Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Reiniger na Calamiteiten



Vergelijkbare documenten
Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Glazenwasser

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Medewerker Foodreiniging

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Medewerker Vloeronderhoud

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Schoonmaker

Landelijke Kwalificaties MBO. Schoonmaak en Glazenwassen

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. 1. Beroepsprofiel Monteur Lichte Staalbouw Buitendienst

Kerntaak 1: Voert interieur-, vloeren- en sanitaironderhoud uit

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van de Allround monteur Systeemwanden en - Plafonds

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. 1. Beroepsprofiel Fijn constructiebankwerker/lasser

Kerntaak 1: Voert interieur-, vloeren- en sanitaironderhoud uit

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Uit handboek beroepsprofielen metaal Dijk12-Juni 2001

1. Beroepsprofiel Constructiebankwerker/lasser

Kerntaak 1: Voert interieur-, vloeren- en sanitaironderhoud uit

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Schilder

Schoonmaak en glazenwassen

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Industrieel Lakverwerker

Beroepstypering Onderhoudsmonteur installatietechniek. Algemene informatie datum: versie: 1

Beroepsprofiel Vakman gww

Kerntaak 1: Voert stukadoorswerk uit

Beroepsprofiel Installatiemonteur Elektrotechniek. ALGEMENE INFORMATIE datum: 23 december 2004 versie: 1 Onder regie van KBB. Legitimering BCP door:

Kerntaak 1: Voert schilderwerk uit

Kerntaak 1: Voert beglazingswerkzaamheden uit

Kerntaak 1: Voert schilderwerk uit

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Beroepscompetentieprofiel. Basismedewerker interieurtextiel

Beroepscompetentieprofiel: Straler (niveau 2)

Competenties. Overzicht

Kerntaak 1: Voert interieur-, vloeren- en sanitaironderhoud uit

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Beroepsprofiel Tekenaar-constructeur. Algemene informatie datum: versie: 01 Onder regie van

Kerntaak 1: Voert interieur-, vloeren- en sanitaironderhoud uit

Beroepscompetentieprofiel Kaderfunctionaris Bestratingbedrijf

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Uit handboek beroepsprofielen metaal Dijk12-Juni 2001

Beroepscompetentieprofiel Assemblagemedewerker natuursteenbedrijf Regie: Bouwradius LOB Datum wijzigen: Versie 4

BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL VOEGER 3

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

NEDERLANDSE KANO BOND Aangesloten bij: NOC*NSF / European Canoe Association / International Canoë Fédération Commissie Opleidingen

Beroepscompetentieprofiel Vloerenschuurder natuursteenbedrijf Regie: Bouwradius LOB Datum wijzigen: Versie 4

Werkgroep beroepscompetentieprofielen KNWU Onderliggend

Profiel van kwalificatiedossier: Schilderen

Beroepscompetentieprofiel Assistent carrosseriebranche (versie juni 2004)

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Zorgmedewerker Schoonmaaksector Beroepscompetentieprofiel

BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL VOEGER 4

Kerntaak 1: Brengt lak-, verf-, en coatingsystemen aan

datum: 19 april 2005 versie: 2

Carrosserieschade herstellen met behulp van scheidende en verbindende technieken

LIFT group. LIFT group, afdeling Kwalificatiestructuur

Beroepscompetentieprofiel Mutatie opzichter Regie: Bouwradius LOB Datum wijzigen: Versie 1

Kerntaak 1: Voert en verzorgt dieren

Beroepscompetentieprofiel Bouwkundig tekenaar Regie: Bouwradius LOB Datum wijzigen: Versie 7

BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL FITNESSTRAINER B NIVEAU 4

Eind- en toetstermen Basisopleiding leidinggevenden 1 Schoonmaak- en Glazenwassersbranche

Competentiewoordenboek niet-kaderleden

Kerntaak 1: Brengt lak-, verf-, en coatingsystemen aan

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen, niveau 4, crebo 25262

Stichting Hout & Meubel. Stichting Hout & Meubel, afdeling Ontwikkelcentrum. Beroepsprofielen in de Timmerindustrie (Dijk 12 Beleidsonderzoek, 2001)

Keuzedeel mbo. Casco Lijmwerk. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0671

Beroepscompetentieprofiel. Medewerker expeditie

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische installaties woning en utiliteit, crebo 25263

Beroepscompetentieprofiel Technisch onderwijsassistent

Kerntaak B1-K1: Voert dienstverlenende werkzaamheden uit

Informatie opleidingsstandaard voor de EVC procedure. Praktijkopleider

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Standbouwer

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. Kenteq d.d.?? d.d.

Kerntaak 1: Installeert technische installaties

LIFT group. LIFT group, afdeling Kwalificatiestructuur

Beroepstypering Vliegtuigonderhoudsmonteur lijnonderhoud beperkte licentie CAT A

Beroepscompetentieprofiel Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum Regie: ECABO Datum wijzigen: Versie 1

Kerntaak 1: Installeert technische installaties

Schoonmaak Competenties en Profielen

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Kenteq d.d Landbouwmechanisatie d.d

Beroepscompetentieprofiel. Productiebegeleider mode

Eenvoudige reparaties en onderhoudswerkzaamheden aan gevelelementen

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische installaties woning en utiliteit, Niveau 4, crebo 25263

Portier/baliemedewerker

Beroepscompetentieprofiel Ontwerper/constructeur

BEROEPSKWALIFICATIE (0215) Schoonmaker

BEROEPSKWALIFICATIE (BK 0092)

Kerntaak 1: Slopen van (delen van) gebouwen en objecten

Beroepscompetentieprofiel assistent machinaal houtbewerker meubelbedrijf. Stichting Hout & Meubel, afdeling Ontwikkelcentrum

Kerntaak 1: Repareert, onderhoudt en maakt standaard revalidatiehulpmiddelen afleveringsklaar

Onderhoudsmedewerker Beroepscompetentieprofiel

Eisen mbo-certificaat. Ondersteuning thuis

Stukadoor Beroepscompetentieprofiel

1 Gegevens student. 2 Gegevens bedrijf. Voor- en achternaam: Straat plus nummer: Postcode en woonplaats: Geboortedatum: -adres student:

Renovatiewerkzaamheden voor de Schilder

Beoordelingsformulieren BPV

Keuzedeel mbo. Duurzaam stukadoren. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0027

