Helmond / besluitvorming met betrekking tot pand [] te Helmond

Vergelijkbare documenten
BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET 13b gemeente Deurne. vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol Opiumwet 13b gemeente Deurne

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET 13b Asten 2016

Beleidsregel Handhavingprotocol artikel 13b Opiumwet gemeente Gemert-Bakel

STAPPENPLAN 13b OPIUMWET

Damoclesbeleid gemeente Heerhugowaard 2018

B&W 01 juli 2008 Gemeenteblad BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET M.B.T. WONINGEN HELMOND 2008

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND Besluit: vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol coffeeshops Helmond 2009

Bekendmaking beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Weststellingwerf 2016

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Bestuursrechtelijke sancties artikel 13B Opiumwet

Beleidsregel handhaving wet Damocles gemeente Beverwijk 2018

Beleid inzake bestuurlijke handhaving van artikel 13B Opiumwet

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL COFFEESHOPS HELMOND besluit vast te stellen de Beleidsregel handhavingsprotocol coffeeshops Helmond 2008

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet gemeenten basisteam Veluwe - Noord Elburg Epe Hattem Heerde Nunspeet Oldebroek

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET HELMOND 2012

Damoclesbeleid gemeente Waalre (Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet)

Artikel 13b Opiumwet (de wet Damocles) is het juridische instrument om bestuurlijk op te treden tegen illegale verkooppunten van verdovende middelen.

Beleidsregel bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet GEMEENTE HEEZE-LEENDE

gelet op artikel 13b van de Opiumwet en het Hennepconvenant Limburg 2012;

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet in de B5-gemeenten. Vastgesteld gewijzigde versie door de burgemeester op 27 mei 2014

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Nota van de Burgemeester

BELEIDSREGEL HANDHAVINGSPROTOCOL OPIUMWET 13b HELMOND 2013

Beleidsregels Wet Damocles (art. 13b Opiumwet)

DAMOCLESBELEID Hof van Twente Artikel 13b Opiumwet

Beleidsregel artikel 13B Opiumwet gemeente Mill en Sint Hubert

gelet op artikel 13b lid 1 van de Opiumwet, artikel 4:81 en artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht; overwegende dat:

Damoclesbeleid gemeente Eersel (Handhavingsbeleid op artikel 13b Opiumwet) Vastgesteld door de burgemeester van Gemeente Eersel d.d.

ECLI:NL:RBMID:2008:BG6660

Vast te stellen hieronder opgenomen "Damoclesbeleid lokalen en woningen" op basis van artikel 13b Opiumwet

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

ECLI:NL:RBMNE:2016:587

GEMEENTEBLAD. Nr

Overwegingen: een beleidsregel bij handhaven van artikel 13b Opiumwet bij een woning of een al dan niet voor publiek toegankelijk lokaal is wenselijk;

Damoclesbeleid Medemblik 2016

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het toepassen van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, onder de naam DAMOCLESBELEID

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet Nissewaard gelet op artikel 13b van de Opiumwet en op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Vast te stellen de beleidsregel bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet (Damoclesbeleid)

Gelet op artikelen 13b Opiumwet jo. 4:81 Algemene wet bestuursrecht; Overwegende dat:

GEMEENTEBLAD. Nr Damoclesbeleid 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK 2 WONINGEN. 20 december 2013

Toelichting op Beleidsregels voor de toepassing van een last onder. bestuursdwang en bestuurlijke waarschuwing ingevolge artikel 13b

DAMOCLESBELEID GEMEENTE LEEK 2013 t.a.v. het sluiten van woningen en lokalen

gelet op artikel 13b Opiumwet en artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

Beleidsregel Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet Gemeente Tiel

Beleidsregel. Sluiting van voor het publiek toegankelijke gebouwen

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Helmond, ieder voor zover bevoegd;

Beleidsregel handhaving Wet Damocles

gelet op artikel 13b van de Opiumwet en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Beleidsregel Victoriabeleid Valkenburg aan de Geul 2016

Besluit van de burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent Damoclesbeleid Sittard-Geleen

Beleidsregel handhavingprotocol coffeeshopbeleid en Opiumwet (Damoclesbeleid).

