K.B. 500 euro Surf ook naar http://trinicom.miis.be/(s(fuqgcyfn0d2va345xuvefvmg))/direct.aspx?t=nl&cl=0 voor de faq van de POD MI over K.B. 500 euro. 1 Cumulmogelijkheden - ESF federaal - Art.60 7 OCMW-wet - Art.61 OCMW-wet Opletten voor dubbele subsidiëring. Let op wat precies gesubsidieerd wordt. 2 Doelstelling: tewerkstelling in een onderneming: wat wil dat zeggen? - IBO omdat er aan het einde van de IBO een aanwervingsverplichting is - Art. 60 7 OCMW-wet 1 - Andere vorm van gesubsidieerde tewerkstelling 2 - Interim - Het moet niet om uitstroom in normaal economisch circuit zijn, sociaal economisch circuit is ook voldoende. Er zijn geen voorwaarden gesteld naar duurtijd van de arbeidsovereenkomst; 3 Specifiek voor de combinatie van een OCMWtewerkstellingsmaatregel en K.B. 500 euro: - Bij een begeleidingsmodule van 100 uren: de helft moet worden uitgevoerd tijdens de laatste drie maanden van de tewerkstelling in de maatregel en de helft in de drie maanden die volgen op die tewerkstelling. 1 Inschrijving als vrijwillig of niet werkend werkzoekende vereist 2 Inschrijving als vrijwillig of niet werkend werkzoekende vereist 21 oktober - 1/5
- Bij een begeleidingsmodule van 50 uren: deze uren moeten uitgevoerd worden tijdens de laatste drie maanden van de tewerkstelling. 4 De terugbetalingsaanvraag Die gebeurt, net als voor art.60 ed., via formulier B. Er dient dus niets opgestuurd te worden naar de POD. Verantwoordingsstukken dienen ter plekke te worden bijgehouden voor de inspecteurs. Schuldvorderingen, facturen vanwege de partners kunnen de kosten verantwoorden. 5 Partnerschap Het OCMW moet een partnerschap aangaan met een partner in functie van de begeleiding van een begunstigde naar een tewerkstelling in een onderneming. Het mag dus niet gaan om een louter formeel samenwerkingsverband, waarbij bvb. VVSG of een Werkwinkel een partnerschap aangaat met OCMW's en dat de OCMW's 100% van de uren uitvoeren en 100% van de subsidie ontvangen. De partner waarmee wordt samengewerkt moet zelf ook instaan voor een deel van de begeleiding. Anders heeft het geen zin om een samenwerkingsverband aan te gaan. Art.3, 2, van het KB is in deze duidelijk: in deze partnerschapovereenkomst verbindt de openbare dienst voor arbeidsbemiddeling of de erkende partner(s) zich ertoe voor de gerechtigde een op de persoon toegespitst begeleidingsplan op te stellen en uit te voeren met het oog op zijn begeleiding en zijn toeleiding naar een tewerkstelling in een onderneming. Een samenwerkingsverband tussen verschillende OCMW's, vb. hoofdstuk XII, met een aparte juridische structuur, die een deel van de uitvoering van het begeleidingsplan op zich neemt, kan wel. 6 Individuele partnerschapsovereenkomst Voor iedere gerechtigde waarvoor het OCMW een partnerschap besluit dient een overeenkomst afgesloten te worden waarin duidelijk wordt omschreven waaruit deze individuele begeleiding zal bestaan, m.a.w. wie doet wat en voor hoeveel uren. Voor de POD MI is het ook voldoende dat er één algemene overeenkomst is met als bijlage een nominatieve lijst van de deelnemers. Methode: jobcoaching of methodologie van het actief zoeken naar werk. Het mag zowel over individuele als over gemeenschappelijke begeleiding gaan. Voor die gemeenschappelijke uren werd geen maximum bepaald. 21 oktober 2013-2/5
