5 VERKEER Met toeters en bellen Het speelterrein van scouts en gidsen is groot en gaat verder dan het eigen lokaal. Altijd op pad, op verkenning in de buurt of verder van huis. En daarbij zijn we niet onkwetsbaar. Ook scouts en gidsen lopen onderweg gevaar, bijvoorbeeld in het verkeer. Verkeersregels zijn daarom van levensbelang. In het verkeer krijg je maar één kans.
Wet over verkeer 43 Alle wetten inzake verkeer hier opsommen, is een onbegonnen taak. De Belgische wetgeving heeft daarover enorm veel regels. Een volledig overzicht vind je op www.wegcode.be speel op veilig Wet voor voetgangers Wandel steeds op het trottoir, dat is de veiligste plek voor voetgangers. Is er geen trottoir? Loop op de verhoogde berm, de gelijkgrondse berm of het fietspad (verleen voorrang aan fietsers en bromfietsers). Pas als het niet anders kan, loop je links allemaal achter elkaar of rechts per twee op de rijbaan (art. 40 tot 44 Verkeerswetgeving). Autosnelwegen en autowegen zijn verboden voor voetgangers. Je moet het zebrapad gebruiken als dat op minder dan dertig meter ligt van de plaats waar je wilt oversteken. Je mag niet talmen, slenteren of even stilstaan tijdens het oversteken. Zijn er geen zebrapaden? Zorg dat je oversteekt op een veilige en zichtbare plaats (niet in een bocht, op een helling, )(art. 42.4.1 Verkeerswetgeving). Wie een groep begeleidt, kan met een verkeersbord C3 (een witte cirkel met rode rand) signaleren dat er een groep oversteekt. Opgelet: een gemachtigd opzichter kan hiermee het verkeer doen stoppen, dat mag jij als leider niet. Je moet dus steeds een veilig oversteekmoment afwachten voordat je de groep laat oversteken. Als het rood wordt, moet je stoppen en wachten tot het groen wordt, ook al is een deel van de groep al aan de overkant. Volgens de wet moet je altijd goed zichtbaar zijn in het verkeer. Groepen vanaf vijf personen moeten verplicht tussen valavond en zonsopgang een wit licht links vooraan en een rood licht links achteraan dragen als ze rechts stappen en als ze links lopen een rood licht rechts vooraan en wit licht rechts achteraan (art. 42.3 Verkeerswetgeving).
44 Regels Scouts en Gidsen Vlaanderen Kapoenen, (zee)welpen en kabouters worden op de openbare weg steeds begeleid. 5 Bij beperkte zichtbaarheid dragen alle leden en leiding die tijdens activiteiten op de weg komen fluorescerend of reflecterend materiaal. Liften is verboden voor scouts en gidsen. Richtlijnen Scouts en Gidsen Vlaanderen Draag steeds fluomateriaal wanneer je met de groep op de openbare weg komt. Ook bij goede zichtbaarheid. Loop waar mogelijk steeds op het trottoir. Als je op de rijbaan moet gaan, loop dan uiterst links en achter elkaar. Je ziet dan het verkeer aankomen. De voorste persoon draagt dan een rood licht en de achterste persoon een wit licht. VERKEER Informeer je leden over de verkeersregels en afspraken. Ook bij een dorps- of stadsspel ben je op de openbare weg, en daaraan zijn risico s verbonden. 5 De ideale verhouding voor het aantal leden per leid(st)er is bij zeehondjes, kapoenen, kabouters en welpen één leid(st)er per vijf leden. Bij jonggidsen, jongverkenners, scheepsmakkers, gidsen, (zee) zeeverkenners, jins en loodsen is dat één leid(st)er per zes leden. Voor akabe raden we één leid(st)er aan per drie leden. En voor Open Kamp één leid(st)er per drie deelnemers. Voor elke tak geldt een minimum van twee leid(st)ers.
45 speel op veilig Risico s en suggesties Een grote groep is moeilijk te overzien en bij elkaar te houden. Hou de groep waarmee je op stap gaat zo klein mogelijk. Onderweg zijn er verschillende risico s: drukke wegen, geen voetpad, beperkte zichtbaarheid, Stippel op voorhand je reisweg uit, ga ter plaatse kijken. Zoek een route met zo weinig mogelijk risico s. Laat iedereen klimmen en dalen op eigen tempo. Breng de groep bij elkaar op regelmatige rustpunten en rust gezamenlijk uit, ook nadat de laatste is aangekomen.
