Attitude Sociale Wetenschappen



Vergelijkbare documenten
ELEKTRICITEITSBRONNEN IN NEDERLAND. Attitude van de Nederlander in kaart gebracht. Onderzoek in opdracht van de Nederlandse Wind Energie Associatie

BEKENDHEID GEMEENTERAAD

De Tabakswet. Rapport. Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief roken, houding t.a.v. en steun voor rookverboden Cyrille Koolhaas

Jongeren & hun financiële verwachtingen

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

Werving Hellevoetsluispanel

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

SCHOOLSPORT SPORTEN OP SCHOOL, BIJ SCHOOL EN NAMENS SCHOOL. In opdracht van NOC*NSF

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

Onderzoek Passend Onderwijs

HR & Participatie

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Muziek telt! Onderzoek naar behoefte en imago van muziekonderwijs bij Nederlandse publiek (18 jaar en ouder). Joep Wils.

BREXIT: NEDERLANDERS ZIEN VOORAL NADELEN VOOR NEDERLAND

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 40 t/m 51. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Meer tijd voor de patiënt. Uitkomsten onderzoek LHV

Voorpublicatie Vertrouwen in de wetenschap

Memo Bekendheid Meldpunt Huiselijk Geweld

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

E-Health en de huisarts. Digitaal Stadspanel Rotterdam. Achtergrond. Methode. Contact met de huisarts

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 28 t/m 39. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Houding van ouders ten aanzien van het rookgedrag van jongeren van jaar

Monitor Steun en Draagvlak

Werkdruk in het onderwijs

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 16 t/m 19. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Jongeren en de sociale druk om (niet) te roken

RAPPORTAGE ONDERZOEK PARTIJPOLITIEKE BENOEMINGEN

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week t/m week Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

DONATEURSVERTROUWEN LIJKT STABIEL...

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 20 t/m 23. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Monitoring gebruikerstevredenheid invoering 130 km/h

Flitspeiling NAVO. Opinieonderzoek naar het draagvlak voor de NAVO onder het Nederlands publiek. Ministerie van Defensie

Meningen van verpleegkundigen en verzorgenden over de complexiteit van zorg Factsheet Panel Verpleegkundigen en Verzorgenden, april 2007

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival

JEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin

IMAGO ZORG CONSUMENTEN 2013

Een steekproef van personen is in januari 2006 door het Nederlandse Donateurspanel benaderd om mee te doen aan delweemaandelijkse monitor van

Gemeente Houten Jeugdonderzoek. Den Dolder, augustus 2008 Ir. Martine van Doornmalen Natasja Blom BSc.

Gedeputeerde Staten van Drenthe Postbus AC ASSEN

BURGERPANEL LANSINGERLAND

QURRENT OPINIE ONDERZOEK

Imago Rotterdamse festivals

Opvattingen over de figuur Zwarte Piet

Burgerpeiling communicatie 2014

AFM Consumentenmonitor voorjaar 2013 Roodstand

Resultaten 3e peiling Provinciale Statenverkiezingen februari 2011

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 4 t/m 7. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Enquête op weg naar herstel

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 8 t/m 11. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 12 t/m 15. Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Mate van tevredenheid van deelnemers aan de training in de cursuskalender

Betere samenleving vraagt om andere opvoeding

Agressie en geweld Onderzoeksresultaten poll

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk

FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2013

CONSUMER CONFIDENCE SCAN

Rapport monitor Opvang asielzoekers. week 44 t/m Onderzoek naar houding van Nederlanders t.a.v. de opvang van asielzoekers.

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017

Werkbelevingsonderzoek 2013

1 Algemene Gezondheid

Nieuwe tijden, nieuwe collectieve pensioenen

Nationale Social Media Onderzoek 2017

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Nationale Social Media Onderzoek 2019

Peiling over Europa en EDIC

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Gemeente Houten Onderzoek Houtense kermis. Den Dolder, 01 december 2008 Ir. Martine van Doornmalen Drs.Tirza König

CO2 opslag Mei Een internet onderzoek in opdracht van Gemeente Barendrecht. Uitgevoerd door: Intomart GfK bv

Eindrapportage verantwoord lenen Onderzoek naar houding en gedrag consumenten

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Politieke Barometer Onderwijs

Gemeente Houten Onderzoek plastic afvalinzameling, straatmuzikanten. Den Dolder, 20 oktober2008 Ir. Martine van Doornmalen Drs.