7 Wat als de begeleiding niet leidt naar een tewerkstelling in een onderneming? In dat geval maakt het OCMW toch aanspraak op de subsidie. 8 Verdeling van de subsidie Wanneer het OCMW bvb. 75 % van de begeleiding op zich neemt, dan gaat 75% van de 500 of 250 naar het OCMW en de rest naar de partners. 50% van de overige 25% zal bij sluiten van de partnerschapsovereenkomst aan de partner worden overgemaakt en 50% van die 25% bij het volbrengen van de opdracht of inschakelen van de RMI-gerechtigde. (art. 7 K.B. 23 september 2004) 9 Mag een RMI-gerechtigde meer dan één keer via de premie K.B. 500 euro in begeleiding gaan? Er is in de wetgeving geen beperking ingeschreven. Het OCMW oordeelt elke keer of het opportuun is dat een cliënt in het systeem instapt. Indien na het partnerschapsovereenkomst (KB 500 euro) de persoon in kwestie opnieuw bij het OCMW komt, en opnieuw tot de doelgroep van het KB 500 euro behoort (zie hieronder), is het mogelijk opnieuw een partnerschapsovereenkomst te sluiten voor deze persoon. DOELGROEP: a) de persoon die gerechtigd is op maatschappelijke integratie in de vorm van een leefloon en ingeschreven is als niet-werkende werkzoekende bij de openbare dienst voor arbeidsbemiddeling; b) de persoon van vreemde nationaliteit die is ingeschreven in het vreemdelingenregister en die omwille van zijn nationaliteit geen aanspraak kan maken op het recht op maatschappelijke integratie en gerechtigd is op financiële maatschappelijke hulp en ingeschreven is als niet-werkende werkzoekende bij de openbare dienst voor arbeidsbemiddeling; c) de persoon die gerechtigd is op maatschappelijke integratie in de vorm van een tewerkstelling overeenkomstig de artikelen 8, 9 en 13, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie en die bij de openbare dienst voor arbeidsbemiddeling is ingeschreven als vrijwillig werkzoekende, met uitzondering van de persoon die tewerkgesteld is in het kader van de invoeginterim of aangeworven is door een privé-onderneming; d) de persoon van vreemde nationaliteit die is ingeschreven in het vreemdelingenregister, voor wie het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn 21 oktober 2013-3/5
financieel tussenkomt in de kosten die verbonden zijn aan zijn inschakeling in het beroepsleven overeenkomstig artikel 57quater van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn of voor wie het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn een toelage ontvangt overeenkomstig artikel 5, 4bis, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en die bij de openbare dienst voor arbeidsbemiddeling is ingeschreven als vrijwillig werkzoekende, met uitzondering van de persoon die tewerkgesteld is in het kader van de invoeginterim of aangeworven is door een privé-onderneming; Per partnerschapsovereenkomst kan de persoon ofwel 50u ofwel 100u volgen, maar niet meer. 10 Welke RMI-terugbetaling? Het speelt geen rol in welk percentage terugbetaling een RMI-gerechtigde zit opdat hij in het systeem kan instappen en het OCMW er subsidie voor kan krijgen. De wetgeving vermeldt enkel de RMI-gerechtigde o.v.v. leefloon of financieel maatschappelijke hulp of tewerkstelling. 11 Vroegtijdige uitstap uit project door deelnemer De deelnemer stapt voortijdig uit het project als hij een baan heeft gevonden: het saldo van de toelage wordt uitbetaald. De deelnemer is nooit gestart: er wordt geen toelage toegekend. De deelnemer stapt voortijdig uit het project: als de begeleider er alles aan gedaan heeft om de persoon in te schakelen en dit niet lukt, dan zal op grond van een verslag hierover, het saldo worden uitbetaald. Kan de begeleider niet aantonen als het mogelijke te hebben gedaan om de begeleiding tot een goed einde te brengen en/of bij gebreke aan een verslag hierover: het saldo van de toelage wordt niet uitbetaald. 12 De deelnemer verhuist Het OCMW dat de begeleiding in partnerschap gestart is, zal de begeleiding blijven uitvoeren tot het einde. 21 oktober 2013-4/5
13 De deelnemer is gerechtvaardigd afwezig Ingeval van gerechtvaardigde afwezigheden ( bv. een medisch attest) moeten het OCMW en zijn partner(s) toch de 100 uren moeten verzekeren want de wetgeving (art. 6 K.B. van 23 SEPTEMBER 2004) preciseert : " Art. 6. 1. De financiële tussenkomst bedraagt 500 EUR voor : - hetzij het verwezenlijken van de tewerkstelling van de gerechtigde; - hetzij het uitvoeren van de module van 100 uren opvolging," 21 oktober 2013-5/5