EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.11.2015 COM(2015) 575 final 2006/0036 (CNS) Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de sluiting van de Multilaterale Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, de Republiek Albanië, Bosnië en Herzegovina, de Republiek Bulgarije, de Republiek Kroatië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de Republiek IJsland, de Republiek Montenegro, het Koninkrijk Noorwegen, Roemenië, de Republiek Servië en de Missie van de Verenigde Naties voor interimbestuur in Kosovo 1 luchtvaartruimte (ECAA) 1 NL NL
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL De Commissie heeft, namens de Unie en overeenkomstig een besluit van de Raad houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen op 10 december 2004, onderhandeld over een Multilaterale Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, de Republiek Albanië, Bosnië en Herzegovina, de Republiek Bulgarije, de Republiek Kroatië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de Republiek IJsland, de Republiek Montenegro, het Koninkrijk Noorwegen, Roemenië, de Republiek Servië en de Missie van de Verenigde Naties voor interimbestuur in Kosovo 1 betreffende de totstandbrenging van een Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte (ECAA). De ECAA-overeenkomst is namens de Gemeenschap ondertekend op 9 juni 2006, onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip en in overeenstemming met Besluit 2006/682/EG van de Raad en van de vertegenwoordigers van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen 2, waarbij toestemming is verleend voor de ondertekening en de voorlopige toepassing ervan. Aan de kant van de EU zijn zowel de Unie als haar lidstaten partij bij de overeenkomst. Het ratificatieproces is door alle lidstaten afgerond op 23 januari 2014. Het huidige voorstel houdt een wijziging in van het oorspronkelijke voorstel van de Commissie (COM(2006) 113 definitief), dat op 14 maart 2006 is aangenomen en vervolgens aan de Raad is voorgelegd, teneinde met name rekening te houden met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. Om de behandeling in de Raad te vergemakkelijken, wordt het geheel van de desbetreffende tekst ingediend als gewijzigd voorstel. 2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING 1 2 PB L 285 van 16.10.2006, blz. 1. NL 2 NL
Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD 2006/0036 (CNS) inzake de sluiting van de Multilaterale Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, de Republiek Albanië, Bosnië en Herzegovina, de Republiek Bulgarije, de Republiek Kroatië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de Republiek IJsland, de Republiek Montenegro, het Koninkrijk Noorwegen, Roemenië, de Republiek Servië en de Missie van de Verenigde Naties voor interimbestuur in Kosovo 3 luchtvaartruimte (ECAA) DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en met name artikel 100, lid 2, juncto artikel 218, lid 6, onder a), Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement 4, Overwegende hetgeen volgt: (1) De Commissie heeft namens de Europese Gemeenschap onderhandeld over een Multilaterale Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, de Republiek Albanië, Bosnië en Herzegovina, de Republiek Bulgarije, de Republiek Kroatië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de Republiek IJsland, de Republiek Montenegro, het Koninkrijk Noorwegen, Roemenië, de Republiek Servië en de Missie van de Verenigde Naties voor interimbestuur in Kosovo 5 luchtvaartruimte (ECAA). (2) Deze overeenkomst is namens de Gemeenschap ondertekend op 9 juni 2006, onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip en in overeenstemming met Besluit 2006/682/EG van de Raad en van de vertegenwoordigers van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen 6. (3) Door hun respectieve toetreding en overeenkomstig artikel 31, lid 2, van de overeenkomst zijn de Republiek Bulgarije, Roemenië en de Republiek Kroatië EUlidstaten geworden en zijn zij dus niet langer geassocieerde landen in het kader van deze overeenkomst. (4) Deze overeenkomst dient namens de Unie te worden goedgekeurd, 3 4 5 6 PB C 81 E/01 van 15.03.2011. PB L 285 van 16.10.2006, blz. 1. NL 3 NL
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 1. De Multilaterale Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, de Republiek Albanië, Bosnië en Herzegovina, de Republiek Bulgarije, de Republiek Kroatië, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de Republiek IJsland, de Republiek Montenegro, het Koninkrijk Noorwegen, Roemenië, de Republiek Servië en de Missie van de Verenigde Naties voor interimbestuur in Kosovo betreffende de totstandbrenging van een Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte (ECAA), hierna "de overeenkomst" genoemd, wordt namens de Unie goedgekeurd. 2. De voorzitter van de Raad wijst de persoon (personen) aan die bevoegd is (zijn) om namens de Europese Unie de in artikel 29, lid 2, van de overeenkomst genoemde akte van goedkeuring neer te leggen teneinde kenbaar te maken dat de Europese Unie ermee instemt door de overeenkomst gebonden te zijn en doet de volgende kennisgeving: '1. Door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 is de Europese Unie in de plaats getreden van de Europese Gemeenschap, waarvan zij de opvolgster is; vanaf die datum oefent de Europese Unie alle rechten van de Europese Gemeenschap uit en treedt zij in alle verplichtingen van de Europese Gemeenschap. Derhalve moeten alle verwijzingen in de tekst van de overeenkomst naar "de Europese Gemeenschap" in voorkomend geval gelezen worden als "de Europese Unie". 2. Door hun respectieve toetreding en overeenkomstig artikel 31, lid 2, van de overeenkomst zijn de Republiek Bulgarije, Roemenië en de Republiek Kroatië EU-lidstaten geworden en zijn zij dus niet langer geassocieerde landen in het kader van deze overeenkomst.' Artikel 2 1. De Unie wordt in het Gemengd Comité dat krachtens artikel 18 van de overeenkomst wordt ingesteld, vertegenwoordigd door de Commissie. 2. Het standpunt van de Unie ten aanzien van besluiten van het Gemengd Comité krachtens artikel 17 van de overeenkomst, waarbij wetgeving van de Unie louter wordt opgenomen in bijlage I van de overeenkomst, onder voorbehoud van de nodige technische aanpassingen, wordt vastgesteld door de Commissie. NL 4 NL
Artikel 3 Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld. Gedaan te Brussel, Voor de Raad De voorzitter NL 5 NL