WAARDERING GEMEENTEBESTUUR KOGGENLAND

DEMOCRATIE IN DOELGROEPEN

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2015 kwartaal 1 Gevolgen wet werk en zekerheid (WWZ) Randstad Nederland

Onderzoeksrapport Winkeltijden. Inwonerspanel Doetinchem Spreekt. Onderzoeksperiode: Kwartaal Referentie: 14086

GO Jeugd 2008 Alcohol

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

Goede zorg van groot belang. Nederlanders staan open voor private investeringen

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2016 kwartaal 2 Houding ten aanzien van tijdelijk werk. Randstad Nederland

Onderzoeksresultaten. Onderzoek naar imago en positionering. drs. Sjoerd Buitinga, drs. Neil van der Veer en drs. Annemarie Kapteijns 13 januari 2008

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

Verslag consumentenonderzoek zorgsector Breda

Gemeente Houten Risicobronnen. Den Dolder, 04 januari 2008 ir. Martine van Doornmalen drs. Thomas Beffers MSc

Omgekeerd Inzamelen. Datum: 11 augustus Versie 3.0. drs. S. Buitinga & de heer R. Sival, BSc. Mevr M. Stam

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005

Inzicht in hoe Nederland aankijkt tegen het gebruik van de mobiele telefoon op de fiets

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Invoering WIK een goede zet!

Opinie onderzoek windenergie

Meting september 2013

Fort van de Democratie

Rapportage Onderzoek buitenles

Transcriptie:

Attitude Sociale Wetenschappen Samenvatting van een onderzoek naar de houding van de Nederlandse bevolking en Nederlandse jeugd ten opzichte van Sociale Wetenschappen Enschede, november 2005 Rapportage voor: Da Vinci Instituut T.a.v. Prof. dr. Jaap Willems directeur Da Vinci Instituut Centrum voor Wetenschapscommunicatie Adres: De Boelelaan 1081 1081 HV Amsterdam Website: http://www.davinci-instituut.nl Opgesteld door: Newcom Research & Consultancy B.V. drs. I. Duchateau, drs. T. van de Rijdt & drs. N. van der Veer Onderzoeks- & adviesbureau Marketing, Communicatie, Strategie & Beleid Adres: Universiteit Twente/Faculteit GW Postbus 217 7500 AE Enschede Telefoon: 053 489 3930 Fax: 053 489 4259 E-mail: algemeen@newcomresearch.nl Website: http://www.newcomresearch.nl

Newcom Research & Consultancy B.V. Het auteursrecht op door Newcom Research & Consultancy B.V. geproduceerde voorstellen van onderzoek, meetinstrumenten, analyses van resultaten en opgestelde rapporten berust bij Newcom Research & Consultancy B.V. Overeengekomen wordt dat aan de opdrachtgever de bevoegdheid wordt overgedragen tot gebruik, vermenigvuldiging en/of opslag binnen de organisatie van de opdrachtgever. Ter voorkoming van misbruik mag niets uit de genoemde documenten in enige vorm of op enige wijze openbaar worden gemaakt, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Newcom Research & Consultancy B.V. Hierbij omvat openbaar maken ook het verspreiden binnen met opdrachtgever verbonden bedrijven en/of instellingen. Newcom Research & Consultancy B.V. Pagina 2 van 19 0-meting Sociale Wetenschappen Davinci

Samenvatting Voor u ligt de management samenvatting van de 0-meting naar de attitude van de Nederlandse bevolking en Jeugd ten opzichte van sociale wetenschappen. Het onderzoek is uitgevoerd door Newcom Research & Consultancy B.V. in oktober 2005 onder 476 jongeren in de leeftijd van tot 24 en onder 1.026 volwassen uit geheel Nederland. Uit het onderzoek blijkt dat onder Volwassenen vier disciplines door meer dan de helft van de respondenten als zeer worden gezien, te weten Geneeskunde (67 procent), Scheikunde (64 procent), Natuurkunde (64 procent) en Biologie (51 procent). Sociaale disciplines lijken minder gevonden te worden dan exacte disciplines. Astrologie wordt herkend als niet-. Bij Jongeren is een zelfde patroon geconstateerd. Ook hier wordt de Top-4 bezet door Scheikunde (65 procent), Geneeskunde (63 procent), Natuurkunde (61 procent) en Biologie (47 procent). Sociaal-e disciplines lijken ook bij de Jongeren minder gevonden te worden dan exacte disciplines. Bij Volwassenen wordt een Top-4 minst e disciplines gevormd door Bestuurskunde (27 procent), Communicatiewetenschap (27 procent), Politicologie (33 procent) en Astrologie (59 procent). Bij de Jongeren wordt de Top-4 gevormd door Geschiedenis (40 procent), Bestuurskunde (36 procent), Astrologie (35 procent) en Rechten/Politicologie (beide 34 procent). De Nederlandse jongeren ervaren deze disciplines als minder. Opvallend is de positie van Rechten en Geschiedenis onder Jongeren. Bij Volwassenen staan deze disciplines op respectievelijk plaats 8 en 9 (totaal 16 voorgelegde disciplines). Bij Jongeren staat Geschiedenis op de laatste plaats en Rechten op plaats. Aan de twee panels is een aantal stellingen voorgelegd. Deze stellingen zijn afgeleid van de Eurobarometer. Beide onderzoekspopulaties hebben dezelfde stellingen beantwoord. Over het algemeen is men opvallend positief over Sociale Wetenschappen. Jongeren zijn over het algemeen (nog) positiever. Zo vindt 46 procent van de jongeren dat toepassingen van sociale wetenschappen het werk van mensen interessanter maken (Volwassenen: 41 procent). Toekomstige generaties hebben volgens 53 procent van de jongeren meer mogelijkheden dankzij sociale wetenschappen (Volwassenen: 39 procent). Ook het leven wordt gezonder, gemakkelijker en comfortabeler door sociale wetenschappen, denkt 44 procent van de jongeren (Volwassenen: 32 procent). Van de ondervraagde Jongeren denkt 60 procent dat Sociale Wetenschappers helpen bij het oplossen van problemen in de samenleving (Volwassenen: 47 procent) en 58 procent is van mening dat het onderzoek van Sociale Wetenschappers het leven voor veel mensen beter kan maken (Volwassenen: 45 procent). Van de Jongeren is dan ook 59 procent het niet eens met de stelling dat Sociale Wetenschappen zich met onbelangrijke zaken bezig houden. Onder de Volwassenen wordt deze stelling door 39 procent niet onderschreven. Een percentage van procent onderschrijft deze stelling echter wel. Newcom Research & Consultancy B.V. Pagina 3 van 19 0-meting Sociale Wetenschappen Davinci

