2016 een topjaar voor zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag van de monitoring van aantallen en broedsucces
Dit rapport is gemaakt in opdracht van De Groene Motor J. van der Winden 2016. 2016 een topjaar voor zwarte sterns in Zuid-Holland. Rapport 2016-06. December 2016. Jan van der Winden Ecology, Utrecht. Foto voorzijde: Hille de Bruin, Lingegebied 2016 topjaar voor de zwarte stern in Zuid-Holland 2
2016 een topjaar voor zwarte sterns in Zuid-Holland Verslag van de monitoring van aantallen en broedsucces Jan van der Winden 2016 topjaar voor de zwarte stern in Zuid-Holland 3
2016 topjaar voor de zwarte stern in Zuid-Holland 4
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 5 1. Inleiding 7 2. Zwarte sterns in 2016 9 2.1. Aankomst in Zuid-Holland 9 2.2. Aantallen en verspreiding van broedparen 10 2.3. Broedsucces in Zuid-Holland 13 2.4. Nestvlotjes 14 3. Coördinatie zwarte stern projecten 16 3.1. Informatie en begeleiding vrijwilligers 16 3.2. Project beleef de zwarte stern succesvol 16 3.3. Aanbevelingen voor 2017 16 4. Dankwoord 18 5. Literatuur 20 2016 topjaar voor de zwarte stern in Zuid-Holland 5
2016 topjaar voor de zwarte stern in Zuid-Holland 6
1. Inleiding Zwarte sterns broeden in Zuid-Holland in graslandgebieden en moerassen, zowel in natuurreservaten als in agrarisch gebied. Deze soort kan dus alleen effectief beschermd worden als professionele organisaties als Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, het Zuid-Hollands Landschap en de Agrarische Natuurverenigingen de handen ineenslaan en ook de particuliere agrariërs hun steentje bijdragen. In alle gebieden helpen vrijwilligers met het uitleggen van nestvlotjes en het monitoren van de aantallen broedparen en het broedsucces van sterns die op de vlotjes gaan nestelen. Sinds 2014 ondersteunt De Groene Motor deze vrijwilligers bij hun beschermingswerk voor de zwarte stern in de Provincie Zuid-Holland (van der Winden 2105). Jan van der Winden hielp met adviezen voor bescherming en met de inzameling van gegevens en de rapportage. Er is op deze wijze inmiddels een hechte en gemotiveerde groep instanties en personen die de toekomst van de zwarte stern in Zuid-Holland belangrijk vinden en daar aan werken. In onderhavig verslag zijn de resultaten van de bescherming en monitoring van de zwarte stern populatie opgenomen. Foto 1. Fraaie verbreding van een sloot met gele plomp bij Stolwijk, al jaren een mooie broedplek voor zwarte sterns. 2016 topjaar voor de zwarte stern in Zuid-Holland 7
Foto 2. Zwarte sterns rustend op paaltjes in de graslanden. 2016 topjaar voor de zwarte stern in Zuid-Holland 8
2. Zwarte sterns in 2016 2.1. Aankomst in Zuid-Holland De eerste zwarte sterns kwamen in 2016 iets later aan dan in 2015. De eerste twee exemplaren werden gezien op 14 april bij de Vogelplas Starrevaart (Leidschendam) en de Groene Jonker (Nieuwkoop). Ook in de rest van Nederland waren ze voor half april nog nauwelijks aanwezig. De allereerste twee werden namelijk gezien op 11 april bij Elburg. Op 15 april waren er op meerdere plekken in Zuid-Holland zwarte sterns aanwezig, ook al groepen van 30 exemplaren (www.waarneming.nl). De Reeuwijkse Plassen, het Doove Gat, de Groene Jonker, het Volkerakmeer en het Benedenrivierengebied waren wederom belangrijke plekken waar de zwarte sterns zich in het in het voorjaar verzamelen. Net als voorgaande jaren spanden de Reeuwijkse plassen de kroon met een topaantal van 201 exemplaren op 29 april. Als we de maximale aantallen in deze topgebieden per dag optellen krijgen we een beeld van de aankomst in Zuid-Holland (Figuur 1). De sterns waren dus iets later dan eerdere jaren en grote aantallen waren