46 OVER DROPPING 6 Regels Scouts en Gidsen Vlaanderen Avond- en nachtdroppings zijn een activiteit voor gidsen, (zee)verkenners, jins, loodsen en leiding. Het einduur van een dropping voor scheepsmakkers, jonggidsen en jongverkenners is niet later dan 22 uur. 7 Avond- en nachtdropping langs verharde openbare wegen zijn tijdens weekendnachten verboden. De deelnemers zijn minimum per twee en ze blijven samen. Richtlijnen Scouts en Gidsen Vlaanderen Elke dropping is voorbereid aan de hand van de brochure Speel op Veilig. Iedere deelnemer draagt reflecterend materiaal. De leiding is verplicht om toe te zien op het gebruik ervan. VERKEER De leden hebben een contactnummer voor in geval van nood. De deelnemers worden niet geblinddoekt in de auto. Je blijft verantwoordelijk voor de leden van je groep, ook al zijn ze op tocht. Zorg dat je weet waar je leden zich bevinden, voorzie bemande controleposten en stel vragen over het verloop van de tocht, de sfeer in de groep, mogelijke fysieke klachten en beperkingen. 6 Dropping is het achterlaten van mensen op een voor hen onbekende plaats, met als opdracht op eigen houtje de weg terug te vinden. 7 Per uitzonderingen mogen verharde openbare wegen gekruist worden of over korte afstand (enkele honderd meters) bewandeld worden om de verbinding te maken tussen twee niet verharde wegen. Kies bij deze uitzonderingen voor verharde wegen in de stad of een goed verlichte dorpskern. Loop waar mogelijk op het voetpad en voorzie controle.
47 Risico s en suggesties Hou rekening met de risico s voor voetgangers. speel op veilig Op verharde openbare wegen zijn voetgangers zwakke weggebruikers. Zoek voor een dropping naar een regio waar veel onverharde wegen zijn. Gebruik verharde wegen zo weinig mogelijk en liefst enkel over een korte afstand (enkele honderden meters), bijvoorbeeld om een verbinding te maken tussen twee niet verharde wegen. Gebruik bij het maken van een verbinding bij voorkeur wegen die goed verlicht zijn en/of in een bebouwde kom liggen. In grote groepen is het moeilijk om afspraken te maken. Maak indien mogelijk kleine groepjes van minstens twee, hoogstens zeven personen. Spreek af wie op het verkeer let en wie signaleert met een zaklamp. Zorg als leiding voor EHBO, de gegevens van nabijgelegen hulpdiensten en ongevalformulieren.
48 Wet voor fietsers De wet maakt bij fietsers onderscheid tussen drie soorten groepen (art. 43bis Wegcode). Fiets je met minder dan vijftien fietsers? Dan moet je de regels van de individuele fietser volgen en dus steeds op het fietspad rijden. Is er geen fietspad? Dan mag je fietsen op parkeerzones en gelijkgrondse bermen aan de rechterkant. Bij gebrek aan andere oplossingen rij je rechts op de rijbaan. Je mag per twee naast elkaar rijden als je niet meer dan de helft van de rijweg in beslag neemt. Zorg ervoor dat gemotoriseerd verkeer altijd nog kan voorbijsteken. Een groep van vijftien tot vijftig fietsers hoeft het fietspad niet te volgen. Fietsers mogen per twee rechts op de rijbaan rijden als dat niet meer dan de helft van de rijweg in beslag neemt. Zorg ervoor dat gemotoriseerd verkeer altijd nog kan voorbijsteken. VERKEER Een groep van zulke grootte mag vergezeld worden door twee wegkapiteins, maar dat is niet verplicht. Een wegkapitein is ten minste eenentwintig jaar en draagt een band met de nationale driekleur en het woord wegkapitein om de linkerarm. Wegkapiteins kunnen met een bordje aanwijzingen geven en het verkeer stilleggen aan kruispunten zonder lichten. Zo n groep fietsers mag voorafgegaan en gevolgd worden door een begeleidende auto, op een afstand van ongeveer dertig meter. Indien er slechts één begeleidende auto is, moet die de groep volgen. Een groep van meer dan vijftig fietsers hoeft ook het fietspad niet te volgen. Fietsers mogen per twee rechts op de rijbaan rijden, maar ze moeten in groep blijven. Zo n groep moet begeleid worden door twee wegkapiteins en twee begeleidende auto s met een speciaal bord (driehoek met uitroepteken en eronder het symbool van een fiets) dat goed zichtbaar is voor de andere weggebruikers.