Inhoudsopgave Samenvatting...3 1. Onderzoeksinformatie...5 1.1 Aanleiding en doelstelling... 5 1.2 Onderzoeksmethode: twee online onderzoekspanels... 5 2 Resultaten...6 2.1 MijnOpinie.nl: Volwassenen... 6 2.1.1 Attitude e disciplines... 6 2.1.2 Stellingen over sociale disciplines... 7 2.1.3 Opvallende verschillen naar demografie... 9 2.2 CheckitOut.nl: Jongeren... 13 2.2.1 Attitude e disciplines... 13 2.2.2 Stellingen over Sociale Disciplines... 14 2.2.3 Opvallende verschillen naar demografie: alleen leeftijd... 3 Bijlage:steekproeftrekking & nomogram... Newcom Research & Consultancy B.V. Pagina 4 van 19 0-meting Sociale Wetenschappen Davinci

1. Onderzoeksinformatie 1.1 Aanleiding en doelstelling Er heerst enige onrust over het imago van sociale wetenschappen in Nederland. Op verzoek van de Decanen van de sociale wetenschappen in Nederland, in samenwerking met Kennislink, is een 0-meting uitgevoerd naar de beeldvorming ten aanzien van sociale wetenschappen. Het onderzoek is onder leiding van het Da Vinci Instituut uitgevoerd. Hoe denken Nederlanders over sociale wetenschappen? Hoe vindt men de diverse disciplines en hoe verhoudt zich dat tot de Bètawetenschappen? Wat is de algemene houding ten aanzien van sociale wetenschappers? Kunnen ze helpen bij het oplossen van problemen in de samenleving en doen ze onderzoek waarmee ze het leven voor veel mensen beter kunnen maken? Deze vragen vormen de basis van de onderhavige 0-meting naar de attitude ten aanzien van Sociale Wetenschappen onder de Nederlandse bevolking (Jeugd en Volwassenen). Een andere doelstelling is dat het onderzoek een fundament legt voor toekomstige metingen. De resultaten van de 0-meting worden vergeleken met latere metingen om tendensen en ontwikkelingen in kaart te brengen. 1.2 Onderzoeksmethode: twee online onderzoekspanels Het onderzoek is uitgevoerd in de maand oktober 2005, waarbij gebruikt is gemaakt van twee onderzoekspanels. Het onderzoek is gehouden onder panelleden van www.mijnopinie.nl (onderdeel van Newcom Research & Consultancy B.V.). Het totaal aantal respondenten dat aan de peiling heeft meegedaan is 1.026. De panelleden van www.mijnopinie.nl zijn representatief voor de Nederlanders tussen en 65. Daarnaast is gebruik gemaakt van www.checkitout.nl (samenwerkingsverband Newcom en Da Vinci Instituut). CheckitOut.nl is een representatief jongerenpanel tussen de en 24. Het totaal aantal respondenten dat aan dit onderzoek vanuit CheckitOut heeft meegewerkt, bedraagt 476. Ook de panelleden van CheckitOut zijn verspreid over geheel Nederland. Beide metingen is met behulp van een online vragenlijst uitgevoerd. Newcom Research & Consultancy B.V. Pagina 5 van 19 0-meting Sociale Wetenschappen Davinci

