*Vastgelegde kustduinen met kruidvegetatie grijze duinen (H2130) Verkorte naam: Grijze duinen

Vergelijkbare documenten
Beboste duinen van het atlantische, continentale en boreale gebied (H2180) Verkorte naam: Duinbossen

Eénjarige pioniervegetaties van slik- en zandgebieden met Salicornia en andere zoutminnende soorten (H1310) Verkorte naam: Zilte pionierbegroeiingen

De klasse-overschrijdende rompgemeenschap RG Deschampsia flexuosa-[nardetea/calluno- Ulicetea] (19Aa2), wordt niet tot het habitattype gerekend.

*Vastgelegde ontkalkte duinen met Empetrum nigrum (H2140) Verkorte naam: Duinheiden met kraaihei

Natura 2000 gebied 116 Kop van Schouwen

Natura 2000 gebied 100 Voornes Duin

Natura 2000-gebied Westduinpark & Wapendal

UITVOERINGSPLAN DUINHERSTEL AMELAND

Natura 2000-gebied Coepelduynen. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

*Vastgelegde kustduinen met kruidvegetatie ( grijze duinen ) (H2130) Verkorte naam: Grijze duinen

Natura 2000 gebied 85 Zwanenwater & Pettemerduinen

Atlantische schorren (Glauco-Puccinellietalia maritimae) (H1330) Verkorte naam: Schorren en zilte graslanden. 1. Status. 2.

Vochtige duinvalleien (H2190) Verkorte naam: Vochtige duinvalleien

Natura 2000 gebied 87 Noordhollands Duinreservaat

Duinen met Hippophaë rhamnoides (H2160) Verkorte naam: Duindoornstruwelen

Natura 2000 gebied 5 Duinen Ameland

G 3 anthoxanthetosum BC01A Sedo-Thymetum

Natura 2000 gebied 88 Kennemerland-Zuid

Memo. Aanleiding De Cie. m.e.r. heeft kritiek op de Passende Beoordeling voor de Structuurvisie Veere. Het gaat om het aspect stikstofdepositie.

Accumulatie van C en N gedurende successie in kalkrijke en kalkarme duinen

Natura 2000-gebied Duinen Den Helder Callantsoog

Ontwerpwijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Solleveld & Kapittelduinen

Laaggelegen schraal hooiland (Alopecurus pratensis, Sanguisorba offcinalis) (H6510) Verkorte naam: glanshaver- en vossenstaarthooilanden

Effecten van begrazing in kustduinen

Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix (H4010) Verkorte naam: Vochtige heiden

Solleveld & Kapittelduinen

Natura 2000-gebied Manteling van Walcheren

Relatie bodem en vegetatie in de duinen

Embryonale wandelende duinen (H2110) Verkorte naam: Embryonale duinen

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Natura 2000 gebied 6 Duinen Schiermonnikoog

Natura 2000-gebied Schoorlse Duinen. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

de gebiedsfase van de programmatische aanpak stikstof

Begrazing Kraansvlak : monitoring vegetaties

1. Status. Groenknolorchis (Liparis loeselii) H Kenschets. 3. Ecologische vereisten. 4. Huidig voorkomen

Motivaties in het beheer van de duinen

Bijlagen bij de toelichting. bestemmingsplan Lagewaard 42, Koudekerk aan den Rijn - NL.IMRO.0484.B141KKlagewaard42-ON01 ontwerp

Nauwe korfslak (Vertigo angustior) H Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden. Habitatrichtlijn Bijlage II (inwerkingtreding 1994).

wetenschappelijke naam vegetatietype

agrariërs & adviseurs

Grasland met Molinia op kalkhoudende, venige of lemige kleibodem (Eu-Molinion) (H6410) Verkorte naam: Blauwgraslanden

Natura 2000 gebied 4 Duinen Terschelling

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Natura 2000-gebied Solleveld & Kapittelduinen

ONTWERPBESLUIT KOP VAN SCHOUWEN

Compensatieplan Blankenburgverbinding. Compensatie effecten stikstofdepositie

Het Zwin en de Verdronken Zwarte Polder. Walcheren: Manteling en Oranjezon. De Kop van Schouwen. Grevelingen. Duinen van Goeree en Kwade Hoek

Droge Europese heide (H4030) Verkorte naam: Droge heiden

overheden als initiatiefnemer

Nederlandse duinen. De Tapuit in het nauw in de. Inleiding. afstudeerstage bij Stichting. vogelsoort.