Beleidsnota Bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet

Beleidsregels Artikel 13b Opiumwet. Burgemeester van de gemeente Oost Gelre

Beleidsregel handhaving Opiumwet bij hennepplantages in woningen en lokalen gemeente Alkmaar

vast te stellen de volgende beleidsregels voor het toepassen van artikel 13b, eerste lid van de Opiumwet, onder de naam

Beleidsnota Bestuurlijke handhaving van artikel 13b Opiumwet

Oplegvel Informatienota

GEMEENTE DEN HAAG BELEIDSREGEL

BELEIDSREGELS en HANDHAVINGSARRANGEMENT ARTIKEL 13B OPIUMWET Gemeente Vianen

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet Twenterand 2012

dat de navolgende criteria gelden bij de beoordeling van de vraag of tegen een coffeeshop wordt opgetreden:

murfsf GEMEENTE BOEKEL

ECLI:NL:RBLIM:2015:6138

CVDR. Nr. CVDR459391_1. Damoclesbeleid Maasgouw 2012

dat door toepassing van artikel 174a Gemeentewet herhaling van overlast vanuit en rond woningen en lokalen kan worden voorkomen;

Besluit van de burgemeester van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent Damoclesbeleid (Damoclesbeleid Sittard-Geleen )

Gewijzigd handhavingsbeleid artikel 13b Opiumwet

Damoclesbeleid Gemeente Sluis

Advies handelen burgemeester in relatie tot het integriteitsbeleid

gelet op de artikelen 13b Opiumwet en artikel 8:41 Algemene wet bestuursrecht

Besluit van de burgemeester

ECLI:NL:RBLIM:2014:6224

Vast te stellen de hierna volgende beleidsregel handhaving illegale prostitutie.

Beleidsregels hennepplantages woningen en lokalen

Beleidsregel artikel 13b Opiumwet inzake een woning of lokaal 2011

Rectificatie: Besluit tot wijziging van het Damoclesbeleid 2018

Wetstechnische informatie

Handhavingsmodel horeca en alcohol

Vaststelling: 15 augustus 2012 Publicatie: 23 augustus 2012 Inwerkingtreding: 24 augustus Gemeente Medemblik, Damoclesbeleid 2012

Versie april 2018 CONCEPT* Damoclesbeleid. Artikel 13b Opiumwet

gelet op artikel 13b van de Opiumwet en Titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op artikel 13b lid 1 van de Opiumwet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

CVDR. Nr. CVDR404391_1. Beleidsregel handhaving illegale prostitutie

uitspraak van de meervoudige kamer van 8 september 2015 in de zaak tussen

ECLI:NL:RBOBR:2016:4015

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Dongen 2017

Beleidsregel Bestuurlijke handhaving artikel 13b Opiumwet

Besluit tot openbaarmaking

Beleidsregel sluiten van lokalen en woningen op grond van de wet Damocles (artikel 13b Opiumwet)

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

Beleidsregel sluiten van lokalen en woningen op grond van de Wet Damocles (artikel 13b Opiumwet) Damoclesbeleid gemeente Hilvarenbeek

ECLI:NL:RVS:2016:2348

Sluiting drugspanden Hilversum, artikel 13B Opiumwet, Damoclesbeleid

Naam steller Afdelingsmanager Afdeling Portefeuillehouder

Beleidsregel sluitingsbevoegdheid (vuur)wapens

ECLI:NL:RBLIM:2017:6834

Beleidsregels artikel 13b Opiumwet gemeente Aalten 2017 (Wet Damocles)

GEMEENTE VALKENSWAARD

Nulbeleid coffeeshops en bestuursrechtelijke handhavingsarrangement

Transcriptie:

MEMO VERTROUWELIJK AAN Gemeente Helmond De heer drs. G. Wouters, locogemeentesecretaris DATUM 21 augustus 2017 VAN D. van Tilborg Advocaat TELEFOON +31 88 253 5904 FAX +31 88 253 5934 E-MAIL sgroeneveld@akd.nl KOPIE AAN ONDERWERP Helmond / besluitvorming met betrekking tot pand [] te Helmond I INLEIDING 1. In een artikel in de NRC d.d. 1 augustus 2017 en in beantwoording van raadsvragen d.d. 3 augustus 2017 heeft de burgemeester zich uitgelaten over de besluitvorming naar aanleiding van de vondst van softdrugs in een bedrijfspand. AKD is gevraagd om met betrekking tot de betreffende besluitvorming een feitenrelaas op te stellen en om de besluitvorming juridisch te beoordelen. II RELEVANTE FEITEN 2. X, raadslid van de gemeente Helmond, heeft op [] samen met enkele anderen (hierna samen: X c.s.) een pand aan [] (hierna: het pand) gekocht. Dit pand zou eerst enige tijd door X c.s. zijn verhuurd aan []. X en Y hebben op [] een huurovereenkomst gesloten. In artikel [] van deze overeenkomst was opgenomen dat het gehuurde niet mocht worden gebruikt voor onder meer het kweken, verhandelen of knippen van hennep. In de betreffende bepaling is opgenomen dat verhuurder bij het aantreffen van een hennepkwekerij, hennepstekkerij of een hennepdrogerij in het gehuurde bevoegd is om de overeenkomst eenzijdig (en zonder rechterlijke tussenkomst) te ontbinden. 3. Op [] is door de politie een hennepknipperij in het bij X c.s. in eigendom zijnde pand ontdekt. Voornoemde vaststelling door de politie vond plaats naar aanleiding van een melding door X. Naar aanleiding van de vaststelling door de politie is op [] een bestuurlijke rapportage vastgesteld. Voornemen: sluiting van zes maanden 4. De burgemeester heeft in de feiten zoals vermeld in voornoemde bestuurlijke rapportage, aanleiding gezien om aan de eigenaren van het pand het voornemen kenbaar te maken om een last onder bestuursdwang op te leggen waarmee het pand vanaf [] voor de duur van 6 maanden gesloten wordt. Dit voornemen is bij brief van [] op schrift gesteld. In de motivering van het voornemen verwijst de burgemeester naar het Beleidsregel Handhavingsprotocol Opiumwet 13b Helmond 2014. De burgemeester motiveert dat uit de beleidsregel volgt dat bij het aantreffen van softdrugs in al dan niet voor het publiek

PAGINA 2 van 9 toegankelijke lokalen een waarschuwing wordt verstuurd of direct wordt besloten tot de sluiting van het lokaal voor de duur van zes maanden. In het voornemen wordt uiteengezet dat in dit geval een sluiting van zes maanden wordt overwogen in verband met kort gezegd de grote hoeveelheid aangetroffen softdrugs enerzijds en de aanwezigheid van indicatoren voor professionele softdrugs anderzijds. 5. De X c.s. konden zich met het voornemen niet verenigen en hebben naar aanleiding daarvan een zienswijze ingediend. Daarin wordt benadrukt dat zijn cliënten kort gezegd redelijkerwijs geen verwijt kon worden gemaakt. Zij zouden namelijk onder meer regelmatig toezicht hebben gehouden op hetgeen in het pand gebeurde. Verder had X zelf de politie gebeld. Tot slot was relevant dat er civielrechtelijke maatregelen zouden worden genomen tegen de huurder. Overigens is niet toegelicht welke maatregelen er getroffen zouden worden en op welke termijn dat zou gebeuren. 6. Die civielrechtelijke maatregelen hielden in ieder geval aanvankelijk niet het (op grond van artikel) ontbinden van de huurovereenkomst in. X c.s. schreef namelijk in zijn brief van [] aan de burgemeester dat het niet mogelijk zou zijn om daartoe over te gaan. Wel heeft X c.s. bij brief van diezelfde datum Y in gebreke gesteld wegens een toerekenbare tekortkoming in de nakoming van artikel [] van de huurovereenkomst. Besluit tot sluiting voor 3 maanden 7. Bij besluit van [] (verzonden [] ) legt de burgemeester aan X c.s. een last onder bestuursdwang. Op grond van dit besluit dient het pand voor de duur van drie maanden gesloten te worden gehouden. In het besluit overweegt de burgemeester onder meer het volgende: Ik gelast u het pand [] met ingang van [] voor een periode van 3 maanden (dat wil zeggen tot en met [] te sluiten en gesloten te houden. (..) De gemeente Helmond hanteert bij het aanwezig hebben voor handel en/of handelen in drugs vanaf 1 oktober 2014 de Beleidsregel Handhavingsprotocol Opiumwet 13b Helmond 2014. De beleidsregel bepaalt dat bij het aantreffen van softdrugs in al dan niet voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven een waarschuwing verstuurd wordt dan wel directe sluiting voor 6 maanden wordt bevolen. Of direct overgegaan wordt tot sluiting, zonder voorafgaande waarschuwing, is afhankelijk van de aard en de ernst van de feiten. In het pand [] is een zeer grote hoeveelheid hennep aangetroffen, alsmede indicatoren die wijzen op professionaliteit van de handel in softdrugs. (..) Hierdoor is de overtreding zo zwaar dat de stap van waarschuwen overgeslagen wordt. (..) Ik wijk met de sluiting van 3 maanden af van de Beleidsregel Handhavingsprotocol Opiumwet 13b Helmond 2014. Dit doe ik omdat ik een sluiting van 6 maanden niet proportioneel acht omdat de X als mede-eigenaar de melding van verdachte activiteiten bij de politie gedaan heeft. Omdat aangegeven is dat het huurcontract met de huidige huurder wordt ontbonden en hem de toegang