2 Resultaten 2.1 MijnOpinie.nl: Volwassenen In deze notitie worden de belangrijkste resultaten beschreven en uiteengezet naar diverse demografische aspecten. Allereerst beschrijven we de resultaten vanuit het MijnOpinie.nl panel (Volwassenen, paragraaf 2.1). Vervolgens zetten we resultaten vanuit CheckitOut.nl uiteen (paragraaf 2.2, pag. 11). 2.1.1 Attitude e disciplines Gevraagd is of de respondent denkt dat een voorgelegde discipline eigenlijk niet tot de wetenschap gerekend zou moeten worden of dat deze echt is. Gekozen kon worden uit 5 antwoordmogelijkheden variërend van helemaal niet tot zeer. In onderstaande figuur (Figuur 1) is te zien dat vier disciplines door meer dan de helft van alle respondenten als zeer worden gezien, te weten Geneeskunde (67 procent), Scheikunde (64 procent), Natuurkunde (64 procent) en Biologie (51 procent). Sociaal-e disciplines lijken minder gevonden te worden dan exacte disciplines. Astrologie wordt uiteraard als minst genoemd. Figuur 1: attitude heid voorgelegde disciplines Geneeskunde Scheikunde Natuurkunde Biologie Psychologie Astronomie Economie 0% 20% 40% 60% 80% 100% 67 64 64 51 36 35 27 1 23 4 4 24 24 11 6 4 6 1 4 34 9 11 4 34 16 6 4 4 26 16 11 31 21 11 8 5 6 4 Zeer Wetenschappelijk Neutraal Rechten 20 28 21 4 Niet Geschiedenis 16 25 25 11 5 Helemaal niet Antropologie Pedagogiek 28 31 24 28 9 6 8 6 Weet niet Sociologie 14 29 27 9 6 Bestuurskunde 13 25 29 16 11 6 Communicatiewetenschap 26 30 16 11 5 Politicologie 11 25 26 20 13 5 Astrologie 9 13 20 39 6 Newcom Research & Consultancy B.V. Pagina 6 van 19 0-meting Sociale Wetenschappen Davinci

2.1.2 Stellingen over sociale disciplines Vervolgens is de respondenten gevraagd een aantal stellingen over sociale wetenschappen te beantwoorden. Over het algemeen is men positief over sociale wetenschappen. Volgens 41 procent maken toepassingen van sociale wetenschappen het werk van mensen interessanter (34 procent niet oneens/ niet eens en 13 procent (helemaal) mee oneens). Toekomstige generaties hebben volgens 39 procent meer mogelijkheden dankzij sociale wetenschappen (36 procent niet oneens/ niet eens en procent (helemaal) mee oneens). Ook denkt bijna eenderde van de Volwassenen (32 procent) dat het leven gezonder, gemakkelijker en comfortabeler wordt door sociale wetenschappen (37 procent niet oneens/ niet eens en 21 procent (helemaal) mee oneens). Zoals in Figuur 2 te zien is, heeft een meerderheid een positief beeld van de maatschappelijke functie van sociale wetenschappers. Bijna de helft van de volwassen panelleden (47 procent) vindt dat sociale wetenschappers helpen bij het oplossen van problemen in de samenleving. Figuur 2: sociale wetenschappers helpen bij het oplossen van problemen in de samenleving 9% 14% (Helemaal) mee oneens Niet oneens/ niet eens 47% 30% (Helemaal) mee eens Weet niet Vertrouwen meest negatieve attitude Het meest negatief is men over het vertrouwen dat men in sociale wetenschappen stelt. Maar liefst 41 procent is het (helemaal) met de stelling eens dat we te veel vertrouwen op sociale wetenschappen boven eigen levensbeschouwing en levenservaring (26 procent niet oneens/ niet eens en 24 procent (helemaal) mee oneens). Volgens 27 procent van de respondenten geven sociale wetenschappen de overheid en industrie teveel macht (31 procent niet oneens/niet eens en 28 procent (helemaal) mee oneens). Op deze stelling weet 14 procent van de panelleden geen antwoord te geven. Sociale Wetenschappen: bezig met belangrijke zaken Slechts 17 procent van de respondenten is het (helemaal) eens met de stelling dat sociale wetenschappen onze manier van leven te snel veranderen (36 procent niet oneens/ niet eens en 37 procent (helemaal) mee oneens). Verder vindt slechts procent dat sociale wetenschappers zich met onbelangrijke zaken bezig houden (33 procent niet oneens/ niet eens) en is 39 procent het met deze stelling (helemaal) oneens. Daarnaast vindt 37 procent Newcom Research & Consultancy B.V. Pagina 7 van 19 0-meting Sociale Wetenschappen Davinci

van de volwassen panelleden dat sociale wetenschappen over het algemeen meer goed dan kwaad doen (35 procent niet oneens/niet eens en 17 procent (helemaal) mee oneens). Tot slot is bijna de helft van de volwassen respondenten (45 procent) van mening dat sociale wetenschappers onderzoek doen dat het leven voor veel mensen beter kan maken. De percentages zijn in onderstaande figuur te vinden (Figuur 3). Figuur 3: sociale wetenschappers doen onderzoek dat het leven voor veel mensen beter kan maken 10% % (Helemaal) mee oneens Niet oneens/ niet eens 45% 33% (Helemaal) mee eens Weet niet Newcom Research & Consultancy B.V. Pagina 8 van 19 0-meting Sociale Wetenschappen Davinci