er pas eind april. De aantallen op de voorjaarspleisterplaatsen waren rond 10 mei nog hoog, een moment dat veel sterns ook al in de kolonies aanwezig waren. Het is niet bekend of dit effect heeft gehad op de vestiging in kolonies. Figuur 1. Aantallen zwarte sterns op voorjaarspleisterplaatsen in Zuid-Holland in 2014-2016. De maximale aantallen per dag van de volgende locaties zijn gesommeerd: De Reeuwijkse Plassen, het Doove Gat, de Groene Jonker en het Benedenrivierengebied inclusief Volkerakmeer (bron www.waarneming.nl) 2016 topjaar voor de zwarte stern in Zuid-Holland 9
2.2. Aantallen en verspreiding van broedparen In 2016 broedden topaantallen van de zwarte stern in Zuid-Holland (Tabel 1). Na de flinke dip in 2015 (Figuur 2, Tabel 1) steeg het aantal weer in lijn met voorgaande jaren en komt het aantal nu weer in de buurt van de aantallen die in Zuid-Holland broeden in de jaren tachtig van de vorige eeuw toen er ongeveer 450-650 paar broedden (van der Winden et al. 1996). Zowel in veenweiden als moerassen namen de aantallen toe. Tabel 1. De zwarte stern in Zuid-Holland. Aantallen broedparen, aantallen vlotjes en broedsucces in de periode 2007-2016. Het broedsucces is het gemiddeld aantal uitgevlogen jongen per paar. In de onderste drie regels van de tabel staat het procentuele aandeel van de broedparen waar onderzoek naar broedsucces is uitgevoerd. De aantallen zijn afgerond. 2007-2014 2015 2016 Aantallen vlotjes >650-830 900 875 Aantal broedparen 272-395 340 446 Aantal paren veengraslanden 129-270 240 297 Aantal paren moerassen 112-145 100 149 Gemiddeld aantal vlotjes/paar 2,1-2,3 2,7 2,0 Broedsucces totaal ZH 0,7-1,1 0,6 0,9 Broedsucces veengrasland 0,8-1,3 0,5 0,9 Broedsucces moerassen 0,5-1,4 0,7 0,9 % paren gevolgd broedsucces Tot 32-80% 98% 85% % paren gevolgd moeras 42-100% 100% 67% % paren gevolgd veengrasland 19-98% 95% 94% De aantallen sterns namen in alle gebieden toe maar de grootste procentuele toename (aantallen minimaal 19 paar den dus 45 % hoger) trad op in Reeuwijk, het Lingegebied en de Boezem van Kinderdijk. In de Krimpenerwaard is door het ZHL wederom extra aandacht aan zwarte sterns geschonken door meer vlotjes uit te leggen en de aantallen namen met 30 paar (17%) toe ten opzichte van 2015. 2016 topjaar voor de zwarte stern in Zuid-Holland 10
Figuur 2. Aantalsontwikkeling van de broedpopulatie van de zwarte stern in Zuid- Holland sinds 1999. De verspreiding van de broedparen was erg vergelijkbaar met voorgaande jaren. Hoewel de sterns over vrijwel de gehele provincie verspreid zijn, is het duidelijk dat er kerngebieden zijn waar ze broeden (Figuur 3). In de meeste kolonies broeden 5-10 paar zwarte sterns. en kolonies met meer dan 20 paar bevonden zich in de Zouweboezem, Kinderdijk, Vlist Westzijde, in de Nieuwkoopse Plassen en in Reeuwijk. Op de laatste twee plekken broedden zelfs meer dan 30 paar bij elkaar. Voor Nederlandse begrippen zijn dit tegenwoordig grote kolonies. In het buitenland, maar ook en in het verleden in Nederland waren kolonies van meer dan 100 paar geen uitzondering. 2016 topjaar voor de zwarte stern in Zuid-Holland 11
Figuur 3. Verspreiding van de zwarte stern in Zuid-Holland in 2016 per km hok. Op de plekken met een x lagen wel vlotjes maar vestigden zich geen zwarte sterns. Vroeg in het jaar was er her en der flinke predatie van legsels, zoals bij Polder Den Hoek, Vlist en Driebruggen. De sterns die hun legsels kwijtraakten vestigden zich vervolgens na 10 juni op nieuwe plekken. De aantallen van deze hervestigingen zijn niet in het totaal (en de kaart) opgenomen om geen dubbeltellingen te introduceren. 2016 topjaar voor de zwarte stern in Zuid-Holland 12