Natura 2000 gebied 2 Duinen en Lage Land Texel

UITVOERINGSPLAN DUINHERSTEL SCHIERMONNIKOOG

Nu geen verstuivingen in de Noordwest Natuurkern NPZK!

Quick scan ecologie Paviljoen Het Strandhuis

Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries,

Metro & De Volkskrant van mei. Veiligheid; versterking van de kustzone

Dystrofe natuurlijke poelen en meren (H3160) Verkorte naam: Zure vennen

1. Status Prioritair op Bijlage I Habitatrichtlijn (inwerkingtreding 1994)

Notitie. Betreft : Actuele situatie en, beheermaatregelen en beheerdoelen H2130C Voornes Duin

ONTWERPBESLUIT DUINEN DEN HELDER-CALLANTSOOG

Vegetatietypen: Goed: Begroeiingen behorend tot het Genisto anglicae-callunetum (20Aa1) of sporadisch tot het Vaccinio-Callunetum (20Aa2).

Samenvatting Ontwerpbeheerplan bijzondere natuurwaarden Meijendel & Berkheide

Natura 2000-gebied Meijendel & Berkheide

*Actief hoogveen (H7110) Verkorte naam: Actieve hoogvenen

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura gebieden

Kennemerland-Zuid. Gebiedsrapportage Natura 2000 gebied nr. 88. PAS-bureau

wetenschappelijke naam vegetatietype

overheden als omgevingsloket

De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en/of stikstofoxide (NOx).

Programmatische Aanpak Stikstof TERSCHELLING

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Strategieën voor omvorming landbouwgronden naar natuur

Programma publieke avond 26 januari 2012

ONTWERPBESLUIT MEIJENDEL & BERKHEIDE

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Solleveld & Kapittelduinen

Grasland op zinkhoudende bodem behorend tot de Violetalia calaminariae (H6130) Verkorte naam: Zinkweiden

Dit document is een bijlage bij het toestemmingsbesluit als bedoeld in artikel 2.7 eerste lid, van het Besluit natuurbescherming.

De berekening op basis van stikstofemissies gaat uit van de componenten ammoniak (NH3) en/of stikstofoxide (NOx).

Effecten van de herontwikkelingsplannen op het terrein van. het Zeehospitium te Katwijk aan Zee op het. Natura 2000-gebied Meijendel & Berkheide

1. Status. 2. Kenschets. 3. Definitie. H91F0 versie 1 sept 2008.doc. Habitatrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1994).

Berekening Situatie 1 Kenmerken Emissie Depositie natuurgebieden Depositie habitattypen

Document PAS-analyse Herstelstrategieën

Dynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden. Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer

ONTWERPBESLUIT SCHOORLSE DUINEN

Quick scan ecologie AIC te Castricum

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

AANVRAAG NB-WETVERGUNNING PARKEERGARAGE KATWIJK

Typische diersoorten van de Habitatrichtlijn,

Wilt u verder rekenen of gegevens wijzigen? Importeer de pdf dan in de Calculator.

Natura 2000-ontwerpbeheerplan Coepelduynen (96) Bijlagendocument

Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet. Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag

industrie & adviseurs

Natura 2000-ontwerpbeheerplan Coepelduynen (96)

Natura essentietabellen Leeswijzer

087 Noordhollands Duinreservaat PAS-gebiedsanalyse

Natura 2000 gebied Savelsbos

Natura 2000-gebied Noordhollands Duinreservaat

goed alterniflori 3260A 05Ca04 Callitricho hamulatae- goed Ranunculetum fluitantis 3260A 05RG08 RG Callitriche platycarpa-

Transcriptie:

*Vastgelegde kustduinen met kruidvegetatie grijze duinen (H2130) Verkorte naam: Grijze duinen 1. Status Prioritair op Bijlage I Habitatrichtlijn (inwerkingtreding 1994) 2. Kenschets Beschrijving: Het habitattype betreft de droge graslanden van de kustduinen. Het gaat hierbij om soortenrijke begroeiingen met dominantie van laagblijvende grassen, kruiden, mossen en/of korstmossen. Kruidenrijke zoombegroeiingen in de droge duinen worden ook tot het habitattype gerekend, evenals graslanden met dominantie van de dwergstruik duinroosje (Rosa pimpinellifolia). Door andere struiken of dwergstruiken gedomineerde graslanden behoren tot andere habitattypen. Het habitattype omvat begroeiingen van maar liefst zes verschillende plantensociologische verbonden. Op grond van ecologische verschillen tussen de diverse gemeenschappen van de grijze duinen worden hier drie subtypen onderscheiden die aansluiten bij de indeling in subtypen uit de Europese Handleiding. De begroeiingen van subtype C wisselen doorgaans af met begroeiingen van subtype A of B. Ze vormen daarbij mozaïekpatronen of een opeenvolging van zones. Subtypen: Subtype A. Grijze duinen (kalkrijk) : Duingraslanden van kalkrijke bodem (begroeiingen van verbonden Polygalo-Koelerion, Tortulo-Koelerion en Trifolion medii); + Festuco- Galietum trifolietosum Subtype B. Grijze duinen (kalkarm) : Duingraslanden van kalkarme of neutrale bodem (verbonden Plantagini-Festucion en Corynephorion canescentis); Subtype C. Grijze duinen (heischraal) : Heischrale droge duingraslanden (begroeiingen van verbond Nardo-Galion saxatilis). Vegetatietypen: Matig: Rompgemeenschappen met laag blijvende soorten zoals RG Carex arenaria-[koelerio- (14RG1) (subtype A), RG Dicranum scoparium-[koelerio-) (14RG3), RG Agrostis capillaris-hypochaeris (14RG6) (subtype B), of RG Nardus stricta-[nardetea] (19RG1) (subtype C). Rompgemeenschappen met robustere soorten, zoals RG Ammophila arenaria-[koelerio- (23RG1), en RG Salix repens-[polygalo- (14RG10) behoren alleen tot het habitattype indien ze met bovenstaande plantengemeenschappen kleinschalige mozaïeken vormen, maar niet domineren. Zelfstandige vormen van deze plantengemeenschappen behoren niet tot het habitattype. Code habitat Code Vegetatietypen Representativiteit (sub)type 2130A 14BB02B Festuco-Galietum trifolietosum 2130A 14CA01A Phleo-Tortuletum typicum 2130A 14CA01A Phleo-Tortuletum typicum 2130A 14CA01B Phleo-Tortuletum cladonietosum 2130A 14CA01B Phleo-Tortuletum cladonietosum 2130A 14CA01C Phleo-Tortuletum brachythecietosum 2130A 14CA01C Phleo-Tortuletum brachythecietosum 2130A 14CA02A Sileno-Tortuletum corynephoretosum Voorwaarde 55

Code habitat Code Vegetatietypen Representativiteiwaarde Voor- (sub)type 2130A 14CA02A Sileno-Tortuletum corynephoretosum 2130A 14CA02B Sileno-Tortuletum picridetosum 2130A 14CA02C Sileno-Tortuletum inops 2130A 14CA03A Tortello-Bryoerythrophylletum typicum 2130A 14CA03B Tortello-Bryoerythrophylletum encalyptetosum 2130A 14CB01A Taraxaco-Galietum cladonietosum 2 2130A 14CB01B Taraxaco-Galietum typicum 2130A 14CB01C Taraxaco-Galietum fragarietosum 2130A 14CB01D Taraxaco-Galietum plantaginetosum 2130A 14CB02A Anthyllido-Silenetum sedetosum 2130A 14CB02B Anthyllido-Silenetum rhytidiadelphetosum 2130A 14RG03 RG Dicranum scoparium-[koelerio- 2130A 14RG10 RG Salix repens-[polygalo- 2 2130A 14RG11 RG Rosa pimpinellifolia-[polygalo- 2 2130A 17Aa02 Polygonato-Lithospermetum 2130A 23RG01 RG Ammophila arenaria-carex arenaria-[ammophiletea/koelerio- 2 2130A 31AB01c Urtico-Malvetum neglectae lycopsietosum 2 2130A 31BA01 Echio-Verbascetum 2 2130B 14AA01 Spergulo-Corynephoretum 2130B 14AA02A Violo-Corynephoretum typicum 2130B 14AA02B Violo-Corynephoretum koelerietosum 2130B 14BA01 Ornithopodo-Corynephoretum 2130B 14BB02A Festuco-Galietum typicum 2130B 14BB02B Festuco-Galietum trifolietosum 2130B 14CA03A Tortello-Bryoerythrophylletum typicum 2130B 14CA03A Tortello-Bryoerythrophylletum typicum 2130B 14CA03B Tortello-Bryoerythrophylletum encalyptetosum 2130B 14CA03B Tortello-Bryoerythrophylletum encalyptetosum 2130B 14RG01 RG Carex arenaria-[koelerio- 2130B 14RG03 RG Dicranum scoparium-[koelerio- 2130B 14RG10 RG Salix repens-[polygalo- 2 2130B 14RG11 RG Rosa pimpinellifolia-[polygalo- 2 2130B 23RG01 RG Ammophila arenaria-carex arenaria-[ammophiletea/koelerio- 2 56