2.1.3 Opvallende verschillen naar demografie De mate waarin de betreffende disciplines worden gevonden, is geanalyseerd op significante verschillen tussen groepen in leeftijd, sekse en opleiding. Er is gekeken of verschillende leeftijdsgroepen in mening verschillen, of mannen anders tegen de voorgelegde disciplines aankijken dan vrouwen en of er significante verschillen aanwezig zijn tussen hoger, lager of gemiddeld opgeleide Volwassenen. Uit analyses blijkt dat verschillende leeftijdsgroepen significant verschillen. Ook ervaren mannen sommige disciplines significant meer of minder dan vrouwen. Tot slot blijkt uit de analyse dat respondenten met verschillende opleidingsniveaus ook significant van elkaar verschillen. Allereerst zullen de leeftijdsgroepen worden behandeld op deze pagina, alsmede verschillen tussen mannen en vrouwen. Op de volgende pagina worden verschillen tussen opleidingniveaus besproken. Leeftijdsgroepen De leeftijdsgroepen zijn in drieën verdeeld; de groep respondenten van 55 of ouder, de groep 35 tot 55 en de jongste groep tot 35. Uit deze analyse blijkt dat de disciplines Politicologie en Astronomie als minder worden ervaren door respondenten van 55 en ouder dan respondenten die jonger zijn (tot 35 ).Voor de overige disciplines zijn geen significante verschillen gevonden tussen de drie verschillende leeftijdsgroepen. Figuur 4 & 5: perceptie heid Politicologie en Astronomie naar leeftijd Politicologie Astronomie 55 of ouder -40 29 (Helemaal) niet 55 of ouder -21 53 35 tot 55-31 34 (zeer) 35 tot 55-20 60 tot 35-30 43 tot 35-14 67 Sekse Uit analyse blijkt dat een deel van de voorgelegde disciplines van de Sociale Wetenschappen door vrouwen er wordt gevonden dan door mannen. Significante verschillen zijn gevonden voor de vijf disciplines Psychologie, Astrologie, Politicologie, Communicatiewetenschap en Sociologie. Figuur 6 (pag. 10) laat zien dat Psychologie door 13 procent van de mannen (helemaal) niet gevonden wordt ten opzichte van 7 procent van de vrouwen. Figuur 7 (pag. 10) laat zien dat bijna tweederde van de mannen (64 procent) Astrologie (helemaal) niet vindt. Daarentegen ervaart net iets meer dan de helft van de vrouwen (53 procent) deze discipline als niet. Newcom Research & Consultancy B.V. Pagina 9 van 19 0-meting Sociale Wetenschappen Davinci

Figuur 6 & 7: perceptie heid Psychologie en Astrologie naar sekse Psychologie Astrologie Vrouw -7 72 (Helemaal) niet Vrouw -53 25 Man -13 68 (zeer) Man -64 21-100 Politicologie wordt door 39 procent van de mannen (helemaal) niet als ervaren (Figuur 8). Communicatiewetenschap (Figuur 9) wordt door 30 procent van de mannen (helemaal) niet als bestempeld, terwijl slechts een kwart van de vrouwen (26 procent) deze discipline als niet ervaart. Ook bij Sociologie (Figuur 10) is een zelfde patroon te ontdekken. Deze discipline wordt relatief door meer vrouwen dan door mannen gepercipieerd als (zeer). Figuur 8, 9 & 10: Perceptie heid Politicologie, Communicatiewetenschap en Sociologie naar sekse Communicatiewetenschap Politicologie Vrouw -26 43 (Helemaal) niet Vrouw -26 42 Man -39 30 (zeer) Man -30 34 Sociologie Vrouw -23 47 (Helemaal) niet Man -26 39 (zeer) Newcom Research & Consultancy B.V. Pagina 10 van 19 0-meting Sociale Wetenschappen Davinci