Tabel 2. De zwarte stern in Zuid-Hollandse veengraslanden in 2016. In de eerste kolom is het totaal aantal uitgelegde vlotjes vermeld; in de tweede kolom staat het aantal broedparen; in de derde kolom staat het gemiddeld aantal vlotjes per broedpaar; in de vierde kolom staat het gemiddelde broedsucces (uitgevlogen jong per paar). In de laatste kolom (%) staat het aandeel broedparen waarvan gegevens over broedsucces verzameld zijn. Aantal vlotjes aantal paar vlotjes per paar broedsucces (%) Krimpenerwaard+Vlist 390 193 2,0 0,8 (100) Bodegraven-Aarlanderveen 75 42 1,8 1,6 (24) Reeuwijk 125 61 2,0 1,1 (67) Totaal Veenweiden 590 296 2,0 0,9 (95) 2.3. Broedsucces in Zuid-Holland Het gemiddelde broedsucces was in 2016 goed, zowel in moerassen als in veengraslanden. Het aantal jongen dat geproduceerd werd, ligt hoger dan noodzakelijk is om de populatie in stand te houden (0,85 jong per paar). Dit is al vele jaren het geval. Vanaf 2006 werden meer dan 2000 nesten gevolg en het broedsucces over al die jaren was 0,9 vliegvlug jong per paar. Dit kan de toename die we nu zien ook verklaren. Hoewel dit goed nieuws is zijn er lokaal soms lage broedresultaten. De belangrijkste verliesoorzaken zijn momenteel predatie en verstoring van legsels en kleine jongen door groepen overnachtende grauwe ganzen. De predatie van legsels of jongen was in 2016 minder omvangrijk dan in 2015. Maar in delen van de Krimpenerwaard, Driebruggen, Kinderdijk, Reeuwijk en de Linge hadden de sterns last van predatie in de ei-of jongenfase. In de Boezem van Kinderdijk kwam op de locaties waar al jarenlang vlotjes liggen nauwelijks een jong groot. Dit is hier al een paar jaar aan de orde en de oorzaak is nog steeds niet zeker. Gelukkig kwamen er wel jongen groot op een locatie waar in 2016 voor het eerst vlotjes lagen. De vestiging op deze nieuwe plek toont aan dat het zinvol is om geregeld nieuwe plekken te zoeken om vlotjes uit te leggen. In de Zouweboezem is een belangrijk deel van de vlotjes met gaas afgezet tegen eenden en ganzen en het broedsucces was in 2016 goed. Er waren nauwelijks verliezen. Dergelijke goede resultaten compenseren de matige resultaten op andere plekken. 2016 topjaar voor de zwarte stern in Zuid-Holland 13
2.4. Nestvlotjes Er werden in 2016 (Figuur 4) iets minder nestvlotjes uitgelegd dan in 2015. Al is het waarschijnlijk dat de informatie over het aantal vlotjes in 2016 niet geheel compleet was, met name voor Aarlanderveen en Reeuwijk is het mogelijk dat het aantal vlotjes dat werd opgegeven minder was dan het aantal uitgelegde. Het aanbod aan vlotjes is nog steeds hoger dan het aantal sterns, maar er is zichtbaar dat de groei van de sterns nu harder gaat dan het aanbod aan vlotjes. De sterns vestigen zich ook niet of nauwelijks op natuurlijke broedplekken. Bij Reeuwijk en in de Krimpenerwaard werden in de omgeving van bestaande kolonies extra vlotjes uitgelegd. In de Alblasserwaard was men in 2016 van plan om op nieuwe plekken vlotjes uit te leggen maar op het laatste moment is dit niet doorgegaan. Hopelijk, lukt het in 2017 wel want om de groei te kunnen faciliteren in Zuid-Holland is het nodig om op nieuwe plekken vlotjes uit te leggen. Nieuwe kansrijke locaties zijn hiervoor in het voorjaar van 2015 geïnventariseerd. De locaties die in aanmerking komen zijn: delen van de Nieuwkoopse Plassen, de omgeving van Kinderdijk, Polder den Hoek en Lekkerkerk, Beijersche, omgeving t Weegje (Gouda), Oud-Reeuwijk, Oukoop, Waarder, Nieuwerbrug-west en Rietveld (Alphen). 2016 topjaar voor de zwarte stern in Zuid-Holland 14
Figuur 4. Locaties en aantallen nestvlotjes in de provincie Zuid-Holland in 2016 per km hok. 2016 topjaar voor de zwarte stern in Zuid-Holland 15