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Functiebeschrijving Assistent Glaszetter

Beroepscompetentieprofiel Bestekschrijver

Goederen inlag, goederen opslag,goederen uitslag, locatie- voorraadbeheer, intern transport

is werkzaam in een dierenartsenpraktijk voor landbouwhuisdieren, paarden, gezelschapsdieren of een combinatie daarvan;

Oriënteren: kijken hoe er gewerkt wordt, wat er gedaan wordt. Handelen: Meedoen, meewerken. Ik gebruik de ICTvaardigheden

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Standbouwer

KWALIFICATIEPROFIEL Wandeltrainer ALGEMENE INFORMATIE Datum maart 2019

NEDERLANDSE KANO BOND Aangesloten bij: NOC*NSF / European Canoe Association / International Canoë Fédération Commissie Opleidingen

KWALIFICATIEPROFIEL Allround Wandelsportinstructeur niveau 2 (AWI-2)

Functie- en competentieprofiel

Transcriptie:

Beroepscompetentieprofiel (BCP) van het beroep Reiniger na Calamiteiten gebaseerd op het format Beroepscompetentieprofiel Colo Vakcentrum Afbouw en Onderhoud, Presentatie en Communicatie Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven te Waddinxveen

Beroepscompetentieprofiel van de Reiniger na Calamiteiten Algemene informatie Datum: 1 juli 2007 Versie: 1 Onder regie van het kenniscentrum Limaweg 25 2743 CB Waddinxveen Ontwikkeld door: Brondocument(en): Sectie: Ontwikkeling Kwalificatiestructuur Beroepsopleidingen - Functiehandboek behorend bij CAO voor het Schoonmaak- en reiniger na glazenwassersbedrijf 1-1-2005 t/m 31-12-2007 - Onderzoek MBO opleiding voor de schoonmaaksector d.d. april 2005 (OOE2005.0361/N) - Werken in de Schoonmaak- en Glazenwassersbranche Research voor Beleid maart 2007. - Kwaliteitscriteria van de Stichting Salvage voor dienstverlening na calamiteiten, 2007 (www.stichtingsalvage.nl) - www.bms-bouwgroep.nl Legitimering BCP: - op formatvereisten - op de inhoud - Door d.d. juni 2007 - Door de Begeleidingscommissie Kwalificatiestructuur Schoonmaak d.d. 14 juni 2007 Mogelijke functiebenamingen zijn: Medewerker inboedelreiniging (IGK) Medewerker IGK All-round medewerker inboedelreiniging (IGK) Zelfstandig medewerker IGK All-round medewerker IGK Meewerkend voorman/-vrouw Overal waar hij staat, kan ook zij gelezen worden. 2

Beroepsbeschrijving van de Reiniger na calamiteiten Beroepscontext / werkzaamheden In de facilitaire dienstverlening is de reiniger na calamiteiten werkzaam in de Schoonmaak- en Glazenwassersbranche. Hij werkt bij een specialistisch schoonmaakbedrijf dat zich richt op reinigingsen herstelwerkzaamheden na brand-, water- of stormschade bij verschillende panden, zowel bij bedrijfspanden als bij particulieren. Hij werkt in de centrale werkplaats of op wisselende locaties zowel individueel als in teamverband. De reiniger na calamiteiten werkt als uitvoerend medewerker of als meewerkend voorman. Hij zorgt ervoor dat de schade door de calamiteit beperkt wordt en hij reinigt en reconditioneert inboedelstukken. Hierbij werkt hij volgens de werkinstructies en aanwijzingen van zijn leidinggevende. Rol en verantwoordelijkheden Hij maakt hierbij indien nodig op een veilige en verantwoorde manier gebruik van klimmaterialen, machines en persoonlijke beschermingsmiddelen. Hij werkt op basis van een planning. Hij kan tijdens het werk contact hebben met de opdrachtgever en anderen, en weet hoe hij moet reageren op vragen of opmerkingen van de betreffende persoon. De reiniger na calamiteiten heeft een uitvoerende en mogelijk beperkt leidinggevende rol. In opdracht van en in overleg met zijn leidinggevende voert de reiniger na calamiteiten op basis van de planning zelfstandig zijn takenpakket uit, volgens de werkinstructies die hij daarvoor heeft gekregen. De (meewerkend voorman) begeleidt in voorkomende gevallen collega s, geeft toelichting en instructies. Hij zorgt ervoor dat regels met betrekking tot de veiligheid en het gebruik van klimmaterialen door andere medewerkers gehandhaafd worden. Hij bespreekt de uit te voeren werkzaamheden met de leidinggevende en de opdrachtgever (meestal de verzekeraar). De reiniger na calamiteiten komt regelmatig in contact met andere personen in de te reinigen omgeving: de politie, brandweer, collega s en de opdrachtgever/gedupeerde. Hij bezit een goede beroepshouding, past goede omgangsvormen toe en kan zich verplaatsen in de wensen van de opdrachtgever. Hij moet rekening houden met de gevoelens van de gedupeerde, die door een calamiteit getroffen is. 3