Opleiding De opleidingniveaus zijn als volgt onderverdeeld: de groep laag opgeleiden, de groep middelhoog opgeleiden en de groep hoog opgeleiden. Uit analyses is gebleken deze drie groepen op alle voorgelegde disciplines significant verschillen. Tabel 1 geeft de resultaten weer. Tabel 1: alle disciplines uiteengezet onder laag, middelhoog en hoog opgeleide respondenten Laag opgeleiden Middelhoog Hoog opgeleiden opgeleiden Geneeskunde 86,6% 90,7% 93,4% Scheikunde 76,4% 86,6% 95,1% Natuurkunde 74,8% 85,1% 95,1% Biologie 72,4% 83,4% 90,6% Psychologie 68,5% 70,3% 71,2% Astronomie 43,3% 57,2% 67,9% Economie 44,1% 55,7% 63,0% Rechten 40,2% 51,4% 47,2% Geschiedenis 30,7% 34,5% 50,0% Antropologie 29,1% 38,0% 51,3% Pedagogiek 42,5% 43,8% 46,8% Sociologie 40,2% 38,5% 48,1% Bestuurskunde 26,8% 37,3% 41,7% Communicatiewetenschap 35,4% 36,5% 39,1% Politicologie 25,2% 32,5% 40,6% Astrologie 24,4% 24,2% 20,7% Bètawetenschappen versus sociale wetenschappen Uit analyses is gebleken dat de grootste verschillen in de perceptie van heid van de disciplines tussen de hoog en laag opgeleide respondenten meer in de bètawetenschapdisciplines liggen dan in de sociale wetenschapdisciplines. Anders gezegd: laag opgeleiden vinden vooral de abstracte wetenschapdisciplines minder dan hoog opgeleiden. Opvallend is dat respondenten die laag opgeleid zijn de disciplines Antropologie, Astronomie en Natuurkunde als veel minder percipiëren dan hoog opgeleide respondenten. Een verklaring kan zijn dat laag opgeleide respondenten een minder goed beeld hebben van deze opleidingen dan hoog opgeleide respondenten. Newcom Research & Consultancy B.V. Pagina 11 van 19 0-meting Sociale Wetenschappen Davinci

Juist de sociale wetenschappen tonen de minst sterke significante verschillen, zoals Psychologie, Communicatiewetenschap en Pedagogiek. Dus: over het algemeen worden door alle opleidingniveaus de bètawetenschappen als meer bestempeld dan de sociale wetenschappen, maar zijn het vooral de hoog opgeleiden die deze wetenschappen het meest percipiëren en de laag opgeleiden juist minder. Een uitzondering hierop is de perceptie van de discipline Astrologie. Juist laag opgeleiden geven aan Astrologie meer te vinden dan hoog opgeleiden, echter over de hele linie wordt deze discipline niet erg als beschouwt (zie pag. 6). Newcom Research & Consultancy B.V. Pagina van 19 0-meting Sociale Wetenschappen Davinci

2.2 CheckitOut.nl: Jongeren 2.2.1 Attitude e disciplines Ook aan de jongeren is gevraagd in hoeverre men bepaalde disciplines vindt, waarbij een zelfde schalen is gehanteerd als bij de meting onder het MijnOpinie panel. In onderstaande figuur (Figuur 11) is te zien dat drie disciplines door meer dan de helft van alle respondenten als zeer worden gezien, te weten Scheikunde (65 procent), Geneeskunde (63 procent) en Natuurkunde (61 procent). Ook Biologie, Astronomie en Psychologie worden door de meerderheid van de jongeren als (zeer) gepercipieerd. Sociaal-e disciplines lijken minder gevonden te worden dan exacte disciplines. Geschiedenis, Bestuurskunde en Astrologie worden als minst ervaren. Respectievelijk 40 procent, 36 procent en 35 procent van de Nederlandse jongeren vindt deze disciplines (helemaal) niet. Figuur 11: attitude heid voorgelegde disciplines 0% 20% 40% 60% 80% 100% Geneeskunde Scheikunde Natuurkunde 63 65 61 23 24 28 Biologie 47 34 Psychologie 31 35 19 Astronomie 42 28 14 Economie 14 28 24 Rechten 14 24 24 Geschiedenis 13 19 26 Antropologie Pedagogiek Sociologie 16 30 27 27 22 26 26 Bestuurskunde 9 22 26 Communicatiewetenschap 30 24 Politicologie 21 25 Astrologie 21 22 16 1 9 3 11 5 3 1 7 0 3 14 11 3 8 8 19 20 23 14 17 3 4 3 10 6 16 16 6 10 10 7 20 16 8 20 14 9 14 21 3 4 4 4 7 8 6 Zeer Wetenschappelijk Neutraal Niet Helemaal niet Weet niet Newcom Research & Consultancy B.V. Pagina 13 van 19 0-meting Sociale Wetenschappen Davinci

