Verpleegafdeling Cardiologie Cardiologie
Inhoudsopgave Waarom opname?...4 Verantwoordelijk cardioloog...5 Wanneer spreekt u een cardioloog?...6 Reanimatie: wel of niet?...6 Wat is reanimatie?...6 Baat het niet dan schaadt het niet?...7 Wel of niet reanimeren?...7 Voorlichting en begeleiding...8 Opnameduur...9 Bezoek... 10 Ontslag uit het ziekenhuis... 10 Na ontslag... 11 Overige vragen... 11 Cardiologen... 11 Ruimte voor het noteren van uw vragen... 12 3
U bent opgenomen voor behandeling van een hartziekte of omdat u mogelijk een hartziekte heeft, waarbij verder onderzoek in het ziekenhuis nodig is. We willen de gang van zaken op onze afdeling graag voor u verduidelijken. Waarom opname? U bent opgenomen omdat er zich met uw hart (mogelijk) een probleem voordoet dat uw huisarts niet zelf kan behandelen. Dat kan bijvoorbeeld een acute ernstige stoornis in de doorstroming van de kransslagaderen zijn, of een sterk vermoeden daarop. U wordt opgenomen tot het gevaar geweken is. Vaak blijkt al snel dat het meevalt, maar soms zijn ingewikkelder onderzoeken noodzakelijk. Een andere mogelijke reden voor opname is de registratie van het hartritme als er een ernstige ritmestoornis wordt vermoed, of voor implantatie van een pacemaker. Ook een verzwakte pompwerking van het hart kan aanleiding geven tot opname, indien de benodigde behandeling (dagelijkse injecties, infuus, enzovoort) de mogelijkheden van de huisarts overschrijdt. Als er bij u bijkomende, niet-acute problemen zijn op een ander vlak (aandoeningen waarvan de behandeling uitstel gedoogt, al langer bestaande psychische of sociale problemen, enzovoort) dan worden die alleen aangepakt als er een direct verband bestaat met de hartaandoening. In de overige gevallen neemt de huisarts de zorg hiervoor weer op zich nadat u uit het ziekenhuis bent ontslagen. 4
Verantwoordelijk cardioloog Wie is voor uw behandeling verantwoordelijk? In ons ziekenhuis werken zes cardiologen. U wordt behandeld door de cardioloog die deze week afdelingsdienst heeft, dat is meestal niet de cardioloog die u van de polikliniek kent. Hij werkt overdag nauw samen met de zaalarts. Zij is een niet-gespecialiseerde arts die in opdracht van de cardioloog werkzaamheden op de afdeling uitvoert. In het algemeen zal zij u bij opname onderzoeken, en in overleg met de specialist verder onderzoek afspreken. Zij loopt regelmatig zelfstandig zaalvisite en regelt samen met de afdelingscardioloog de dagelijkse gang van zaken op de afdeling. De cardiologen hebben beurtelings een week afdelingsdienst. s Avond, s nachts en in het weekend kan er weer een andere cardioloog dienst hebben. Uw verpleegkundige en de zaalarts kunnen u desgewenst vertellen welke cardioloog op welk moment voor uw behandeling verantwoordelijk is. De cardiologen dragen belangrijke zaken s ochtends en s avonds aan elkaar over tijdens vaste bijeenkomsten. Verder worden alle belangrijke ontwikkelingen schriftelijk vastgelegd om communicatiestoornissen te voorkomen. U kunt er dus op vertrouwen dat de cardioloog die u behandelt van uw situatie op de hoogte is. 5
Wanneer spreekt u een cardioloog? Op de hartbewaking bezoekt de cardioloog u elke ochtend, ook in het weekend. Op de vervolgafdeling bezoeken de cardioloog en/of de zaalarts u door de week dagelijks en in het weekend indien nodig. Voor patiënten die een hartinfarct hebben doorgemaakt wordt vóór ontslag een gesprek geregeld met de cardioloog of de zaalarts, liefst in aanwezigheid van de partner of van een andere vertrouwenspersoon. Reanimatie: wel of niet? In ons ziekenhuis is voor noodsituaties op elk tijdstip van de dag een modern uitgerust en goed opgeleid reanimatieteam beschikbaar. Wat is reanimatie? Reanimatie is een behandeling die wordt uitgevoerd bij een plotseling ernstig tekortschieten van ademhaling en/ of bloedsomloop. Door mond-op-mondbeademing of door andere vormen van kunstmatige beademing, door hartmassage, het toedienen van elektrische schokken en door het toedienen van medicijnen wordt getracht de patiënt in leven te houden. De kans dat dit lukt ligt grofweg tussen 10 en 20%. De succeskans is sterk afhankelijk van welk hartprobleem er speelt, van de leeftijd, en van bijkomende ziektes. 6
Baat het niet dan schaadt het niet? Als het lukt om de bloedsomloop en de ademhaling te herstellen is er soms al schade aan andere organen ontstaan. Het betreft meestal de hersenen, omdat die zeer slecht tegen zuurstoftekort bestand zijn. Dit veroorzaakt soms langdurige bewusteloosheid en helaas nog weleens blijvende neurologische problemen, zoals geheugenstoornissen, persoonlijkheidsveranderingen of stoornissen bij het bewegen. Wel of niet reanimeren? Hoe wordt de beslissing wel of niet reanimeren genomen? Het is belangrijk dat u eventuele wensen op dit gebied aan ons kenbaar maakt en dat u eventuele twijfels met ons bespreekt. Als er geen duidelijke niet-reanimerenafspraak is gemaakt wordt u indien nodig altijd gereanimeerd. Als u aangeeft niet gereanimeerd te willen worden zullen wij ons daaraan houden. Als wij twijfelen of reanimatie wel zinvol is bespreken we dat met u of, als dat niet kan, met uw familieleden. Soms achten wij succesvolle reanimatie op medische gronden kansloos, dan wordt niet-reanimeren afgesproken. Dit wordt altijd aan u of aan uw familieleden uitgelegd. 7