Complexiteit De reiniger na calamiteiten past met name routinematige, maar soms ook specifieke procedures toe op wisselende locaties. Dit vraagt om werkinzicht, inlevingsvermogen, organisatievermogen, flexibiliteit, duidelijkheid en sociale vaardigheden. Omdat hij te maken krijgt met afwijkingen van de gangbare procedures moet hij oplossingsgericht te werk kunnen gaan. Hij is in staat om adequaat te functioneren onder tijdsdruk en lastige omstandigheden. Het beroep wordt gekenmerkt door werkzaamheden die voornamelijk uitvoerend en van gemiddeld complexe aard zijn. Een complicerende factor in het werk van de reiniger na calamiteiten is dat de werkzaamheden slecht te plannen zijn, aangezien calamiteiten onverwachts gebeuren. Verder is er nog het spanningsveld tussen de emotionele waarde van inboedelstukken en de kosten om deze te herstellen. Verder heeft de reiniger na calamiteiten vaak te maken met een tijdsdruk. Wanneer bedrijven getroffen worden door calamiteiten willen deze zo snel mogelijk weer volledig aan het werk kunnen, om geen inkomsten te missen. Typerende beroepshouding Een andere complicerende factor in het werk van de reiniger na calamiteiten is het gebruik van klimmaterialen en machines, de inspannende houding tijdens het werken op klimmaterialen en de kans op letsel door vallen vanaf klimmaterialen. De reiniger na calamiteiten beheerst vaktechnische vaardigheden en combineert daarmee de volgende houdingsaspecten: Zelfstandig: alleen kunnen werken, op eigen kracht handelen (bijv. zelfstandig beslissen welke schoonmaakmethode hij moet gebruiken). Accuraat: zorgvuldig werken. Gericht op het opvolgen van instructies: uitvoeren van de planning en aanwijzingen van de leidinggevende op correcte wijze willen uitvoeren. Flexibel: inspelen op veranderende werkomstandigheden (de werkzaamheden na calamiteiten zijn nauwelijks planbaar). Oplossingsgericht: doelgericht en resultaatgericht werken, met bewustzijn van wensen en randvoorwaarden. Klantgericht, dienstverlenend: gericht zijn op en goed kunnen omgaan met wensen en eisen van de gedupeerde en de opdrachtgever. Begripvol: is zich bewust van de gevoelens van de gedupeerde, die (emotioneel) waardevolle spullen verliest. Besluitvaardig: durf om beslissingen te nemen. Sociaalcommunicatief: in staat om adequaat met gedupeerde/gebruikers/opdrachtgever om te gaan, met anderen in een team samen te werken, te luisteren, om te gaan met (positieve en negatieve) feedback. Alert: opmerkzaam (bijv. op benodigde aanvulling van de voorraad en globale vaststelling van de waarde van een inboedel). Ethisch: in het handelen bewust zijn van algemene waarden en normen en hierop eigen gedrag aanpassen (bijv. doen wat afgesproken is, niet de kantjes ervan af lopen ). Bewust van werkomstandigheden: in hoge mate veiligheids-, kwaliteits-, Arboen milieubewust, rekening houdend met de wisselende omstandigheden. 4

Trends en innovaties Marktontwikkelingen - De toenemende vergrijzing zorgt voor een toenemende vervangingsvraag op de middellange termijn. In de calamiteitenreiniging zal dit aanzienlijke gevolgen hebben, omdat de huidige groep werknemers ouder is dan gemiddeld in de schoonmaakbranche. - De conjunctuur werkt vertraagd door in de schoonmaak- en glazenwassersbranche. Nu de economie aantrekt betekent dit ook meer opdrachten in de schoonmaakbranche. In concurrerende branches neemt de vraag naar personeel toe, waarbij de kans bestaat dat de schoonmaakbranche vanwege het negatieve imago het onderspit delft. - Door de grote ongelukken van een paar jaar geleden (ontploffing in Enschede en brand in Volendam) is er veel gedaan aan brandpreventie. Het aantal branden is fors afgenomen, waardoor de branche zich verder aan het profileren is in het reinigen na meer algemene calamiteiten. - Veel schoonmaakwerkzaamheden worden uitbesteed, wat meer werk genereert. Tegelijk worden schoonmaakbedrijven door inhurende bedrijven vaak gezien als onderling inwisselbaar (zie artikel Service Management maart 2007). Dit betekent ten eerste dat concurrentie tussen schoonmaakbedrijven met name op de prijs plaatsvindt. Hierbij worden ook steeds vaker zogenaamde makelaars ingeschakeld. Ten tweede worden de contracttermijnen ook steeds korter - Opdrachtgevers stellen steeds hogere kwaliteitseisen, niet alleen wat betreft de kwaliteit van het schoonmaakbedrijf (bijvoorbeeld ISOcertificering en een goede klachtenprocedure), maar ook wat betreft de medewerkers, bijvoorbeeld: o goede beheersing van de Nederlandse taal o afgeronde opleiding van SVS o betrouwbare achtergrond o representatieve uitstraling Wetgeving / overheidsregulering Technologische ontwikkelingen Bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen Internationale ontwikkelingen Sinds 1 januari 2007 is de nieuwe Arbeidsomstandighedenwet in Nederland van kracht. Deze omvat onder andere regelgeving betreffende het gebruik van klimmaterialen en machines. Nieuwe manieren van drogen, bevochtigen en klimaatbeheersing worden ontwikkeld. Zo wordt gebruik gemaakt van sorptiedrogers, koelers, microwave drogers, heaters, infrarooddrogers en bevochtigers. Payrolling: een payrollbedrijf neemt de werknemers over van een (schoonmaak)bedrijf, waardoor alle administratieve werkzaamheden, (juridische) plichten en financiële risico s overgaan naar het payrollbedrijf (Bron: Service Management, vol. 26, nr. 10, 2006, blz 18-19.). Door de ondernemersorganisatie OSB wordt dit beschouwd als een negatieve ontwikkeling, omdat werkgevers én werknemers in deze constructie geen rechten kunnen ontlenen aan de CAO Schoonmaak. Vanwege de klimaatontwikkelingen (opwarming van de aarde en het smelten van de poolkappen) is op termijn een toename aan waterschade mogelijk. 5

Loopbaanmogelijkheden Een reiniger na calamiteiten kan meer verantwoordelijkheden krijgen door zelfstandig of allround reiniger na calamiteiten of leidinggevende te worden. Eventueel kan via het lager kader doorstroom plaatsvinden naar het middenkader (objectleider of rayonleider). Naast deze verticale doorstroom is ook horizontale doorstroom mogelijk, door zich verder te ontwikkelen in de specialistische reiniging bijvoorbeeld het reinigen van elektronische apparatuur. 6