PAGINA 3 van 9 tot het pand ontzegd wordt als de huurder strafrechtelijk veroordeeld wordt en hierover in ieder geval de komende maanden geen duidelijkheid komt, wordt het pand voor een periode van 3 maanden gesloten. (onderstreping HXB) De burgemeester kiest er dus voor om in afwijking van het beleid - een sluiting van drie maanden op te leggen. Redengevend voor de afwijking van het beleid lijkt te zijn dat een sluiting gedurende zes maanden niet proportioneel wordt geacht in verband met de melding die X bij de politie heeft gedaan van de verdachte activiteiten. Tevens lijkt acht te zijn geslagen op de bereidheid om het huurcontract te beëindigen indien de huurder strafrechtelijk wordt veroordeeld. Omdat daarover echter in ieder geval de komende maanden geen duidelijkheid is te verwachten besluit de burgemeester het pand voor de duur van drie maanden te sluiten. Ontwikkelingen direct na het besluit tot sluiting 8. Bij brief van [] heeft X c.s. de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden: Sluiting van een pand door de burgemeester op grond van artikel 13b lid 1 van de Opiumwet geeft de verhuurder het recht om de huurovereenkomst buitengerechtelijk te ontbinden op grond van artikel 7:231 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. (..) Bij deze ontbind ik per [] namens cliënten buitengerechtelijk de tussen u als huurder en cliënten als verhuurder gesloten overeenkomst van []. Ik verneem graag binnen 24 uur na heden of u instemt met de buitengerechtelijke ontbinding. Indien ik niet binnen deze termijn van u heb vernomen, zal ik mij genoodzaakt ziens om een kort geding te starten. Y moet dus binnen 24 uur aangeven of hij instemt met buitengerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst. Dit is uiteindelijk ook binnen die termijn gebeurd. 9. X c.s. heeft per e-mail van [] aan [] van de gemeente verzocht om het ertoe te leiden dat het besluit tot sluiting van het pand voor een periode van 3 maanden wordt ingetrokken. Daarvoor is de navolgende onderbouwing gegeven: Bovendien is uw besluit ook om die reden onbegrijpelijk en juridisch inconsequent, omdat u van cliënten iets lijkt te verlangen, wat civielrechtelijk niet is toegestaan: een huurovereenkomst bedrijfsruimten kan immers niet buitengerechtelijk worden ontbonden. Dat is enkel mogelijk, wanneer er een sluitingsbevel ligt. (..) Ik zal u overigens direct aansluitend aan deze mail nog documenten toesturen, waaruit blijkt dat cliënten wel degelijk maatregelen getroffen hebben en de huurovereenkomst inmiddels is beëindigd. Vanzelfsprekend bestaat de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen tegen de besluiten van de burgemeester in te dienen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Wellicht ligt het echter meer voor de hand dat de burgemeester de sluitingsbevelen intrekt.