2.2.2 Stellingen over Sociale Disciplines Vervolgens is de jongeren gevraagd een aantal stellingen over sociale wetenschappen te beantwoorden. Over het algemeen zijn de Jongeren positief over sociale wetenschappen, zelfs positiever dan Volwassenen (zie pagina 3). Volgens 46 procent maken toepassingen van sociale wetenschappen het werk van mensen interessanter. Toekomstige generaties hebben volgens 53 procent meer mogelijkheden dankzij sociale wetenschappen. Ook het leven wordt gezonder, gemakkelijker en comfortabeler door sociale wetenschappen, denkt 44 procent. Maar liefst 60 procent is van mening dat Sociale Wetenschappers helpen bij het oplossen van problemen in de samenleving en 58 procent is van mening dat het onderzoek van Sociale Wetenschappers het leven voor veel mensen beter kan maken. Van de Jongeren is dan ook 59 procent het niet eens met de stelling dat Sociale Wetenschappen zich met onbelangrijke zaken bezig houden. In onderstaand figuur worden de overige resultaten gepresenteerd (Figuur ). Figuur: Stellingen over Sociale disciplines Dankzij SW hebben toekomstige generaties meer mogelijkheden 53 24 11 SW maken ons leven gezonder, gemakkelijker, en comfortabeler 44 30 14 Over het algemeen doen SW meer goed dan kwaad 57 20 10 14 SW'ers doen onderzoek dat het leven voor veel mensen beter kan maken 58 21 8 SW'ers helpen bij het oplossen van problemen in de samenleving De toepassingen van SW maken het werk van mensen interessanter Door SW verandert onze manier van leven te snel 60 46 27 21 7 25 14 44 14 14 (helemaal) mee eens Niet eens/niet oneens (helemaal) mee oneens Weet niet Vertrouwen teveel op SW en te weinig op onze eigen levensbeschouwing en levenservaring 24 27 38 10 Geven overheid en industrie teveel macht 20 23 36 20 Houden zich met onbelangrijke zaken bezig 59 11 0 20 40 60 80 100 Newcom Research & Consultancy B.V. Pagina 14 van 19 0-meting Sociale Wetenschappen Davinci

2.2.3 Opvallende verschillen naar demografie: alleen leeftijd Uit analyses is gebleken dat alleen significante verschillen gevonden zijn tussen de drie verschillende leeftijdsgroepen te weten 11 tot 14, t/m en 19 tot 24. Bij alle wetenschappen vinden jongeren in de leeftijdsgroep 19 tot 24 de voorgelegde disciplines er dan de twee andere leeftijdsgroepen. Echter, bij de discipline Astrologie is het omgekeerde van kracht: De jongste groep binnen de Jongeren populatie (11 tot 14 ) is meer van mening dat deze discipline is dan de oudere groep van 19 tot 24. Meer dan de helft van de 11-14 jarigen (51 procent) geeft aan dat deze discipline is ten opzichte van 38 procent van de 19-24 jarigen. Figuur 13 toont de resultaten van deze analyse. Verdere analyses laten zien dat er geen significante verschillen gevonden zijn tussen jongens en meisjes en respondenten met verschillende opleidingsniveaus. Figuur 13: perceptie heid Astrologie naar leeftijd Astrologie 19-24 -46 t/m 11-14 -34-16 38 44 51 (Helemaal) niet (zeer) -100 Meest bevonden disciplines Zoals vermeld zijn op alle disciplines significante verschillen gevonden als we deze uitzetten naar leeftijd. In de volgende figuren worden de vier meest disciplines uitgezet naar diverse leeftijdsfiguren, te weten: Scheikunde (Figuur 14), Geneeskunde (Figuur ), Natuurkunde (Figuur 16) en Biologie (Figuur 17). Figuur 14 & : perceptie heid Scheikunde en Geneeskunde naar leeftijd Scheikunde Geneeskunde 19-24 t/m 11-14 -2-7 79 96 89 (Helemaal) niet (zeer) 19-24 t/m 11-14 -2-2 -4 71 93 86 Newcom Research & Consultancy B.V. Pagina van 19 0-meting Sociale Wetenschappen Davinci

Figuur 16 & 17: perceptie heid Natuurkunde en Biologie naar leeftijd Natuurkunde Biologie 19-24 t/m 11-14 -2-5 74 97 88 (Helemaal) niet (zeer) 19-24 t/m 11-14 -1-4 -6 61 79 92 Uit de figuren is af te lezen dat vooral de oudere leeftijdsgroep onder Jongeren (19 tot 24 ) de betreffende disciplines er vinden dan de jongere leeftijdsgroep van 11 tot 14, een trend dat een contradictie vertoont met de resultaten gevonden bij volwassen respondenten uit het MijnOpiniepanel. Daar vond juist de jongste leeftijdsgroep de voorgelegde disciplines er. Een kanttekening bij deze contradictie is echter dat jongeren in de leeftijd van 11 tot 14 waarschijnlijk geen goed beeld hebben van de inhoud van de disciplines. Minst bevonden disciplines In de volgende figuren worden de minst disciplines in de ogen van de Jongeren uitgezet naar diverse leeftijdsfiguren. Deze disciplines zijn Geschiedenis en Bestuurskunde. Astrologie wordt ook gepercipieerd als minder door de leeftijdgroep 11 tot 14 in vergelijking met de leeftijdsgroep 19 tot 24. Deze is op de vorige pagina reeds besproken. Figuur & 19: perceptie heid Geschiedenis en Bestuurskunde naar leeftijd Geschiedenis Bestuurskunde 19-24 t/m 11-14 -27-45 -52 23 20 48 (Helemaal) niet (zeer) 19-24 t/m 11-14 -25-41 -45 24 46-100 -100 Newcom Research & Consultancy B.V. Pagina 16 van 19 0-meting Sociale Wetenschappen Davinci