Kerntaken van de Reiniger na Calamiteiten 1. Verricht salvage werkzaamheden. 2. Inventariseert de schade. 3. Reinigt en herstelt inboedels. 4. Reinigt en herstelt opstallen. 5. Verzorgt het transport en de opslag van inboedel. 6. Voert operationeel leidinggevende taken uit. Kerntaak 1: Verricht salvagewerkzaamheden. Proces: - Input: De reiniger na calamiteiten ontvangt van zijn leidinggevende de opdracht voor het uitvoeren van salvagewerkzaamheden aan een bepaald object. Deze werkzaamheden vinden plaats in opdracht van de Salvagecoördinator. Het uitvoeren van salvagewerkzaamheden wil zeggen dat hij ervoor zorgt dat de schade door een calamiteit niet verergert. Aan de hand van de aard van de calamiteit kiest de reiniger na calamiteiten een werkmethode (bijv. na een brand het bluswater afpompen). - Verwerking: De werkzaamheden zijn: Verwijderen en eventueel inpakken van inboedelstukken Inzetten van installaties en machines met neutraliserende/beschermende chemicaliën. Afpompen van bluswater, afsluiten van ruimten, afdekken van installaties of machines met folie en tape en plaatsen van filter- of droogapparatuur. Het beveiligen van een pand tegen inbraak en diefstal (bijv. door het dichttimmeren van gesprongen ramen) Het opbergen van bijv. waardepapieren in een droogkamer. - Output: De reiniger na calamiteiten is in staat de schade te beperken en verdere schade te voorkomen, zodat vervolgens de ontstane schade hersteld kan worden. Rol / verantwoordelijkheden: De reiniger na calamiteiten voert zelfstandig zijn takenpakket uit op basis van de opdracht, volgens de werkinstructies die hij daarvoor heeft gekregen. Indien nodig stelt hij prioriteiten en overlegt hij met zijn leidinggevende. Hij bezit een goede beroepshouding, past goede omgangsvormen toe en kan zich verplaatsen in de wensen van de gedupeerde en de opdrachtgever. De reiniger na calamiteiten is verantwoordelijk voor het werk dat hij aflevert. 7

Complexiteit: De reiniger na calamiteiten staat voor de opgave het werk conform opdracht uit te voeren. De werkzaamheden op zich zijn voornamelijk uitvoerend en van gemiddeld complexe aard. De werkzaamheden verlopen niet volgens een vast patroon omdat je als reiniger na calamiteiten steeds in onverwachte situaties terecht komt. De werkzaamheden worden ook complex door veranderende omstandigheden. De reiniger na calamiteiten moet hierin op eigen initiatief voor de juiste aanpassingen kunnen kiezen. Indien er sprake is van direct contact met de opdrachtgever of gedupeerde moet de reiniger na calamiteiten hier rekening mee houden. Verzwarende omstandigheden zijn de krachtsinspanning en gezondheidsrisico s door het werken aan door brand of roet vervuild materiaal. De reiniger na calamiteiten dient zich te houden aan de (Europese) richtlijnen. Ook heeft de reiniger na calamiteiten te maken met tijdsdruk (vanwege de mogelijkheid dat schade erger wordt en het feit dat de gedupeerde het pand zo snel mogelijk wil betrekken) en de opdrachtgever de kosten zo veel mogelijk wil beperken. Betrokkenen: De reiniger na calamiteiten heeft bij het uitvoeren van de werkzaamheden te maken met zijn leidinggevende, collega s en in voorkomende gevallen ook met de opdrachtgever of salvagecoördinator en gedupeerde. Hulpmiddelen: Installaties, machines, klimmateriaal en apparatuur, afdekfolie, tape en een planning. Persoonlijke beschermingsmiddelen. Kwaliteit proces en resultaat: De reiniger na calamiteiten moet bij de uitvoering van de werkzaamheden werken volgens de geldende veiligheids-, Arbo- en milieueisen en zo efficiënt mogelijk omgaan met materialen en hulpmiddelen. Keuzes en dilemma s: Zelfstandigheid versus beperkte bevoegdheid: Bij voorkomende problemen tijdens de uitvoering moet de reiniger na calamiteiten afwegen wanneer zijn leidinggevende ingeschakeld moet worden en wanneer zelfstandig zoeken naar een oplossing gewenst is. Tijd versus kwaliteit: De reiniger na calamiteiten moet de gevraagde kwaliteit leveren in de daarvoor beschikbare tijd. Delegeren versus zelf uitvoeren: De reiniger na calamiteiten moet bepalen welke taken hij zelf kan uitvoeren en welke taken hij moet overlaten aan een specialist om het gewenste resultaat te behalen. 8

Kerntaak 2: Inventariseert de schade. Proces: - Input: De reiniger na calamiteiten ontvangt van zijn leidinggevende de opdracht om na calamiteiten de inboedel en schade te inventariseren. De uitvoering vindt plaats aan de hand van werkinstructies. - Verwerking: Aan de hand van de mate van vervuiling en beschadiging en de waarde bepaalt de salvagecoördinator in samenwerking met de reiniger na calamiteiten of reiniging rendabel en mogelijk is. - Output: De reiniger na calamiteiten is in staat om in samenwerking met de salvagecoördinator vast te stellen welke inboedelstukken gereinigd en hersteld zullen worden en welke inboedelstukken door een specialist hersteld moeten worden. Rol / verantwoordelijkheden: De reiniger na calamiteiten inventariseert in overleg met zijn leidinggevende en de salvagecoördinator de inboedel. Hij bezit een goede beroepshouding, past goede omgangsvormen toe en kan zich verplaatsen in de wensen en gemoedstoestand van de gedupeerde en de opdrachtgever. De salvagecoördinator is verantwoordelijk voor het vaststellen van de schade en de uit te voeren werkzaamheden. Complexiteit: De reiniger na calamiteiten staat voor de opgave het werk conform de planning uit te voeren. De werkzaamheden op zich zijn voornamelijk uitvoerend en van gemiddeld complexe aard. De werkzaamheden verlopen volgens een vast patroon maar kunnen complex worden door veranderende omstandigheden. De reiniger na calamiteiten moet hierin op eigen initiatief voor de juiste aanpassingen kunnen kiezen. Indien er sprake is van direct contact met de opdrachtgever of gedupeerde moet de reiniger na calamiteiten hier rekening mee houden. Een complicerende factor voor de reiniger na calamiteiten is het in samenwerking met de salvagecoördinator vaststellen of iets van weinig economische waarde vanwege persoonlijke (emotionele) waarde het waard is om te reinigen en herstellen. Ook het kunnen herkennen van bijvoorbeeld antiek is een complexiteit, waarbij ook een specialist betrokken is. Betrokkenen: De reiniger na calamiteiten heeft bij het uitvoeren van de inventarisatiewerkzaamheden te maken met zijn leidinggevende, de salvagecoördinator, de opdrachtgever en de gedupeerde. Hulpmiddelen: Inventarisatielijst, klimmateriaal en planning. Persoonlijke beschermingsmiddelen. Kwaliteit proces en resultaat: De reiniger na calamiteiten moet bij de uitvoering van de werkzaamheden werken volgens de geldende veiligheids-, Arbo- en milieueisen. 9