Code habitat Code Vegetatietypen Representativiteit (sub)type 2130C 19AA03 Botrychio-Polygaletum 2130C 19AA03 Botrychio-Polygaletum 2130C 19RG01 RG Nardus stricta-[nardetea] Voorwaarde Relatief belang in Europa: zeer groot (subtype A en C), groot (Subtype B) De grote betekenis van het habitattype heeft meerdere oorzaken. Ten eerste is de oppervlakte aan ontwikkelde grijze duinen in ons land groot. Ten tweede komen in ons land een aantal min of meer unieke (zogenoemde endemische) plantengemeenschappen voor. Dit geldt met name voor de begroeiingen van subtype A en C. Bovendien ligt ons land centraal in het verspreidingsgebied van het habitattype dat zich uitstrekt van Gibraltar tot aan de Oostzee. 3. Kwaliteit Kenmerken van een e structuur en functie: Lage begroeiing (gemiddeld hoogstens 50 cm); Geen of weinig opslag van struweel (< 25%); Begrazing door konijnen; Aanwezigheid van stuifplekken of overstuiving vanuit zeereep; Grondwater bereikt in een deel van het jaar het maaiveld (alleen bij subtype C Aaneengesloten oppervlakte van het type tenminste 100 m 2. 4. Bijdrage van gebieden Verspreiding binnen Nederland: In alle duingebieden van het Zwin tot Rottumeroog. Verspreidingskaart grijze duinen Huidig voorkomen en Natura 2000: De huidige oppervlakte bedraagt naar schatting 15.000 hectare, waarvan meer dan 80% in Natura 2000 gebieden. Het habitattype komt voor in alle als te beschermen beschreven kustduingebieden. Kalkrijke duingraslanden van subtype A worden met name aangetroffen in de duinen tussen Hoek van Holland en Bergen (bijvoorbeeld Meijendel en Berkheide (97), Coepelduynen (96), Kennemerland-Zuid (88), Noordhollands Duinreservaat (87)). Ook zijn ze aanwezig in Duinen Goeree & Kwade Hoek (101), Kop van Schouwen (116), Grevelingen (115), Voornes Duin (100) en op een aantal Waddeneilanden. Kalkarme duingraslanden van subtype B komen met name voor in de gebieden ten noorden van de kalkgrens bij Bergen (o.a. Duinen en Lage Land Texel (2), Duinen Terschelling (4), Duinen 57