PAGINA 4 van 9 X c.s. stelt dus dat de huurovereenkomst inmiddels is beëindigd. Tegen die achtergrond ligt het naar zijn oordeel in de rede dat de sluitingsbevelen worden ingetrokken. Intrekking van het sluitingsbevel en geven van waarschuwing 10. De burgemeester heeft bij brief van [] besloten om de last onder bestuursdwang in te trekken, omdat het huurcontract met Y inmiddels was ontbonden. Dit was in overeenstemming met een ambtelijk advies en strookte met het feit dat er in een soortgelijke kwestie (pand []) evenmin was overgegaan tot sluiting. In de brief aan X c.s. wordt nog overwogen dat mocht de huidige huurder na [] nog toegang tot het pand hebben of er nogmaals softdrugs zouden worden aangetroffen het pand alsnog tijdelijk zal worden gesloten. III Beoordeling van de besluitvorming 11. In deze paragraaf beantwoorden wij de vraag of de burgemeester juridisch juist heeft gehandeld bij de besluitvorming naar aanleiding van kort gezegd de ontdekking van een hennepknipperij in het pand []. Daarbij zullen wij een onderscheid maken tussen het besluit waarbij het pand voor de duur van drie maanden is gesloten enerzijds en het besluit waarbij die sluiting is ingetrokken anderzijds. 12. Van belang is om voorop te stellen dat de burgemeester bij de uitoefening van de in artikel 13b Opiumwet neergelegde bevoegdheid beleidsruimte heeft. 1 Dat betekent dat de burgemeester in beginsel de ruimte toekomt om mits aan de toepassingsvoorwaarden is voldaan en na weging van de betrokken belangen zelf te bepalen of en op welke wijze van de betreffende bevoegdheid in het concrete geval gebruik wordt gemaakt. De rechter zal in deze beleidsruimte in beginsel respecteren en slechts beoordelen of de burgemeester in redelijkheid tot een bepaald besluit heeft kunnen komen. Het gaat er dus in juridische zin niet om of destijds ook een andere keuze denkbaar was geweest, maar of de burgemeester destijds in redelijkheid tot het genomen besluit heeft kunnen komen. Wij zullen het handelen van de burgemeester in dit advies op dezelfde wijze beoordelen en derhalve bezien of de burgemeester destijds in redelijkheid tot de betreffende besluiten heeft kunnen komen. 13. Wij stellen verder voorop dat aan de besluiten van de burgemeester in beide gevallen een gemotiveerd ambtelijk advies is voorafgegaan en dat de burgemeester in beide gevallen overeenkomstig dat advies heeft gehandeld. Kon de burgemeester in redelijkheid komen tot het besluit van [] tot sluiting van het pand voor de duur van 3 maanden? 1 Zie bijvoorbeeld ABRvS 19 april 2017, ECLI:NL:RVS:2017:978.