Keuzes en dilemma s: Zelfstandigheid versus beperkte bevoegdheid: Bij voorkomende problemen tijdens de uitvoering moet de reiniger na calamiteiten afwegen wanneer zijn leidinggevende ingeschakeld moet worden en wanneer zelfstandig zoeken naar een oplossing gewenst is. Tijd versus kwantiteit: De reiniger na calamiteiten moet de gevraagde kwantiteit leveren in de daarvoor beschikbare tijd. Delegeren versus zelf uitvoeren: De reiniger na calamiteiten moet bepalen welke taken hij zelf kan uitvoeren en welke taken hij moet overlaten aan een specialist om een goede inventarisatie van de schade te kunnen maken (bijv. bij schade aan elektronische apparatuur of antiek). Kerntaak 3: Reinigt en herstelt inboedels. Proces: - Input: De reiniger na calamiteiten ontvangt van zijn leidinggevende de opdracht voor het uitvoeren van reinigings- en herstelwerkzaamheden aan de inboedel van een object. De uitvoering vindt plaats aan de hand van de opdracht en de werkinstructies. Aan de hand van de mate en aard van vervuiling en de RI&E kiest de reiniger na calamiteiten een bepaalde werkmethode en verzamelt het relevante materiaal en materieel. - Verwerking: De reiniger reinigt en herstelt inboedels op de locatie of in de centrale werkplaats. De werkzaamheden zijn: Reinigingswerkzaamheden (inzetten, doorborstelen, water afzuigen, nat afnemen en afwassen. Huishoudelijke apparaten worden geopend en schoongemaakt, dan wel uitblazen met perslucht) Uitvoeren van conserveringswerkzaamheden. Resultaatcontrole - Output: De reiniger na calamiteiten is in staat de gevraagde kwaliteit in relatie tot de te besteden tijd te leveren. De opdrachtgever is tevreden. Rol / verantwoordelijkheden: De reiniger na calamiteiten voert zelfstandig zijn takenpakket uit op basis van de opdracht, volgens de werkinstructies die hij daarvoor heeft gekregen. Indien nodig stelt hij prioriteiten en overlegt hij met zijn leidinggevende. Hij bezit een goede beroepshouding, past goede omgangsvormen toe en kan zich verplaatsen in de wensen van de opdrachtgever en gedupeerde. De reiniger na calamiteiten is verantwoordelijk voor het werk dat hij aflevert. Complexiteit: De reiniger na calamiteiten staat voor de opgave het werk conform de opdracht en planning uit te voeren. De werkzaamheden op zich zijn voornamelijk uitvoerend en van gemiddeld complexe aard. De werkzaamheden verlopen volgens een vast patroon maar kunnen complex worden door veranderende omstandigheden. De reiniger na calamiteiten moet hierin op eigen initiatief voor de juiste aanpassingen kunnen kiezen. Indien er sprake is van direct contact met de opdrachtgever en/of gedupeerde moet de reiniger na calamiteiten hier rekening mee houden. Bezwarende omstandigheden zijn de eenzijdige belasting van de spieren, de gezondheidsrisico s door het werken aan door brand of roet vervuild materiaal, de krachtsinspanning tijdens de werkzaamheden en het werken op hoogte en met machines. 10

Betrokkenen: De reiniger na calamiteiten heeft bij het uitvoeren van de reinigings- en herstelwerkzaamheden te maken met zijn leidinggevende, collega s en in voorkomende gevallen ook met de opdrachtgever en gedupeerden. Hulpmiddelen: Gangbaar schoonmaakmateriaal en materieel, klimmateriaal, een planning en persoonlijke beschermingsmiddelen. Kwaliteit proces en resultaat: De reiniger na calamiteiten moet bij de uitvoering van de werkzaamheden werken volgens de geldende veiligheids-, Arbo- en milieueisen en zo efficiënt mogelijk omgaan met materialen en hulpmiddelen. Keuzes en dilemma s: Zelfstandigheid versus beperkte bevoegdheid: Bij voorkomende problemen tijdens de uitvoering moet de reiniger na calamiteiten afwegen wanneer zijn leidinggevende ingeschakeld moet worden en wanneer zelfstandig zoeken naar een oplossing gewenst is. Tijd versus kwaliteit: De reiniger na calamiteiten moet de gevraagde kwaliteit leveren in de daarvoor beschikbare tijd. Delegeren versus zelf uitvoeren: De reiniger na calamiteiten moet bepalen welke taken hij zelf kan uitvoeren en welke taken hij moet overlaten aan een specialist (bijvoorbeeld bij elektrische apparaten) om het gewenste resultaat te behalen. Kerntaak 4: Reinigt en herstelt opstallen. Proces: - Input: De reiniger na calamiteiten ontvangt van zijn leidinggevende de opdracht voor het uitvoeren van reinigings- en herstelwerkzaamheden aan een bepaald object. De uitvoering vindt plaats aan de hand van de opdracht en de bijbehorende werkinstructies. Aan de hand van de mate en aard van vervuiling kiest de reiniger na calamiteiten een bepaalde werkmethode en verzamelt het relevante materiaal en materieel. - Verwerking: De reiniger reinigt en herstelt opstallen (vloeren, wanden, ramen, e.d.) De werkzaamheden zijn: inzetten van oppervlakten met reinigingsmiddelen (chemicaliën) Het verwijderen van bijvoorbeeld plafondplaten Spoelen/afspuiten van oppervlakten en verwijderen van vervuild water Wassen van ramen Schoonmaken van putten, roosters, afwateringskanalen door het verwijderen van vuilresten en doorspuiten Conserveringswerkzaamheden Resultaatcontrole - Output: De reiniger na calamiteiten is in staat de gevraagde kwaliteit in relatie tot de te besteden tijd te leveren. De opdrachtgever is tevreden. 11