Voorlichting en begeleiding De zaalarts of de cardioloog zal u bij opname uitleggen waarom u bent opgenomen, welke onderzoeken nodig zijn en welke behandeling eventueel zal worden ingesteld. U bent dan in de gelegenheid uw eerste vragen te stellen. Ook de verpleegkundigen zijn goed op de hoogte. Meestal zult u na verloop van tijd gerichte vragen overhouden, waarop u antwoord krijgt tijdens de zaalvisites. Wij raden u aan uw vragen voor uzelf op te schrijven, zodat u ze niet vergeet te stellen. Er zijn over de meeste hartproblemen informatiebrochures beschikbaar, ook over de onderzoeken die u mogelijk moet ondergaan. De verpleegkundige zal u die graag aanreiken. U kunt uw vragen ook stellen aan de verpleegkundige die u verzorgt. Hij of zij kan ze in het algemeen goed beantwoorden, eventueel in overleg met de arts. Voor patiënten die een hartinfarct doormaakten en voor hun partner of vertrouwenspersoon is een ontslaggesprek met de cardioloog geregeld, waarbij u ruim de gelegenheid krijgt om vragen te stellen. Ondanks alle voorlichting blijkt de opnameperiode vaak als in een roes voorbij te gaan. De eerste poliklinische controle is dan een goede gelegenheid om overgebleven vragen te stellen. Nodig hierbij uw partner of een andere vertrouwenspersoon uit! De artsen voeren slechts bij hoge uitzondering gesprekken met derden, als de patiënt er zelf niet bij tegenwoordig is. We gaan ervan uit dat u uw familieleden zelf vertelt wat u 8
over uw toestand kwijt wilt. Als u hiertoe niet goed in staat bent kunt u vragen om een apart gesprek met de zaalarts of met de cardioloog, in aanwezigheid van het desbetreffende familielid. Opnameduur De opnameduur varieert sterk. Bij veel mensen is al vrij snel duidelijk dat de kans op het bestaan van een gevaarlijk hartprobleem erg klein is. Er volgt dan snel ontslag uit het ziekenhuis, de huisarts behandelt eventuele andere gezondheidsproblemen. Mensen die een hartinfarct doormaakten blijven ongeveer vijf dagen in het ziekenhuis. Dit geldt ook voor mensen bij wie een dreigend infarct werd vastgesteld. Als er complicaties optreden, of als de afsluitende fietsproef tegenvalt, kan het verblijf langer worden. Vaak is in dat geval een hartkatheterisatie nodig, om te kunnen beoordelen of een dotterbehandeling of een bypassoperatie noodzakelijk is. Na een dotterbehandeling in Zwolle komen sommige patiënten nog voor één nacht terug naar onze afdeling. Enkele dagen na een hartoperatie worden de patiënten ook teruggeplaatst naar Harderwijk, voor verdere revalidatie. Na de operatie is het totale verblijf in de twee ziekenhuizen gemiddeld zeven dagen. Voor het overige is de opnameduur vaak niet precies van tevoren aan te geven. De verpleegkundige of uw behandelend arts zal in ieder geval proberen u een schatting te geven. 9
Bezoek Hartpatiënten zijn gebaat met rust, daarom is het aantal bezoekers beperkt tot twee per patiënt. De bezoektijden zijn als volgt. Hartbewaking (kamer 155-156) 10:30-11:00 uur 15:00-15:30 uur 19:00-19:30 uur Kinderen zijn ook op deze afdeling van harte welkom. Afdeling 1 Noord (kamer 150-154, 157) 14:00-15.00 uur 18.30-19:45 uur Ontslag uit het ziekenhuis Bij ontslag wordt u het volgende meegegeven: Afspraken voor de polikliniek en voor eventuele verdere onderzoeken. Recepten voor uw medicatie, de medicijnen kunt u bij ontslag ophalen bij de poliapotheek in de centrale hal op de begane grond. Als u dit problemen geeft zijn wij graag bereid het van u over te nemen. Enquête over de kwaliteit van de verleende zorg. Wij vragen u deze in te vullen. Het vernemen van uw mening stellen we zeer op prijs. Een brief voor uw huisarts. Krijgt u deze niet? Dan is deze al door de afdelingscardioloog verzonden via e-mail. 10
Na ontslag Voor patiënten die een hartoperatie ondergingen en voor degenen die een infarct doormaakten is een uitgebreid poliklinisch revalidatieprogramma beschikbaar, de fysiotherapeut zal dit met u bespreken. Als u na ontslag onverhoopt belangrijke lichamelijke klachten ervaart dient u contact op te nemen met uw huisarts. Hij of zij kan beoordelen of hernieuwd contact met de afdeling cardiologie nodig is. Overige vragen Als u vragen heeft die niet in deze folder werden beantwoord, kunt u ze te allen tijde stellen aan de verpleegkundige, of aan de zaalarts of cardioloog tijdens een van de zaalvisites. Cardiologen De in het ziekenhuis St Jansdal werkzame cardiologen zijn: F. Alsemgeest E.A. van Beek R. Dijkgraaf L.J. Klein R.R. Stöcker K.C. Sybrandy Zaalarts: M.A. Venema 11
Ruimte voor het noteren van uw vragen 12
Uitgave: Patiëntencommunicatie Harderwijk, februari 2015 CAZ CA 08.02.15
Ziekenhuis St Jansdal Wethouder Jansenlaan 90 3844 DG Harderwijk Postbus 138 3840 AC Harderwijk Telefoon (0341) 463911 www.stjansdal.nl