PAGINA 5 van 9 14. Bij de beantwoording van deze vraag stellen wij voorop dat de burgemeester in haar besluit van [] tot sluiting van het pand heeft verwezen naar de door haar vastgestelde Beleidsregel handhavingsprotocol Opiumwet 13b Helmond 2014 (hierna: de beleidsregel). In deze beleidsregel was voor zover thans relevant het navolgende opgenomen: Gelet op de aard van de overtreding en de te beschermen belangen, wordt een beleid voorgestaan, waarbij de overtreding onmiddellijk wordt beëindigd. Een feitelijke sluiting wordt door de burgemeester gezien als het meest geëigende middel om de beleidsdoelen te bereiken. Uit het oogpunt van proportionaliteit en subsidiariteit is er gekozen voor een getrapt optreden. Er is voor een uitgewerkt protocol gekozen waarbij de zwaarte van de sanctie aansluit op de ernst van de overtreding. Er zijn echter situaties die dermate ernstig zijn, dat van het getrapt optreden kan worden afgeweken. - Al dan niet voor publiek toegankelijke lokalen en bijbehorende erven Onder de in deze rubriek bedoelde panden vallen de niet gedoogde verkooppunten van drugs: drugshandel en hennepteelt, in al dan niet voor het publiek toegankelijke lokalen, dan wel in of bij zodanige lokalen behorende erven. Het betreft panden zoals winkels en horecabedrijven, loodsen, schuren, magazijnen of (andere) bedrijfsruimten. Overtredingen / andere bepalingen: Softdrugs verkoop, aflevering of verstrekking, dan wel daartoe aanwezig. Bestuur 1 e keer: een bestuurlijke waarschuwing met voornemen tot sluiting of onmiddellijk overgaan naar stap twee en direct sluiten ex artikel 13b Opiumwet (*). 2 e keer: sluiting voor de duur van 6 maanden ex artikel 13b Opiumwet. 3 e keer: sluiting voor 12 maanden ex artikel 13b Opiumwet. 4 e keer: sluiting voor onbepaalde tijd ex artikel 13b Opiumwet en indien aanwezig intrekking van de horecavergunning en de exploitatievergunning. (*) Bij de afweging of met een waarschuwing wordt volstaan of dat direct een sluiting wordt bevolen, zijn onder andere de volgende indicatoren van belang: De hoeveelheid softdrugs die wordt aangetroffen; bij een handelsvoorraad van minder dan 6 planten of minder dan 30 gram wordt in beginsel volstaan met een waarschuwing. Indicatoren van enige professionaliteit; de professionaliteit wordt afgemeten aan de aanwezigheid van attributen in het lokaal die wijzen op regelmatige handel in verdovende middelen, of attributen die wijzen op beroeps- of bedrijfsmatige teelt. Antecedenten bij de exploitant c.q. leidinggevende. Overlast gerelateerd aan handel in drugs of in de onmiddellijke nabijheid van het lokaal. Overige feiten of omstandigheden die duiden op drugshandel in georganiseerd verband.

PAGINA 6 van 9 De genoemde indicatoren zijn niet limitatief: ook andere hier niet genoemde indicatoren kunnen meewegen bij de beslissing direct over te gaan tot sluiting. (..) Afwijkingsbevoegdheid Er kunnen zich situaties voordoen die dermate ernstig zijn dat van de matrix moet worden afgeweken. Bijvoorbeeld wanneer er een enorme overschrijding van de maximale handelsvoorraad in een coffeeshop is geconstateerd of indien zich een combinatie voordoet van een overtreding met bepaalde ernstige strafbare feiten, zoals bijvoorbeeld vuurwapenbezit, aanwezigheid van minderjarige kinderen of mensenhandel. Ook kan er aanleiding zijn van de matrix af te wijken indien er geen sprake van is van herhaling van dezelfde overtreding, maar bij het tweede of derde vergrijp een overtreding uit een andere (matrix)categorie wordt begaan. Uit het oogpunt van openbare orde en veiligheid kan dus in bepaalde gevallen door de burgemeester, op grond van zijn discretionaire bevoegdheid, gemotiveerd worden afgeweken van de in de matrix vastgelegde sanctionering. Dat kan betekenen dat bij zeer ernstige overtredingen of acute bedreiging van veiligheid een stap wordt overgeslagen of een lokaal of woning voor een langere periode wordt gesloten dan de matrix aangeeft. (onderstreping HXB) Op basis van deze beleidsregel waarvan wij de inhoud niet op voorhand onredelijk achten moet de burgemeester bij een eerste overtreding in beginsel kiezen tussen een bestuurlijke waarschuwing of een sluiting voor zes maanden. Bij die keuze kan onder meer de hoeveelheid aangetroffen softdrugs een rol spelen, alsmede indicatoren van enige professionaliteit. 15. Wij menen dat de burgemeester in het onderhavige in eerste instantie in redelijkheid heeft kunnen kiezen voor het onmiddellijk opleggen van een sluiting (zonder waarschuwing). Er is namelijk een grote hoeveelheid softdrugs aangetroffen, terwijl er ook indicatoren waren die wezen op professionaliteit in de handel in softdrugs. In een dergelijke situatie hoeft er ook blijkens de jurisprudentie 2 niet eerst een waarschuwing te worden gegeven. In dat verband komt naar ons oordeel mede betekenis toe aan de omstandigheid dat ten tijde van het sluitingsbesluit nog niet duidelijk was welke maatregelen de verhuurder jegens de huurder zou treffen en of die maatregelen zouden leiden tot een beëindiging van de verboden situatie. 16. De burgemeester heeft echter niet besloten tot een sluiting voor zes maanden, zoals de beleidsregel voorschrijft, maar in plaats daarvan tot een sluiting voor de duur van drie maanden. Deze beslissing lijkt primair te zijn ingegeven door de omstandigheid dat X zelf een melding van de verdachte activiteiten heeft gedaan en dat de hennepknipperij naar aanleiding daarvan is ontdekt. Tevens lijkt betekenis te zijn toegekend aan de omstandigheid dat er mogelijk maatregelen jegens de huurder zullen worden genomen. 2 Zie bijvoorbeeld naar analogie: Vz ABRvS 28 januari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:268, r.o. 5.2.