Vlieland (3), Duinen Ameland (5), Duinen Schoorl (86), Zwanenwater & Pettemerduinen (85), Duinen Den Helder-Callantsoog (84)). Ze komen tevens voor in oude, ontkalkte duinen ten Zuiden van de kalkgrens (o.a. in Duinen Goeree & Kwade Hoek (101), Kop van Schouwen (116), Solleveld (99)). Heischrale duingraslanden van subtype C komen voor op oude vroongronden in de Kop van Schouwen (116) en Duinen Goeree & Kwade Hoek (101), en verder met name ook in Duinen en Lage land Texel (2) en Zwanenwater & Pettemerduinen (85). Ze zijn bijvoorbeeld ook aanwezig op de mientgronden van Bakkum en de Verbrande Pan (Noordhollands Duinreservaat (87)) en de nollen van Duinen Den Helder-Callantsoog (84) of in de Grevelingen en een aantal Waddeneilanden. H2130_A Grijze duinen (kalkrijk): relatieve bijdrage van Natura 2000 gebieden Natura 2000 gebied Habitat code Potentiele Argumentatie (1) of (2) Huidige rel. bijdrage (1) rel. bijdrage (2) Coepelduynen H2130A ++ ++ (1) Opp. >15% e Kennemerland-Zuid H2130A ++ ++ (1) Opp. >15% e Meijendel & Berkheide H2130A ++ ++ (1) Opp. >15% e Noordhollands Duinreservaat H2130A ++ ++ (1) Opp. >15% e Duinen Goeree & Kwade Hoek H2130A + + (1) Opp. 2-15% Kop van Schouwen H2130A + + (1) Opp. 2-15% Voornes Duin H2130A + + (1) Opp. 2-15% Duinen Ameland H2130A - - (1) Opp. < 2% e Duinen en Lage Land Texel H2130A - - (1) Opp. < 2% e Duinen Schiermonnikoog H2130A - - (1) Opp. < 2% e Grevelingen H2130A - - (1) Opp. < 2% e Solleveld & Kapittelduinen H2130A + + (1) Opp. < 2% e Westduinpark & Wapendal H2130A + + (1) Opp. < 2% e Zwin & Kievittepolder H2130A - - (1) Opp. < 2% e H2130_B Grijze duinen (kalkarm): relatieve bijdrage van Natura 2000 gebieden Natura 2000 gebied Habitat code Potentiele Argumentatie (1) of (2) Huidige rel. bijdrage (1) rel. bijdrage (2) Duinen en Lage Land Texel H2130B ++ ++ (1) Opp. >15% e Duinen Terschelling H2130B ++ ++ (1) Opp. >15% e Duinen Vlieland H2130B ++ ++ (1) Opp. >15% e Duinen Ameland H2130B + ++ (1) Opp. >15% e Duinen Den Helder - Callantsoog H2130B + + (1) Opp. 2-15% Duinen Goeree & Kwade Hoek H2130B + + (1) Opp. 2-15% Duinen Schiermonnikoog H2130B + + (1) Opp. 2-15% Kennemerland-Zuid H2130B + + (1) Opp. 2-15% Kop van Schouwen H2130B + + (1) Opp. 2-15% Manteling van Walcheren H2130B + + (1) Opp. < 2% e Noordhollands Duinreservaat H2130B + + (1) Opp. 2-15% Schoorlse Duinen H2130B + + (1) Opp. < 2% e Solleveld & Kapittelduinen H2130B + + (1) Opp. < 2% e Zwanenwater & Pettemerduinen H2130B + + (1) Opp. 2-15% Meijendel & Berkheide H2130B - + (1) Opp. < 2% e (2) van e naar e Waddenzee H2130B - + (1) Opp. < 2% e (2) van e naar e 58

H2130C Grijze duinen (heischraal): relatieve bijdrage van Natura 2000 gebieden Natura 2000 gebied Habitat code Potentiele Argumentatie (1) of (2) Huidige rel. bijdrage (1) rel. bijdrage (2) Duinen en Lage Land Texel H2130C ++ ++ (1) Opp. >15% e Duinen Goeree & Kwade Hoek H2130C ++ ++ (1) Opp. >15% e Kop van Schouwen H2130C ++ ++ (1) Opp. >15% e Zwanenwater & Pettemerduinen H2130C ++ ++ (1) Opp. >15% e Duinen Den Helder - Callantsoog H2130C + + (1) Opp. <2% e Duinen Schiermonnikoog H2130C + + (1) Opp 2-15% Noordhollands Duinreservaat H2130C + + (1) Opp. 2-15% Voornes Duin H2130C + + (1) Opp. 2-15% Duinen Ameland H2130C - + (1) Opp. < 2% e (2) van e naar e Duinen Terschelling H2130C - + (1) Opp. < 2% e (2) van e naar e Grevelingen H2130C - + (1) Opp. < 2% e (2) van e naar e Kennemerland-Zuid H2130C - + (1) Opp. < 2% e (2) van e naar e 5. Beoordeling landelijke staat van instandhouding Trends: In de eerste helft van de 20 e eeuw is een groot aantal duingraslanden verdwenen als gevolg van grootschalige aanleg van dennenbossen. Iets later, midden 20 e eeuw, zijn veel droge duingraslanden aangetast door de aanleg van infiltratiekanalen en infiltratieplassen ten behoeve van drinkwaterwinning. Ook zijn ze weg gegraven voor aanleg van kanalen en omgevormd in haven- en industriegebieden (IJmuiden, De Beer, Westerschelde). Het agrarische gebruik is sinds het begin van de 20 ste eeuw afgenomen. Het wegvallen van de begrazing door konijnen is momenteel waarschijnlijk de grootste bedreiging voor het behoud van ontwikkelde duingraslanden in ons land. Maar ook de door luchtvervuiling verhoogde atmosferische depositie heeft in de voorbije periode de en oppervlakte doen afnemen. Verder vormt de zogenoemde verstarring ofwel veroudering door afgenomen dynamiek een bedreiging in het gehele duinlandschap. Recente ontwikkelingen: De algemene vergrassing van de duinen en de struweelvorming (zogenoemde verstruweling) door de zeer sterke daling van de konijnenstand is. Daar staat tegenover dat op veel plaatsen maatregelen worden genomen om verstruweling, vergrassing en vermossing van duingraslanden tegen te gaan. Dat is bijvoorbeeld het stimuleren van verstuiving en het (opnieuw) invoeren van beweiding. Beoordelingsaspect natuurlijk verspreidingsgebied: subtypen A en B: gunstig; subtype C: Het verspreidingsgebied is in de afgelopen decennia stabiel. Beoordelingsaspect oppervlakte: subtypen A en B: ; subtype C: zeer De oppervlakte is in de loop van de laatste decennia sterk teruggelopen door vergrassing, struweelvorming en vermossing. Beoordelingsaspect : alle subtypen: zeer 59