49 Regels Scouts en Gidsen Vlaanderen Fiets tijdens activiteiten niet met zeehondjes en kapoenen op de openbare weg. 8 speel op veilig Bij beperkte zichtbaarheid dragen alle leden en leiding die tijdens een activiteit op de weg komen fluorescerend of reflecterend materiaal. Richtlijnen Scouts en Gidsen Vlaanderen We raden het sterk af om met kabouters en (zee)welpen tijdens een activiteit te fietsen op de openbare weg. 9 Fiets altijd op één lijn, ook al mag je in bepaalde gebieden met twee naast elkaar fietsen. Als je in groep fietst (vijftien personen of meer), probeer dan in één groep te blijven. Vermijd opsplitsing in kleine groepjes. Het verhoogt de risicofactor en het werkt demotiverend voor de achterblijvers. 8 Een activiteit met de fiets op het terrein mag dus wel. 9 Onderzoek wijst uit dat kinderen pas vanaf tien jaar min of meer in groep kunnen fietsen. Dan pas kunnen ze reageren op risico s, koers houden op de fiets, achterom kijken en richting aangeven zonder te slingeren. Op de leeftijd van twaalf jaar kunnen ze een ingewikkelde verkeerssituatie met meerdere auto s beoordelen, en pas een jaar later kunnen ze langzaam fietsen zonder te slingeren. Het vermogen om je aandacht ergens bij te houden en om informatie te verwerken ontwikkelt zich nog verder tot een kind vijftien jaar is.
50 Risico s en suggesties Fietsen die niet in orde zijn, vergroten de kans op een ongeval. Controleer steeds voor een fietsactiviteit of de fietsen van je leden wettelijk in orde zijn: goede remmen, lichten en reflectoren zijn cruciaal. Geef hen de tijd om herstellingen uit te voeren. Vervoer bagage steeds door ze op een juiste manier te bevestigen. Een slecht geladen of overladen fiets is een gevaar voor de fietser zelf en voor andere weggebruikers. Onderweg zijn er verschillende risico s: drukke wegen, geen voetpad, beperkte zichtbaarheid, Stippel op voorhand je reisweg uit. Zoek een route met zo weinig mogelijk risico s. Geef duidelijke instructies bij het begin van de tocht. Vraag correct gedrag en voldoende concentratie, wijs ook op mogelijke gevaren tijdens de tocht. Een fietser draagt het best steeds een fietshelm om de kans op hoofdletsels te verminderen bij een val. VERKEER
Wet over autogebruik 51 Om een wagen te mogen besturen op de openbare weg heb je een rijbewijs B nodig. Wie zich met de auto op de weg begeeft, moet de volgende documenten bij hebben: rijbewijs; identiteitskaart; verzekeringsbewijs; keuringsbewijs; inschrijvingsbewijs. speel op veilig Als autobestuurder ben je onderhevig aan het Belgische verkeersreglement. Volgens de verkeerswetgeving moeten kinderen die kleiner zijn dan 1,35 meter in een geschikt kinderbeveiligingssysteem vervoerd worden in de wagen. Grotere passagiers moeten in ieder geval een veiligheidsgordel dragen. Kinderen mogen, ongeacht hun leeftijd, voorin op de passagiersstoel zitten, op voorwaarde dat ze vastgemaakt worden zoals de wet het voorschrijft (art. 35.1 Verkeerswetgeving). Regels Scouts en Gidsen Vlaanderen Als bestuurder ben je nuchter. Hou steeds rekening met de mogelijkheid dat je onverwacht met de auto de weg op moet. Richtlijnen Scouts en Gidsen Vlaanderen Overschrijd het maximum aantal zitplaatsen niet. Per gordel één persoon is de regel, ook voor kinderen.
52 Risico s en suggesties Gebruik de auto zo weinig mogelijk in scouts- en gidsenverband. Een verstrooide of vermoeide chauffeur is een gevaar op de weg. Vermijd om in zo n toestand te rijden. Probeer om elke twee uur een pauze te nemen of te wisselen van chauffeur. Een voertuig dat je niet gewend bent, draait en remt waarschijnlijk anders. Let ook extra op met zwaar beladen wagens, want die hebben een langere remafstand. Meer weten? VERKEER Over het verkeer: info@scoutsengidsenvlaanderen.be; www.scoutsengidsenvlaanderen.be; in de basiswerken van Scouts en Gidsen Vlaanderen: Buitenboek, Kampvisum, Lokalenvisum; in het boekje Eerste Hulp voor jeugdleiders (uitgave van Jeugd Rode Kruis) Over politieke besluiten omtrent verkeer en veiligheid: www.wegcode.be: Wegwijs in het Belgisch verkeersreglement met behulp van een zoekmachine Over verkeersveiligheid: Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV), 1130 Brussel, 02 244 15 11, info@bivv.be, www.bivv.be Over verkeersopvoeding: Verkeerspedagogisch instituut, 8800 Roeselaere, 051 21 04 17, info@verkeervpi.be, www.verkeervpi.be