Sekse en opleidingsniveau Zoals eerder vermeld is, zijn alleen significante verschillen gevonden tussen leeftijdsgroepen in de mate waarin zij bepaalde disciplines vinden. In tegenstelling tot de volwassen respondenten zijn er geen significante verschillen gevonden tussen jongens en meisjes en ook tussen Jongeren met verschillende opleidingniveaus zijn geen significante verschillen gevonden. Newcom Research & Consultancy B.V. Pagina 17 van 19 0-meting Sociale Wetenschappen Davinci

3 Bijlage:steekproeftrekking & nomogram Om de steekproef te bepalen bij kwantitatief onderzoek hanteert Newcom Research & Consultancy voor de bepaling van de grootte van de steekproef (n) de volgende statistische formule: Z π *(1-π)/ n. Voorgaande formule betekent dat bij een 95 % - betrouwbaarheidsinterval en een maximale foutmarge van 5 % er circa 385 respondenten moeten worden ondervraagd. Voor een twee keer zo hoge nauwkeurigheid heeft men vier keer zoveel respondenten nodig. Hierbij geldt de regel: hoe meer respondenten, hoe groter de betrouwbaarheid. De grootte van de steekproef is eveneens van invloed op de diepgang van de statische analyses. Voorgaande betekent dat de celvullingen bij elke gewenste statistische analyse hoger liggen dan de gebruikelijke minimale grens van vijftig respondenten. Desondanks kunnen de uitkomsten die verkregen worden via een steekproef, afwijken van de uitkomsten die verkregen zouden zijn als de totale populatie in het onderzoek was betrokken. Afhankelijk van een aantal factoren, blijven deze afwijkingen echter binnen bepaalde marges. Bij de interpretatie van de resultaten moet onder andere rekening worden gehouden met de volgende factoren: Het a-selecte karakter van de steekproef De grootte van de steekproef De maximale foutmarge c.q. de afgesproken mate van waarschijnlijkheid Het gevonden percentage Onder de voorwaarde dat de steekproef inderdaad a-select is gekozen, kan met 95 procent zekerheid worden voorspeld hoe de antwoorden op de gestelde vragen zouden luiden als zij aan de gehele populatie zouden zijn gesteld. Bij de nauwkeurigheid van de voorspelling gebruiken we de volgende formule: Z (p*q)/n. Voorgaande formule wil zeggen dat de voorspelling van het werkelijke antwoord (indien elke abonnee zou worden ondervraagd) nauwkeuriger is naarmate de steekproef groter is en naarmate het antwoord extremer is. Als voorbeeld vullen we de formule hieronder in: Als de steekproef bestaat uit 400 respondenten, een maximale foutmarge van 5 procent wordt gehanteerd en op een stelling door 50 procent van de respondenten ja wordt geantwoord, dan is de bandbreedte 1.96 (50*50)/ 400 = 4.9. Kortom: in werkelijkheid ligt het antwoord tussen de 45 en 55 procent (50-4.9; 50 + 4.9). Als de steekproef bestaat uit 1000 respondenten, er eveneens een maximale foutmarge van 5 procent wordt gehanteerd en op een stelling eveneens door 50 procent van de respondenten ja wordt geantwoord, dan is de bandbreedte 1.96 (50*50)/ 1000 = 3.1. Kortom; in werkelijkheid ligt het antwoord tussen de 47 en 53 procent (50 3.1; 50 + 3.1). Newcom Research & Consultancy B.V. Pagina van 19 0-meting Sociale Wetenschappen Davinci

De formule op grond waarvan deze voorspelling kan worden uitgerekend bestaat uit de constante 1,96 die moet worden gehanteerd bij voorspellingen met een zekerheid van 95% (max. foutmarge = 5). Gebruiken we een ander zekerheidspercentage, dan hoort hier een andere constante waarde bij op grond waarvan de voorspelling kan worden berekend. Op een zelfde wijze kan de berekening uitgevoerd worden indien het antwoord extremer is. Indien de steekproef bestaat uit 400 respondenten, een maximale foutmarge van 5 procent wordt gehanteerd en op een stelling door 90 procent van de respondenten ja wordt geantwoord, dan is de bandbreedte 1.96 (90*10)/ 400 = 2.9. Kortom: in werkelijkheid ligt het antwoord tussen de 87 en 93 procent (90 2.9; 90 + 2.9). In onderstaand figuur is een voorbeeld opgenomen van een nomogram voor gewone steekproeven. Wanneer bij een steekproefomvang van n = 500, een percentage van 80 wordt gevonden, kan in het nonogram worden afgelezen, dat in 95% van de gevallen de werkelijke uitkomst zal liggen in het interval tussen 76,5% en 83,5% (80 3,5; 80 + 3,5). Nomogram bij 95 % waarschijnlijkheid 16 14 Bandbreedte in procenten 10 8 6 4 2 n=50 n=100 n=0 n=500 n=1000 n=2000 0 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 Waargenomen percentage Newcom Research & Consultancy B.V. Pagina 19 van 19 0-meting Sociale Wetenschappen Davinci