende terreinen van de collega. Duindam: Je wil het cement tussen de verschillende stenen plaatsen. Ik ben vanuit Groningen naar Leiden gekomen vanwege het potentieel dat hier zit [Duindam was daar hoogleraar, red.]. Denkt u dat deze nieuwe methode aan zal slaan bij de studenten? Gommans: Ik merk vaak aan studenten geschiedenis dat ze het niet altijd even prettig vinden om tijd te investeren in het van-binnenuit-begrijpen van andere culturen of het leren van vreemde talen. Het gaat erom welke bagage je mee krijgt in je opleiding, en of het dan ook niet wezenlijk is dat je zo af en toe iets leest over bijvoorbeeld China. Als je een goed algemeen historicus wilt zijn kun je je niet alleen beperken tot Nederland, of 82

Nieuwe agenda voor onderzoek Nederland en een paar andere gebieden in Europa. Zo zou het heel normaal moeten zijn dat je in je geschiedenisstudie een nieuwe taal leert. Maar dat zijn vrij ingrijpende keuzes. Je wil studenten in ieder geval er zo vroeg mogelijk bewust van maken dat ze zo n keuze kunnen maken. Duindam: We willen studenten een breed palet van gebieden laten zien, met hun eigen geschiedenissen en de onderlinge contacten. Wij zouden hier in huis [de Leidse universiteit, red.] de kennis die we hebben moeten benutten om studenten die mogelijkheid te bieden. Naast u beiden werken er acht andere onderzoekers uit drie verschillende universiteitssteden mee aan dit onderzoek. Waarom is er voor deze opzet gekozen? Duindam: Het NWO [Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, red.] stelt bepaalde richtlijnen vast voordat je zo n flinke geldzak over de schouders krijgt. Eén van de richtlijnen was dat we moesten zorgen dat tenminste drie instellingen in Nederland ons idee voor het Eurasian Empire Program steunden. Het idee achter die hele projectaanvraag, NWO Horizon heet dat, kwam precies overeen met wat wij willen: een agenda voor de geesteswetenschappen maken. Dat is hier nadrukkelijk zowel op onderzoek als onderwijs van toepassing. Wie werken er mee aan dit project? Duindam: Het zijn zes mensen die op een PhD-positie zitten, die dus een promotie aan het schrijven zijn, en twee Postdocs. Gommans: De begeleiders en studenten komen niet alleen uit Leiden. Dr. Maaike van Berkel [Universiteit van Amsterdam, red.] en prof. dr. Peter Rietbergen [Radboud Universiteit Nijmegen, red.] werken ook mee. Duindam: Wij hebben de onderzoekers met een wereldkaart in de hand bij elkaar gehaald. We hebben iemand die zich bezighoudt met Oost-Azië, die kijkt naar de militaire veranderingen in de late Ming-dynastie [de vijftiende en zestiende eeuw, red.]. We hebben iemand die zich met Zuid-India bezighoudt. Hij kijkt naar de opvolgerstaten van Vijayanagara. Er is iemand die kijkt naar de Russische expansie in Siberië. We hebben iemand die kijkt naar de machtsaanspraken van de Mamlukken (Egypte). Er is een osmanist die kijkt 83

Jeroen Duindam en Jos Gommans naar de radicale opkomst van de Köprülü. Last but not least hebben we een PhD die kijkt naar de Bourgondische hertoginnen en hun aandeel in de verhouding tot de steden en hun rol als bemiddelaar tussen steden en hertogen. Qua achtergrond hebben we hard geprobeerd een internationale groep te maken maar het bleek moeilijker mensen uit China en India te vinden. We zitten dus in hoofdzaak met een Nederlands team van onderzoekers. 1 En op welk onderwerp richten de twee Postdocs zich? Duindam: Eén van onze Postdocs is gespecialiseerd in de Gouden Horde, de noordwestelijke tak van de opvolgingsvolken van Mongolen van Djenghis Khan. Als laatste Postdoc hebben we iemand die vanuit een Europees-Habsburgse achtergrond zich met de Safavieden bezighoudt. Die heeft dus zelf al de grenzen in taal en geografie overschreden. 2 In welk stadium bevindt het onderzoek zich? Gommans: We zijn nu bezig met het gezamenlijk schrijven van een synthese. De centrale vraag is de cohesie. Iedere onderzoeker belicht aspecten van die vraag. We hebben drie gebieden gedefinieerd die min of meer op elkaar lijken als het gaat om de manier waarop imperia worden georganiseerd. Die gebieden zijn Europa, de brede Islamitische wereld van Marokko tot Zuid-India en de Oost-Aziatische/Chinese wereld. We gaan steeds uit van een centrale vraagstelling en die passen we toe op deze drie gebieden. Met het bewustzijn dat we van die drie gebieden niet allemaal evenveel afweten. Daarom doen we het samen. 1 Oost-Azië: Barend Noordam (MA), Zuid-India: Lennart Bes (MA), Russische expansie: Hans Voeten (MA), Mamlukken: Willem Flinterman (MA), Köprülü: Cumhur Bekar (MA), Bourgondische hertoginnen: Kim Ragetli (MA). 2 Mongolen: dr. Marie Favereau-Doumenjou, Safavieden: dr. Liesbeth Geevers. 84

Nieuwe agenda voor onderzoek Hoe lang loopt dit project? Hoe wordt het onderzoek gepresenteerd? Duindam: We zijn begonnen in het najaar van 2011 en het loopt in principe tot 1 januari 2017. Na de komende zomer verschijnt het eerste boek. Gommans: We gaven al een college over dit onderwerp, in het eerste jaar bij de opleiding International Studies. Er zijn helaas weinig goede handboeken voor dit onderwerp beschikbaar. Duindam: Je zou eigenlijk zelf zo n boek moeten schrijven. Ten slotte een vraag over de toekomst. Worden al deze boeken dan gebundeld tot een handboek? Gommans: Nee, dat gebeurt niet. De onderzoeken zijn allemaal heel specifiek. Het is voor een beginnend onderzoeker niet eenvoudig om direct al allerlei relaties tussen gebieden te leggen. We maken vrij specifieke deelstudies en een synthese, deze zal deels verwijzen naar die deelstudies. Duindam: We hebben wel plannen voor een boek maar het is geen direct gevolg van ons onderzoek. Op het eind komt er een groot congres. Kijk voor meer informatie over dit project op: http://hum.leiden.edu/history/eurasia/ 85