Rol / verantwoordelijkheden: De reiniger na calamiteiten voert zelfstandig zijn takenpakket uit op basis van de planning, volgens de werkinstructies die hij daarvoor heeft gekregen. Indien nodig stelt hij prioriteiten en overlegt hij met zijn leidinggevende. Hij bezit een goede beroepshouding, past goede omgangsvormen toe en kan zich verplaatsen in de wensen van de opdrachtgever en gedupeerde. De reiniger na calamiteiten is verantwoordelijk voor het werk dat hij aflevert. Complexiteit: De reiniger na calamiteiten staat voor de opgave het werk conform de planning uit te voeren. De werkzaamheden op zich zijn voornamelijk uitvoerend en van gemiddeld complexe aard. De werkzaamheden verlopen volgens een vast patroon maar kunnen complex worden door veranderende omstandigheden, door bijvoorbeeld weersomstandigheden of een ondergrond die niet geschikt is voor het plaatsen van klimmaterialen. De reiniger na calamiteiten moet hierin op eigen initiatief voor de juiste aanpassingen kunnen kiezen. Indien er sprake is van direct contact met de opdrachtgever, gedupeerde of voorbijgangers bij werkzaamheden aan bijv. gevels moet de reiniger na calamiteiten hier rekening mee houden. Bezwarende omstandigheden zijn de eenzijdige belasting van de spieren, het werken op hoogte, gezondheidsrisico s door het werken aan door brand of roet of water vervuild materiaal en reinigingsmiddelen (chemicaliën) en de krachtsinspanning tijdens de werkzaamheden. Betrokkenen: De reiniger na calamiteiten heeft bij het uitvoeren van de reinigingswerkzaamheden te maken met zijn leidinggevende, collega s en in voorkomende gevallen ook met de opdrachtgever en gedupeerden Hulpmiddelen: Gangbare reinigingsmiddelen en materieel, klimmateriaal, machines en een planning. Persoonlijke beschermingsmiddelen. Kwaliteit proces en resultaat: De reiniger na calamiteiten moet bij de uitvoering van de werkzaamheden werken volgens de geldende veiligheids-, Arbo- en milieueisen en zo efficiënt mogelijk omgaan met materialen en hulpmiddelen. Keuzes en dilemma s: Zelfstandigheid versus beperkte bevoegdheid: Bij voorkomende problemen tijdens de uitvoering moet de reiniger na calamiteiten afwegen wanneer zijn leidinggevende ingeschakeld moet worden en wanneer zelfstandig zoeken naar een oplossing gewenst is. Tijd versus kwaliteit: De reiniger na calamiteiten moet de gevraagde kwaliteit leveren in de daarvoor beschikbare tijd. Delegeren versus zelf uitvoeren: De reiniger na calamiteiten moet bepalen welke taken hij zelf kan uitvoeren en welke taken hij moet overlaten aan een specialist (bijvoorbeeld een gevelreiniger) om het gewenste resultaat te behalen. 12

Kerntaak 5: Verzorgt het transport en de opslag van inboedels. Proces: - Input: De reiniger na calamiteiten ontvangt van zijn leidinggevende de opdracht om de inboedel over te brengen naar een andere locatie. Het overbrengen van de inboedel vindt plaats aan de hand van werkinstructies. De reiniger na calamiteiten verzamelt het relevante materieel. - Verwerking: De werkzaamheden zijn: Transportveilig verpakken van de inboedelstukken. Registreren van de inboedelstukken (eventueel per gedupeerde bij een bedrijf of flat). Inboedelstukken transporteren. De inboedelstukken uitladen. Inboedelstukken opslaan Inboedelstukken overdragen en overdrachtslijst laten ondertekenen. - Output: De reiniger na calamiteiten is in staat de inboedelstukken zorgvuldig en veilig te transporteren op te slaan en retourneren. De opdrachtgever en gedupeerde zijn tevreden. Rol / verantwoordelijkheden: De reiniger na calamiteiten voert zelfstandig zijn takenpakket uit op basis van de planning, volgens de werkinstructies die hij daarvoor heeft gekregen. Indien nodig stelt hij prioriteiten en overlegt hij met zijn leidinggevende. Hij bezit een goede beroepshouding, past goede omgangsvormen toe en kan zich verplaatsen in de wensen van de opdrachtgever en gedupeerden. De reiniger na calamiteiten zorgt ervoor dat de inboedelstukken tijdens het transport niet (extra) beschadigen. Hij is verantwoordelijk voor het niet (extra) beschadigd afleveren van de inboedelstukken. Complexiteit: De reiniger na calamiteiten staat voor de opgave het werk conform de opdracht uit te voeren. De werkzaamheden op zich zijn voornamelijk uitvoerend en van niet complexe aard. De werkzaamheden verlopen volgens een vast patroon maar kunnen complex worden door veranderende omstandigheden. De reiniger na calamiteiten moet hierin op eigen initiatief voor de juiste aanpassingen kunnen kiezen. Indien er sprake is van direct contact met de opdrachtgever en/of gedupeerden moet de reiniger na calamiteiten hier rekening mee houden. Een complicerende factor voor de reiniger na calamiteiten is de krachtinspanning bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden en gezondheidsrisico s bij het vervoeren van door brand of roet vervuild materiaal. Betrokkenen: De reiniger na calamiteiten heeft bij het transporteren van de inboedelstukken te maken met zijn leidinggevende, collega s en de opdrachtgever en/of gedupeerde. Hulpmiddelen: Verpakkingsmateriaal, vervoermiddelen, hulpmiddelen bij het transport (bijvoorbeeld een steekkar) en de planning. Persoonlijke beschermingsmiddelen Kwaliteit proces en resultaat: De reiniger na calamiteiten moet bij de uitvoering van de werkzaamheden werken volgens de geldende veiligheids-, Arbo- en milieueisen en zo efficiënt mogelijk omgaan met materialen en hulpmiddelen. 13