3. Coördinatie zwarte stern projecten 3.1. Informatie en begeleiding vrijwilligers In april werd een informatieve bijeenkomst georganiseerd voor de vrijwilligers als aftrap voor het nieuwe seizoen. Het aantal nieuwe vrijwilligers blijft beperkt en er komen weinig nieuwe groepen. Hierdoor worden er nauwelijks vlotjes uitgelegd op nieuwe plekken in het veenweidegebied. In 2015 is op de website Zelf doen in het Groen een pagina opgericht over de zwarte stern. Hier hebben enkele vrijwilligers zich aangemeld en zijn berichten geplaatst over de activiteiten. Wim van de Coevering maakte een mooie film over de zwarte stern die op twee bijeenkomsten getoond is. 3.2. Project beleef de zwarte stern succesvol Het Zuid-Hollands Landschap is in 2015 gestart met een project om de zwarte stern te volgen op de trek naar Afrika en terug. In de Krimpenerwaard werden hiervoor 20 volwassen sterns van een geolocator voorzien. In 2016 werden er 12 teruggevangen waarvan 11 gegevens in de logger hadden opgeslagen over hun trekroute. Vrijwilligers en agrariërs uit de streek waren aanwezig bij het vangen van de vogels en hielpen met het onderzoek. Veel vrijwilligers die al jarenlang helpen met de bescherming konden nu zien waar hun sterns in de winter heen gaan. Op de website http://www.zuidhollandslandschap.nl/zwarte-stern/profielen/ en de bijbehorende Facebook pagina zijn de resultaten te zien. Het was spectaculair dat er sterns bij waren die meer dan 15.000 km vlogen en de Zuid-Hollandse zwarte sterns overwinterden van offshore gebieden in Senegal tot en met Namibië. Eén stern was begin september al in Namibië, een periode dat veel soortgenoten nog in Nederland zijn. 3.3. Aanbevelingen voor 2017 Ook in 2016 werden niet voor alle kolonies formulieren ingevuld met bezoekdata en informatie per nest. Dat maakt het lastig om de totale aantallen voor Zuid-Holland te bepalen en adviezen te even voor de monitoring. Dus in 2017 zou hier meer aandacht aan het begin van het seizoen geschonken moeten worden. Het is ook van belang om aan het begin van het seizoen meer duidelijkheid te hebben over de locaties waar vlotjes uitgelegd worden inclusief het aantal vlotjes. Dan is het duidelijk waar nog extra vlotjes uitgelegd kunnen worden en waar sterns verwacht kunnen worden. De volgende aanbevelingen zijn te geven: 2016 topjaar voor de zwarte stern in Zuid-Holland 16
Er dient minimaal een goede telling plaats te vinden van het aantal broedparen rond eind mei-begin juni. De volgende gegevens moeten minimaal aan het eind van het seizoen toegestuurd worden: locatie (inclusief kaart of GPS coördinaat), aantal uitgelegde vlotjes, aantal broedparen en aantal vliegvlugge jongen. Geef de gegevens bij voorkeur door via de hiervoor ontwikkelde formulieren. Geef aan het begin van het seizoen door hoeveel vlotjes uitgelegd zijn en op welke locatie. Vraag om assistentie als het volgen van het broedsucces niet lukt, bijvoorbeeld door vakanties. Extra vlotjes uitleggen in de volgende zoekgebieden: delen van de Nieuwkoopse Plassen, de omgeving van Kinderdijk, Polder den Hoek en Lekkerkerk, Beijersche, omgeving t Weegje (Gouda), Oud-Reeuwijk, Oukoop, Waarder, Nieuwerbrug-west, Rietveld (Alphen) en de Alblasserwaard (Donkse Laagten Goudriaan). Foto 3. Mannetje zwarte stern in Kinderdijk met datalogger in 2016 die in de Krimpenerwaard in 2015 de logger gekregen had. Zwarte sterns keren vaak terug naar dezelfde kolonie om te broeden maar deze vogel laat zien dat het geen regel is. 2016 topjaar voor de zwarte stern in Zuid-Holland 17