PAGINA 7 van 9 17. Op grond van het bepaalde in artikel 4:84 van de Awb diende de burgemeester ten aanzien van de sluiting overeenkomstig de beleidsregel te handelen, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. 18. Wij achten het verdedigbaar dat de hiervoor genoemde omstandigheden (het actief melden van verdachte activiteiten door de verhuurder en de bereidheid om maatregelen te treffen jegens de huurder) kwalificeren als een bijzondere omstandigheid als bedoeld in artikel 4:84 Awb. De omstandigheid dat de eigenaar van het pand zelf melding zou doen van een mogelijke in zijn pand plaatsvindende drugsgerelateerde activiteit, lijkt namelijk niet te zijn verdisconteerd in de beleidsregel zelf. Bovendien zou gesteld kunnen worden dat een strikte navolging van de beleidsregel op dit punt zou leiden tot een uitkomst die de burgemeester niet geacht kon worden te hebben beoogd. 3 19. Dat gezegd hebbend achten wij het verdedigbaar dat de omstandigheid dat X zelf de politie heeft gebeld en de omstandigheid dat de bereidheid bestond om maatregelen jegens de huurder te treffen een bijzondere omstandigheden als bedoeld in artikel 4:84 Awb kunnen zijn op basis waarvan de burgemeester kon afwijken van haar beleid. 4 Wij zouden ons verder kunnen voorstellen dat de termijn van drie maanden de (terughoudende) toets van de bestuursrechter had kunnen doorstaan. Dit brengt ons bij de volgende vraag. Kon de burgemeester in redelijkheid besluiten om het besluit van [] in te trekken? 20. In dit kader stellen wij voorop dat de burgemeester aan haar besluit tot intrekking van de sluiting onder gelijktijdige oplegging van een waarschuwing ten grondslag heeft gelegd dat de huurovereenkomst met Y was ontbonden. 21. Uit de jurisprudentie kan niet eenduidig worden afgeleid of de omstandigheid dat de verhuurder de huurovereenkomst heeft ontbonden ertoe kan leiden dat een pand in een geval als het onderhavige niet hoeft te worden gesloten. 5 3 Zie bijvoorbeeld: ABRvS 16 februari 2005, ECLI:NL:RVS:2005:AS6225. Deze lijn is inmiddels overigens verlaten. De Afdeling heeft namelijk in de uitspraak van 26 oktober 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2840 overwogen dat omstandigheden die wel zijn verdisconteerd in de beleidsregel dan wel geacht moeten zijn verdisconteerd, niet reeds daarom buiten beschouwing moeten worden gelaten. 4 De omstandigheid dat er in de beleidsregel onder het kopje afwijkingsmogelijkheid ervan uit lijkt te worden gegaan dat deze bevoegdheid alleen zal worden gebruikt om een zwaardere sanctie te rechtvaardigen, maakt dit naar ons oordeel niet anders. Daarmee is naar ons oordeel niet beoogd, nog los van de vraag of dit zou kunnen, om de wettelijke afwijkingsbevoegdheid uit artikel 4:84 Awb te beperken tot gevallen waarin een zwaardere sanctie moet worden opgelegd dan uit de beleidsregel volgt. 5 Rechtbank Noord-Holland 3 april 2014, ECLI:NL:RBNHO:2014:3014; Rechtbank oost-brabant 14 december 2016,