1. Typische soorten: De vergrassing, struweelvorming en vermossing uiten zich in de teruggang van typische soorten. Goed ontwikkelde, soortenrijke begroeiingen (op associatieniveau) zijn sterk achteruitgegaan ten gunste van soortenarme rompgemeenschappen. Veel soorten staan onder druk, waaronder typische zeedorpenplanten zoals hondskruid, blauwe bremraap en sparrenmos. Verzuring speelt mee bij de achteruitgang van heischrale soorten zoals rozenkransje. Van de vlinders is het duingentiaanblauwtje (Maculinea alcon arenaria) uitgestorven. Dat was een zogenoemde endemische, voor onze duinen unieke ondersoort. De veldparelmoervlinder (Melitaea cinxia) is uit de duinen verdwenen en de duinparelmoervlinder (Fabriciana niobe) en grote parelmoervlinder (Mesoacidalia aglaja) staan zwaar onder druk. Ook een vogel als de tapuit (Oenanthe oenanthe) heeft in duingraslanden sterk te lijden onder de vergrassing en struweelvorming. 2. Structuur en functie: Momenteel wordt op het geheel van de standplaatsen onvoldoende voldaan aan de randvoorwaarden of ecologische vereisten. Beoordelingsaspect toekomstperspectief: alle subtypen: zeer Om de duingraslanden met hun hoge biodiversiteit op lange termijn te behouden zijn zogenoemde actieve of effectgerichte maatregelen nodig. Het doel moet daarbij zijn het in stand houden van korte, grazige vegetatie. De duingraslanden gaan snel achteruit zodat het tijd wordt maatregelen te nemen voor zover dat nog niet is gebeurd. Beweiding met koeien en paarden kan tenminste voorlopig het wegvallen van de konijnenbegrazing vervangen. Na verloop van tijd zullen de konijnen wellicht hun rol als begrazers weer gaan vervullen. De toekomst van de grijze duinen van dit habitattype zal ook afhangen van maatregelen op ruimere schaal. Het gaat om maatregelen die de negatieve effecten van atmosferische depositie een halt toeroepen of het ontstaan van jonge duingraslanden bevorderen. Zulk een maatregel is bijvoorbeeld het toestaan van verstuiving op plaatsen waar dit vanuit het oogpunt van kustverdediging mogelijk is. Definitie gunstige staat van instandhouding: Voor een gunstige staat van instandhouding is een verspreiding langs de gehele kustzone vereist. Daarbij moet het habitattype over een oppervlakte van minimaal 20.000 ha als ontwikkelde duingraslanden voorkomen. Bovendien hoort daarbij een evenwichtige verdeling van duingraslanden van subtype A en B (elk tenminste 5.000 ha). Van subtype C is voor een gunstige staat van instandhouding een oppervlakte nodig van tenminste 100 ha. Oordeel: Voor subtypen A, B en C: zeer Aspect 1994 2004 Verspreiding gunstig gunstig Oppervlakte Typische soorten Structuur en functie Toekomstperspectief Beoordeling SvI zeer zeer Subtype A: Grijze duinen (kalkrijk) 60

Aspect 1994 2004 Verspreiding gunstig gunstig Aspect 1994 2004 Oppervlakte Kwaliteit Toekomstperspectief zeer Beoordeling SvI Subtype B: Grijze duinen (kalkarm) Verspreiding Oppervlakte Kwaliteit Toekomstperspectief zeer Beoordeling SvI Subtype C: Grijze duinen (heischraal) 6. Bronnen Arens, S.M. (1994). Aeolian processes in the Dutch foredunes. Dissertatie Universiteit van Amsterdam. 61