4. Dankwoord De bescherming van de zwarte stern in Zuid-Holland is succesvol door een samenwerking tussen professionals en vrijwilligers. De Groene Motor ondersteunt deze vrijwilligers met hun werkzaamheden. Marleen van der Lee en Ron van Wetten zijn hiervoor de drijvende krachten. Samen met Jan van der Winden konden de werkzaamheden in het veld geregeld worden en konden na afloop van het seizoen de gegevens verzameld en gerapporteerd worden. Peter van Horssen (Greenstat) produceerde de kaarten voor onderhavig verslag. Bij de volgende Agrarische Natuurverenigingen broeden zwarte sterns in het werkgebied: Lopikerwaard, Weidehof, De Hollandse Venen, Lange Ruige Weide, De Wetering, De Parmey en Weide & waterpracht. Deze organisaties brengen jaarlijks de bescherming van de zwarte stern onder de aandacht bij de leden. De leden (agrariërs) van deze verenigingen worden natuurlijk in het bijzonder bedankt voor hun gastvrijheid voor de zwarte stern en de bereidheid om maatregelen te nemen om het broedsucces te verhogen. De volgende organisaties en personen waren initiator van het beschermingswerk, gaven toestemming voor de monitoring van aantallen en broedsucces in hun terreinen of ze functioneerden als regionale coördinator bij het project: Natuurmonumenten (J. Pietersen, M. van Schie), Staatsbosbeheer (F. Fronik, N. de Bruin), Het Zuid-Hollands Landschap (W. Reinink, Q de Ruijter, R. van Beek, G. Dekker), Waterschap Rivierenland, Bui-TeGewoon Groenprojecten (R. Terlouw), De Natuuren Vogelwerkgroep Krimpenerwaard (M. Ossevoort) en De Natuur- en Vogelwacht Alblasserwaard (R. Slagboom). Wim van de Coevering wordt bedankt voor het maken van een mooie film over de zwarte stern. De tellingen van de kolonies en het onderzoek aan broedsucces wordt hoofdzakelijk uitgevoerd door vrijwilligers. Deze personen bestaan uit een gemêleerd gezelschap van weidevogelbeschermers, vogeldeskundigen, agrariërs en natuurliefhebbers. Van de volgende personen ontvingen we in 2016 gegevens over aantallen vlotjes of zwarte sterns in hun werkgebied: R. Alblas, P. Bieren, J. Boer, D. van der Bijl, M. Bosch, T. Bouman, D. Buisman, J. Burggraaf, W. van de Coevering, J. Colijn, A. Corts, A. van Diemen, R. van Dijk, J. van Doorn, J. en R. de Gans, R. en F. en T. Gouw, N. de Graaff, J. Hartman, C. Heij, H. Hertogh, J. Heuvelman, P. van Hoek, J. den Hollander, H. Hoogeveen, P. van Horssen, R. van der Hulst, A. en J. de Jong, A. Kant, R. de Keizer, C. Kes, L. Koot, M. van der 2016 topjaar voor de zwarte stern in Zuid-Holland 18
Lee, K. de Mik, J. Monhemius, B. Nagel, L. Niekerk, M. Ossevoort, W. Pieterse, J. Roos, M. van Schie, R. Slagboom, W. Sloof, P. Solleveld, C. Stam, C. van der Starre, J. Terlouw, R. Terlouw, G. Uitbeijerse, J. Verbruggen, J. Verduijn, B. Vergeer, M. Vergeer, M. de Vries, R. van Wetten, A. de Wit en G. Zonneveld. Wij baseren bovenstaande lijst op de monitoringformulieren die we aan het eind van het seizoen ontvangen. Het is mogelijk dat er actieve vrijwilligers in de lijst ontbreken. Wij horen dat graag en doen tevens een oproep om mensen die betrokken zijn bij de bescherming van de zwarte stern bij een kolonie op de formulieren te vermelden of hun adres aan De Groene Motor door te geven. Dan ontvangen ze ook nieuwsbrieven en uitnodigingen voor excursies en bijeenkomsten. 2016 topjaar voor de zwarte stern in Zuid-Holland 19
5. Literatuur Van der Winden J., W. Hagemeijer & R. Terlouw R. 1996. Heeft de Zwarte Stern Chlidonias niger een toekomst als broedvogel in Nederland?. Limosa 69: 149-164. Van der Winden J. 2015. In 2015 minder zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van de monitoring van aantallen en broedsucces. Rapport 2015-02. Jan van der Winden Ecology, Utrecht.Bijlage F 2016 topjaar voor de zwarte stern in Zuid-Holland 20