Keuzes en dilemma s: Zelfstandigheid versus beperkte bevoegdheid: Bij voorkomende problemen tijdens de uitvoering moet de reiniger na calamiteiten afwegen wanneer zijn leidinggevende ingeschakeld moet worden en wanneer zelfstandig zoeken naar een oplossing gewenst is. Tijd versus kwaliteit: De reiniger na calamiteiten moet de gevraagde kwaliteit leveren in de daarvoor beschikbare tijd. Kerntaak 6: Voert operationeel leidinggevende taken uit Proces: - Input: De (meewerkend) voorman krijgt van zijn leidinggevende de opdracht conform het afgesproken planning de operationele leiding en uitvoering te geven aan de salvageen reinigingswerkzaamheden in een object. - Verwerking: Hij stuurt de operationele werkzaamheden aan: Hij wijst taken toe aan medewerkers, stuurt hen op de werkplek aan en bewaakt tijdens de uitvoering aan de hand van controles de kwaliteit en voortgang van de uitvoering en rapporteert over de voortgang. Hij werkt nieuwe medewerkers in op algemene bedrijfsrichtlijnen en te hanteren werkmethoden. Hij motiveert en stimuleert medewerkers, schenkt aandacht aan het veiligheids- en kwaliteitsbewustzijn en de juiste (werk)houding van zijn medewerkers. Hij signaleert problemen in het functioneren van een medewerker en bespreekt dit met zijn leidinggevende. Hij draagt zorg voor de voorraad en zorgt voor een deugdelijke opslag, vervoer en beheer van materialen. Hij communiceert over de werkzaamheden met de opdrachtgever en gedupeerden en laat de lijst met inboedelstukken aftekenen. Hij voert urenregistraties. Hij ziet toe op de naleving van de gestelde regels t.a.v. veiligheid. - Output: De werkzaamheden zijn op een veilige en verantwoorde manier uitgevoerd binnen de gestelde tijd en conform de afgesproken kwaliteit. De opdrachtgever is tevreden. Rol / verantwoordelijkheden: De (meewerkend) voorman voert zelfstandig zijn takenpakket uit volgens de werkinstructies die hij daarvoor heeft gekregen. Indien nodig bedenkt hij passende alternatieven en stelt hij prioriteiten. Hij heeft op de werkplek coördinerende taken, stelt een RI&E op, stuurt medewerkers aan en heeft een positieve en stimulerende invloed op hen. De (meewerkend) voorman is verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn team (bijvoorbeeld met betrekking tot gebruik van klimmaterialen en persoonlijke beschermmiddelen). Hij bezit een goede beroepshouding, past goede omgangsvormen toe, kan zich verplaatsen in de wensen en gevoelens van de opdrachtgever en gedupeerden en kan goed met hen communiceren. Hij is gedreven om goed werk te leveren. De (meewerkend) voorman is verantwoordelijk voor het werk dat hij met zijn team aflevert. Hij controleert de uitvoering van de werkzaamheden door zijn team. Daarnaast overlegt hij met de opdrachtgever en gedupeerden over (kleine) wijzigingen in de planning. De meewerkend voorman heeft kennis van regelgeving ten aanzien van de te gebruiken klimmaterialen en is verantwoordelijk voor het juist gebruik ervan. Complexiteit: De (meewerkend) voorman staat voor de opgave om conform de planning leiding en meewerkend uitvoering te geven aan het werk aan een object. De werkzaamheden verlopen volgens een vast patroon maar kunnen complex worden door veranderende omstandigheden. Betrokkenen: De (meewerkend) voorman overlegt met en ontvangt instructies van zijn leidinggevende. Hij stuurt medewerkers aan. Daarnaast heeft hij te maken met de opdrachtgever en gedupeerden. 14

Hulpmiddelen: Planning. Logboek. Controleformulieren. Urenstaten. Voorraadlijsten en bestellijsten. (Vakantie)planningen. Werkinstructies. Eventueel formulieren in het kader van het ISO-systeem. Soms formulieren ten behoeve van de introductie van nieuwe medewerkers. RI&E-checklist. Kwaliteit proces en resultaat: De (meewerkend) voorman moet bij de uitvoering van de werkzaamheden werken volgens de geldende veiligheids-, Arbo- en milieueisen en zo efficiënt mogelijk omgaan met materialen en hulpmiddelen. De (meewerkend) voorman bestelt bijtijds het materiaal en materieel. Hij stuurt medewerkers aan op de werkplek en bewaakt tijdens de uitvoering aan de hand van controles de kwaliteit van de uitvoering en rapporteert over de voortgang. Hij is zich bewust van kwaliteit, (emotionele) waarde en kosten en weet bedrijfsbelangen te behartigen. De (meewerkend) voorman moet bij de uitvoering van de werkzaamheden werken volgens de geldende veiligheids-, Arbo- en milieueisen en zo efficiënt mogelijk omgaan met materialen en hulpmiddelen. Hij stuurt ook hierin de medewerkers aan. Keuzes en dilemma s: Zelfstandigheid versus beperkte bevoegdheid: Bij voorkomende problemen tijdens de uitvoering moet de (meewerkend) voorman afwegen wanneer de leidinggevende ingeschakeld moet worden en wanneer hij de bevoegdheid heeft het probleem zelfstandig op te lossen. Belang van de opdrachtgever versus belang van de gedupeerde: De (meewerkend) voorman moet er rekening mee houden dat de belangen van de opdrachtgever in voorkomende gevallen niet overeen zullen komen met de belangen van de gedupeerde. Opdracht versus flexibiliteit: De (meewerkend) voorman moet in voorkomende gevallen bepalen of en op welke wijze de medewerkers de planning/werkvolgorde kunnen aanpassen, bijvoorbeeld omdat een nieuwe calamiteit zich aangediend heeft. Tijd versus kwaliteit: De (meewerkend) voorman moet ervoor zorgen dat het team de gevraagde kwaliteit in de daarvoor beschikbare tijd levert. Delegeren versus zelf uitvoeren: De (meewerkend) voorman moet bepalen welke taken door zijn team kunnen worden uitgevoerd en welke taken moeten worden overgelaten aan een specialist om het gewenste resultaat te behalen. Delegeren versus zelf meewerken: De (meewerkend) voorman moet bepalen wat het team uitvoert en wat hij zelf uitvoert. 15

Kernopgaven van de Reiniger na calamiteiten Kernopgave 1 Zelfstandigheid versus beperkte bevoegdheid Bij voorkomende problemen tijdens de uitvoering moet de reiniger na calamiteiten afwegen wanneer zijn leidinggevende ingeschakeld moet worden en wanneer zelfstandig zoeken naar een oplossing gewenst is. Kernopgave 2 Tijd versus kwaliteit De reiniger na calamiteiten staat voor de opgave het uit te voeren werk conform de opdracht uit te voeren, het werk goed te organiseren, te coördineren en te verdelen. Hij wordt daarbij geconfronteerd met een aantal complicerende factoren: ziekmeldingen van collega s, onverwachts meerwerk, gewijzigde planning, onvoldoende voorraad, onvoldoende geschikt personeel, onregelmatige tijden, nabluswerk van de brandweer en gevaarlijke situaties. Kernopgave 3 Belang van de opdrachtgever versus belang van de gedupeerde De reiniger na calamiteiten staat voor de opgave rekening te houden met het feit dat de belangen van de opdrachtgever in voorkomende gevallen niet overeen zullen komen met de belangen van de gedupeerde. Kernopgave 4 Emotionele waarde versus onrendabele werkzaamheden De reiniger na calamiteiten staat voor de opgave om samen met de salvagecoördinator te bepalen of een inboedelstukken van weinig economische waarde toch gereinigd of hersteld moet worden, omdat de gedupeerde er persoonlijke emotionele waarde aan hecht. Hij staat voor de taak om in overleg met de opdrachtgever, gedupeerde en zijn leidinggevende een juiste keuze te maken. Kernopgave 5 Uitvoeren van een opdracht versus flexibiliteit De reiniger na calamiteiten staat voor de opgave om opdrachten uit te voeren en hierbij flexibel te reageren als nieuwe calamiteiten zich aandienen. 16