PAGINA 8 van 9 22. Er is in de rechtspraak in ieder geval wel enige steun voor de keuze van de burgemeester te vinden. In dit kader wijzen wij bijvoorbeeld op de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant van 14 december 2016 (ECLI:NL:RBOBR:2016:6895). In die kwestie was het volgende aan de orde. 23. Een echtpaar had hun woning in Uden verhuurd. De bewuste huurder exploiteerde in het huis een hennepkwekerij. De burgemeester van Uden zag daarin aanleiding om de woning op grond van artikel 13b Opiumwet te sluiten. Het echtpaar kon zich daar niet mee verenigen (want ze wist niets over de hennepkwekerij) en legde het besluit tot sluiting uiteindelijk voor aan de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant. De voorzieningenrechter oordeelde voor zover thans relevant onder meer dat de burgemeester van Uden ten onrechte de omstandigheid dat de huurder inmiddels de woning had verlaten niet in de belangenafweging had betrokken. 24. Wij menen dat dit een aanknopingspunt is voor de stelling dat de ontbinding van de huurovereenkomst met de persoon die feitelijk verantwoordelijk was voor de overtreding van de Opiumwet, een rol kan spelen bij de keuze tussen een waarschuwing en een sluiting. De beleidsregel sluit dit in ieder geval niet uit. De aldaar genoemde indicatoren zijn namelijk blijkens de beleidsregel niet limitatief. 25. Wij achten bij het voorgaande nog de volgende feiten en omstandigheden van belang: (i) het doel van het beleid is er mede in gelegen om een einde te maken aan de verboden situatie en om herhaling daarvan te voorkomen. 6 Omdat de verhuurder de huurovereenkomst (met instemming van de huurder) buitengerechtelijk heeft ontbonden en tot ontruiming van het pand heeft besloten is daarmee de verboden situatie beëindigd en wordt een bijdrage geleverd aan het voorkomen van herhaling; (ii) ten aanzien van woningen is in de beleidsregels opgenomen dat in het geval in de huurovereenkomst een bevoegdheid tot ontbinding is opgenomen, de burgemeester niet verplicht is om zelf tot sluiting van de woning over te gaan. In zoverre is in de beleidsregels expliciet onderkend dat ontbinding van de huurovereenkomst een relevante omstandigheid kan zijn om uiteindelijk niet tot sluiting over te gaan. Hoewel dit ten aanzien van de sluiting van bedrijfspanden niet met zoveel woorden in de beleidsregels is bepaald, menen wij dat ECLI:NL:RBOBR:2016:6895; ABRvS 28 januari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:268; Rechtbank Oost-Brabant 25 juli 2016, ECLI:NL:RBOBR:2016:3975; Rechtbank Zeeland-West-Brabant 20 juni 2016, ECLI:NL:RBZWB:2016:3682; Rechtbank Oost-Brabant 27 augustus 2015, ECLI:NL:RBOBR:2015:5100; Rechtbank Limburg 24 januari 2014, ECLI:NL:RBLIM:2014:639. 6 Beleidsregels, p.2.

PAGINA 9 van 9 ook ten aanzien van dergelijke panden de ontbinding van de huurovereenkomst als een mee te wegen omstandigheid kan worden aangemerkt. (iii) ten aanzien van een andere ontdekking van een grote hoeveelheid softdrugs in dezelfde week in een ander pand aan dezelfde straat heeft de burgemeester op grond van vergelijkbare omstandigheden (eigenaar heeft zelf gemeld en eigenaar is tot ontbinding van de huurovereenkomst overgegaan) 7 eveneens volstaan met een waarschuwing. De burgemeester is bij de uitoefening van haar beleid gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder begrepen het gelijkheidsbeginsel. 26. Concluderend kan derhalve worden verdedigd dat de burgemeester destijds in redelijkheid kon komen tot het intrekkingsbesluit. Tot zover. Indien u nog nadere vragen heeft, dan horen wij dat graag. AKD 7 Zien wij het goed dan speelde met betrekking tot het pand [] tevens nog de omstandigheid een rol dat met de verhuurder de afspraak was gemaakt dat gedurende het jaar het pand frequenter zou worden gecontroleerd door de eigenaar. Uit de stukken hebben wij niet kunnen afleiden dat dergelijke afspraken ook met X c.s. zijn gemaakt.