Beroepscompetenties van de Reiniger na calamiteiten Beroepscompetentie 1: Werkzaamheden plannen (VM) De reiniger na calamiteiten is in staat om op adequate wijze op basis van de opdracht zijn werkzaamheden te kunnen plannen, zodat hij efficiënt kan werken. Succescriteria: proces - planning en RI&E lezen/interpreteren - rekening houden met onverwachte gebeurtenissen bij het bepalen van de werkvolgorde resultaat De werkzaamheden zijn dusdanig gepland dat binnen de gestelde tijd het gewenste resultaat geleverd kan worden. Beroepscompetentie 2: Werkzaamheden voorbereiden (VM) De reiniger na calamiteiten is in staat om op adequate wijze op basis van de planning zijn werkzaamheden te kunnen voorbereiden, zodat hij efficiënt kan werken. Succescriteria: proces - interpreteert de planning - inventariseert de schade - zorgt voor voldoende materiaal en materieel - de reiniger na calamiteiten controleert de te gebruiken klimmaterialen en machines op veiligheid en deugdzaamheid resultaat De Salvage-unit van de reiniger na calamiteiten is dusdanig uitgerust dat de werkzaamheden veilig, goed en efficiënt uitgevoerd kunnen worden met de juiste materialen en gereedschappen. Beroepscompetentie 3: Uitvoeren van reinigings- en herstelwerkzaamheden (VM) De reiniger na calamiteiten is in staat om door calamiteiten beschadigde objecten (inboedels en opstallen) op adequate wijze te reinigen en indien van toepassing te herstellen. Succescriteria: proces - bepaalt op basis van de planning de volgorde van werken. - voert de opdracht zelfstandig en binnen de gestelde tijd uit - weet welke middelen en (klim)materialen gebruikt moeten worden - houdt rekening met veiligheids-, Arbo- en milieuvoorschriften controleert zijn eigen werkzaamheden - communiceert op heldere wijze - gaat adequaat met feedback om resultaat De werkzaamheden worden op basis van de opdracht binnen de gestelde tijd correct uitgevoerd. 17

Beroepscompetentie 4: Werken met klimmaterialen (VM) De reiniger na calamiteiten is in staat om op een veilige en verantwoorde manier klimmaterialen te plaatsen, gebruiken, onderhouden en beheren. Bij installatie en (ver)plaatsing van de klimmaterialen kan de reiniger na calamiteiten geassisteerd worden door een collega. Succescriteria: proces - de reiniger na calamiteiten stelt vast welk klimmaterialen gebruikt moeten worden - de klimmaterialen worden op een veilige en verantwoorde manier geïnstalleerd en geplaatst - de klimmaterialen worden goed beheerd, onderhouden en in veilige staat gehouden. resultaat De klimmaterialen worden dusdanig beheerd en onderhouden dat deze op een veilige manier en volgens de veiligheidsregels gebruikt kunnen worden. Beroepscompetentie 5: Operationeel leidinggeven (BOS) De (meewerkend) voorman is in staat om op adequate wijze de planning efficiënt en verantwoord tot uitvoering te brengen en hierbij de reinigers na calamiteiten instructies en aanwijzingen te geven. Succescriteria: proces - geeft heldere instructies met betrekking tot naleving van de veiligheidsmaatregelen en RI&E - bespreekt de uit te voeren werkzaamheden met de direct leidinggevende en opdrachtgever en eventueel de gedupeerden - onderhoudt contacten met collega s en opdrachtgever en gedupeerden is attent op het voorkomen van gevaarlijke situaties - zorgt dat regels met betrekking tot de veiligheid en het gebruik van klimmaterialen, machines en reinigingsmiddelen door andere medewerkers gehandhaafd worden. - begeleidt reinigers na calamiteiten - communiceert op heldere wijze resultaat - de werkzaamheden worden op basis van de planning binnen de gestelde tijd correct uitgevoerd - er wordt veilig en met een goede beroepshouding gewerkt Toelichting: VM = vakmatig-methodische dimensie BOS = bestuurlijk-organisatorische en strategische dimensie SC = sociaal-communicatieve dimensie ON = ontwikkelingsdimensie 18

OVERZICHT COMPETENTIES COMPETENTIES KERNTAAK KERNOPGAVE Vakmatig - methodisch (VM) 1 2 3 4 5 6 7 8 1 2 3 4 5 1 Werkzaamheden plannen X X X X X X X X X X 2 Werkzaamheden voorbereiden X X X X X X X 3 Uitvoeren van reinigings- en X X X X X X herstelwerkzaamheden 4 Werken met klimmaterialen X X X X X X X Bestuurlijk - organisatorisch en strategische (BOS) 5 Operationeel leidinggeven X X X X X X Sociaal - communicatieve (SC) *) Ontwikkeling (ON) *) *) N.B. De sociaalcommunicatieve (zoals helder communiceren) en ontwikkelingsdimensies zijn niet apart geformuleerd, maar geïntegreerd in de overige typen beroepscompetenties. Kerntaken van de Reiniger na Calamiteiten 1. Verricht salvagewerkzaamheden. 2. Inventariseert de schade. 3. Reinigt en herstelt inboedels. 4. Reinigt en herstelt opstallen. 5. Verzorgt het transport en de opslag van inboedel. 6. Voert operationeel leidinggevende taken uit. Kernopgaven van de Reiniger na Calamiteiten 1. Opdracht versus flexibiliteit 2. Opdracht versus klantbelang 3. Tijd versus kwaliteit 4. Emotionele waarde versus onrendabele werkzaamheden 5. Uitvoeren van een opdracht versus flexibiliteit 19